PEUGEOT 4007 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Page 171 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
Programmatype (PTY)
Sommige radiozenders bieden de mo-
gelijkheid om programmavoorkeuren
vast te leggen aan de hand van één
van de volgende thema's:
NEWS, AFFAIRS, INFO, SPORT, EDU-
CATE, DRAMA, CULTURE, SCIENCE,
VARIED, POP M, ROCK M, EASY M,
LIGHT M, CLASSICS, OTHER M,
WEATHER, FINANCE, CHILDREN, SO-
CIAL, RELIGION, PHONE IN, TRAVEL,
LEISURE, JAZZ, COUNTRY, NATION M,
OLDIES, FOLK M, DOCUMENT .
Waarschuwingsberichten
"ALERT"
Wanneer een waarschuwingsbericht
wordt uitgezonden, wordt de huidige
weergave van een radiozender of an-
dere audiobron tijdelijk onderbroken.
Op het display verschijnt de tekst
"ALERT" en het volume wordt aange-
past.
Na het waarschuwingsbericht verdwijnt
deze tekst en het oorspronkelijke vo-
lume wordt hersteld.
Zoeken naar een zender met "PTY"
Druk op de toets "PTY".
Draai aan de knop "TUNE"
om het gewenste thema te
selecteren.
Na twee seconden start de radio het
zoeken naar zenders met het gewenste
thema; het gekozen thema knippert op
het display.
Wanneer de zender gevonden is, ver-
schijnt de naam van de zender op het
display.
U kunt op de toets "SEEK
" of "SEEK
" drukken om een andere zender te
zoeken.
Als er geen programma met
het gewenste thema gevonden
wordt, verschijnt gedurende vijf
seconden de melding "NONE"
op het display.
Opslaan van een "PTY"-programma
U kunt maximaal 6 PTY-programma's
in het geheugen opslaan.
Als u een nieuw programma opslaat
wordt het vorige gewist.
Druk kort (minder dan twee secon-
den) op de toets om de opgeslagen
instellingen weer op te roepen.
Taalkeuze PTY
Druk minimaal twee secon-
den op de knop "TUNE" om
de instellingen te wijzigen.
Druk vervolgens herhaaldelijk op de-
zelfde toets, om de volgende functies
te kunnen wijzigen:
AF/CT/REG/TP-S/PTY (taalkeuze)/SCV/
PHONE/OFF.
Draai de knop "TUNE" naar links of
naar rechts om de gewenste taal te
selecteren: ENGLISH, FRANCAIS,
DEUTSCH, SVENSK, ESPAGNOL,
ITALIANO.
Tijdens het opslaan wordt de geluids-
weergave kort onderbroken.
Het nummer van de toets en het PTY-
programma worden weergegeven op
het display.
Draai aan de knop "TUNE"
om het PTY-programma
te selecteren dat u wilt op-
slaan.
Druk minimaal twee secon-
den op een van de cijfer-
toetsen "1" tot en met "6".
Page 172 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
CD-SPESPELER
Hiermee kan een audio-CD (CD-DA,
CD-Text, CD-R/RW) of een MP3-CD
worden afgespeeld.
Druk op de toets "CD" als
de CD zich al in de CD-spe-
ler bevindt.
Op het display verschijnt
"CD", gevolgd door het nummer van de
huidige track en de speelduur.
Functie-instellingen
Hiermee kunnen verschillende functies
worden in- of uitgeschakeld.
Druk minimaal twee secon-
den op de knop "TUNE" om
de functie-instellingen in te
schakelen.
Druk vervolgens herhaalde-
lijk op dezelfde knop om de
volgende functies te wijzigen:
AF / CT / REG / TP-S / PTY (taalkeuze)/
SCV / PHONE / OFF.
Draai de knop "TUNE" naar links om
een functie uit te schakelen (OFF), of
naar rechts om een functie in te scha-
kelen (ON).
De functie "PHONE" is op dit
moment nog niet beschikbaar.
