Peugeot 206 CC 2003 Handleiding (in Dutch)
Page 101 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE99
CONTROLES Accu Laat uw accu voor de winter door
een PEUGEOT-servicepunt contro-leren. Luchtfilter en interieurfilter Laat de filters periodiek vervangen. Als de omgeving daartoe aanlei-ding geeft, moeten de filters tweekeer zo vaak worden vervangen. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, voor-al bij stadsverkeer en veel korte rit-ten. Hierdoor kan het noodzakelijk
blijken om de remblokken vaker, tus-
sen twee onderhoudscontroles door,te laten controleren. Handrem Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem mindergoed werkt, moet de handrem, zelfstussen twee onderhoudscontrolesworden afgesteld. Laat het systeem
controleren door een PEUGEOT-servicepunt. Handgeschakelde versnellings- bak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhouds-
schema van de constructeur.Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau door
een PEUGEOT-servicepunt volgenshet onderhoudsschema van de con-structeur controleren. Oliefilter
Vervang het oliefilterelement regel- matig, volgens het onderhouds-schema.Gebruik uitsluitend door PEUGEOT aanbevolenproducten Om de werking van
belangrijke organen als de stuur- bekrachtiging en het remsysteemte optimaliseren, selecteert enbiedt PEUGEOT specifieke pro-ducten aan.
Page 102 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
100
LEKKE BAND Deze auto heeft geen reservewiel, in
plaats daarvan zijn in het ge•soleer-de opbergvak
1, dat met een riem
aan de rechterzijde van de bagage-ruimte gemonteerd is, 2 spuitbussenaangebracht voor het tijdelijk repa-reren van de band. Gebruik van spuitbus bandenreparatie (Zie ook de instructies op de spuit- bus).
Verwijder de oorzaak van de lekke band voor zover mogelijk.
Draai het wiel tot het ventiel op"tien v——r" of "tien over" staat.
Schud de spuitbus goed voorgebruik (verwarm de spuitbusenkele minuten met uw handenals het erg koud is).
Houd met de ene hand het ventielvast.
Druk met de andere hand despuitbus recht en stevig op hetventiel.
Houd de spuitbus 1 minuut op hetventiel gedrukt, rijd dan direct rus-
tig naar de dichtstbijzijnde gara-
ge. De spuitbussen dienenslechts voor tijdelijkereparatie (maximumsnelheid 80 km/h).
Na gebruik van de spuitbussenmoet de band vervangen wor-den. De spuitbussen staan onder druk, stel ze daarom niet bloot
aan temperaturen boven 50 ¡C. Bewaar de spuitbussen in het ge•soleerde opbergvak.
Page 103 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE101
WIEL VERWISSELEN
Zet de auto op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
Trek de handrem aan, schakel de
eerste versnelling of de achteruitin (stand Pbij een automatische
transmissie) en zet het contact af.
Blokkeer het wiel kruislingstegenover het te verwisselen wielmet wielblok 2.
Gereedschap 1 - Wielsleutel bevestigd tegen het rechter binnenpaneel van de baga-geruimte.
2 - Wielblok in de hoes van de krik.
3 - Krik (in een hoes, die met tweeriemen aan het rechter zijpaneelin de bagageruimte is beves-tigd).
4 - Gereedschap om sierdoppen teverwijderen (in het rechter zijpa-neel van de bagageruimte). Wiel demonteren
Verwijder de wieldop door de wielsleutel 1in de opening voor het ventiel te
steken en de wieldop los te trekken.
Draai de wielbouten iets los (verwijder bij autoÕs met lichtmetalen velgen eerst de sierdoppen van de wielbouten; zie hiervoor "Lichtmetalen velgen" op devolgende bladzijde).
Plaats de krik 3in ŽŽn van de 4 daarvoor bestemde kriksteunen Abij het te
verwisselen wiel onder de auto. Controleer of het uiteinde van de krik over hetgehele oppervlak op de grond steunt.
Krik de auto op met 3.
Draai de wielbouten geheel los en verwijder het wiel.
Page 104 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
102
Wiel monteren
Breng het wiel aan en draai de wielbouten met de sleutel 1 enigszins vast.
Laat de krik 3zakken en verwijder deze dan.
Draai de wielbouten met de sleutel 1vast.
Plaats de wieldop, begin bij de opening voor het ventiel en druk de wieldop rondom met de hand vast.
Stop het wielblok en de krik terug in de hoes en berg alles weer op in de baga-geruimte.Verwissel een wiel uit vei- ligheidsoverwegingenalleen:
- op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
- met een aangetrokken handrem.
- als de 1 e
versnelling of de ach-
teruit is ingeschakeld (stand Pbij
een automatische transmissie).
- als de auto met het wielblok geblokkeerd is.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt(gebruik bokken). Na het verwisselen van het wiel:
- Laat zo snel mogelijk het aanhaal- moment van de wielbouten en de bandenspanning van het reser-
vewiel door een PEUGEOT-servicepunt controleren.
Page 105 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE103
BIJZONDERHEDEN
LICHTMETALEN VELGEN Sierdoppen De wielbouten van de lichtmetalen velgen zijn voorzien van chromensierdoppen.
