Peugeot 407 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 41 of 247

3COMFORT
41
Aanjager (4)
Luchtopbrengst
 Draai de knop 4
rechtsom om de
luchtopbrengst te ver-
groten of linksom om
deze te verkleinen.

 Draai de knop 4
naar links om de
luchttoevoer te on-
derbreken.
Uitschakelen van de ventilatie Regeling
luchtverdeling
bestuurderszijde (5)
Druk herhaaldelijk op de toets 5 of 6
of houd deze ingedrukt om de lucht-
stroom aan de bestuurders- of passa-
gierszijde onafhankelijk van elkaar in
de gewenste richting te sturen.
Het verklikkerlampje van de toets

"AUTO" gaat uit.
De symbolen (pijlen) geven de met de
toetsen 5 of 6 ingestelde luchtstroom
aan op het multifunctionele display.

 De voorruit en zijruiten.

 Ventilatie voor en achter.

 Beenruimte voor en achter.
AUTO Automatische luchtverdeling. Regeling
luchtverdeling
passagierszijde (6)
Handmatig instellen
Het is mogelijk één of meer functies
van de airconditioning handmatig in te
stellen, terwijl de overige functies au-
tomatisch worden geregeld.
In de handbediende stand kunnen on-
aangename verschijnselen optreden
(temperatuur, vocht, stank, beslagen
ruiten) en is het comfort niet optimaal.
Bij het indrukken van de toets "AUTO"
zal het systeem weer volledig automa-
tisch functioneren. Desgewenst kunt u een an-
dere waarde instellen, die ge-
bruikelijk tussen 18 en 24 ligt.
Als de temperatuur in de auto
vlak na het instappen veel lager of ho-
ger is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin de ingestelde waarde
te wijzigen om sneller het gewenste
comfort te bereiken.
De automatische airconditioning zal
op volle kracht gaan werken om het
temperatuurverschil zo snel mogelijk
te overbruggen.

Om de airconditioning weer in te schakelen:
 Druk op de toets 1 .
Het verklikkerlampje van de toets

"AUTO" gaat uit.
Het symbool van de luchtopbrengst
(propeller) geeft de ingestelde waarde
(gedeeltelijk) aan.
Zorg om te voorkomen dat de ruiten
beslaan en de luchtkwaliteit in het in-
terieur minder wordt, dat de luchtop-
brengst voldoende groot is.
Op het multifunctionele display wordt
het symbool "OFF" weergegeven.
Er wordt niets meer weergegeven op
het display en de verklikkerlampjes
gaan uit.
Alle functies van het systeem worden
uitgeschakeld, met uitzondering van
de achterruitverwarming.
Het thermische comfort (temperatuur,
vocht, geur, ontwaseming) wordt niet
meer geregeld.
Het is raadzaam om niet langdurig met
uitgeschakelde airconditioning te rijden.

Page 42 of 247

3COMFORT
42
Programma "zicht"
voorzijde (7)
In sommige gevallen (bijv. regen, veel
inzittenden, vorst) is het programma
"comfort" niet toereikend om de ruiten
condens- en ijsvrij te houden.

 Selecteer het programma "zicht"
voorzijde om de ruiten snel te ont-
wasemen of ontdooien. Het ver-
klikkerlampje gaat branden.
Het systeem regelt de airconditioning
en de luchtopbrengst en stuurt de op-
timale luchtstroom naar de voorruit en
de voorportierruiten.
Het symbool van het programma
"zicht" wordt weergegeven op het mul-
tifunctionele display.
Druk als het zicht voldoende is op de
toets 1 om naar de instellingen van het
programma "comfort" te gaan. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie in
interieur (8)
Door middel van deze functie kan de
toevoer van buitenlucht bij stank- en
stofoverlast worden afgesloten.

