PEUGEOT 3008 2009.5. Instructieboekje (in Dutch)

Page 191 of 288

PRAKTISCHE INFORMATIE
185
Maak de accupoolklemmen
niet los bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder
de accupoolklemmen los te
nemen.
Het aanduwen van een auto, met een
gestuurde handgeschakelde zesver-
snellingsbak of een automatische
transmissie, om de motor te starten
is niet toegestaan.
Accu's bevatten schadelijke
stoffen, zoals zwavelzuur en
lood. Accu's moeten volgens
de wettelijke voorschriften worden
afgevoerd en mogen in geen geval
bij het huisvuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij
een speciaal afvalstoffendepot.
Laden met behulp van een
acculader

 Maak de accupoolklemmen los.

 Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.

 Sluit de accukabels weer aan, te be-
ginnen met de (-) kabel.

 Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accuka-
bels los en reinig de polen en klem-
men. De uitgeschakelde functies
kunnen tevens handmatig
weer worden ingeschakeld.
Hierbij bestaat het risico dat
de accu ontladen raakt. SPAARFASE
De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu enkele
functies (airconditioning, achterruitver-
warming, ...) tijdelijk worden uitgescha-
keld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
Het is raadzaam de accu los
te koppelen als uw auto lan-
ger dan een maand buiten ge-
bruik is. Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van
het contact.
Sluit de ruiten en de voorportieren voor-
dat u de accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut
alvorens de motor te starten, zodat
de elektronische systemen geïnitiali-
seerd kunnen worden. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk als er zich na deze
handeling toch nog problemen voor-
doen.
Raadpleeg het desbetreffende hoofd-
stuk voor het zelf opnieuw initialiseren
van:
- de sleutel met afstandsbediening,
- het zonnescherm van het panora-
madak,
- het GPS navigatiesysteem.
ECO-MODE
De eco-mode bepaalt de maximale ge-
bruiksduur van een aantal functies om
te voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het au-
dio- en telematicasysteem, de ruitenwis-
sers, dimlichten, plafonniers, ... nog in
totaal maximaal 30 minuten gebruiken.
Inschakelen van de eco-mode
Na deze 30 minuten geeft een melding
op het multifunctionele display aan dat
de eco-mode is ingeschakeld en de ac-
tieve functies worden in de ruststand
gezet.

Page 192 of 288

PRAKTISCHE INFORMATIE
186
Neem de tijd die nodig is voor
het starten van de motor in
acht om een juiste lading van
de accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu
starten van de motor om de accu bij
te laden.
Als de accu ontladen is, kan de mo-
tor niet gestart worden (zie de para-
graaf "Accu"). Als u op het moment dat de
eco-mode wordt ingeschakeld
aan het telefoneren bent:
- kan het gesprek nog 5 minuten wor- den voortgezet met de handsfree
set van uw PC Sound of PC Nav,
- kan het telefoongesprek gewoon worden voortgezet met de PC 3D
Nav autoradio/telefoon/GPS RT4.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart
wordt.

 Start om de functies direct weer te
kunnen gebruiken de motor en laat
deze draaien:
- minder dan tien minuten om de functies ongeveer vijf minuten te
kunnen gebruiken,
- meer dan tien minuten om de functies ongeveer dertig minuten
te kunnen gebruiken.
WISSERBLADEN VERVANGEN
De ruitenwisserbladen kunnen zonder
gereedschap worden vervangen.
Demonteren van een wisserblad
vóór of achter

 Til de desbetreffende ruitenwisser-
arm op.

 Maak het wisserblad los en verwij-
der het. Monteren van een wisserblad
vóór of achter

 Controleer bij de ruitenwissers vóór
de lengte van het wisserblad, om-
dat het kortste blad aan de rechter-
zijde van de auto gemonteerd moet
worden.

 Breng het nieuwe wisserblad aan en
klik het vast.

 Zet de ruitenwisserarm voorzichtig
terug.
Voordat u een wisserblad
demonteert

 Bedien de ruitenwisserschakelaar
binnen één minuut na het afzetten
van het contact om de ruitenwissers
naar het midden van de voorruit te
verplaatsen. Na het monteren van een
wisserblad vóór

 Zet het contact aan.

 Bedien nogmaals de ruitenwisser-
schakelaar om de ruitenwissers in
de ruststand te zetten.

