PEUGEOT 3008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 3008, Model: PEUGEOT 3008 2018Pages: 360, PDF Size: 12.49 MB
Page 31 of 360

29
Meters
Onderhoudsindicator
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
OnderhoudssleutelBrandt tijdelijk, bij het
aanzetten van het
contact.De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is 1000 tot
3000 km. De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de resterende afstand
(in kilometer of mijlen) tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
-
g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende
afstand (in kilometers of mijlen) en tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel gaat na een paar seconden uit.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven als
het einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Permanent, bij het
aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is korter dan
1000 km.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van
de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de resterende afstand tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende
afstand en tijd tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
aan.
De onderhoudssleutel blijft branden om aan te geven dat
uw auto zeer binnenkort aan een onderhoudsbeurt toe is.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven als het
einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 360

30
De weergegeven afstand (in kilometers of mijlen) wordt berekend op basis van het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
OnderhoudssleutelKnippert en
brandt vervolgens
permanent, bij het
aanzetten van het
contact.Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan.
De waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
g
eeft een waarschuwingsmelding aan dat het
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt ook weergegeven wanneer
het onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
+ Knippert en
brandt vervolgens
permanent, bij
het aanzetten van
het contact, in
combinatie met het
verklikkerlampje
SERVICE.Het onderhoudsinterval voor de
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan.
De waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
g
eeft een waarschuwingsmelding aan dat het
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt ook weergegeven wanneer
het onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
Instrumentenpaneel
Page 33 of 360

31
Nulstelling onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u de onderhoudsbeurt van uw auto zelf
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Het op nul
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Opvragen van
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display " =0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt. F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
Motorolieniveaumeter
(afhankelijk van de uitvoering)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau. Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, verschijnt
de melding "Te laag olieniveau" op het
instrumentenpaneel, gaat het lampje Ser vice
branden en klinkt een geluidssignaal.
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 360

32
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau"
wordt weergegeven, duidt dit op een storing in
de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet
werkt, wordt het motoroliepeil niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motoroliepeil controleren met de peilstok
in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
-
zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B: de temperatuur is te
hoog; dit lampje en het centrale
waarschuwingslampje STOP gaan branden
op het instrumentenpaneel, in combinatie
met een melding en een geluidssignaal.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Open nadat u het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus
.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een
te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Bij uitschakelen van het contact verschijnt er
geen informatie over de resterende actieradius
op het instrumentenpaneel.
Instrumentenpaneel
Page 35 of 360

33
Druk op deze knop om de
actieradius tijdelijk weer te geven.
Actieradius tussen 2400 en 800 km
(met 1.5 BlueHDi 130 S&S en 2.0 BlueHDi
180 S&S motor) Actieradius tussen 2400 en 600
km
(met 1.6 BlueHDi 100 S&S, 1.6 BlueHDi
115
S&S, 1.6 BlueHDi 120 S&S en
2.0
BlueHDi 150 S&S motor)
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
lampje ongeveer 30 seconden branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij. Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10 liter AdBlue bij te
vullen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x km")
die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog
kunt rijden met de resterende hoeveelheid
vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij. Actieradius tussen 800 en 100
km
(met 1.5 BlueHDi 130 S&S en 2.0 BlueHDi
180 S&S motor)
Actieradius kleiner dan 600
km
(met 1.6 BlueHDi 100 S&S, 1.6 BlueHDi
115
S&S, 1.6 BlueHDi 120 S&S en
2.0
BlueHDi 150 S&S motor)
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 100 km weergegeven zolang er
geen vloeistof is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan worden.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met
het permanent branden van het lampje
Ser vice, een geluidssignaal en een melding
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 360

34
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Actieradius kleiner dan 100
km
(met 1.5 BlueHDi 130 S&S en 2.0 BlueHDi
180 S&S motor)
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 10 km weergegeven zolang er
geen AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5 liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Als het contact wordt aangezet, gaat het
waarschuwingslampje knipperen in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk".
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1100 km is gereden nadat de
storing in het SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd
In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
lampje knipperen in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof.
Instrumentenpaneel
Page 37 of 360

