PEUGEOT 3008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 360
69
Resetten
Na het loskoppelen en weer aansluiten van de
accu, bij een storing van het zonnescherm of
bij het schokkerig bewegen er van, moet het
scherm worden gereset:
F
d
ruk op het achterste deel van de schakelaar
A tot het scherm volledig is geopend,
F
h
oud het achterste deel van de schakelaar A
gedurende ten minste 3 seconden ingedrukt.
Als tijdens het gelijktijdig sluiten van het
schuif-/kanteldak en het zonnescherm, het
zonnescherm het dak dreigt in te halen,
houdt het scherm op te bewegen tot het
schuif-/kanteldak volledig is gesloten.
Als u bij het vergrendelen van de auto
de vergrendelknop ingedrukt houdt,
worden de ruiten en het schuif-/kanteldak
gelijktijdig gesloten. Vervolgens wordt ook
het zonnescherm gesloten. Het sluiten
stopt als u de vergrendelknop loslaat.
Laat, zelfs als u de auto slechts voor een
korte tijd verlaat, de elektronische sleutel
nooit in de auto achter.
Als er iets klem komt te zitten tijdens de
bediening van het schuif-/kanteldak of het
zonnescherm, moet u de beweging er van
omdraaien door op de desbetreffende
schakelaar te drukken.
De bestuurder moet zich er van vergewissen
dat de passagiers het schuif-/kanteldak en
het zonnescherm correct bedienen.
Let vooral op kinderen tijdens het
bedienen van het schuif-/kanteldak of het
zonnescherm.
2
Toegang tot de auto
Page 72 of 360
70
Zitpositie
Een goede zitpositie tijdens het rijden verbetert
uw comfort en uw veiligheid.
Ook het zicht rondom en de bereikbaarheid van
de bedieningsfuncties zijn erbij gebaat.
Comfortabel zitten
Bepaalde in deze rubriek beschreven
afstelmogelijkheden van de stoelen zijn
afhankelijk van het uitrustingsniveau en het
land van verkoop.
Bestuurdersstoel
Stel de stoel uit veiligheidsover wegingen
uitsluitend af als de auto staat geparkeerd.Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare stoelen eerst het contact aan
om de stoelen te kunnen verstellen.
Passagiersstoel
Neem plaats op de stoel en zorg er voor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen
de rugleuning steunen.De stoelhoogte moet zodanig worden in gesteld
dat uw ogen naar het midden van de voorruit
kijken.
De ruimte boven uw hoofd moet ten minste
10
cm bedragen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel in
lengterichting voor dat u de pedalen volledig
kunt intrappen zonder uw benen geheel te
strekken.
De knieruimte dient ten minste 10 cm
tot het dashboard te bedragen om de
bedieningselementen daarop te kunnen
bereiken.
Zet de rugleuning zo recht mogelijk; kantel
deze nooit verder dan 25°.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Stel de lengte van de zitting af zodat uw
bovenbenen goed worden ondersteund.
Stel de lendensteun af op de vorm van uw
wervelkolom.
Stel het stuur zodanig af dat dit ten minste
25 cm ver wijderd is van uw borstbeen en dat
uw armen iets gebogen zijn.
Het stuur mag het instrumentenpaneel niet aan
het zicht onttrekken. Neem plaats op de stoel en zorg er voor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen
de rugleuning steunen.
Zorg bij het verstellen van de stoel in
lengterichting voor een afstand van ten minste
25 cm tot het dashboard.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Ergonomie en comfort
Page 73 of 360
71
Voordat u gaat rijden
Stel de buitenspiegels en de binnenspiegel af
om de dode hoeken te minimaliseren.goed aan ter hoogte van uw bekken.
Controleer of alle passagiers hun gordel goed
hebben omgedaan.
Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare buitenspiegels eerst het
contact aan om de buitenspiegels te
kunnen verstellen.
Tijdens het rijden
Doe uw veiligheidsgordel om: plaats het
schoudergedeelte van de gordel in het midden
van uw schouder en trek het heupgedeelte Houd u aan de voorgeschreven zitpositie en
houd het stuur wiel met beide handen vast op
'kwart over negen', zodat u op elk moment alle
bedieningsfuncties binnen handbereik hebt. Verstel de stoelen en het stuur wiel nooit
tijdens het rijden.
Houd uw voeten altijd op de vloer.
Vo or stoelen
Handmatig verstelbare
stoelen
1.
Verstelling in lengterichting van de stoel
F B eweeg de stang omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren.
F
L
aat de stang los om de stoel in de
betreffende positie te vergrendelen.
3
Ergonomie en comfort
Page 74 of 360
72
2. De hoogte van de zitting verstellen
F B eweeg de hendel zo vaak omhoog of
omlaag tot de gewenste hoogte is bereikt.
