Peugeot 407 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 247

3COMFORT
49
Bijzonderheden
Zodra de achteruit wordt inge-
schakeld, wordt de spiegel in
de dagstand gezet voor een maximaal
zicht naar achteren.
Binnenspiegel
De binnenspiegel kent 2 standen:
- dagstand (normaal),
- nachtstand (antiverblinding).
De spiegel kan in de dag- en nacht-
stand gezet worden met behulp van
het hendeltje aan de onderzijde. HANDMATIGE STUURWIELVERSTELLING
Zorg dat de auto stil staat en ontgren-
del het stuurwiel door de hendel naar
voren te duwen.
Verstel het stuurwiel in hoogte en diep-
te en vergrendel het stuurwiel door de
hendel goed vast te trekken.

Page 52 of 247

3COMFORT
50
VOORSTOELEN
Handmatige verstelling
Verstelling in lengterichting
Til de beugel op en schuif de stoel
naar voren of naar achteren. Hoogte- en hoekverstelling van de
zitting van de bestuurdersstoel
Pomp de zitting omhoog of omlaag tot
de gewenste stand is bereikt. Rugleuningverstelling
Trek aan de hendel en zet de rugleu-
ning in de gewenste stand.

Page 53 of 247

3COMFORT
51
Elektrische verstelling
Verstelling in lengterichting
Druk de schakelaar naar voren of naar
achteren om de gewenste stand te
verkrijgen. Hoogte- en hoekverstelling van de
zitting van de bestuurdersstoel

Hoogte: beweeg de achterzijde van
de schakelaar omhoog of omlaag.

Hoekverstelling: beweeg de voor-
zijde van de schakelaar omhoog of
omlaag. Rugleuningverstelling
Beweeg de schakelaar naar voren of
achteren om de gewenste stand te
verkrijgen.
De elektrische verstelling van de bestuurdersstoel werkt tot 1 mi nuut na het afzetten van het contact.
Open het portier of zet het contact aan om de stoel weer t e kunnen verstellen.

Page 54 of 247

3COMFORT
52
Hoogte- en hoekverstelling
hoofdsteun Actieve hoofdsteun van de
voorstoelen
Dit systeem is ontworpen om een
whiplash te voorkomen.
Bij een aanrijding van achteren wordt
het lichaam tegen de stoel gedrukt,
waardoor de hoofdsteun naar voren
en omhoog komt en wordt voorkomen
dat het hoofd naar achteren knikt.
Armleuning vóór
Verstelling lendensteun
bestuurdersstoel
Stoelverwarming

0 : Uit.

1 : Laag.
2 : Gemiddeld.

3 : Hoog. De stand van de hoofdsteun
is juist als de bovenzijde van
de hoofdsteun zich ter hoog-
te van de bovenzijde van het
hoofd bevindt.

Ga nooit rijden als de hoofd-
steunen zijn verwijderd. Dit is
gevaarlijk, mede omdat loslig-
gende hoofdsteunen bij een
noodstop kunnen veranderen in ge-
vaarlijke projectielen. De hoofdsteu-
nen moeten zijn geplaatst en correct
zijn afgesteld. Armleuning in een andere stand zetten:

 duw de hendel 1 omhoog.
De armleuning kan naar voren en om-
hoog worden geklapt.
Duw de armleuning naar achteren en
druk op de bovenzijde van de armleu-
ning om deze weer in de oorspronkelij-
ke stand te zetten en te vergrendelen.
Bedien de hendel om de gewenste
stand te verkrijgen.
Trek de hoofdsteun naar voren en
schuif deze vervolgens naar wens om-
hoog of omlaag.
Kantel de onderzijde naar voren of
naar achteren om de hoek van de
hoofdsteun te verstellen.
Zet, om de hoofdsteun te verwijderen,
deze in de hoogste stand, druk de lip
met behulp van een muntstuk omhoog
en trek de hoofdsteun gelijktijdig naar
voren en omhoog.
Steek om de hoofdsteun terug te zetten de
pennen in de openingen van de rugleuning
tot de hoofdsteun op zijn plaats blijft.
Draai bij draaiende motor aan de knop.
De temperatuur van de stoelverwar-
ming wordt automatisch geregeld.

