Peugeot 206 CC 2001.5 Handleiding (in Dutch)
Page 111 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
107
Accu Laden met behulp van een acculader:
Ð maak de accupoolklemmen los,
Ð volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader,
Ð sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (Ð) kabel,
Ð controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn meteen (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
Ð sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
Ð sluit de groene of zwarte kabel op de (Ð) pool van de hulpaccu aan,
Ð sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel op een zo ver mogelijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto aan.
Stel de startmotor in werking en start de motor.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los. Spaarstand Nadat de motor is afgezet, als het contact in de stand accessoires staat,wordt een aantal elektrische voorzienin-gen (ruitenwissers, ruitbediening, plafon-niers, autoradio, enz.) na een half uurautomatisch uitgeschakeld, om te voor-komen dat de accu ontladen raakt. Op dat moment verschijnt de melding "Spaarstand actief"
op het multi-
functionele display. Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden.
- Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
- Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
- Zet, elke keer nadat de accukabels zijn aangesloten, het contact AAN en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische
systemen ge•nitialiseerd kunnen worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt als er zich na deze handeling toch nog problemen voor-doen.
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto
langer dan een maand buiten gebruik is.
Page 112 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
108
Autoradio monteren Uw auto is af fabriek voorzien van:
Ð dakantenne,
Ð coaxiale antennekabel,
Ð basisontstoring,
Ð bedrading voor luidsprekers v——r,
Ð bedrading voor luidsprekers achter*en tweeters*,
Ð 2 stekkers (8-polig).
Stekkeraansluitingen
A1 :Ð
A2 : Ð
A3 : Ð
A4 :
(+) Accessoires
A5 : Ð
A6 :
(+) Verlichting
A7 :(+) Constant
A8 :Massa
B1 : (+)Luidspreker rechts achter*
B2 :(Ð)Luidspreker rechts achter*
B3 :(+)Luidspreker rechts voor en tweeter*
B4 :(Ð)Luidspreker rechts voor en tweeter*
B5 :(+)Luidspreker links voor en tweeter*
B6 :(Ð)Luidspreker links voor entweeter*
B7 :(+)Luidspreker links achter*
B8 :(Ð)Luidspreker links achter*
Inbouwen van luidsprekers Er is ruimte voor het inbouwen van:
Ð luidsprekers met een diameter van 165 mm in de voorportieren,
Ð luidsprekers met een diameter van 130 mm achter,
Ð en tweeters met een diameter van 22,5 mm in de afdekplaten van de bui- tenspiegels*.
Raadpleeg uw PEUGEOT-service-punt.
* Volgens uitvoering.
Page 113 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
109
Slepen Zonder takelen (4 wielen op de grond) Gebruik hiervoor altijd een sleepstang. Aan de voor- of achterzijde Bevestig de sleepstang aan het sleepoog. Getakeld (slechts 2 wielen op de grond)
Het takelen van de wagen bij de wielen geniet de voorkeur.Maak nooit gebruik van de traverse van de radiateur. Bijzonderheden automatische transmissie Bij het slepen van de auto, zonder takelen, moet aan de volgende voor-waarden voldaan worden:
Ð selectiehendel in stand
N,
Ð rijd met een snelheid van maximaal 50 km/h en sleep de auto over een afstand van hoogstens 50 km,
Ð voeg geen extra vloeistof toe aan de automatische transmissie.
Bagagerek op het kofferdeksel* Een bagagerek is leverbaar bij uw
PEUGEOT-servicepunt. Zorg er voor dat bij het gebruik van een bagagerek het zicht op het derde
remlicht niet belemmerd wordt. Volgde aanwijzingen van de fabrikant op. * Leverbaar als accessoire.
Page 114 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
110
Trekken van een aanhanger Gebruik uitsluitend een door PEUGEOT goedgekeurde trekhaak. Laat een trekhaak alleen door een
PEUGEOT-servicepunt monteren. Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen en bagage,maar is tevens geschikt voor het trek-
ken van een aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van deauto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder. Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor afals men op grotere hoogte boven de
zeespiegel komt. Trek boven de 1000 m10% van het maximum aanhanger-gewicht af en herhaal dit voor elke vol-gende 1000 m. Adviezen Gewichtsverdeling: verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig enhoud u aan de toegestane kogeldruk.Koeling: het trekken van een aanhanger op een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur. De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van hetmotortoerental. Gebruik daarom een zo hoog mogelij- ke versnelling om het toerental tebeperken en pas uw snelheid aan. Het maximum aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercentageen de temperatuur van de buitenlucht. Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter. Als het verklikkerlampje van de koel- vloeistoftemperatuur gaat branden,stop dan zo snel mogelijk en zet demotor af. Banden: controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng dezeindien nodig op de juiste waarde.