De functie-instellingen worden
na tien seconden uitgescha-
keld wanneer geen enkele toets
meer wordt ingedrukt.
Selecteren van CD-speler
Het afspelen begint automatisch zodra
een CD met de bedrukte zijde naar bo-
ven in de CD-speler wordt geplaatst.
Uitwerpen van een CD
Druk op deze toets om de
CD uit te werpen. Het sy-
steem schakelt automatisch
over naar de radio.
Snelzoeken
Houd de toets "
" of "
"
ingedrukt om versneld voor-
of achteruit te zoeken.
Het afspelen begint zodra u
de toets loslaat.
Selectie van een track
Druk op de toets "
" of "
"
om de vorige of volgende
track te selecteren.
Track doorlopend afspelen
Druk op de toets "RPT" om
de huidige track continu te
herhalen. Op het display
verschijnt "RPT".
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen.
In willekeurige volgorde afspelen
van de tracks van een CD
Druk op de toets "RDM"
om alle tracks op de CD in
willekeurige volgorde af te
spelen. Op het display ver-
schijnt "RDM".
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen. Gebruik alleen CD's met een
ronde vorm.
CD's met een diameter van
8 cm dienen in het midden
van de CD-sleuf te worden ge-
plaatst.
Wanneer de CD niet binnen
15 seconden na het uitwerpen
wordt uitgenomen, wordt deze
weer ingevoerd in de CD-speler.
Audio-CD
Page 173 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
MP3-CD'S / ID3-TAGS
Begin van elke track afspelen
Druk op de toets "SCAN"
om de eerste tien seconden
van elke track op de disc af
te spelen. Op het display
verschijnt "SCAN" en het nummer van
de desbetreffende track knippert.
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen. De CD-speler en CD-wisselaar kunnen
MP3-bestanden afspelen.
Deze bestanden moeten zijn opge-
nomen in het ISO9660 format (versie
1 of 2), en op een CD-ROM, CD-R of
CD-RW gebrand volgens het Joliet of
Romeo bestandssysteem. Deze discs
kunnen maximaal 255 bestanden,
100 mappen en 16 niveaus bevatten.
Tijdens het afspelen van MP3-bestan-
den kunnen ID3-TAGS (versie 1) op het
display worden getoond.
Als een disc zowel CD-DA als
MP3- bestanden bevat, zullen
de CD-DA bestanden altijd eerst
worden afgespeeld.
Om het af te spelen bestands-
type te wijzigen houdt u de toets
"CD" minimaal 2 seconden in-
gedrukt, tot een geluidssignaal
klinkt.
Tijdens het afspelen van CD's
werken de functies "Repeat",
"Random/Shuffle" en "Intro Scan" alleen voor bestanden
van hetzelfde type.
Een MP3-map selecteren
Draai de knop "FOLDER"
naar rechts om vooruit naar
mappen te zoeken, en naar
links om terug te zoeken. Druk herhaaldelijk op de
toets "DISP" voor weergave
van de gewenste CD-Text :
DISC NAME/TRACK NAME/NORMAL
DISPLAY MODE.
WEERGAVE CD-TEXT GAVE CD-TE
Als de tekst meer dan
12 tekens bevat, druk dan
op de toets "PAGE" om de
rest weer te geven.
Wanneer geen tekst kan worden weer-
gegeven, verschijnt "NOTITLE" op het
display. De CD-speler en CD-wisselaar onder-
steunen de weergave van CD-Text.
De geluidskwaliteit van CD-R/
RW's is afhankelijk van de ge-
bruikte brander, software en
brandsnelheid.
Page 174 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
Tijdens het afspelen verschijnt "REA-
DING" op het display, daarna worden
achtereenvolgens het nummer van
de map, het nummer van de track, de
speelduur en "MP3" weergegeven.
Begin van elke track afspelen
Druk op de toets "SCAN"
om de eerste tien seconden
van de tracks in alle map-
pen af te spelen. "SCAN"
verschijnt op het display en het nummer
van de desbetreffende track knippert.