Page 193 of 288

PRAKTISCHE INFORMATIE
186
Neem de tijd die nodig is voor
het starten van de motor in
acht om een juiste lading van
de accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu
starten van de motor om de accu bij
te laden.
Als de accu ontladen is, kan de mo-
tor niet gestart worden (zie de para-
graaf "Accu"). Als u op het moment dat de
eco-mode wordt ingeschakeld
aan het telefoneren bent:
- kan het gesprek nog 5 minuten wor- den voortgezet met de handsfree
set van uw PC Sound of PC Nav,
- kan het telefoongesprek gewoon worden voortgezet met de PC 3D
Nav autoradio/telefoon/GPS RT4.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart
wordt.

 Start om de functies direct weer te
kunnen gebruiken de motor en laat
deze draaien:
- minder dan tien minuten om de functies ongeveer vijf minuten te
kunnen gebruiken,
- meer dan tien minuten om de functies ongeveer dertig minuten
te kunnen gebruiken.
WISSERBLADEN VERVANGEN
De ruitenwisserbladen kunnen zonder
gereedschap worden vervangen.
Demonteren van een wisserblad
vóór of achter

 Til de desbetreffende ruitenwisser-
arm op.

 Maak het wisserblad los en verwij-
der het. Monteren van een wisserblad
vóór of achter

 Controleer bij de ruitenwissers vóór
de lengte van het wisserblad, om-
dat het kortste blad aan de rechter-
zijde van de auto gemonteerd moet
worden.

 Breng het nieuwe wisserblad aan en
klik het vast.

 Zet de ruitenwisserarm voorzichtig
terug.
Voordat u een wisserblad
demonteert

 Bedien de ruitenwisserschakelaar
binnen één minuut na het afzetten
van het contact om de ruitenwissers
naar het midden van de voorruit te
verplaatsen. Na het monteren van een
wisserblad vóór

 Zet het contact aan.

 Bedien nogmaals de ruitenwisser-
schakelaar om de ruitenwissers in
de ruststand te zetten.

Page 194 of 288

PRAKTISCHE INFORMATIE
187
SLEPEN VAN UW AUTO
Toegang tot het gereedschap Slepen van uw auto

 Maak het klepje in de voorbumper
los door op de onderkant ervan te
drukken.

 Draai het sleepoog vast tot de aan-
slag.

 Bevestig de sleepstang.

 Schakel de alarmknipperlichten van
uw auto in.
 Maak het klepje in de achterbumper
los door op de onderkant ervan te
drukken.

 Draai het sleepoog vast tot de aan-
slag.

 Bevestig de sleepstang.

 Schakel de alarmknipperlichten van
de te slepen auto in.
Slepen van een andere auto
Het sleepoog bevindt zich onder de
vloerplaat van de bagageruimte:

 open de achterklep,

 til de vloerplaat op,

 bevestig de koorden van de vloer-
plaat met de haken aan de steun
van de hoedenplank,

 verwijder de polystyreen bak,

 neem het sleepoog uit de houder. Gebruik voor het slepen van
een auto met de vier wielen
op de grond altijd een sleep-
stang.
Laat het takelen van de auto (met
twee wielen op de grond) uitsluitend
uitvoeren door een professioneel ta-
kelbedrijf.
Bij het slepen van de auto met stil-
staande motor zijn de rem- en stuur-
bekrachtiging uitgeschakeld.

 Zet de versnellingshendel in
de neutraalstand (stand N bij
de gestuurde handgescha-
kelde versnellingsbak of au-
tomatische transmissie).
Het niet opvolgen van deze bijzonderheid kan er toe
leiden dat bepaalde onder-
delen van het remsysteem
beschadigd raken en dat de
rembekrachtiger na het star-
ten mogelijk niet meer werkt.
U kunt uw auto laten slepen door een
andere auto of een andere auto slepen
met behulp van het sleepoog.

Page 195 of 288

PRAKTISCHE INFORMATIE
188
TREKKEN VAN EEN AANHANGER, EEN CARAVAN...
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor
het vervoer van personen en bagage,
maar is tevens geschikt voor het trek-
ken van een aanhanger. Adviezen
Het maximum aanhangergewicht is af-
hankelijk van het hellingspercentage en
de temperatuur van de buitenlucht.
Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Zijwind

 Houd er rekening mee dat de zijwind-
gevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op een
helling veroorzaakt een hogere koel-
vloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch be-
diend en is niet afhankelijk van het mo-
tortoerental.