3 . Hellingshoek rugleuning verstellen
F
D
raai de draaiknop naar voren of naar
achteren tot de gewenste hoek is bereikt.
of
F
T
rek bij een passagiersstoel die in de
tafelstand kan worden gezet aan de hendel
en beweeg de rugleuning naar voren of naar
achteren.
4 . De hoogte van de hoofdsteun verstellen
Zie de desbetreffende rubriek.
5 . De lendensteun verstellen
(alleen aan bestuurderszijde)
F
D
raai de draaiknop naar voren of naar
achteren om de mate van steun voor de
lendenen in te stellen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar
achteren voor dat het schuiven van de
stoel niet wordt verhinderd door personen
of voorwerpen.
Er is een risico op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de
stoel als grote voor werpen op de vloer
achter de stoel zijn geplaatst.Stoelen met AGR-kwaliteitslabel
Aanvullende verstelmogelijkheden
1 . De lengte van de zitting verstellen
F T rek de handgreep naar voren om de zitting
te ontgrendelen en beweeg vervolgens het
voorste deel van de zitting naar voren of
naar achteren.
2. Elektrische verstelling van de hoek van de
zitting
F
H
oud het voorste of achterste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om het voorste
deel van de zitting omhoog of omlaag te
bewegen.
3. Elektrische lendensteunverstelling
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel
in diepte als in hoogte worden ingesteld.
F
H
oud het voorste of het achterste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de mate
van steun voor de lendenen te vergroten of
te verkleinen.
F
H
oud het bovenste of onderste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de lendensteun
te verhogen of te verlagen.
Voorpassagiersstoel als
tafeltje gebruiken
De rugleuning van de voorpassagiersstoel kan
volledig worden neergeklapt en in die stand
worden vergrendeld.
Als ook de rugleuning van de achterbank is
neergeklapt, is dit een praktische functie voor
het vervoer van lange en grote voorwerpen.
Eerste handelingen:
F z et de hoofdsteun omlaag;
F
s
chuif de stoel volledig naar achteren zodat de
hoofdsteun langs het dashboard kan bewegen;
F
z
et de stoel in de laagste stand;
F
c
ontroleer of er niets in de weg zit bij
het neerklappen van de rugleuning
(veiligheidsgordel, kinderzitje, kleding,
tassen...).
Het deactiveren van de passagiersairbag
vóór wordt hierbij aanbevolen.
Ergonomie en comfort
Page 75 of 360
73
Neerklappen van de rugleuning
In deze stand kan de rugleuning worden belast
met een gewicht van maximaal 30 kg.
Let op: bij hard remmen kunnen op de
neergeklapte rugleuning geplaatste voorwerpen
veranderen in gevaarlijke projectielen.
Rechtop zetten van de rugleuning
F Trek de hendel volledig omhoog om de rugleuning te ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning volledig neer.
F
T
rek de hendel volledig omhoog om de
rugleuning te ontgrendelen.
F
B
eweeg de rugleuning omhoog en naar
achteren tot deze wordt vergrendeld.
F
C
ontroleer of de rugleuning goed is
vergrendeld.
Hoofdsteunen vóór
In hoogte verstellen
De hoofdsteun staat in de juiste stand als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Een hoofdsteun verwijderen
F Beweeg de hoofdsteun omhoog tot tegen de aanslag.
F D ruk ver volgens de pal A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en beweeg hem helemaal omhoog.
F
B
erg de hoofdsteun veilig op.
Een hoofdsteun aanbrengen
F Steek de pennen van de hoofdsteun in de geleiders van de desbetreffende rugleuning.
F
D
uw de hoofdsteun omlaag tot tegen de aanslag.
F
D
ruk de blokkeerpal A in en duw de hoofdsteun
omlaag.
F
S
tel de hoogte van de hoofdsteun af.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
ver wijderd. Deze moeten zijn aangebracht
en correct zijn afgesteld voor de
desbetreffende inzittende.
Omhoog:
F
t
rek de hoofdsteun omhoog tot de
gewenste hoogte; een klik geeft aan dat de
hoofdsteun is vergrendeld.
Omlaag:
F
d
ruk de blokkeerpal A in en duw de
hoofdsteun omlaag tot de gewenste hoogte.
Elektrisch verstelbare
bestuurdersstoel
Voor het elektrisch verstellen van de stoel
moet het contact worden ingeschakeld of,
wanneer de eco-mode actief is, de motor
worden gestart.
De stoel kan tot ongeveer één minuut na het
openen van het bestuurdersportier elektrisch
worden versteld. De verstelfuncties worden
ongeveer één minuut na het afzetten van het
contact gedeactiveerd.
