PEUGEOT 206 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 206, Model: PEUGEOT 206 2002Pages: 155, PDF Size: 2.08 MB
Page 61 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
60
Een dienst kiezen Het laatst ingevoerde adres wordt weergegeven. Er zijn 3 mogelijkheden om de plaats voor een bepaalde dienst in te voeren:
Ð het laatste adres opnieuw gebruiken door de functie
"Validate" te kiezen;
Ð invoeren van een nieuwe plaats en dan de straat (of de functie "City centre" ) met de functie "Change";
Ð automatische invoer van de naam van de plaats waar u zich bevindt met de functie "Current location".
Het adres van de gewenste dienst wordt weergegeven. Aan de rechterzijde van het scherm verschijnt een indicatie (1/50) als er binnen een straal van ongeveer 50 km meer-dere gelegenheden (maximaal 50) zijn die dezelfde dienstaanbieden. Ga met de functies "Next"en "Previous" door de lijst.
Als het bedrijf van uw keuze is geselecteerd, kies dan de functie "Validate" en druk op de toets "VAL". Kies een
navigatiecriterium. Het navigeren begint, volg de aanwijzin-gen.
Kies na het bevestigen van het adres met de pijltjestoetseneen dienst uit de lijst en bevestig uw keuze met de toets
"VAL" .
Een cursor aan de linkerzijde van het scherm geeft aanwaar u zich in de lijst bevindt.
Page 62 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL61
Een adres opslaan Bij het invoeren van een nieuw adres kunt u dit opslaan met behulp van de functie
"Archive".Een opgeslagen bestemming kiezen
Voer de omschrijving van het adres in. Als de omschrijving al bestaat voor een ander adres, dan kunt u het oude adresoverschrijven. Kies het privŽ- of zakelijke geheugen en druk op de toets
"VAL". Het adres is nu opgeslagen in het door u gekozen
geheugen. (Er kunnen maximaal 100 adressen wordenopgeslagen.) Kies het geheugen waarin het adres is opgeslagen metbehulp van de pijltjestoetsen en druk op de toets
"VAL".
De opgeslagen adressen worden weergegeven. Een cursor aan de linkerzijde van het scherm geeft aan waar u zich in de lijst bevindt. Kies met behulp van de pijlt-jestoetsen een omschrijving uit de lijst en druk op de toets
"VAL" . Het volledige adres wordt weergegeven. Kies de
functie "Validate" en druk op de toets "VAL". Kies een
navigatiecriterium. Het navigeren begint, volg de aanwijzin-gen.
Page 63 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
62
Instellingen display
Vanuit het hoofdmenu kan het menu
"Configure display"
worden gekozen met de volgende instellingen:
Ð Regelen van de lichtsterkte van de tekst en de achter- grond op het scherm;
Ð Instellen van de datum en de tijd;
Ð Keuze van de taal voor de weergave op het display en de gesproken informatie (Duits, Spaans, Frans, Engels, Italiaans);
Ð Instellen van formaten en eenheden. Er kan gekozen worden tussen de weergave in km/h of mph en in gradenCelsius of Fahrenheit en tussen 12- of 24-uurs weerga-ve van de tijd;Opties
Vanuit het hoofdmenu kan het menu "Navigation options"
worden gekozen met de volgende mogelijkheden:
Ð Beheer van de geheugens. Met deze functie kan de omschrijving van een opgeslagen adres gewijzigd wor- den en kan een adres gewist worden. Kies daarvoor het
geheugen en dan de omschrijving van het desbetreffen-de adres.
Ð Het regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
Ð Het wissen van alle gegevens in beide geheugens.
Page 64 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL63
Instellingen systeem Druk tijdens het navigeren op de toets
"VAL"om in het
menu "Guidance tools" te komen.
Dit menu biedt de volgende mogelijkheden:
Ð criterium van huidige navigatie-opdracht wijzigen,
Ð weergave of wijzigen van een opgegeven bestemming,
Ð regelen van de geluidssterkte van de gesproken berich- ten,
Ð huidige navigatie-opdracht stoppen.