 Pas uw snelheid aan om het toeren-
tal te beperken. Remmen
Het trekken van een aanhanger ver-
groot de remweg.
Banden

 Controleer de bandenspanning van
de auto en de aanhanger en breng
deze indien nodig op de juiste
waarde.
Verlichting

 Controleer de verlichting van de
aanhanger.
De parkeerhulp wordt automa-
tisch uitgeschakeld als bij het
aankoppelen van een aanhan-
ger een originele PEUGEOT-
trekhaak wordt gebruikt.
 Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie
met het verklikkerlampje

STOP , stop dan zo snel mo-
gelijk en zet de motor af.
De trekhaak bestaat uit een mecha-
nisch systeem voor het aankoppelen
van een aanhanger of caravan en een
elektrische aansluiting voor de verlich-
ting en signalering.
Gewichtsverdeling

 Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig en houd u
aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid ne-
men de prestaties van de motor af als
men op grotere hoogte boven de zee-
spiegel komt. Trek boven de 1 000 m
10 % van het maximum aanhangerge-
wicht af en herhaal dit voor elke volgen-
de 1 000 m.
Raadpleeg het hoofdstuk "Technische
gegevens" voor de gewichten en aan-
hangergewichten die voor uw auto van
toepassing zijn.
Het rijden met een aanhanger heeft veel
invloed op het rijgedrag van de auto en
vergt daarom extra aandacht van de
bestuurder.
Wij raden u aan gebruik te
maken van een speciaal
door PEUGEOT geteste en
goedgekeurde trekhaak inclusief be-
drading en deze door het PEUGEOT-
netwerk te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd
door een ander bedrijf dan dat van
het PEUGEOT-netwerk, moet bij de
montage gebruik worden gemaakt
van de reeds aanwezige elektrische
voorzieningen aan de achterzijde
van de auto volgens de voorschriften
van de constructeur.

Page 196 of 288

PRAKTISCHE INFORMATIE
189
ALLESDRAGERS MONTEREN Max. toegestane daklast op
allesdrager, bij een maxi-
male laadhoogte van 40 cm
(m.u.v. fi etsendrager): 75 kg.
Pas bij een belading hoger dan 40 cm
de rijsnelheid aan aan de rijomstan-
digheden om schade aan de alles-
dragers en de bevestigingsplaatsen
op het dak te voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw
land met betrekking tot het vervoeren
van voorwerpen die langer zijn dan
de auto.
Gebruik bij het monteren van dwarsdra-
gers de vier hiervoor bestemde beves-
tigingspunten:

 open de afdekplaatjes,

 open de afdekkapjes van de beves-
tigingspunten van beide allesdra-
gers met de sleutel,

 breng de bevestigingspunten van
de allesdragers aan en vergrendel
ze één voor één op het dak,

 sluit de afdekkapjes van beide alles-
dragers met de sleutel.

Page 197 of 288

PRAKTISCHE INFORMATIE
190
ACCESSOIRES
Het PEUGEOT-netwerk biedt u een rui-
me keuze aan accessoires en originele
onderdelen.
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien van
bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto,
voorzien van een artikelnummer van
PEUGEOT en worden geleverd met ga-
rantie.
Het aanbod van PEUGEOT Boutique is
onderverdeeld in 5 groepen: PROTECT -
COMFORT - AUDIO - DESIGN - TECNIC:
"Protect": "Comfort":
matten * , kunststof bak baga-
geruimte, bagagenet, kleding-
hanger voor bevestiging aan
de hoofdsteun, aluminium of
PVC dorpellijsten, geurele-
menten parfumeur.
inbraakalarm, graveren van
ruiten, wielbouten met slot,
EHBO-trommel, gevarendrie-
hoek, veiligheidsvest, lokali-
satiesysteem gestolen auto,
hondenrek, sneeuwkettingen. Voor de vrijetijdsbesteding: allesdra-
gers, fi etsendrager voor bevestiging op
de trekhaak, fi etsendrager voor beves-
tiging op de allesdragers, skidragers,
dakkoffers, zitverhogingen en kinder-
zitjes, zonneschermen opzij en zonne-
scherm achter, opbergbox voor CD's,
opbergruimte onder hoedenplank.
Trekhaak. Deze moet bij het PEUGEOT-
netwerk worden gemonteerd. "Audio":
autoradio's, audio-/telefoon-
systeem, versterkers, naviga-
tiesystemen, handsfree set,
CD-wisselaar, luidsprekers,
DVD-speler, kit voor de aan-
sluiting van een MP3- of draag-
bare CD-speler, USB Box,
parkeerhulp.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Raadpleeg voordat u een ra-
diocommunicatiezender met buiten-
antenne in uw auto laat installeren
een vertegenwoordiger van het merk
PEUGEOT.
Het PEUGEOT-netwerk stelt u de
technische gegevens (frequentie-
band, maximaal uitgangsvermogen,
positie antenne, specifi eke installatie-
voorschriften) van de voor montage
geschikte zenders ter beschikking, vol-
gens de Richtlijn Elektromagnetische
Compatibiliteit (2004/104/EG).
* Om te voorkomen dat pedalen blijven hangen:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar.

