Peugeot 206 CC 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2003Pages: 130, PDF Size: 1.96 MB
Page 81 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL81
Dek de regensensor, op de voorruit achter de binnen-spiegel, niet af.Zet het contact uit als de
auto gewassen wordt in een was-straat of controleer of de schake-laar niet in de stand voor automa-tisch wissen staat.
Wacht 's winters met het inschake-len van het automatisch wissen totde voorruit ontdooid is
Automatische ruitenwissers In de stand
AUTOwerkt de ruiten-
wisser automatisch en wordt de
snelheid van de wissers aan de hoeveelheid neerslag aangepast .
Controle van werking Inschakelen Bij het inschakelen van de automati- sche ruitenwissers verschijnt demelding "Automatisch wissen
aan" op het multifunctionele display.
In het geval van een storing wordt
de bestuurder gewaarschuwd meteen geluidssignaal en de melding"Storing automatische ruitenwis-sers" op het multifunctionele dis-
play. In het geval van een storing wer-
ken de ruitenwissers als de schake- laar in de stand AUTOstaat in de
intervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt om het systeem te laten contro-leren.
Page 82 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
82
BOORDCOMPUTER
Als de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaarmeermaals wordt inge-
drukt, worden achtereenvolgens aangegeven:
Display B
- de actieradius,
- de afgelegde afstand,
- het gemiddelde verbruik,
- het momentele verbruik,
- de gemiddelde snelheid. Op 0 zetten Druk meer dan 2 seconden op de knop. Display C
- het momentele verbruik en de actieradius:
- het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en de
gemiddelde snelheid berekend over een periode "1";
- het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en de gemiddelde snelheid berekend over een periode Ó2".
De periodes "1"en "2" worden bepaald door de frequen-
tie waarmee de teller op nul gezet wordt. Zo kan de perio-de "1" gelden voor een dagelijks verbruik en de periode
"2" voor een gemiddeld verbruik over een maand.
Op 0 zetten Druk de knop meer dan 2 seconden in zodra de gewens- te periode wordt aangegeven.
Page 83 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL83
Actieradius In deze stand geeft de computer het aantal kilometers dat met de resteren-de hoeveelheid brandstof gereden kanworden. Opmerking:
dit getal kan verhoogd
worden door een verandering in de rijstijl of van het landschap, met alsgevolg een aanzienlijke verlagingvan het momenteel verbruik. Als de resterende hoeveelheid brandstof in de tank minder is dan
3 liter, branden er slechts 3 streep-
jes op de display.
Momenteel verbruik Dit is het verbruik dat geregistreerd is tijdens de laatste 2 seconden.Deze informatie verschijnt alleenals er met een snelheid hoger dan20 km/h wordt gereden.
Gemiddeld verbruik Het gemiddelde verbruik is de ver- houding tussen de verbruikte brand-stof en het aantal afgelegde kilome-ters sinds de laatste nulstelling van
de boordcomputer. Gemiddelde snelheid De gemiddelde snelheid wordt ver- kregen door de sinds de laatste nul-stelling afgelegde afstand te delendoor de tijd dat de auto in gebruik is(contact aan). Afgelegde afstand In deze stand geeft de boordcompu- ter de afgelegde afstand sinds delaatste nulstelling aan. Na het op nul stellen van de boord- computer is de weergegeven actie-radius pas na enige tijd betrouw-
baar.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt wanneer er tijdens het rijdenhorizontale streepjes op de displayverschijnen, in plaats van cijfers.
Page 84 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
84
ELEKTRISCH BEDIENDE PORTIERRUITEN
1- Schakelaar ruitbediening be-
stuurderszijde.
2- Schakelaar ruitbediening pas- sagierszijde.
Met beide schakelaars worden aan
de desbetreffende zijde de portier-ruit en de achterzijruit bediend. Handbediening Duw (openen) of trek (sluiten) de schakelaar tot het zware punt. De ruit stopt zodra de toets wordt losgelaten. EŽn seconde nadat de portierruit volledig is geopend begint deachterzijruit te openen. Automatische bediening
¥Openen
De ruiten worden automatischgeheel geopend (met contact aan-gezet of draaiende motor). Druk op de schakelaar tot voor- bij het zware punt:
- druk de schakelaar kort in om de portierruit volledig te ope-nen; druk deze opnieuw kortin om ook de achterzijruit vol-ledig te openen.
- druk de schakelaar lang in om eerst de portierruit en vervol-gens de achterzijruit volledigte openen.
