Peugeot 206 CC 2001.5 Handleiding (in Dutch)
Page 61 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
62
Voorstoelen
Page 62 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
63
1 - LengterichtingTil de beugel op, schuif de stoel in de gewenste stand.
2 - Toegang tot de achterbank Druk ŽŽn van de twee handgrepennaar voren om de rugleuning naarvoren te klappen en de stoel naar
voren te schuiven. Als de stoelwordt teruggeduwd, komt dezeautomatisch weer in deoorspronkelijke stand terug.
Let erop dat niet wordtverhinderd dat de stoel weer inde oorspronkelijke stand wordtteruggeschoven; dit is nodig omde stoel te vergrendelen.
3 - Hoogte- en hoekverstelling van de hoofdsteun
Naar boven: Trek de hoofdsteun omhoog.
De juiste stand van dehoofdsteun is als de bovenzijdevan de hoofdsteun zich terhoogte van de bovenzijde vanhet hoofd bevindt.
De hoofdsteun is voorzien van eenblokkeermechanisme waardoor dehoofdsteun niet naar beneden kanschuiven (veiligheidsvoorziening bijeen botsing).
Voor het lager zetten van de hoofdsteun moet tegelijkertijd:- de blokkeerpal op de linker geleider worden ingedrukt,
- de hoofdsteun naar beneden worden geschoven.
Druk de pallen op de geleiders in om de hoofdsteunen teverwijderen.
4 - Rugleuning verstellen Duw een van de twee hendels naarachteren.
5 - Hoogteverstelling van de bestuurdersstoel
Trek de hendel omhoog.
Verplaats uw gewicht om de stoel te verstellen.
6 - Schakelaars stoelverwarming* Druk de schakelaar in. Detemperatuur voor de beidevoorstoelen wordt automatischgeregeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen.
* Volgens uitvoering.
Ga nooit zonder hoofdsteunen rijden; de hoofdsteunenmoeten aanwezig zijn encorrect zijn afgesteld.
Page 63 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
64
Isofix-bevestigingen De Isofix-bevestigingen zijn beschik-
baar voor de passagiersstoel v——r.Deze maken het mogelijk een spe-
ciaal Isofix-kinderzitje , dat verkrijg-
baar is bij de PEUGEOT-servicepun-ten, te plaatsen. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale Isofixbevestigingspunten en zorgen zo vooreen veilige, degelijke en snelle monta-ge van het zitje. Voorin
moet voor kinderen van min-
der dan 13 kg het kinderzitje tegen derijrichting in worden geplaatst met de
stoel geheel naar voren geschoven ,
zodat de rugleuning van het kinderzit-je tegen of zo dicht mogelijk tegen hetdashboard aan is geplaatst. Dezestand zorgt ervoor dat het kinderzitjebij een aanrijding zo min mogelijkwordt verplaatst. Eventueel kan het kinderzitje in de rij- richting worden geplaatst als er alandere kinderen op de achterbank zit-ten. Bevestig het kinderzitje met deIsofix-bevestigingen, de gordelbe-schermer en de veiligheidsgordel enzet de passagiersstoel minimaal in demiddelste stand. Het is in beide gevallen verplicht de airbag aan passagierszijde uit teschakelen. Een speciaal, goedgekeurd kinderzitje
is het KIDDY Isofix kinderzitje. Dit kanmet de rug in de rijrichting wordengeplaatst bij kinderen tot 13 kg en metde rug tegen de rijrichting in bij kinde-ren van 9 tot 18 kg. Dit kinderzitje kan ook worden beves- tigd op zitplaatsen die niet zijn voor-zien van Isofix-bevestigingen. Het is indat geval verplicht de normale drie-punts veiligheidsgordels te gebruiken.
Volg bij het plaatsen van het kinder- zitje de gebruiksaanwijzing van defabrikant.
Page 64 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
65
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto zeer veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kin- deren, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- Kinderen jonger dan 10 jaar moeten in goedgekeurde*, aan het gewicht van het kind aangepaste kinderzitjes op met vei-ligheidsgordels uitgeruste plaatsen worden vervoerd.
