PEUGEOT 3008 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 360

49
Openen van de ruiten
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
F Druk op deze toets.
Als een portier of de achterklep niet goed
is gesloten, kan de auto niet goed worden
vergrendeld. Als uw auto echter is uitgerust
met het alarmsysteem, wordt dit na ongeveer
45 seconden volledig ingeschakeld.
Als de auto per ongeluk wordt ontgrendeld
en de portieren en de achterklep gesloten
blijven, wordt de auto na ongeveer
30

seconden automatisch weer vergrendeld.
Als het alarmsysteem ingeschakeld was,
wordt dit automatisch weer opnieuw
ingeschakeld.De eerste keer dat op de ontgrendelknop
wordt gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers
enkele seconden om aan te geven dat:
-

d
e auto volledig of selectief is ontgrendeld
bij uitvoeringen zonder alarmsysteem,
-

h
et alarmsysteem is uitgeschakeld bij de
andere uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Afhankelijk van de uitvoering kunnen
door de ontgrendelknop ingedrukt te
houden de ruiten worden geopend tot
de gewenste stand.
Het openen van de ruiten stopt zodra
u de knop loslaat.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop
wordt gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers
enkele seconden om aan te geven dat:
-

d
e auto is vergrendeld bij uitvoeringen
zonder alarmsysteem,
-

h
et alarmsysteem is ingeschakeld bij de
andere uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Het automatisch inklappen en uitklappen van
de buitenspiegels bij het vergrendelen en
ontgrendelen met de afstandsbediening kan
worden uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Supervergrendeling
F Druk binnen vijf seconden nogmaals op deze knop om de
supervergrendeling van de auto
in te schakelen. Als de supervergrendeling
is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale
vergrendeling, op het dashboard, werkt
dan niet meer.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.
Als u de voorportiergreep of de
vergrendelknop op de achterklep
ingedrukt houdt, worden de ruiten
en, afhankelijk van de uitvoering, het
schuifdak gesloten tot u de knop loslaat.
Hierbij wordt ook het zonnescherm van
het schuifdak gesloten.
Let erop dat niets het correcte sluiten van
de ruiten en het schuifdak in de weg staat.
Als u bij een uitvoering met alarmsysteem
de ruiten en/of het schuifdak bij het
verlaten van de auto op een kier wilt laten
staan, moet u eerst de interieurbeveiliging
van het alarmsysteem uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het alarmsysteem
.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem geeft het
gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers tijdens het de tweede keer
indrukken van de vergrendelknop aan dat de
supervergrendeling is ingeschakeld. Sluiten van de ruiten en het schuifdak
2
Toegang tot de auto

Page 52 of 360

50
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. Uw auto moet zijn vergrendeld.
InstapverlichtingSelectief ontgrendelen en
openen van de achterklep
Het selectief ontgrendelen en elektrisch
openen van de achterklep kan worden
ingesteld in het configuratiemenu van de auto.
Standaard is het selectief ontgrendelen van
de achterklep geactiveerd en de elektrische
bediening gedeactiveerd.
F

H
oud deze knop ingedrukt om
de achterklep te ontgrendelen en
elektrisch te openen.
Als de selectieve ontgrendeling van de
achterklep is uitgeschakeld, wordt bij het
indrukken van de knop de auto volledig
vontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep
is uitgeschakeld, wordt de achterklep bij het
indrukken van de knop op een kier gezet.
Om de auto te kunnen vergrendelen, moet
u

de achterklep weer sluiten.
Lokaliseren van de auto
F Druk op deze toets.
Gedurende ongeveer tien seconden
gaan de plafonniers en de verlichting in
de buitenspiegels branden en gaan de
richtingaanwijzers knipperen.
Keyless entry and start
Systeem waarmee de auto ontgrendeld
(geopend), vergrendeld (gesloten) en gestart
kan worden zonder dat u de elektronische
sleutel tevoorschijn hoeft te halen. De elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Zie de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de werking van de
afstandsbediening .
Ontgrendelen van de auto
De portieren en de brandstofvulklep blijven
vergrendeld.
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van de uitvoering.
F

D

ruk kort op deze toets van de
afstandsbediening.
De parkeerlichten, het dimlicht, de
kentekenplaatverlichting en de instapverlichting
in de buitenspiegels gaan gedurende
30


seconden branden.
Door de toets nogmaals in te drukken ter wijl
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld.
Toegang tot de auto