3
Ergonomie en comfort
Page 76 of 360
74
1. De hoek en hoogte van de zitting verstellen/
Verstelling in lengterichting van de stoel
F
B
eweeg het voorste deel van de schakelaar
omhoog of omlaag tot de gewenste hoek
van de zitting is bereikt.
F
B
eweeg het achterste deel van de
schakelaar omhoog of omlaag om de zitting
in hoogte te verstellen.
F
B
eweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2 . Hellingshoek rugleuning verstellen
F
B
eweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren tot de gewenste hoek van de
rugleuning is bereikt.
3 . De hoogte van de hoofdsteun verstellen
Zie de desbetreffende rubriek. 4
. De lengte van de zitting verstellen
F
T
rek de handgreep naar voren om de zitting
te ontgrendelen en beweeg vervolgens het
voorste deel van de zitting naar voren of
naar achteren.
5 . De lendensteun verstellen
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel
in diepte als in hoogte worden ingesteld.
F
H
oud het voorste of het achterste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de mate
van steun voor de lendenen te vergroten of
te verkleinen.
F
H
oud het bovenste of onderste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de lendensteun
te verhogen of te verlagen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar
achteren voor dat het schuiven van de
stoel niet wordt verhinderd door personen
of voorwerpen.
Er is een risico op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de
stoel als grote voor werpen op de vloer
achter de stoel zijn geplaatst.
Zitposities in het geheugen
opslaan
Deze functie, die is gekoppeld aan de elektrisch
verstelbare bestuurdersstoel, biedt de mogelijkheid
om twee standen van de bestuurdersstoel in het
geheugen op te slaan. Dit vergemakkelijkt het
instellen van de stoel als de auto regelmatig door
een andere bestuurder wordt gebruikt.
Opslaan van een zitpositie
Met de toetsen M/1/2
F N eem plaats op de bestuurdersstoel.
F
Z
et het contact aan.
F
Z
et uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.
F
D
ruk op de knop M en vervolgens binnen
4
seconden op de knop 1 of 2 .
Een geluidssignaal geeft aan dat de zitpositie is
opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert
de vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Naast de stand van de elektrisch verstelbare stoel
wordt ook die van de buitenspiegels opgeslagen.
Ergonomie en comfort
Page 77 of 360
75
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F D ruk op de knop 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
Een geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
U kunt de huidige beweging onderbreken
door te drukken op knop M , 1 of 2 of door
een stoelschakelaar te gebruiken.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens
het rijden.
Het opvragen van een opgeslagen
zitpositie is tot ongeveer 45 seconden na
het afzetten van het contact mogelijk.
Stoelverwarming
De functie werkt alleen als de motor draait.
Inschakelen
F Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de sterkte van de verwarming; het bijbehorende
aantal verklikkerlampjes gaat branden:
•
1 o
ranje verklikkerlampje = zwak.
•
2 o
ranje verklikkerlampjes = gemiddeld.
•
3 o
ranje verklikkerlampjes = sterk.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op de toets tot alle verklikkerlampjes uit zijn.
De status van de functie wordt niet opgeslagen
bij het afzetten van het contact.
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Zet de stoelver warming zo snel mogelijk
in een lagere stand.
U kunt de functie uitschakelen zodra
de temperatuur van de stoelen en
in het interieur op een aangenaam
niveau is gekomen. Dit vermindert
het stroomverbruik waardoor ook het
brandstofverbruik lager wordt.
F Druk op de toets voor uw stoel.
Langdurig gebruik in de hoogste instelling
wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen waar van de warmtewaarneming
beperkt is (ziekte, medicijnen enz.) kunnen
brandwonden krijgen.
Het systeem kan over verhit raken als
materiaal met isolerende eigenschappen
zoals kussens of stoelhoezen wordt gebruikt.
Gebruik het systeem niet:
-
a
ls vochtige kleding wordt gedragen,
-
al
s kinderzitjes zijn aangebracht.
Om breken van het verwarmingselement in
de stoel te voorkomen:
-
p
laats geen zware voor werpen op de
stoel,
-
k
niel of sta niet op de stoel,
-
p
laats geen scherpe voor werpen op de
stoel,
-
m
ors geen vloeistoffen op de stoel.
Voorkomen van de kans op kortsluiting:
-
g
ebruik geen vloeibare producten om de
stoel te reinigen,
-
g
ebruik de ver warmingsfunctie nooit
wanneer de stoel vochtig is.
3
Ergonomie en comfort
Page 78 of 360
76
Meerkeuzemassagefunctie
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij de
intensiteit van de massage kan worden ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen/instellen
Via het touchscreen kunnen de instellingen van de
massagefunctie worden aangepast.