- Passagiersstoel voor*: kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op de voorstoel worden geplaatst, behalve als de achterbank al is bezet door andere kinderen of de achterbank niet kan worden gebruikt (achter- bank verwijderd of neergeklapt). Zet in dat geval de passagiersstoel in de middelste stand. Schakel de airbag aan passa-gierszijde uit als een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
PEUGEOT beveelt de volgende systemen aan:
Vanaf de geboorte tot 18 maanden (tot 13 kg) "Ršmer Babysure": wordt zowel voorin als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vast- gemaakt.
Voorin moet de passagiersstoel in de middelste standworden gezet.
Van 9 maanden tot 3 of 4 jaar (9 tot 18 kg) "Ršmer Prince": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Omwille van de veiligheid van uw kinderen: gebruik het zitje en de gordelbeschermer nooit los van elkaar.
Van 3 tot 6 jaar (15 tot 25 kg) "Ršmer Vario": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
1
2
3
Page 65 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
66
Van 3 tot 10 jaar (15 tot 36 kg)"Recaro Start": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte, de breedte en de lengte moeten worden aangepast aan de grootte van het kind. "Klippan Optima": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel bevestigd.
Voor kinderen vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg) kan alleen de zitverhoging worden gebruikt.
Let erop dat de driepuntsgordels of de banden van het kinderzitje goed vastgezetworden, zelfs bij een korte rit.
* Volgens de wettelijke bepalingen.Laat nooit een kind of een dier in uw auto achter wan-neer alle ruiten geslotenzijn en de auto in de zon
staat. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto. Gebruik de veiligheidsgordels of de gordels van het kinderzitje altijd,ook bij korte ritten.
Volg de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aan passa-gierszijde op.
Volg bij het plaatsen van het kinder- zitje en het vastzetten van het kind degebruiksaanwijzing van de fabrikant.4
5
Page 66 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
67
Veiligheidsgordels De veiligheidsgordels omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.Veiligheidsgordels v——r met pyrotechnische gordelspanners en gordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veiligheids- gordels met gordelspanners en gor-delkrachtbegrenzers is de veiligheidvan de voorste inzittenden bij frontaleaanrijdingen nog verder verbeterd. Degordelspanners dienen om, afhanke-lijk van de kracht van de aanrijding, deveiligheidsgordels stevig tegen delichamen van de inzittenden te trek-ken. De veiligheidsgordels met gordelspan- ners werken alleen als het contact isaangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegen hetlichaam van de inzittende getrokkenwordt.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van twee driepuntsgordels met oprolauto-maat.
De gordel heeft het mees- te effect als deze strak omhet lichaam gedragenwordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de airbag in het instrumentenpaneel gaat bijhet afgaan van de gordelspannersbranden. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt. Het systeem is ontworpen om 10 jaar volledig operationeel tezijn. Laat het daarna vervangen.
Page 67 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
68
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in combinatie met een geluidssignaal demelding "Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Neem de schroef los en wip het huismet een muntstuk bij het oog los omde batterij te vervangen (CR
2016/3 V). Als de afstandsbediening na het vervan- gen van de batterij niet werkt, moet dezeopnieuw geprogrammeerd worden.
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren, de achterklep (openen) ende tankdop
onafhankelijk van elkaar
vergrendeld of ontgrendeld worden,kunnen het stuurslot en het slot vanhet dashboardkastje worden bedienden kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier: -
kunnen de portieren en het kofferdek- sel gelijktijdig vergrendeld worden,
- kunnen de portieren gelijktijdig ont- grendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen ontgren-deld worden met de sleutel in hetslot van het kofferdeksel.
Wanneer een van de portieren is geo- pend, werkt de centrale vergrendelingniet. Afstandsbediening Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de portieren en
het kofferdeksel te vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigddoor het gedurende ongeveer
2 seconden branden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de portieren te
ontgrendelen. Het ontgrendelen wordt bevestigddoor het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking: druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten het bereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw geprogrammeerd worden. Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperlichten knipperen gedurende enkeleseconden.Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in het contactsteekt, klinkt er een geluidssignaal.
* Volgens uitvoering.
Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
Page 68 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
69
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode isals streepjescode aangege-ven op het label bij de sleutel .