¥Sluiten
Alleen de portierruit aan bestuur-derszijde is volledig automatischte sluiten (met draaiende motor)als de achterzijruit is gesloten. Trek kort aan de schakelaar tot
voorbij het zware punt om de portierruit aan bestuurderszijdevolledig te sluiten.
Opmerking: de schakelaars van de
ruitbediening werken niet als het dakwordt bediend.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor eenkorte periode, altijd desleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen vande ruit iets tussen de ruit en desponning bekneld raakt, moet deruit weer worden geopend. Drukdaarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan passagierszijde bedient, moetdeze ervan verzekerd zijn datniets het correcte sluiten van deruit verhindert. De bestuurder moet ervan verze- kerd zijn dat de passagiers op dejuiste manier gebruik maken vande elektrische ruitbediening. Zorg ervoor dat ook kinderen zich tijdens het bedienen van de ruitenniet kunnen bezeren.
Page 85 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL85
Binnenspiegel De binnenspiegel kent 2 standen:
- dagstand (normaal),
- nachtstand (antiverblinding).De spiegel kan in de dag- en nacht- stand gezet worden met behulp vanhet hendeltje aan de onderzijde.ELEKTRISCH VERSTELBAREBUITENSPIEGELS Draai knop
1naar links of rechts om
de desbetreffende spiegel te selec- teren. Duw knop 1in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen. Elektrisch inklapbare spiegels Draai, als het contact aan is, knop 1
in stand A.
Het uiteinde van het glas van de buitenspiegel aanbestu-urderszijde is asfe-risch (dit gedeelte is doormiddel van een stippellijnafgetekend) om de "dode
hoek" op te heffen. De weergegeven objecten in de spiegels aan bestuurders- en pas-sagierszijde lijken verder af dan zein werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening worden gehouden om de afstand tenopzichte van achteropkomendverkeer goed in te schatten.
Page 86 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
86
KOPLAMPEN VERSTELLEN Afhankelijk van de belading van de auto wordt aanbevolen dekoplampen te verstellen. 0 -
1 of 2 personen voorin.
Ð - 3 personen.
1 - 4 personen.
2 - 4 personen + maximaal toege- stane belading.
3 - Bestuurder + maximaal toege-stane belading.
Stand 0: basisinstelling. STUURWIEL IN HOOGTEVERSTELLEN Druk bij stilstaande auto de hendel naar beneden om het stuurwiel teontgrendelen. Zet het stuurwiel in de gewenste stand en trek aan de hendel om hetstuurwiel te vergrendelen.
CLAXON
Druk op een van de spakenof in het midden van hetstuurwiel.
Page 87 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL87
VENSTERS VOOR TOL-/
PARKEERKAARTEN De athermische voorruit bevat twee niet-reflecterende gedeelten aanweerskanten van de binnenspiegel. Hier kunnen de tol- en/of parkeerkaarten worden bevestigd.
PLAFONNIER
De verlichting gaat aan zodraeen portier geopend wordt.De plafonnier knippert als ermet de auto wordt geredenterwijl een portier niet goedgesloten is.
Uit. Brandt constant als de sleu- tel in de stand accessoiresstaat of als het contact aanis.
ZONNEKLEP De zonnekleppen zijn voorzien van make-upspiegels, aan bestuurders-zijde is deze met een klepje afge-dekt. ASBAK VîîR Sluit de asbak om deze te verwijde- ren.
Trek aan de lip en trek de asbak omhoog. AANSTEKER Druk de aansteker in en wacht enke- le ogenblikken tot de aansteker uitzichzelf terugspringt. Hij kan worden gebruikt als het con- tact in de stand accessoires (1
e
stand van de sleutel) of AAN staat.
Page 88 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
88
DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje is afsluitbaar.
Trek aan de handgreep om het dashboardkastje te openen. De verlichting van het dashboard- kastje gaat dan branden. 1.
Vak voor boorddocumentatie.
2. Bekerhouder.
3. Pennenhouder.
4. Brillenvak.
5. Kaartenvak.
6. Muntenvak. FLESSENHOUDER
Tussen de twee rugleuningen ach- terin is een flessenhouder aange-bracht.
Trek aan de bovenzijde van het dek- sel om deze te openen.
SJOROGEN Gebruik de 4 sjorogen op de vloer van de bagageruimte om uw bagagestevig vast te zetten. BAGAGENET Bevestig het bagagenet aan de sjor- ogen om uw bagage vast te zetten.
Page 89 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL89
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Starten Zet de selectiehendel in de stand
Nof Pom te kunnen starten. Trap het rem-
pedaal in bij het selecteren van een schakelstand vanuit stand P. Afzetten of parkeren Zet de selectiehendel altijd in stand Pals u de auto verlaat.