Page 53 of 360

51
Volledige ontgrendeling
F Zorg dat de elektronische sleutel zich in de detectiezone A bevindt en breng uw hand
achter de portiergreep van één van de
voorportieren of druk op de schakelaar voor het
openen van de achterklep (middelste knop).
Als de elektrische bediening van de achterklep
is geactiveerd, gaat deze bovendien automatisch
open.
Openen van de ruiten
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de ruiten in
de gewenste positie worden gezet door de hand
achter de handgreep te houden of de schakelaar
voor het openen van de achterklep in te drukken.
Het gedurende enkele seconden knipperen van
de richtingaanwijzers geeft aan dat:
-

d
e auto is ontgrendeld (uitvoeringen zonder
alarmsysteem);
-

h
et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige
uitvoeringen).
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Selectief ontgrendelen
Selectief ontgrendelen van de achterklep
F Druk op de schakelaar voor het openen van de achterklep om uitsluitend de achterklep
te ontgrendelen.
De portieren blijven vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de
achterklep is uitgeschakeld, worden bij het
indrukken van deze knop ook de portieren
ontgrendeld.
De selectieve ontgrendeling van
de achterklep kan worden in- of
uitgeschakeld via het menu Auto/
Rijden van het touchscreen.
Als een van de portieren of de achterklep
geopend is of als een van de elektronische
sleutels van het Keyless entry and start-
systeem zich in de auto bevindt, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Daarentegen wordt het alarmsysteem
(indien aanwezig) na ongeveer
45


seconden ingeschakeld.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30 seconden een van de portieren
of de achterklep wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Het alarm (indien aanwezig) wordt
automatisch opnieuw ingeschakeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor
een korte tijd, zonder de elektronische
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem mee te nemen.
Wees bedacht op diefstal van de auto als
de elektronische sleutel van het Keyless
entry and start-systeem zich binnen een
van de detectiezones bevindt ter wijl uw
auto ontgrendeld is.
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
F L eg uw hand achter de portiergreep van het
bestuurdersportier.
F

W
anneer u de volledige auto wilt ontgrendelen,
legt u uw hand achter de portiergreep van het
voorpassagiersportier terwijl de elektronische
sleutel zich in de buurt van dit portier bevindt,
of drukt u
op de schakelaar voor het openen
De selectieve ontgrendeling van het
bestuurdersportier kan worden uitgevoerd via
het configuratiemenu van de auto.
Tijdens het ontgrendelen van het
bestuurdersportier knipperen de
richtingaanwijzers gedurende enkele seconden
om aan te geven dat:
-

d
e auto selectief is ontgrendeld
(uitvoeringen zonder alarmsysteem),
-

h
et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige
uitvoeringen).
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
van de achterklep (in het midden) ter wijl de
elektronische sleutel zich in de buurt van de
achterzijde van de auto bevindt.
2
Toegang tot de auto

Page 54 of 360

52
Om de batterij in de elektronische
sleutel en de accu van de auto te sparen
worden de 'handsfree' functies in een
soort langdurige stand-by gezet als
deze 21 dagen niet zijn gebruikt. Als
u de functies weer wilt activeren, druk
dan op één van de knoppen op de
afstandsbediening of start de auto met de
elektronische sleutel in de reader.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het starten met het
Keyless entr y and star t -systeem.
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
Sluiten van de ruiten en het schuif- /kanteldak
Als u de voorportiergreep of de vergrendelknop
op de achterklep ingedrukt houdt, worden de
ruiten en, afhankelijk van de uitvoering, het
schuifdak gesloten tot u de knop loslaat.
Hierbij wordt ook het zonnescherm van het
schuifdak gesloten.
Let erop dat niets het correcte sluiten van
de ruiten en het schuifdak in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
De richtingaanwijzers gaan enkele seconden
branden om aan te geven dat:
-

d
e auto is vergrendeld bij uitvoeringen
zonder alarmsysteem,
-

h
et alarmsysteem is ingeschakeld bij de
andere uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels automatisch ingeklapt. Laat omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal de elektronische
sleutel nooit in de auto achter, ook niet
wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te houden.
Vuil (vocht, stof, modder, zout...) op de
binnenzijde van de portiergreep kan de
detectie negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde
van de portiergreep met een doek
de detectie niet verbetert, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal,
hogedrukspuit...) kan door het systeem
worden beschouwd als een verzoek de
auto te ontgrendelen.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling
is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale
vergrendeling, op het dashboard, werkt
dan niet meer.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.
F

D

ruk, als de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, met een vinger
op de portiergreep (bij de merktekens)
van een van de voorportieren of op de
vergrendelknop op de achterklep (rechts).
De auto kan niet worden vergrendeld als een
van de elektronische sleutels is achtergebleven
in het interieur van de auto.
Toegang tot de auto