Remmen: het trekken van een aanhanger ver- groot de remweg.
Verlichting: controleer de verlichting van de aan-
hanger. Zijwind: houd er rekening mee dat de zijwind- gevoeligheid van de auto groter is.
Page 115 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
111
Onderhoud van de carrosserie Om de lak en de kunststof delen van de carrosserie in optimale conditie te hou-den adviseren wij u om de auto regelma-tig
Ð met de hand te wassen of,
Ð gebruik te maken van een was-straat, maar let op: herhaaldelijk gebruik van slecht onderhoudenwasstraten kan haarkrasjes veroor-zaken wat de lak, vooral zichtbaarbij donkere tinten, een mat aspectgeeft,
Ð met een hogedrukspuit te wassen: volg de voorschriften die op de in-stallaties zijn aangebracht (druk enspuitafstand). Richt de hogedrukspuit niet op be-
schadigde plekken (bijv. in kleurgespoten bumpers of koplampen):was deze delen met de hand.
Vermijd ook het binnendringen vanwater in de sloten.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepuntom te weten welke middelen de beste,
de meest doeltreffende, de minst gevaar-lijke en de milieuvriendelijkste zijn.-Verwijder vogeluitwerpselen,
hars, teer- en olievlekken zosnel mogelijk (deze bevattenagressieve stoffen die de laksterk aantasten).
-Reinig de koplampen nooit met eendroge doek of een schuurmiddel engebruik geen luchtige stoffen of oplos-middelen; de koplampglazen zijn ver-vaardigd van polycarbonaat en voorzienvan een vernislaag.
- Gebruik geen benzine, petroleum of ontvetter voor het reinigen van de lak ofvan kunststof delen van de carrosserie.
- Laat kleine lakbeschadigingen (steen- slag, pitjes enz.) zo snel mogelijk bij-werken om corrosievorming te voorko-men.
Page 116 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
112
Hoedenplank
Kofferdeksel (openen van de bagageruimte)Kofferdeksel (openen/sluiten van het dak)
Trekkoord Afdekscherm bagageruimteInbussleutel
Vergrendelingshaken
Page 117 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
113
Handmatig sluiten van het dak (in geval van nood) In het geval van een storing in het
elektrische of hydraulische systeem van het dak is het mogelijk om het dakhandmatig te sluiten. Laat het systeem controleren door uw
PEUGEOT-servicepunt.
Deze mogelijkheid is een noodoplossing.
Voer deze handeling voor zovermogelijk uit met twee personen. Open de ruiten.
Zet het contact af.
Neem de sleutel uit het contact- /stuurslot.
Trek de handrem aan.
Open het kofferdeksel.
Maak het afdekscherm los en laat het oprollen; laat het scherm hierbij niet los.
Neem de inbussleutel 1uit het ge•-
soleerde opbergvak van de spuit-bussen voor de bandreparatie, endraai de schroef 2een kwartslag.
Trek aan het trekkoord 3om de hoe-
denplank weg te klappen.
Druk op de twee pallen 4 terwijl u op
het kofferdeksel drukt om deze teontgrendelen.
Sluit het kofferdeksel.
Open vanaf de rechter achterzijde
van de auto het kofferdeksel volledignaar achteren toe en vergrendel hetterwijl u het vasthoudt door de
inbussleutel 1tot aan de aanslag in
het mechanisme te steken.
Vergrendel het dak met de twee haken 5.
Let er bij het sluiten van het dak op dat uw handenniet tussen het mechanis-me komen.
Neem het dak vast, vouw het uit (hiervoor is kracht nodig) tot tegenhet voorruitframe.
Page 118 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
114
Neem de inbussleutel 1 terwijl u
het kofferdeksel vasthoudt uit het
mechanisme en sluit vervolgens het langzaam en voorzichtig zonder hetaan de voorzijde te vergrendelen.