Druk nogmaals op deze toets om de
functie weer uit te schakelen.
Weergave van ID3-Tags van MP3-
bestanden
Druk herhaaldelijk op de
toets "DISP" om de ge-
wenste MP3-informatie op
het display weer te geven:
FOLDER NAME/TRACK NAME/NOR-
MAL DISPLAY MODE. Wanneer de tekst meer dan
12 karakters bevat, kunt u op
de toets "PAGE" drukken om
het vervolg weer te geven.
Wanneer geen MP3 of ID3-TAG in-
formatie beschikbaar is, verschijnt
"NOTITLE" op het display.
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "DISP" om
de ID3-TAG informatie weer
te geven. "TAG" verschijnt
op het display.
Druk herhaaldelijk op de toets "DISP"
om de volgende ID3-TAG informatie
weer te geven :
ALBUM NAME/ TRACK NAME/ARTIST
NAME/NORMAL DISPLAY MODE. Druk minimaal twee seconden op de
toets "DISP" om de weergave van
ID3-TAGs uit te schakelen.
Map doorlopend afspelen
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RPT" om
alle tracks in de huidige map
doorlopend af te spelen. "D-
RPT" verschijnt op het display.
Druk nogmaals op deze toets om de
functie weer uit te schakelen.
Map afspelen in willekeurige
volgorde
Druk op de toets "RDM" om
alle tracks in de huidige map
in willekeurige volgorde af
te spelen. "RDM" verschijnt
op het display.
Druk nogmaals op deze toets om de
functie weer uit te schakelen.
Disc afspelen in willekeurige
volgorde
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RDM" om de
tracks in alle mappen in wille-
keurige volgorde af te spelen.
"D-RDM" verschijnt op het display.
Druk nogmaals op deze toets om de
functie weer uit te schakelen. De geluidskwaliteit van CD-R's
en CD-RW's is afhankelijk van
de gebruikte brander, software
en brandsnelheid.
De benodigde tijd voordat het
afspelen begint, hangt af van
de structuur en de hoeveelheid
mappen en MP3-bestanden op
de disc.
Page 175 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
Selecteren van de CD-wisselaar
Druk op de toets "CD" als
reeds een CD is geplaatst.
Op het display verschijnen
het nummer van de cd, de
track en de speelduur. Het afspelen begint automatisch zo-
dra een CD met de bedrukte zijde naar
boven in de CD-wisselaar wordt ge-
plaatst.
CD uitwerpen
Druk kort op deze toets om
de huidige CD uit te werpen. Als een CD na het uitwerpen niet
binnen 15 seconden wordt ver-
wijderd, schuift de tray weer in.
Een CD plaatsen
Druk kort op de toets
"LOAD", waarna "WAIT" op
het display verschijnt.
Als de CD-wisselaar gereed
is, gaat het lampje in de toets "LOAD"
branden en verschijnt "LOAD DISC Nr.
(1-6)" op het display.
Als er meerdere lege trays beschikbaar
zijn, selecteer er dan één met de toet-
sen "DISC". Er kunnen maximaal 6 CD's in de CD-
wisselaar.
Gebruik alleen CD's met een
ronde vorm.
De CD-wisselaar kan geen 8 cm
CD's afspelen.
Alle CD's plaatsen
Alle CD's uitwerpen
Druk minimaal twee secon-
den op deze toets. De hui-
dige CD wordt uitgeworpen.
Wanneer de CD verwijderd
is, wordt automatisch de volgende CD
uitgeworpen.
Herhaal deze stappen tot alle CD's uit-
geworpen zijn.
Een CD selecteren
Druk meerdere malen op de
toetsen "DISC" tot het picto-
gram van de gewenste CD
op het display verschijnt. Zie ook "CD-Text weergave" en "MP3-
CD's / ID3-TAGS".
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "LOAD".
De CD-wisselaar kiest ver-
volgens de lege tray met het
laagste nummer en wacht tot een CD
wordt geplaatst.
Op het display verschijnt "LOAD DISC
Nr. (1-6)"; plaats de CD in de desbetref-
fende tray.