 Druk herhaaldelijk op de toets 8
om de lucht in het interieur te recir-
culeren of de automatische lucht-
toevoer weer in te schakelen. Het
desbetreffende verklikkerlampje
gaat branden:
- toevoer van buitenlucht met ge- bruik van aanjager.
- luchtrecirculatie in het interieur.
Als gedurende lange tijd de lucht in het interieur recirculeert, kun-
nen de ruiten beslaan en kan de
luchtkwaliteit in het interieur ach-
teruit gaan.
Gebruik de luchtrecirculatie al- leen als het echt nodig is.
De ingeschakelde stand wordt tevens weergegeven met een
melding op het multifunctionele
display.

 Druk op de toets 8 om terug te ke-
ren naar de automatische luchttoe-
voer. De beide verklikkerlampjes
zijn uit.

Als de auto opnieuw wordt gestart,
zullen de instellingen hetzelfde zijn.
Achterruitverwarming (9)
De achterruitverwarming werkt onaf-
hankelijk van de airconditioning.

 Druk bij draaiende motor op de
toets 9 om de achterruitverwarming
en verwarming buitenspiegels in te
schakelen. Het verklikkerlampje
gaat branden.
Afhankelijk van de buitentemperatuur
wordt de achterruit- en buitenspiegel-
verwarming automatisch uitgescha-
keld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
Druk opnieuw op de toets 9 of zet de
motor af om de achterruit- en buiten-
spiegelverwarming uit te schakelen.
Als de achterruitverwarming wordt uit-
geschakeld door de motor af te zet-
ten, wordt deze opnieuw ingeschakeld
als de motor binnen een minuut weer
wordt gestart.
Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en buiten-
spiegelverwarming uit om onnodig
stroomverbruik en dus brandstofver-
bruik te voorkomen.

Page 43 of 247

3COMFORT
43
Uitschakelen van de
airconditioning (A/C-OFF)
Uitschakelen of inschakelen van
de gecombineerde regeling (links/
rechts) van de airconditioning
Met deze functie kunnen de instellingen
van de bestuurderszijde overgebracht
worden naar de passagierszijde.
Als deze functie wordt uitgeschakeld,
wordt teruggekeerd naar de geschei-
den regeling voor de bestuurders- en
passagierszijde.
Door op een van de toetsen 4 of 6 te
drukken wordt de gecombineerde re-
geling uitgeschakeld.
Menu "CLIM"
Druk op de toets

"MENU" om naar het
algemene menu te gaan
en bevestig.
Op het multifunctionele display ver-
schijnt het "Algemeen menu" .
Selecteer het symbool van de aircon-
ditioning met de toetsen van het be-
dieningspaneel.
Op het multifunctionele display ver-
schijnt op de voorgrond het hoofdme-
nu "Airconditioning" .
Extra verwarming *
Auto's uitgerust met een HDI-motor
kunnen zijn voorzien van een extra
automatische verwarming voor een
optimaal comfort.
Het is normaal dat bij stationair draai-
ende motor of stilstaande auto een
lichte fl uittoon en rook- en geurvor-
ming merkbaar zijn.
* Volgens land van bestemming.
Als de airconditioning is uitgeschakeld,
kunnen onaangename verschijnselen
optreden (temperatuur, vocht, stank,
beslagen ruiten).
U kunt de automatische airconditioning
weer inschakelen door op de toets

"AUTO" op het bedieningspaneel van
de airconditioning te drukken.

Page 44 of 247

3COMFORT
44
PROGRAMMEERBARE VERWARMING Afstandsbediening van de
programmeerbare verwarming
De afstandsbediening van de pro-
grammeerbare verwarming beschikt
over de volgende toetsen en weerga-
vemogelijkheden:

1. Menutoetsen om door de functies
te scrollen.

2. Pictogrammen: symbolen voor tijd,
temperatuur, werkingstijd, ingestel-
de tijd, werking van de verwarming
en aansturing van de verwarming.