Page 55 of 360

53
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Het gedurende enkele seconden branden
van de richtingaanwijzers tijdens het de
tweede keer drukken op de portiergreep of
de vergrendelknop van de achterklep geeft
aan dat de super vergrendeling van de auto is
ingeschakeld.
F

D

ruk, als de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, met een vinger
op de portiergreep (bij de merktekens)
van een van de voorportieren of op de
vergrendelknop op de achterklep (rechts).
F

D

ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
portiergreep of op de vergrendelknop van
de achterklep om de supervergrendeling in
te schakelen.
Het gedurende enkele seconden branden
van de richtingaanwijzers tijdens het de
eerste keer drukken op de portiergreep of de
vergrendelknop van de achterklep geeft aan
dat:
-
d

e auto is vergrendeld (uitvoeringen zonder
alarmsysteem),
-

h

et alarmsysteem is ingeschakeld (overige
uitvoeringen).
2
Toegang tot de auto

Page 56 of 360

54
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Noodprocedures
De auto volledig
ontgrendelen/vergrendelen
met de sleutel
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- l ege batterij van de afstandsbediening;
-
s

toring van de afstandsbediening;
-

a
uto is in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
Zie de desbetreffende rubriek.
In het tweede geval kunt u het probleem
mogelijk verhelpen door de afstandsbediening
te resetten.
Zie de desbetreffende rubriek.
Sleutels, afstandsbediening,
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk
de sticker met de sleutelcode naar het
PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale
code van de sleutel en de transponder
opzoeken en een nieuwe bestellen.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless
entrée en start-systeem werkt in sommige
gevallen niet correct in de nabijheid van
elektronische apparatuur: telefoon, laptop,
sterke magnetische velden, enz.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is
een systeem met een groot bereik. Het
is raadzaam om niet met de knop van
de afstandsbediening te spelen om te
voorkomen dat de portieren per ongeluk
ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik en het
zicht van uw auto. De afstandsbediening
kan dan onbruikbaar worden en moet in dat
geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren
als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als
het contact uitstaat.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan
bij een noodgeval de toegang tot de auto
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel met
afstandsbediening of de elektronische
sleutel mee als u de auto verlaat, zelfs al is
dit voor korte duur. Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering; dit kan tot
storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot
niet om de sleutel te ver wijderen en aan
het stuur wiel te draaien om het stuurslot te
activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn
waarmee de auto kan worden gestart.
Toegang tot de auto

Page 57 of 360

55
Ontgrendelen
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt
de sirene bij het openen van het portier. De
sirene stopt als het contact wordt aangezet.
Normale vergrendeling
Als uw auto is uitgerust met het alarmsysteem,
wordt het alarm niet ingeschakeld bij het
vergrendelen met de sleutel.
Supervergrendeling
F Steek de sleutel in het portierslot.
F D raai de sleutel in de richting van de
voorzijde van de auto.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem knipperen
de richtingaanwijzers enkele seconden om aan
te geven dat de auto is ontgrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
F Steek de sleutel in het portierslot.
F D raai de sleutel in de richting van de
achterzijde van de auto.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem
knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat de auto is
vergrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Zonder centrale
vergrendeling
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- s toring van de centrale vergrendeling;
-
a

ccu losgekoppeld of ontladen.
Bestuurdersportier
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen, of in de richting van de
voorzijde om de auto te ontgrendelen.
F

S

teek de sleutel in het portierslot.
F

D

raai de sleutel in de richting van de
achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen.
F

D

raai binnen 5 seconden de sleutel
nogmaals in de richting van de achterzijde
van de auto om de super vergrendeling in te
schakelen. Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem gaan
bij de tweede handeling met de sleutel de
richtingaanwijzers enkele seconden branden
om aan te geven dat de super vergrendeling is
ingeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Overige portieren
Ontgrendelen van een portier
F
T rek aan de binnenportiergreep van het
portier.
2
Toegang tot de auto

Page 58 of 360

56
Vergrendelen
Vervangen van de batterij
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat u de batterij
moet vervangen.Uitvoering zonder Keyless entr y and star t
Batterijtype: CR1620/3 V.
Uitvoering met Keyless entr y and star t
Batterijtype: CR2032/3 V.
F
P
laats een nieuwe batterij met de juiste
polariteit in de houder.
F
D
ruk het deksel vast.
Na het ver vangen van de batterij moet de
afstandsbediening worden gesynchroniseerd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het synchroniseren van
de afstandsbediening.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het ver vangen van de batterij of in het geval
van een storing moet de afstandsbediening
gesynchroniseerd worden.
Uitvoering zonder Keyless entry
and start
F Open de portieren.
F C ontroleer of de kinderbeveiliging van de
achterportieren niet geactiveerd is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
F