Page 198 of 288

PRAKTISCHE INFORMATIE
191
Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die
niet onder een artikelnummer in
het assortiment van PEUGEOT voorko-
men, kan storingen in het elektronisch
systeem van uw auto veroorzaken.
Houdt u rekening met deze bijzonder-
heid en wij raden u aan contact op te
nemen met een vertegenwoordiger
van het merk om u te laten informe-
ren over het assortiment uitrustingen
en accessoires voorzien van een ar-
tikelnummer. Afhankelijk van het land van
bestemming zijn veiligheids-
vesten, een gevarendriehoek
en een set reservelampen verplicht
aan boord van de auto.
"Design":
"Tecnic":
Met behulp van de ombouwpakketten
"Entreprise" kan de auto worden omge-
bouwd naar een bedrijfsuitvoering. stoelhoezen geschikt voor
stoelen met zij-airbags, alu-
minium pookknop, mistlam-
pen vóór, schuif-/kanteldak ** ,
achterklepspoiler, gestyleerde
spatlappen, lichtmetalen vel-
gen, wieldoppen, sportuitlaat,
carrosserieset.
ruitensproeiervloeistof, reini-
gings-/onderhoudsmiddelen
voor interieur en exterieur.
** Montage van een schuif-/kantel- dak is uitsluitend toegestaan bij het
PEUGEOT-netwerk.

Page 199 of 288

TECHNISCHE GEGEVENS
192

MOTOREN EN VERSNELLINGSBAKKEN

Benzinemotoren
1.6 liter 16V VTi
120 pk
1.6 liter 16V THP
150 pk
1.6 liter 16V THP
156 pk

Versnellingsbak Handgeschakeld
(5 versnellingen) Handgeschakeld
(6 versnellingen)

Type variant uitvoering:
0U...
5FW 5FX 5FV
Cilinderinhoud (cm 3
) 1 598 1 598
Boring x slag (mm) 77 x 85,8 77 x 85,8
Max.vermogen: ECE-norm (kW) 88 110 115
Toerental bij max.vermogen (/min) 6 000 5 800 6 000
Max.koppel: ECE-norm (Nm) 160 240
Toerental bij max.koppel (t/min) 4 250 1 400
Brandstof Loodvrij Loodvrij
Katalysator Ja Ja

INHOUD CARTER (in liter)

Motor (met vervangen fi lter) 4,25 4,25
Versnellingsbak - differentieel - -

Page 200 of 288

TECHNISCHE GEGEVENS
195

MOTOREN EN VERSNELLINGSBAKKEN

Dieselmotor
1.6 liter HDi 16V
110 pk
2.0 liter HDi 16V
150 pk
2 liter Turbo HDi
16V
163 pk

Versnellingsbak Handgeschakeld
(6 versnellingen)
Gestuurd handgeschakeld
(6 versnellingen)
Handgeschakeld (6 versnellingen) Automaat
(6 versnellingen)

Type variant uitvoering:
0U...
9HZ 9HZ P RHE RHH
Cilinderinhoud (cm 3
) 1 560 1 997
Boring x slag (mm) 75 x 88,3 85 x 88
Max.vermogen: ECE-norm (kW) 80 110/120 -
Toerental bij max.vermogen (/min) 4 000 3 750
Max.koppel: ECE-norm (Nm) 240/260 (overboost) 320/340 (overboost) -
Toerental bij max.koppel (t/min) 1 750 2 000
Brandstof Diesel Diesel
Katalysator Ja Ja
Roetfi lter Ja Ja

INHOUD CARTER (in liter)
Motor (met vervangen fi lter) 3,75 -
Versnellingsbak - differentieel - -

Page:   < prev 1-10 ... 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 ... 290 next >