Page 65 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
64
Page 66 of 155

17-06-2002
VENTILATIE 1. Uitstroomopeningen voorruitontwaseming,
2 . Uitstroomopeningen zijruitontwaseming,
3 . Zijventilatieroosters,
4 . Middelste ventilatieroosters,
5 . Uitstroomopening voor beenruimte voor,
6 . Uitstroomopening voor beenruimte achter.
Gebruiksadviezen
Ð Zet de luchttoevoer ver genoeg open voor een optimale verversing van de lucht in het interieur. In de stand "OFF"komt
er geen buitenlucht meer in het interieur. Opmerking: gebruik de stand "OFF"alleen indien nodig (kans op beslaan van de ruiten).
Ð Stel de luchtverdeling naar wens en afhankelijk van de weersomstandigheden in.
Ð Wijzig de temperatuurinstelling geleidelijk om het gewenste comfort te bereiken.
Ð Schuif de knop van de luchttoevoerregeling naar links in de stand "Toevoer van buitenlucht".
Ð Let er voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur op dat het luchtinlaatrooster in de motorkap, de uitstroomopeningen in de auto en de luchtkanalen onder de voorstoelen vrij blijven. Zorg ervoor dat het pollenfilter in een goede staat verkeert.
UW 206 IN DETAIL 65
Page 67 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
66
1. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (buitentemperatuur) tot rood (warm). 2. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit en zijruiten (ontwasemen-ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk: - schuif de knop van de luchttoe-
voerregeling naar links in de stand
"Toevoer van buitenlucht".
- stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal,
- sluit de middelste ventilatieroos- ters.
VERWARMING/VENTILATIE
Page 68 of 155

17-06-2002
4. Regeling luchttoevoerToevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand. Recirculatie van de lucht in
het interieur.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten en om het verwarmenvan het interieur te versnellen. Zet de knop, zodra de omstandighe-den dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht om het beslaanvan de ruiten te voorkomen.
UW 206 IN DETAIL 67
Luchtstroom naar voorruit, portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de been- ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat.
Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat.
3. Regeling luchtopbrengst
Draai de knop in ŽŽnvan
de vier standen om de
gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
5. Achterruitverwarming
Druk de schakelaar bij draaiende motor in om deachterruitverwarming en deverwarming van de bui-
tenspiegels in te schakelen. De achterruitverwarming gaat na ongeveer 12 minuten automatischuit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarmingopnieuw gedurende 12 minuten in teschakelen. Druk de schakelaar nogmaals in om de achterruitverwarming eerder uitte schakelen.
Page 69 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
68
AIRCONDITIONING
1. Airconditioning De airconditioning kan tijdens alle seizoe- nen gebruikt worden. Het systeem stelt u instaat de temperatuur in het interieur `szomers te verlagen en zorgt in de winter bijtemperaturen boven 0 ¡C voor een snelleontwaseming van beslagen ruiten. Druk de schakelaar in om deairconditioning in te schake-len. Het verklikkerlampje gaatbranden. De airconditioning werkt niet als deknop voor de regeling van de lucht-opbrengst op "OFF" staat. Opmerking Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijn-sel.
2. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (koud als de airco is inge- schakeld) tot rood (warm).
Page 70 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL69
3. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit en zijruiten (ontwasemen - ont-dooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgtte werk:
Ð stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal,
Ð sluit de middelste ventilatieroos- ters.
Ð schuif de knop van de luchttoe- voerregeling naar links in de
stand "Toevoer van buitenlucht".
Ð schakel de airconditioning in.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de been- ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat.
Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middelsteventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat. 5. Toevoer van buitenlucht
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Luchtrecirculatie
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco en de ver-warming vergroot. Als deze stand wordt gebruikt zon- der de airconditioning, bestaat hetrisico dat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandighe- den dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht. Belangrijkevoorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
dan door uw PEUGEOT-servicepuntcontroleren. Opmerking:
laat voor een optimale
werking van de airconditioning de ventilatieroosters openstaan.4. Regeling luchtopbrengst
Draai de knop in ŽŽn van
de vier standen om de
gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.6. Achterruitverwarming
Druk de schakelaar bij draaiende motor in om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-
spiegels in te schakelen. De achterruitverwarming gaat na ca. 12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarmingopnieuw gedurende 12 minuten inte schakelen. Druk de schakelaar nogmaals in om de achterruitverwarming eerder uit te scha-kelen.