3. Digitale weergave: tijd, tempera-
tuur, werkingsduur, ingestelde tijd
of verwarmingsniveau.

4. Toets voor het uitschakelen.

5. Toets voor het inschakelen. Weergave van de functies

Raadpleeg bij een storing in het sy-
steem van de programmeerbare ver-
warming het PEUGEOT-netwerk.
De programmeerbare verwarming
werkt onafhankelijk van de motor.
Dit systeem verwarmt als de motor is
afgezet de koelvloeistof van de motor,
zodat deze zo snel mogelijk na het
starten de optimale bedrijfstempera-
tuur bereikt.
De programmeerbare verwarming
kan met de afstandsbediening wor-
den ingeschakeld. De verwarming kan
onmiddellijk of met een in te stellen
tijdschakeling worden ingeschakeld.
Weergave op het display van
de afstandsbediening
Druk meerdere keren op de toetsen
1
om de functies weer te geven.
Door de linker- of rechtertoets één
keer in te drukken wordt de tijd weer-
gegeven.
De linkertoets geeft vervolgens toe-
gang tot de in te stellen tijd en het ver-
warmingsniveau (C1 tot C5).
De rechtertoets geeft toegang tot de
interieurtemperatuur en vervolgens de
werkingsduur van de verwarming als
deze onmiddellijk wordt ingeschakeld.
De informatie over de interieur-
temperatuur is alleen beschik-
baar als de motor is afgezet.

Page 45 of 247

3COMFORT
45
Druk, nadat de tijd is opgeroepen met
behulp van de toetsen 1 , gedurende
10 seconden gelijktijdig op de toetsen

4 en 5 .
Dit symbool knippert.
Instellen van de tijd
Stel de tijd in met de toetsen
1 .
Druk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5
om deze waarde op te slaan.
Dit symbool wordt permanent
weergegeven. Druk op toets
5 (ON) tot de melding

"OK" wordt weergegeven.
Als het signaal is ontvangen, wordt
de melding "OK" en de werkingsduur
weergegeven.
De verwarming wordt inge-
schakeld en dit symbool wordt
weergegeven.
Onmiddellijk inschakelen
Druk op de toets
4 (OFF) tot de mel-
ding "OK" wordt weergegeven om de
verwarming uit te schakelen.
Als tijdens deze handelin-
gen de melding "FAIL" wordt
weergegeven, is het signaal
niet ontvangen. Voer de han-
delingen op een andere plek
nogmaals uit.
Dit symbool verdwijnt. Instellen van de werkingsduur
Druk op de toetsen
1 . De werkings-
duur wordt weergegeven.
Dit symbool wordt weergegeven.
Druk, nadat de werkingsduur is opge-
roepen, gedurende 10 seconden ge-
lijktijdig op de toetsen 4 en 5 .
Dit symbool knippert.
Stel de tijdsduur in door de toetsen 1
in te drukken (in stappen van 10 mi-
nuten en met een maximale tijdsduur
van 30 minuten).
Druk tegelijkertijd op de toetsen 4 et 5
om de tijdsduur op te slaan.
Dit symbool wordt permanent
weergegeven.
De waarde van de fabrieksin-
stelling bedraagt 30 minuten.

Page 46 of 247

3COMFORT
46
Als de vertrektijd wordt ingesteld, be-
rekent het systeem automatisch het
optimale moment waarop de verwar-
ming wordt ingeschakeld.
Instellen van de verwarming
Stel de tijd in door op de toetsen
1
te drukken en druk gelijktijdig op de
toetsen 4 et 5 om deze waarde op te
slaan.
Instellen van de vertrektijd
Druk op de toetsen
1 . De ingestelde
tijd wordt weergeven.
Dit symbool wordt weergegeven.
Druk, nadat de ingestelde tijd is opge-
roepen, binnen 10 seconden gelijktij-
dig op de toetsen 4 en 5 .
Dit symbool knippert.
Dit symbool wordt permanent
weergegeven. Druk nadat met behulp van de toet-
sen
1 de ingestelde tijd is opgeroepen
op toets 5 (ON) tot de melding "OK"
wordt weergegeven.
Inschakelen - uitschakelen
Als het signaal ontvangen is,
wordt de melding "OK" en het
symbool "HTM" weergegeven.
Druk op toets 4 (OFF) tot de melding