De CD-wisselaar selecteert automa-
tisch de eerstvolgende lege tray en
wacht tot een CD wordt geplaatst.
Herhaal deze stappen tot alle CD's ge-
plaatst zijn. De laatst geplaatste CD
wordt het eerst afgespeeld.
CD-WISSELAAR
Page 176 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
Begin van elke track afspelen
Druk op de toets "SCAN"
om de eerste tien seconden
van elke track op de CD af
te spelen. Op het display
verschijnt "SCAN" en het nummer van
de afgespeelde track gaat knipperen.
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
De geluidskwaliteit van CD-R/
RW's is afhankelijk van de ge-
bruikte software, brander en op-
namesnelheid.
Alle CD's afspelen in willekeurige
volgorde
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RDM" om
de tracks op alle CD's in wil-
lekeurige volgorde af te spe-
len. Op het display verschijnt "D-RDM".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
Snelzoeken
Houd de toetsen "
" of "
"
ingedrukt om versneld voor-
of achteruit te zoeken.
Het afspelen wordt hervat zo-
dra de toets wordt losgelaten.
Een track selecteren
Druk op de toesen "
" of
"
" om de vorige of de vol-
gende track te selecteren.
Track herhalen
Druk op de toets "RPT" om
de huidige track doorlopend
af te spelen. Op het display
verschijnt "RPT".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
CD afspelen in willekeurige volgorde
Druk op de toets "RDM" om
de tracks van een CD in
willekeurige volgorde af te
spelen. Op het display ver-
schijnt "RDM".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
CD herhalen
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RPT" om
de huidige CD doorlopend
af te spelen. Op het display
verschijnt "D-RPT".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
Audio-CD
Page 177 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
FOUTMELDINGEN
Raadpleeg bij foutmeldingen op het display onderstaande tabel, voor een beschrijving van het probleem en mogelijke oplos-
singen.
FOUTMELDING
BESCHRIJVING
OPLOSSING
NO DISC Geen disc aanwezig.
Disc niet compatibel. Plaats een disc.
ERROR 01 Disc niet goed geplaatst.
Condens op de disc. Plaats de disc met de bedrukte zijde naar boven.
Maak de disc droog.
ERROR 02 Disc is vuil, vervormd of heeft krassen.
Auto trilt hevig. Maak de disc schoon of vervang deze.
Probeer opnieuw nadat de trillingen zijn
opgehouden.
ERROR 03 Fout bij het plaatsen of uitwerpen.
Lens niet goed gekalibreerd. Werp de disc uit en plaats deze opnieuw.
Wanneer de autoradio de disc niet uitwerpt, laat
de radio dan nakijken.
ERROR HOT Inschakelen van de interne beveiliging tegen
hoge temperaturen. Wacht ongeveer 30 minuten tot de autoradio
afgekoeld is.
ERROR Communicatiefout tussen de autoradio en het
externe systeem.
Fout in de invoer vanuit het externe systeem. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Page 178 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
AUDIO: weergave Audio/video
(FM, CD, Music Server,...) of Na-
vigatie (kaart).
VOL: volumeregeling audio/video.
OPEN: klapt het scherm
open en biedt toe-
gang tot CD en DVD.
Druk nogmaals om het
scherm neer te klappen.
SCALE: wijzigt de schaal van de
kaart.
ENT: bevestigt het op het display
geselecteerde item.
Sommige functies worden beves-
tigd door het touchscreen aan te
raken.
De kaart verschuiven of een item
selecteren.
Om veiligheidsredenen mag
de bestuurder handelingen
die veel aandacht vragen al-
leen verrichten wanneer de
auto stilstaat.
AUDIO-TELEMATICASYSTEEM AUDIO-TELEMATICASYSTEE
Andere audio-/videobron selecte-
ren (FM, CD, Music Server, ...).
Geluid uit/aan.
Voor- of achteruit zoeken naar:
- een radiozender,
- een audiotrack (CD),
- een hoofdstuk (DVD).