Als dit niet gebeurt, klinkt er een geluidssignaal als het bestuurdersportier wordt geopend. Stand van de selectiehendel De stand van de selectiehendel wordt op het instrumentenpaneel weergegeven. P. Parkeerstand: te gebruiken tezamen met de handrem.
R. Achteruit: de achteruit mag alleen worden ingeschakeld als de auto stilstaat en de motor stationair draait.
N. Neutraalstand: laat, als onder het rijden per ongeluk de selectiehendel in destand Nwordt gezet, het motortoerental terugvallen tot stationair, voordat een
nieuwe stand (vooruit-versnelling) wordt geselecteerd.
D. Rijden: automatisch schakelen van de 4 versnellingen. De schakelmomen-ten vari‘ren afhankelijk van het geselecteerde schakelprogramma.
3. Automatisch schakelen van de eerste 3 versnellingen. Selecteer deze stand alleen bij veelvuldig schakelen tussen de 3 e
en 4 e
ver-
snelling (stadsverkeer of bochtige weg).
2. Automatisch schakelen van de eerste 2 versnellingen.Deze stand is specifiek afgestemd op het rijden in de bergen zowel voor het stijgen (max. motorvermogen) als het dalen (afremmen op de motor).
Page 90 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
90
Schakelprogramma's U kunt kiezen uit drie schakelpro- gramma's:
- Automatisch (normaal gebruik).
- Sport.
- Sneeuw.Door een druk op de toets
Aof B
selecteert u respectievelijk het pro-
gramma Sport of Sneeuw. Het gese-lecteerde programma wordt op hetinstrumentenpaneel weergegeven.Druk nogmaals op de schakelaarom weer op het normale programmaover te schakelen. Automatisch (normaal gebruik)Het inschakelen van de versnellin- gen geschiedt automatisch afhanke-lijk van diverse parameters, zoals:
- de rijstijl.
- het profiel van de weg.
- de belading van de auto.De versnellingsbak kiest voortdu- rend uit de diverse in het geheugenopgeslagen programma's welke hetmeest geschikt is voor de rijomstan-digheden. Programma Sport Het programma Sport geeft automa- tisch voorrang aan een dynamischerijstijl. Programma Sneeuw Het programma Sneeuw biedt in stand
Deen soepele rijstijl, aange-
past aan gladde wegen, om de aan-drijving en de stabiliteit te verbeteren.Er wordt vanuit de 2e
versnelling
weggereden en er wordt iets eerderteruggeschakeld. Bijzonderheden
- Bij langdurig remmen schakelt de versnellingsbak automatisch terug om sterker op de motor af te rem-men.
-
Om de veiligheid te verbeterenschakelt de versnellingsbak nietnaar een hogere versnelling als uhet gaspedaal plotseling los laat
(b.v. als u schrikt voor een obstakel).
- Om de luchtverontreiniging te ver- minderen is er een speciaal pro-gramma voor deze versnellings-bak, waardoor de motor na eenkoude start zo snel mogelijk deideale temperatuur bereikt.
Kickdown Om kortstondig de maximale acce- leratie te verkrijgen zonder de standvan de selectiehendel te wijzigendient het gaspedaal volledig te wor-den ingetrapt. De versnellingsbakschakelt automatisch terug of hand-haaft de ingeschakelde versnellingtotdat de motor het maximum toe-rental bereikt.
Elke storing in het systeem wordt aangegeven door hetafwisselend knipperen van deverklikkerlampjes Sport en
Sneeuw op het instrumentenpaneel.In dit geval werkt de versnellingsbakmet een noodprogramma. U kunt daneen hevige schok waarnemen bij hetselecteren vanuit stand Pnaar Rof
vanuit stand Nnaar R(zonder gevaar
voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Als de motor stationair draait met een ingeschakelde versnelling, kruipt deauto zonder dat gas wordt gegeven. Geef geen gas bij het selecteren van een versnelling als de auto stilstaat. Houd de voet op het rempedaal bij het selecteren van een versnelling bijstilstaande auto. Geef geen gas als er geremd wordt bij een ingeschakelde versnelling.
Trek de handrem aan en selecteer stand P , indien er werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor. Gebruik geen kickdown op een glad wegdek. Zet de selectiehendel nooit in stand N
als de auto rijdt.Zet de selectiehendel nooit in stand P
of Rals de auto niet volledig stilstaat.
Laat geen kinderen alleen in de auto achter als de motor draait.