"OK" wordt weergegeven om de pro-
grammering uit te schakelen. HTM : Heat Thermo Manage-
ment (aansturing van de ver-
warming).
Het symbool "HTM" verdwijnt.
Als tijdens deze handelin-
gen de melding "FAIL" wordt
weergegeven, is het signaal
niet ontvangen. Voer dezelfde
handelingen op een andere
plek nogmaals uit. Dit symbool wordt weergege-
ven als de verwarming wordt
ingeschakeld.
Uitschakelen van de verwarming
Druk op de toets
5 (ON).
Het symbool "HTM" wordt per-
manent weergegeven.
Wijzigen van het
verwarmingsniveau
Het systeem beschikt over 5 verwar-
mingsniveaus (van het laagste ni-
veau C1 tot het hoogste niveau C5 ).
Druk, nadat het verwarmingsniveau met
behulp van de toetsen 1 is opgeroepen,
gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 .
De letter "C" knippert.
Stel het verwarmingsniveau in met de
toetsen 1 .
Druk gelijktijdig op de toetsen 4 et 5
om het gekozen niveau op te slaan.
De letter "C" wordt permanent weer-
gegeven.
De fabrieksinstellingen zijn
vervangen door de nieuwe
instellingen. De ingestelde tij-
den worden opgeslagen tot
deze weer gewijzigd worden.
Als de vertrektijd is ingeschakeld, kan
het verwarmingsniveau niet gewijzigd
worden. De vertrektijd moet eerst wor-
den uitgeschakeld.

Page 47 of 247

3COMFORT
47
Schakel de programmeerbare verwar-
ming tijdens het tanken uit om de kans
op brand of een explosie uit te sluiten.
Om de kans op vergiftiging of verstik-
king uit te sluiten mag de program-
meerbare verwarming nooit, zelfs niet
voor een korte tijd, worden gebruikt in
een afgesloten ruimte zoals een gara-
ge of werkplaats zonder afzuiginstal-
latie voor uitlaatgassen.
Parkeer om brand te voorkomen de
auto niet op een gemakkelijk brand-
bare ondergrond (zoals droog gras,
afgevallen bladeren, papier...).
Het systeem van de programmeerba-
re verwarming wordt gevoed vanuit de
brandstoftank van de auto. Controleer
voor het gebruik van de verwarming
of er voldoende brandstof aanwezig
is. Als het minimum brandstofniveau
bereikt is, is het raadzaam de pro-
grammeerbare verwarming niet te ge-
bruiken.
Vervangen van de batterij
De afstandsbediening wordt gevoed door
een meegeleverde 6V-28L-batterij.
Als deze batterij moet worden vervangen,
wordt dit op het display aangegeven.
Maak het huis van de afstandsbedie-
ning los en vervang de batterij.
De afstandsbediening moet vervolgens
opnieuw gesynchroniseerd worden. Deze
procedure wordt hierna behandeld.
Als accessoire kan de pro-
grammeerbare verwarming
zodanig worden aangepast
dat deze het interieur kan
voorverwarmen.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Als de accu is losgekoppeld geweest
of de batterij is vervangen, moet de
afstandsbediening gesynchroniseerd
worden.
Druk binnen 5 seconden na het aan-
sluiten van de accu gedurende 1 se-
conde op de toets
4 (OFF). Als de
handeling op de juiste wijze is uit-
gevoerd, wordt de melding "OK" op
het display van de afstandsbediening
weergegeven.
Bij een storing wordt de melding

"FAIL" weergegeven. Voer de hande-
lingen nogmaals uit. Gooi de lege batterijen niet
weg, maar lever ze in bij een
speciaal inzamelpunt.