Voordat de wielbouten worden los- gedraaid dienen de sierdoppen metbehulp van de gele sleutel
4te
worden verwijderd. Monteren van het reservewiel* Indien uw auto is voorzien van een reservewiel met stalen velg, is hetnormaal
dat bij het monteren de rin-
gen van de bouten de velg niet
raken. Als de bouten volledig zijnaangedraaid zorgt het conischedraagvlak van de bouten voor debevestiging van het reservewiel. Monteren van winterbanden Indien u uw auto voorziet van win- terbanden met stalen velgen, is hetnoodzakelijk speciale bouten te
gebruiken, die verkrijgbaar zijn bij
uw PEUGEOT-dealer. Antidiefstalbouten* Als de velgen zijn voorzien van anti- diefstalbouten (ŽŽn per wiel), dient ueerst met behulp van het gereed-schap
4de chromen dop en vervol-
gens de plastic huls te verwijderenalvorens de bout los te draaien metbehulp van een van de dopsleutels(die u tijdens het afleveren van deauto zijn overhandigd, gelijktijdig metde extra sleutel en de codekaart) ende wielsleutel 1.
Opmerking: Noteer de op de
dopsleutel gegraveerde codenauwkeurig. Met deze code kunt
u bij uw PEUGEOT-servicepunteen nieuwe dopsleutel verkrijgen.
* Volgens uitvoering en land van bestemming.
Page 106 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
104
- Trek de lip
Aomhoog en verwijder de beschermkap.
- Neem de stekker los.
- Druk op het uiteinde van de borglip om deze los te maken. Vervang de defecte lamp.
- Let bij het monteren op de goed stand van de nokjes en controleer of de borglip stevig vastzit.
- Sluit de stekker weer aan.
- Plaats de beschermkap weer.
LAMPEN VERVANGEN Dim-/grootlicht H7 55 W Parkeerlicht W 5 W Draai de stekker met de lamphouder
B een kwart omwen-
teling en trek deze los.
Vervang de lamp.
Opmerkingen
- Raak de lamp uitsluitend met een droge doek aan.
- Verwijder eerst de vulpijp van het ruitensproeierreservoir als de lamp aan de rechterzijde vervangen moet worden.
- Aan de binnenzijde van de koplamp kan enige condensvorming ontstaan. Deze verdwijnt zodra de lampen branden.
Page 107 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE105
Richtingaanwijzers PY 21 W amberkleurig Draai de stekker met de lamphouder C
een kwart omwenteling en trek
deze los.
Vervang de lamp. Zijknipperlichten WY 5 W amberkleurig Druk het zijknipperlicht naar voren of naar achteren en trek het geheellos. Houd de stekker vast en draai het glas een kwart omwenteling.
Vervang de lamp.
Automobiles PEUGEOT beveelt het gebruik vanH7-lampen van de onder-staande merken aan
Ð GE/TUNGSRAM
Ð PHILIPS
Ð OSRAM
om beschadiging van de lichtunits te voorkomen. Deze voldoen aan de specificaties
(UV-norm) voor een goede enbetrouwbare werking van de ver-lichting. De koplampunits zijn voorzien van een glas van polycarbonaat meteen speciale vernislaag. Reinig dekoplampen nooit met een droge ofschurende doek en gebruik geenoplosmiddelen. Gebruik een vochtige en zachte doek.
Page 108 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
106
Achterlichten Maak de zijbekleding in de bagage- ruimte los.
Verwijder de vleugelmoer.
Verwijder de lichtunit.Druk op de nok
Aen neem de stek-
ker los.
Verwijder de isolatie.Duw de borglippen Bnaar buiten en
verwijder de lamphouder.
Vervang de defecte lamp(en).Controleer na het vervangen of de lamphouder en de achterlichtunitweer goed op hun plek zitten.
1. Richtingaanwijzer P21W.
2. Achteruitrijlicht P21W.
3. Rem-/achterlicht P21/5W.Mistlampen v——r H1 55 W Druk aan de onderzijde van het luik om het los te maken. Open het luik.Draai het afdekplaatje om het te ver- wijderen. Neem de stekker van de lamp los.Druk op de uiteinden van de beide borglippen om de lamp los temaken.
Page 109 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE107
Mistachterlicht P 21 W Neem het mistachterlicht uit de klemmen en trek deze los. Draai de stekker met de lamphouder een kwart omwenteling en trek dezelos.
Vervang de lamp.Kentekenplaatverlichting W5W Steek een kleine schroevendraaier in een van de buitenste openingenvan het lampglas. Druk de schroevendraaier naar bui- ten om het lampglas los te maken.
Verwijder het lampglas.
Vervang de defecte lamp(en).
Page 110 of 130
30-06-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
108
Zekeringkast dashboard Draai de schroef een kwart omwen- teling met een muntstuk los en ver-wijder de afdekplaat om bij de zeke-ringen te komen. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringkastonder het dashboard. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-geven op de zekeringkast. Gebruik de tang
A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed Defect
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap.
TangA