Page 55 of 247

3COMFORT
53
ACHTERBANK (SEDAN)

Opmerking: de zitting 1 kan (voor-
zichtig) worden verwijderd om de laad-
ruimte te vergroten.
Knijp de bevestigingen van de zitting in
om deze uit de klemmen te verwijderen.
Terugplaatsen:

 zet de rugleuning 2 rechtop en ver-
grendel deze (het rode vlak van knop

3 mag niet meer zichtbaar zijn),

 klap de zitting 1 neer,

 plaats de hoofdsteunen terug in-
dien u ze hebt verwijderd. Vergrendelen/ontgrendelen van
de toegang tot de bagageruimte
via de achterbank
De toegang tot de bagageruimte vanuit
het interieur kan worden vergrendeld.
Het rode vlak van de knop 3 mag niet
meer zichtbaar zijn. Is dit nog wel het ge-
val, druk dan de achterbank goed vast.
Plaats de contactsleutel in het slot 4 .

Let erop dat voordat de rugleu-
ning wordt neergeklapt de gor-
dels niet worden vastgeklemd
en dat de gespen van de veilig-
heidsgordels in de juiste gordelsluitin-
gen zijn gestoken. Dit zorgt ervoor dat
bij het terugzetten van de achterbank
in de normale stand de gordels op de
juiste plek terechtkomen.
Kantel om het linkerdeel of het rech-
terdeel van de achterbank neer te
klappen altijd eerst de zitting omhoog
alvorens de rugleuning neer te klap-
pen (om beschadiging te voorkomen):

 schuif indien nodig de voorstoel(en)
naar voren,

 zet de hoofdsteunen van de ach-
terbank in de laagste stand of ver-
wijder ze indien nodig.
Controleer of de veiligheidsgordel langs
de rand van de rugleuning loopt.
Controleer of de gespen van de bui-
tenste veiligheidsgordels in de gordel-
sluitingen zijn gestoken (de middelste
veiligheidsgordel mag niet zijn vastge-
maakt).

 til de zitting 1 aan de voorzijde op,

 klap de zitting 1 tegen de rugleu-
ning van de voorstoel(en).

 trek de knop 3 naar voren om de
rugleuning 2 te ontgrendelen,

 klap de rugleuning 2 neer.

Page 56 of 247

3COMFORT
54
ACHTERBANK (407 SW)

Opmerking: de zitting 1 kan (voor-
zichtig) worden verwijderd om de laad-
ruimte te vergroten.
Knijp de bevestigingen van de zitting
in om deze uit de klemmen te verwij-
deren.
Terugplaatsen:

 zet de rugleuning 2 rechtop en ver-
grendel deze (het rode vlak van knop

3 mag niet meer zichtbaar zijn),

 klap de zitting 1 neer,

 plaats de hoofdsteunen terug in-
dien u ze heeft verwijderd. Let erop dat voordat de rugleu-
ning wordt neergeklapt de gor-
dels niet worden vastgeklemd
en dat de gespen van de veilig-
heidsgordels in de juiste gordelsluitin-
gen zijn gestoken. Dit zorgt ervoor dat
bij het terugzetten van de achterbank
in de normale stand de gordels op de
juiste plek terechtkomen.
Kantel om het linkerdeel of het rech-
terdeel van de achterbank neer te
klappen altijd eerst de zitting omhoog
alvorens de rugleuning neer te klap-
pen (om beschadiging te voorkomen):

 schuif indien nodig de voorstoel(en)
naar voren,

 zet de hoofdsteunen van de ach-
terbank in de laagste stand of ver-
wijder ze indien nodig.
Controleer of de veiligheidsgordel langs
de rand van de rugleuning loopt.
Controleer of de gespen van de bui-
tenste veiligheidsgordels in de gordel-
sluitingen zijn gestoken (de middelste
veiligheidsgordel mag niet zijn vastge-
maakt).

 til de zitting 1 aan de voorzijde op,

 klap de zitting 1 tegen de rugleu-
ning van de voorstoel(en).

 trek de knop 3 naar voren om de
rugleuning 2 te ontgrendelen,

 klap de rugleuning 2 neer.