Page 48 of 247

3COMFORT
48
BINNENSPIEGEL
Automatische binnenspiegel
De binnenspiegel verstelt geleide-
lijk en automatisch van de dag- in de
nachtstand. Om verblinding te voor-
komen, wordt de spiegel automatisch
donker, afhankelijk van de hoeveel-
heid licht die vanaf de achterzijde van
de auto op de spiegel valt. Zodra de
hoeveelheid licht (bijvoorbeeld zon-
neschijn, verlichting van achteropko-
mend verkeer) vermindert, wordt het
spiegelbeeld weer helder voor een op-
timaal zicht.
BUITENSPIEGELS
De weergegeven objecten
lijken in de spiegels aan be-
stuurders- en passagierszijde
verder af dan ze in werkelijk-
heid zijn.
Hiermee moet rekening worden ge-
houden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed in
te schatten.
Elektrisch inklappen van de spiegels
- van binnenuit:

 Beweeg, als het contact aan is,
de knop A in de middelste stand
en trek de knop naar achteren.
- van buitenaf:
 Vergrendel de auto met de af-
standsbediening * of de sleutel.

 Deze functie kan worden uit-
geschakeld. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Als de auto stilstaat, kunnen de buiten-
spiegels handmatig ingeklapt worden.
* Volgens uitvoering.
Verstellen

 Beweeg de knop A naar links of
rechts om de desbetreffende spie-
gel te selecteren.

 Beweeg de knop B in de 4 richtin-
gen om de spiegel af te stellen.

Page 49 of 247

3COMFORT
48
BINNENSPIEGEL
Automatische binnenspiegel
De binnenspiegel verstelt geleide-
lijk en automatisch van de dag- in de
nachtstand. Om verblinding te voor-
komen, wordt de spiegel automatisch
donker, afhankelijk van de hoeveel-
heid licht die vanaf de achterzijde van
de auto op de spiegel valt. Zodra de
hoeveelheid licht (bijvoorbeeld zon-
neschijn, verlichting van achteropko-
mend verkeer) vermindert, wordt het
spiegelbeeld weer helder voor een op-
timaal zicht.
BUITENSPIEGELS
De weergegeven objecten
lijken in de spiegels aan be-
stuurders- en passagierszijde
verder af dan ze in werkelijk-
heid zijn.
Hiermee moet rekening worden ge-
houden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed in
te schatten.
Elektrisch inklappen van de spiegels
- van binnenuit:

 Beweeg, als het contact aan is,
de knop A in de middelste stand
en trek de knop naar achteren.
- van buitenaf:
 Vergrendel de auto met de af-
standsbediening * of de sleutel.

 Deze functie kan worden uit-
geschakeld. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Als de auto stilstaat, kunnen de buiten-
spiegels handmatig ingeklapt worden.
* Volgens uitvoering.
Verstellen

 Beweeg de knop A naar links of
rechts om de desbetreffende spie-
gel te selecteren.

 Beweeg de knop B in de 4 richtin-
gen om de spiegel af te stellen.

Page 50 of 247

3COMFORT
49
Bijzonderheden
Zodra de achteruit wordt inge-
schakeld, wordt de spiegel in
de dagstand gezet voor een maximaal
zicht naar achteren.
Binnenspiegel
De binnenspiegel kent 2 standen:
- dagstand (normaal),
- nachtstand (antiverblinding).
De spiegel kan in de dag- en nacht-
stand gezet worden met behulp van
het hendeltje aan de onderzijde. HANDMATIGE STUURWIELVERSTELLING
Zorg dat de auto stil staat en ontgren-
del het stuurwiel door de hendel naar
voren te duwen.
Verstel het stuurwiel in hoogte en diep-
te en vergrendel het stuurwiel door de
hendel goed vast te trekken.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 250 next >