V
er wijder de zwarte dop op de zijkant van
het portier met behulp van de sleutel.
F

S
teek de sleutel zonder te forceren in het
gat en beweeg, zonder de sleutel te draaien,
de pal zijwaarts richting de binnenzijde van
het portier.
F

V
er wijder de sleutel en breng de zwarte dop
aan.
F

S
luit de portieren en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.
F

W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F

V
erwijder het deksel.
F

V
er wijder de lege batterij uit de houder.F

Z
et het contact af.
F

Z
et de sleutel in de stand 2 (Contact).
Toegang tot de auto

Page 59 of 360

57
Uitvoering met Keyless entry and
start
F Zet bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal volledig in.
F

S
electeer bij een auto met een automatische
transmissie de stand P en trap ver volgens het
rempedaal stevig in.
F Zet het contact aan door op de S TA R T/ STOP -knop te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer volledig.
Raadpleeg als de storing na het resetten niet
is verholpen zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op
het gesloten hangslot.
F

Z

et het contact uit en ver wijder de sleutel uit
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
F Steek eerst de mechanische sleutel (ondergebracht in de afstandsbediening) in het slot om de auto te
ontgrendelen.
F

H
oud de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom tot u het contact
aanzet.
Centrale vergrendeling
Met deze functie kunnen de portieren en de
achterklep van binnenuit worden vergrendeld of
ontgrendeld.
Handbediening
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto te vergrendelen.
Het rode lampje in de knop gaat branden.
Als één van de portieren is geopend,
werkt de centrale vergrendeling van
binnenuit niet.
Ontgrendelen
F Druk nogmaals op deze knop om de auto te ontgrendelen.
Het rode lampje in de knop gaat uit.
Bij vergrendeling/supervergrendeling
van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de
supervergrendeling is ingeschakeld, knippert
het rode lampje en is de knop inactief.
F

A
ls de auto vergrendeld is, trek dan aan
de binnenportiergreep van een van de
portieren om de auto te ontgrendelen.
F

A
ls de supervergrendeling is
ingeschakeld, moet u het Keyless entry
and start-systeem of de geïntegreerde
sleutel gebruiken om de auto te
ontgrendelen.
Automatisch
Deze functie, ook wel carjackbeveiliging
genoemd, vergrendelt de auto automatisch
tijdens het rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de carjackbeveiliging .
2
Toegang tot de auto

Page 60 of 360

58
Carjackbeveiliging
Deze functie zorgt er voor dat de portieren
en de achterklep automatisch en gelijktijdig
worden vergrendeld vanaf een wagensnelheid
van 10 km/h.
Werking
De automatische centrale vergrendeling werkt
niet als een van de portieren of de achterklep
is geopend.Vervoer van lange of grote voorwerpen
Wanneer u wilt rijden met geopende
achterklep, dient u op de schakelaar van
de centrale vergrendeling te drukken om
de portieren te vergrendelen. Wanneer
u dit niet doet, hoort u elke keer dat u de
10 km/h overschrijdt de vergrendeling
'terugspringen', met de bijbehorende
bovenstaande waarschuwingen.
Wanneer u nogmaals op de schakelaar
van de centrale vergrendeling drukt, wordt
de auto weer ontgrendeld.
Bij snelheden boven 10 km/h is dit
ontgrendelen slechts tijdelijk.
Inschakelen/uitschakelen
Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Alarm
(afhankelijk van de uitvoering)
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak
en diefstal. Het bestaat uit de volgende typen
beveiliging:
- uitwendige beveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen
in het interieur worden waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen,
als iets of iemand de auto binnendringt of als iets
of iemand in de auto beweegt.
- wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
veranderingen in de positie van de auto worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Zelfbeveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu,
de bedieningseenheid of de kabels van de
sirene uit te schakelen of te beschadigen.Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
werkzaamheden aan het alarm.
U zult de vergrendeling horen
"terugspringen", en op het
instrumentenpaneel gaat dit lampje branden,
in combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
U kunt de functie desgewenst permanent
inschakelen of uitschakelen.
De status van de functie blijft nadat het contact
is afgezet opgeslagen in het geheugen.
Toegang tot de auto

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 360 next >