Page 57 of 247

3COMFORT
55
KINDERZITJE OP DE PASSAGIERSSTOEL VOOR ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
* De regels voor het vervoeren van kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg hiervoor de wetgeving in
uw land. Wanneer een kinderzitje voor
het vervoeren met de rug in de
rijrichting
op de passagiers-
stoel voor wordt geplaatst,
moet de airbag aan passagierszijde
zijn uitgeschakeld. Anders kan het
kind bij het afgaan van de airbag le-
vensgevaarlijk gewond raken .
"Met de rug in de rijrichting"
Hoewel
PEUGEOT bij het ontwerp van uw
auto veel aandacht heeft besteed aan veilig-
heidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun
veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
Volg voor een optimale vei-
ligheid de volgende adviezen
op:
- conform de Europese wetgeving dienen kinderen jonger dan
12 jaar of kleiner dan 1,50 m in
gehomologeerde, aan het li-
chaamsgewicht aangepaste kin-
derzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd * ,
- de veiligste plaats voor het ver-
voeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de
achterbank van uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in
de rijrichting worden vervoerd.

PEUGEOT
beveelt u aan kinderen op
de achterzitplaatsen van uw auto te
vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot
2 jaar,
- met het gezicht in de rijrichting
vanaf 2 jaar.
Middelste stand
Wanneer een kinderzitje voor het vervoe-
ren met het gezicht in de rijrichting
op de
passagiersstoel voor wordt geplaatst,
moet de stoel van de auto in de middel-
ste stand van de voor-/achterwaartse
verstelling worden gezet met de rugleu-
ning rechtop en mag de airbag aan pas-
sagierszijde niet worden uitgeschakeld.
"Met het gezicht in de rijrichting"

Page 58 of 247

3COMFORT
56

Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg


L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.


L2
"KIDDY Life"
Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg)
is het gebruik van de gordelbeschermer verplicht.

Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg

L3
"RECARO Start"

L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.


L5
"RÖMER KIDFIX"
Kan aan de ISOFIX-verankeringen van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de autogordel.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met artikelnummer die me t een

driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
Airbag aan passagierszijde OFF

Page 59 of 247

3COMFORT
57
BEVESTIGEN VAN KINDERZITJES MET DE VEILLIGHEIDSGORDEL
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden weer voor het bevestigen met de veiligheids-
gordel van een universeel (a) goedgekeurd kinderzitje afhankeli jk van het gewicht van het kind en de plaats in de auto.

Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie

Plaats
Tot 13 kg
(groep 0 (b) en 0+)
Tot ≈ 1 jaar
9 - 18 kg
(groep 1)
Van ≈ 1 tot ≈ 3 jaar
15 - 25 kg
(groep 2)
Van ≈ 3 tot ≈ 6 jaar
22 - 36 kg
(groep 3)
Van ≈ 6 tot ≈ 10 jaar
Passagiersstoel
vóór (c)

- vast
U U U U
- in hoogte verstelbaar (R) U(R) U(R) U(R) U(R)
Buitenste zitplaatsen
achter
U U U U
Middelste zitplaats
achter
X X X X

a : Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan worden bevestigd.

b : Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.

c : Raadpleeg de wetgeving in uw land voordat u uw kind op deze zitplaats installeert.

U : zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel ge homologeerd kinderzitje met de veiligheidsgordel, met de rug
in de rijrichting en/of met het gezicht in de rijrichting.

U (R) : als " U ", waarbij bovendien de stoel van de auto in de hoogste stand moet staan.

X : zitplaats niet geschikt voor het bevestigen van een kinderzit je.

Page 60 of 247

3COMFORT
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst tus-
sen de rug en de zitting van de stoel.
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen zijn uitgerust met
ISOFIX-bevestigingen. Bij een onjuist geplaatst kin-
derzitje kan het kind bij een
aanrijding ernstig letsel oplo-
pen.
407 SEDAN
407 SW
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor
een betrouwbare, degelijke en snel-
le montage van het kinderzitje in uw
auto.
De
ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die eenvoudig aan de
onderste ringen A kunnen worden ver-
ankerd.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 250 next >