Een PEUGEOT-servicepunt
kan bij verlies snel voor nieuwe sleutelszorgen.De radiografische afstandsbediening iseen systeem met een groot bereik.Het is raadzaam om niet met de knopvan de afstandsbediening te spelen omte voorkomen dat de portieren per onge-luk ontgrendeld worden.De afstandsbediening kan niet functione-ren als de sleutel in het contactslot zit,zelfs als het contact uitstaat, behalve voorhet herprogrammeren. Neem uit vei-ligheidsoverwegingen (kinderen in deauto) de sleutel met afstandsbedieningmee als u de auto verlaat, zelfs al is dit
voor korte duur.Druk nooit op de knoppen van uwafstandsbediening buiten het bereik vanuw auto. De afstandsbediening kan danonbruikbaar worden en moet in dat gevalopnieuw worden geprogrammeerd. Let er bij het aanschaffen van een gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de codekaart;
- uw sleutels door een PEUGEOT-servi- cepunt in het elektronische geheugenworden opgeslagen, zodat u er zekervan kunt zijn dat de in uw bezit zijndesleutels de enige zijn waarmee de autokan worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de elek-tronische startblokkering.
Codekaart Op deze kaart staat de identificatieco-
de die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem en voor-komt zo het starten van de motor bijeen inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt.Bij het aanzetten van het contact moetde code van de sleutel worden her-kend door de startblokkering, waarnade motor gestart kan worden. Bij een storing in het systeem klinkt
een geluidssignaal en verschijnt een melding op het multifunctionele dis-play*. LET OP: uw auto is dan niet meer
beveiligd.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens uitvoering.
Page 69 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
69
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode isals streepjescode aangege-ven op het label bij de sleutel .
Een PEUGEOT-servicepunt
kan bij verlies snel voor nieuwe sleutelszorgen.De radiografische afstandsbediening iseen systeem met een groot bereik.Het is raadzaam om niet met de knopvan de afstandsbediening te spelen omte voorkomen dat de portieren per onge-luk ontgrendeld worden.De afstandsbediening kan niet functione-ren als de sleutel in het contactslot zit,zelfs als het contact uitstaat, behalve voorhet herprogrammeren. Neem uit vei-ligheidsoverwegingen (kinderen in deauto) de sleutel met afstandsbedieningmee als u de auto verlaat, zelfs al is dit
voor korte duur.Druk nooit op de knoppen van uwafstandsbediening buiten het bereik vanuw auto. De afstandsbediening kan danonbruikbaar worden en moet in dat gevalopnieuw worden geprogrammeerd. Let er bij het aanschaffen van een gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de codekaart;
- uw sleutels door een PEUGEOT-servi- cepunt in het elektronische geheugenworden opgeslagen, zodat u er zekervan kunt zijn dat de in uw bezit zijndesleutels de enige zijn waarmee de autokan worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de elek-tronische startblokkering.
Codekaart Op deze kaart staat de identificatieco-
de die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem en voor-komt zo het starten van de motor bijeen inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt.Bij het aanzetten van het contact moetde code van de sleutel worden her-kend door de startblokkering, waarnade motor gestart kan worden. Bij een storing in het systeem klinkt
een geluidssignaal en verschijnt een melding op het multifunctionele dis-play*. LET OP: uw auto is dan niet meer
beveiligd.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens uitvoering.
Page 70 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
70
Portieren Openen van buitenaf Openen van binnenuit
Vergrendelen en ontgrendelen van het kofferdeksel
Vergrendelhet kofferdeksel met de
sleutel (draai de sleutel van Anaar C)
of met de afstandsbediening. Ontgrendel het kofferdeksel met de
sleutel (draai de sleutel van Anaar B).
De verlichting van de bagageruimte gaat automatisch aan zodra hetkofferdeksel geopend wordt.
Vergrendelen van binnenuit
Vergrendelen: druk op de knop A.
Met het vergrendelen van een voorportier worden tegelijkertijd ookhet portier aan passagierszijde en het
kofferdeksel vergrendeld. Ontgrendelen van binnenuit
Trek aan de knop Aof aan de hand-
greep om het portier te ontgrendelen.
Waarschuwing "portier open" Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een portier niet goed is geslo-ten, zal het verklikkerlampje verplichtstoppen "STOP" gaan knipperen in
combinatie met een geluidssignaal eneen bijbehorende afbeelding op het
multifunctionele display.