Open de bagageruimte.
Trek aan de twee witte klemmen 6,
die geplaatst zijn boven de pallenen draai ze een kwart omwenteling
naar beneden terwijl u het koffer-deksel aan de voorzijde dichthoudt.
Druk de twee witte klemmen 6weer
in de blokkeergaten.
Sluit het kofferdeksel.
Laat het systeem controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
Bedien het dak niet wan- neer een bagagerek ophet kofferdeksel bevestigden beladen is.
Let erop dat er zich geen personenin de buurt van het bedienings-mechanisme bevinden tijdens hetsluiten van het dak; hiermee wordtrisico op letsel voorkomen. Laat bij gevaar de bedienings- knop los; het dak stopt directmet bewegen.Sluiten van het dak wanneer de elektrisch bedienbare ruitenniet werken
Wanneer de zijruiten niet geheel geo- pend kunnen worden, kan het dak nietelektrisch bediend worden. Nietteminis het mogelijk het dak te sluiten doorgelijktijdig de volgende handelingenuit te voeren: bedien, bij afgezet contact de 2 schakelaars van de ruitbediening(tot voorbij het zware punt);
zet het contact in de stand Mzon-
der de schakelaars van de ruitbe-diening los te laten;
na 4 seconden klinkt een geluidssig-naal, druk op de schakelaar van hetelektrisch bedienbare dak en houddeze vast;
na 6 seconden vasthouden van deschakelaar begint het dak te sluiten;wanneer het sluiten is voltooid klinkteen geluidssignaal;
vergrendel het dak met de tweehaken 5.
Laat het systeem controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 119 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
115
Accessoires voor uw 206 CC
Maak voor uw PEUGEOT alleen gebruik van de door het merk goedgekeurde accessoires en originele onderdelen. Al deze accessoires en onderdelen zijn, na getest en goedgekeurd te zijn ten aanzien van bedrijfszekerheid en veiligheid, aan-
gepast aan uw PEUGEOT; iets wat PEUGEOT niet van andere producten kan garanderen.
Uw PEUGEOT-servicepunt biedt u een ruime keuze aan originele, door PEUGEOT goedgekeurde accessoires met PEUGEOT- garantie:
Veiligheid:Alarminstallaties, hellingdetectie, ruiten graveren, wielbouten met slot, gevarendriehoek, verbanddoos, ...
Bescherming: Stoelhoezen geschikt voor zij-airbags, matten, vloermat bagageruimte, ...
Communicatie: Autotelefoon, navigatiesysteem, CD-wisselaars*, autoradio's, luidsprekers, radiosierpaneel, É
Styling: Aluminium velgen, wieldoppen, spatlappen*, aluminium en houten sierpanelen, ...
Comfort: Centrale armleuning, flessenhouder, opbergbox voor CD's of cassettes, houder voor autotelefoon,windschermÉ
Vrije tijd: Trekhaak, kofferrek, sneeuwkettingen, ...
Kinderen: Baby- en kinderzitjes, ...
Onderhoudsmiddelen: Ruitensproeiervloeistof, reinigings-/onderhoudsmiddelen voor interieur en exterieur.
* Beschikbaar in de loop van het jaar.
Page 120 of 123
TECHNISCHE GEGEVENS
116
MODELLEN:
Type Variant Uitvoering2DNFUF 2DNFUR 2DRFNF
MOTOREN 1,6 liter 16V 2 liter 16V
Cilinderinhoud (cm 3
) 1587 1997
Boring x slag (mm) 78,5 x 82 85 x 88
Maximum vermogen: EEG-norm (kW) 80 100
Toerental bij maximum vermogen (/min) 5800 6000
Maximum koppel: EEG-norm (Nm) 147 190
Toerental bij maximum koppel (/min) 4000 4100Brandstof Loodvrij Loodvrij
Katalysator Ja Ja
Versnellingsbak Handgeschakeld Automaat Handgeschakeld
(5 versn.) (4 versn.) (5 versn.)
Inhouden (in liters)Motor (met filter) 3 3 4,25
Versnellingsbak - differentieel 2 Ð 1,9
Motoren en versnellingsbakken