De functie kan rechtstreeks worden ingeschakeld met
de schakelaar van de voorstoel of door een persoonlijke
ambiance van de functie i-Cockpit Amplify te activeren.
Met de schakelaar van de voorstoel: De meerkeuzemassagefunctie wordt
ook aangestuurd door de functie
i-Cockpit Amplify
.
Als u de instellingen wilt wijzigen:
F
s electeer een andere soort massage; u hebt de
keuze uit vijf soorten,
F
s
electeer een massage-intensiteit uit de drie
verschillende niveaus: " 1" (Zacht), " 2" (Normaal)
of " 3" (Hard).
De wijzigingen in de parameters worden direct
doorgevoerd.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt een één
uur durende massagecyclus gestart, bestaande uit
sessies van 6 minuten massage en 3 minuten pauze.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld aan
het einde van de cyclus; het verklikkerlampje van de
schakelaar gaat uit.
Stuurwielverstelling
F Trek bij stilstaande auto aan de hendel om het
verstelmechanisme van het stuurwiel te ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte voor een
optimale zithouding.
F
D
uw tegen de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Spiegels
Buitenspiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een smalle
straat.
Ontwaseming/ontdooiing
Als uw auto is voorzien van
spiegelver warming, kunt u deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
F
D
ruk op deze toets. Het groene
verklikkerlampje gaat branden.
Het systeem wordt onmiddellijk geactiveerd waarbij de laatst
opgeslagen instellingen worden gebruikt. Bovendien wordt de pagina
voor het wijzigen van de instellingen geopend op het touchscreen.
Als de instellingen naar uw zin zijn, hoeft u
niets te doen en zal deze pagina automatisch
weer sluiten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de functie i-Cockpit
Amplify .
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
achterruitverwarming.
Ergonomie en comfort
Page 79 of 360
77
Instellingen
Stel om veiligheidsredenen de buitenspiegels
goed af om de "dode hoek" zo klein mogelijk
te maken.
De waargenomen objecten in de buitenspiegels
lijken verder af dan ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Inklappen
Uitklappen
F Beweeg de schakelaar A naar rechts of links om de desbetreffende buitenspiegel te
selecteren.
F
D
uw de knop B in een van de vier richtingen
om de spiegel af te stellen.
F
Ze
t de schakelaar A weer in het midden. F
V an buitenaf: vergrendel de auto met de
afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de middelste
stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van de
schakelaar A , worden ze niet automatisch uitgeklapt als
de auto wordt ontgrendeld. Trek nogmaals de schakelaar
A naar achteren om de buitenspiegels uit te klappen.
F Van buitenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de middelste
stand naar achteren.
Het in- en uitklappen van de buitenspiegels
met de afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Automatisch kantelen
buitenspiegels bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het achteruit
inparkeren naar de grond worden gericht.
Zodra bij draaiende motor de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, wordt het spiegelglas van de
spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:
-
e
nkele seconden nadat uit de
achteruitversnelling is geschakeld,
-
z
odra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
-
a
ls de motor wordt afgezet.
Deze functie kan worden geactiveerd
of gedeactiveerd via het tabblad
Voertuiginstellingen in het menu
Auto/Rijden van het touchscreen.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand
waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder
minder hinder onder vindt van bijvoorbeeld de zon en van
de koplampen van achteropkomend verkeer.
3
Ergonomie en comfort
Page 80 of 360
78
Handbediend model
Afstellen
F S tel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
Dag-/nachtstand
F
T
rek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de spiegel
terug te zetten in de dagstand.
"Elektrochromatische"
binnenspiegel
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal zicht
naar achteren.
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Achterbank
Achterbank met vaste zitting en een in twee
delen (2/3-1/3) neerklapbare rugleuning
waarmee de bagageruimte kan worden vergroot.
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen achter kunnen worden verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F
b
eweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
F
D
ruk ver volgens de pal A in om de hoofdsteun
te ontgrendelen en beweeg hem helemaal
omhoog.
F
b
erg de hoofdsteun op.
Terugplaatsen van een hoofdsteun:
F
s
teek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de desbetreffende rugleuning,
F
d
uw de hoofdsteun omlaag tot aan de aanslag,
F
d
ruk de blokkeerpal A in en duw de hoofdsteun
omlaag.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
De hoofdsteun van de middelste zitplaats
en de hoofdsteunen van de buitenste
zitplaatsen zijn niet uitwisselbaar.
De hoofdsteunen hebben twee standen:
- d e hoge stand (gebruiksstand):
F
b
eweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag.
- de lage stand (opgeborgen stand), als de
zitplaats onbezet is:
F
d
ruk de pal A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
Ergonomie en comfort