PEUGEOT 5008 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 91 of 364

89
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
Druk op de toets van het menu
Airconditioning om de pagina met de
bedieningstoetsen van het systeem weer
te geven. 1.
Automatisch programma "Zicht".
2. Recirculatie van de interieurlucht.
3. Temperatuurregeling linkerzijde.
4. Temperatuurregeling rechterzijde.
5. Regeling luchtverdeling.
6. Regeling luchtopbrengst.
7. Uitschakelen van het systeem.
8. In-/uitschakelen van de airconditioning.
9. Automatisch programma "Comfort" Aan/Uit.
10. Maximale stand van de airconditioning.
11. Toegang tot de secundaire pagina.
12 . Selectie van de instellingen voor het
automatische comfortprogramma (Soft/
Normal/Fast).
13. Functie "AQS (Air Quality System)" (met
vervuilingssensor).
14 . Centrale regeling/gescheiden regeling.
15. Functie "REAR" (afhankelijk van de
uitvoering).
Het airconditioningssysteem werkt bij draaiende
motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties
werken ook bij ingeschakeld contact.
Het inschakelen van de airconditioning, de
temperatuur, de luchtopbrengst en de luchtverdeling
in het interieur worden automatisch geregeld.
Temperatuurregeling Automatisch
comfortprogramma
F Druk op deze toets om het
automatische programma van
de airconditioning in of uit te
schakelen.
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk en naar eigen wens
instellen. De weergegeven waarde heeft betrekking op een
bepaald comfortniveau en niet op een exacte
temperatuur.
F
D
ruk op een van deze toetsen om
de waarde te verhogen.
F
D
ruk op een van deze toetsen om
de waarde te verlagen.
Het is raadzaam het verschil tussen de instellingen
links en rechts niet meer dan 3°C te laten bedragen.
Als het lampje van de toets brandt, werkt het
airconditioningssysteem automatisch: afhankelijk
van het comfortniveau dat u
hebt geselecteerd,
zorgt het systeem voor een optimale temperatuur,
luchtopbrengst en luchtverdeling in het interieur.
De intensiteit van het automatische
comfortprogramma kan worden ingesteld door op
de secundaire pagina een van de instellingen te
selecteren. Deze pagina kan worden geopend via de
toets " OPTIES ".
3
Ergonomie en comfort

Page 92 of 364

90
$872
)$67
$872
1250$/
62)7
$872
Druk om de door het desbetreffende lampje
aangegeven instelling te wijzigen meerdere keren
op deze toets tot de gewenste instelling wordt
weergegeven:"Normaal ": voor het beste
compromis tussen thermisch
comfort en een laag geluidsniveau
(standaardinstelling).
" Snel ": voor een doeltreffende en
dynamische luchttoevoer.
Gebruik de instelling " Normaal" of "Snel " om het
comfort te waarborgen van de passagiers op de
achterstoelen.
Deze instelling kan uitsluitend samen met de
automatische stand worden gebruikt. Als de stand
AUTO echter wordt uitgeschakeld, blijft het lampje
van de geselecteerde instelling branden.
Als de instelling wordt gewijzigd ter wijl de stand
AUTO is uitgeschakeld, wordt de stand AUTO
hierdoor niet ingeschakeld. Om bij koud weer en koude motor de toevoer
van koude lucht in het interieur te beperken,
wordt de luchtopbrengst geleidelijk vergroot tot
de gewenste comfortwaarde is bereikt.
Als de temperatuur in de auto bij het instappen
veel lager of hoger is dan de ingestelde
waarde, heeft het geen zin om voor een
optimale temperatuur de ingestelde waarde
te wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
Automatisch programma
"Zicht
"
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het ontdooien/ontwasemen van de
voorruit .
Func tie "Air Quality System "
(AQS)
Met behulp van een luchtkwaliteitssensor schakelt
deze functie automatisch de recirculatie van de
interieurlucht in als een bepaalde grenswaarde voor
de ver vuiling van de buitenlucht wordt bereikt.
Als de luchtkwaliteit weer voldoende is, wordt
de recirculatie van de interieurlucht automatisch
uitgeschakeld. U kunt deze functie in- en uitschakelen op de
secundaire pagina die u
kunt openen met de toets
" OPTIES ".
Handmatig instellen
Het is mogelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, terwijl de
overige functies door het systeem geregeld blijven:
-


luchtopbrengstregeling,
-


luchtverdeling.
Zodra u
een instelling wijzigt, gaat het lampje van de
toets " AUTO " uit.
F

D
ruk nogmaals op deze
toets om het automatische
comfortprogramma weer in te
schakelen.
"
Langzaam ": voor een aangenaam
comfort en een zo laag mogelijk
geluidsniveau, aangezien de
aanjagersnelheid beperkt wordt. Deze functie is niet in staat om ver velende geurtjes
te detecteren.
De recirculatie wordt automatisch ingeschakeld
als de ruitensproeiers vóór worden gebruikt of de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
De functie werkt niet als de buitentemperatuur lager
is dan 5°C om te voorkomen dat de voorruit en
zijruiten gaan beslaan.
Ergonomie en comfort