Raak het scherm met een vinger aan
om het systeem te activeren.
Gebruik de toetsen die op het display
worden weergegeven.
POWER: alleen audiosysteem in-
schakelen/uitschakelen.
Volumeregeling audio.
Page 179 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
BEDIENING VAN DE MENU'S
MODE: menu Audio/video
:
- radio,
- audio-CD, MP3 en WMA,
- Music Server,
- DVD.
MENU : menu Navigatie-route-
planner
:
- bestemming,
- Point Of Interest (POI),
- geavanceerd zoeken naar Points
Of Interest,
- 20 laatstgekozen bestemmingen,
- een adres uit het adressenbe-
stand,
- terugreis naar huis,
- navigatie-instellingen,
- routesimulatie. NAVI : weergave huidige positie
van de auto op de kaart
. SET : menu Instellingen
:
- scherm uitschakelen,
- geluidsinstellingen,
- beeldinstellingen,
- taalkeuze, tijdzone en eenhe-
den,
- beeldschermformaat DVD,
- spraaksynthese routeplanner,
kleurenpalet display en weer-
gave audio/video-pictogram,
- diverse instellingen. INFO : menu Informatie
voor weer-
gave of wijziging van de instellingen
van de auto.
Page 180 of 236
11
AUDIO en TELEMATICA
NAVIGATIESYSTEEM NAVIGATIESYSTEEM
Hoe is de werking van het
navigatiesysteem en het GPS ?
Het ingebouwde navigatiesysteem leidt
de bestuurder naar elke gewenste be-
stemming, via een vooraf gekozen route.
Het systeem zoekt eerst de gewenste
bestemming, berekent vervolgens de
beste route, en geeft de bestuurder
aanwijzingen in beeld en geluid.
Wat zijn de voorwaarden voor een
goede werking van het systeem ?
Plaats geen voorwerpen op of in de na-
bijheid van de GPS-antenne.
Gebruik geen digitale communicatieap-
paratuur (computers, enz) in de nabij-
heid van de GPS-antenne.
Plak geen carbon of refl ecterende folie
op de autoruiten.
Het GPS-systeem (Global
Positioning System) bestaat
uit verschillende satellieten
die op vaste posities ten op-
zichte van de aarde staan.
Deze satellieten zenden via twee ver-
schillende frequenties permanent digi-
tale signalen uit met de snelheid van
het licht.
Het systeem ontvangt continu gege-
vens over de afstand ten opzichte van
de satellieten, in combinatie met een
tijdsignaal.
Zo berekent de telematische eenheid
zijn eigen positie, en dus die van de
auto.
Het systeem vergelijkt de coördinaten
van de auto steeds met de cartogra-
fi sche gegevens op de harde schijf,
waardoor de positie van de auto en de
bestemming zo exact mogelijk bepaald
kunnen worden.
Wat is een point of interest (POI) ?
Het systeem kan tot 40 ver-
schillende pictogrammen
weergeven (zie het hoofd-
stuk over "Pictogram van
Points of interest").
Deze points of interest zijn verdeeld
over 5 categorieën, die elk in hun eigen
kleur worden weergegeven:
- Zakelijk en fi nancieel (Groen),
- Auto's en reizen (Donkerblauw),
- Restaurants (Oranje),
- Openbare voorzieningen en nood-
gevallen (Bruin),
- Ontspanning en amusement
(Blauw).
GPS
In de volgende situaties kan het sy-
steem de positie van de auto niet exact
berekenen:
- in een tunnel of overdekte parkeer-
garage,
- onder viaducten of overdekte rijba-
nen,
- in een omgeving waar veel hoge
gebouwen staan,
- tussen dicht bij elkaar staande bo-
men.
In bepaalde situaties of bij slechte GPS-
ontvangst is het mogelijk dat de weer-
gave op het display gedurende korte
tijd wegvalt. Een point of interest (POI)
zoals een vliegveld, stati-
on of stadhuis wordt op de
kaart weergegeven als een
pictogram.