35
Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1100
en 0 km)
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Ga zo snel mogelijk naar het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart.
Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de toegestane rijfase
overschreden: het startblokkeringssysteem
voorkomt dat de motor kan worden gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(na 50 km) en de storingsmelding permanent
wordt weergegeven, gaan deze lampjes
branden en gaat het lampje AdBlue knipperen
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijv.: "Storing emissieregeling: Starten
verboden binnen 300 km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de melding "Storing emissieregeling:
Starten verboden".
Handmatige check van het
instrumentenpaneel
Met deze functie kunnen op elk moment
bepaalde indicatoren worden gecontroleerd
en het logboek van storingen worden
weergegeven. F
D
ruk bij draaiende motor kort op deze knop.
De volgende gegevens verschijnen op het
instrumentenpaneel:
-
he
t motorolieniveau,
-
he
t onderhoudsinterval,
-
d
e actieradius van de AdBlue en het SCR-
systeem bij uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor,
-
de
actuele waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook automatisch
elke keer wanneer u het contact aanzet.
1
Instrumentenpaneel
Page 38 of 360

36
Kilometerteller/dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl).
U kunt bij stilstaande auto de eenheid
voor snelheid wijzigen via het
configuratiemenu.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
Op 0 zetten van de dagteller
F D ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0 staat.
Dimmer dashboardverlichting
Uitvoering met monochroom
display
Werkt alleen als de verlichting van de auto is
ingeschakeld (nachtmodus).
De lichtsterkte van de verlichting van de instrumenten
en bedieningselementen kan worden afgesteld.
F Druk op deze knop om de lichtsterkte af te stellen.
F
L
aat de knop los als de laagste
stand van de lichtsterkte is bereikt
en druk nogmaals op de knop om
de lichtsterkte te verhogen.
of
F L aat de knop los als de hoogste stand van
de lichtsterkte is bereikt en druk nogmaals
op de knop om de lichtsterkte te verlagen.
F
L
aat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Sfeerverlichting van het
instrumentenpaneel
Uitvoering met touchscreen
Hiermee kan de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel worden ingeschakeld of uitgeschakeld.
De lichtsterkte van de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel kan worden ingesteld via
het touchscreen. F
D
ruk op deze knop.
Instrumentenpaneel
Page 39 of 360

37
of F
S
electeer het menu
Instellingen in de bovenste
menubalk van het touchscreen.
F
D
ruk op de toets " Lichtsterkte".
F
S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te bewegen.
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
De gegevens van de boordcomputer worden
permanent weergegeven als u de weergavemodus
"BOORDCOMPUTER" of "PERSOONLIJK"
(afhankelijk van de uitvoering) hebt geselecteerd.
Druk bij alle andere weergavemodi op de toets
op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om
deze informatie tijdelijk op een specifiek scherm
weer te geven.
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om de verschillende
onderwerpen achtereenvolgend weer te geven.
Weergave van informatie op
het instrumentenpaneel- Actuele informatie: • d e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
-
T
raject " 1":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het eerste traject.
-
T
raject " 2":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het tweede traject.
Traject resetten
F Druk langer dan 2 seconden op de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar wanneer
het gewenste traject wordt weergegeven.
1
Instrumentenpaneel
Page 40 of 360

38
Monochroom display C
Weergave
Afhankelijk van de geselecteerde functie wordt
het volgende weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
Traject "1 " en "2" zijn onafhankelijk en worden
identiek gebruikt.
Via traject " 1" kunnen dagelijkse berekeningen en
via traject " 2" maandelijkse berekeningen worden
uitgevoerd.
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens het rijden
de streepjes continu worden weergegeven.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentane
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt
de actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100 km bedraagt.
De actieradius geeft aan hoeveel kilometer
u nog met de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden (berekend op basis
van het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste
nulstelling van de trajectgegevens.
Teller Stop & Start
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Instrumentenpaneel