Page 93 of 364

91
Luchtopbrengstregeling
F Druk op een van deze toetsen om de aanjagersnelheid te verhogen of
te verlagen.
Door de aanjagersnelheid in de laagst mogelijke
stand te zetten wordt de aanjager volledig
uitgeschakeld.
Naast de ventilator wordt " OFF" weergegeven.
Rijd niet te lang met uitgeschakelde aanjager –
Kans op beslaan van de ruiten en vermindering
van de luchtkwaliteit!
Regeling luchtverdeling
Met deze drie toetsen kunt u de luchtverdeling in het
i nterieur regelen.
Voorruit en zijruiten.
Centrale ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) wordt
afhankelijk van de ingestelde aanjagersnelheid
geleidelijk opgevuld.
Voetenruimte. Bij het indrukken van een toets wordt de
desbetreffende functie in- of uitgeschakeld. Het
lampje brandt als de functie is ingeschakeld. Voor
een gelijkmatige verdeling van de lucht over het
interieur kunnen de drie toetsen gelijktijdig zijn
geactiveerd.
In de stand AUTO
zijn de lampjes van deze drie
toetsen gedoofd.
Airconditioning AAN/UIT
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u
in staat:
-

d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-

i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Inschakelen
F Druk op deze toets. Het lampje gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de aanjager is
uitgeschakeld.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. Het lampje gaat uit.
Het uitschakelen van de airconditioning kan
negatieve effecten hebben (vocht, beslaan van de
r ui te n).
Maximale stand van de
airconditioning
In deze stand wordt de lucht in het interieur sneller
gekoeld.
Het systeem stelt automatisch de temperatuur in op
het laagste comfortniveau, verdeelt de lucht over de
middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters
en schakelt de maximale aanjagersnelheid en de
recirculatie van de interieurlucht in. F

D
ruk op deze toets om de functie
in te schakelen; het lampje van de
toets gaat branden.
F

D
ruk nogmaals op deze toets om de functie uit
te schakelen en de vorige instellingen weer te
gebruiken; het lampje van de toets gaat uit.
Centrale regeling/gescheiden
regeling
De temperatuurinstelling aan voorpassagierszijde
kan worden afgestemd op de instelling aan
bestuurderszijde (functie centrale regeling).
U kunt deze functie inschakelen op de secundaire
pagina die u
kunt openen via de toets " OPTIES".
F

D
ruk op deze toets om de functie
" MONO " (centrale regeling) in
te schakelen; de functie krijgt de
status " ON".
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als de
passagier de toetsen voor de temperatuurregeling
aan zijn zijde bedient (functie gescheiden regeling).
3
Ergonomie en comfort

Page 94 of 364

92
De functie "REAR".
Ventilatie bij aangezet contact
Bij ingeschakeld contact kunt u het ventilatiesysteem
g ebruiken om de luchtopbrengst en de
luchtverdeling in het interieur te regelen afhankelijk
van de laadtoestand van de accu.
Bij deze functie wordt de airconditioning niet
ingeschakeld.
Uitschakelen van het systeem
F Druk op deze toets.
Het lampje van de toets gaat branden
en alle andere lampjes van het systeem
gaan uit.
Hiermee worden alle functies van de
airconditioning uitgeschakeld. Vermijd het te lang rijden met een
uitgeschakelde aanjager of een uitgeschakeld
systeem om te voorkomen dat de ruiten
beslaan of de luchtkwaliteit vermindert.
Door op een willekeurige toets te drukken
wordt het systeem weer ingeschakeld waarbij
de instellingen van vóór het uitschakelen weer
worden gebruikt.
Wanneer deze functie wordt geactiveerd, wordt
de achterste aanjager ingeschakeld. Zo kunnen
de achterpassagiers de luchtstroom uit deze
ventilatieroosters regelen onafhankelijk van
de luchtopbrengstregeling voor de voorste
ventilatieroosters.
Wanneer deze functie wordt gedeactiveerd,
wordt de maximale luchtstroom uit de
achterste ventilatieroosters begrensd door
de luchtopbrengstinstelling voor de voorste
ventilatieroosters.
U kunt deze functie inschakelen op de secundaire
pagina die u

kunt openen via de toets " OPTIES".
F

D

ruk op deze toets om de functie
" REAR " te activeren; de functie
krijgt de status " ON". F

D
ruk op de knop "grote ventilator
"
of " kleine ventilator " om de
luchtopbrengst te verhogen of te
verlagen.
De desbetreffende lampjes gaan
branden.
Als alle lampjes uit zijn, blijft er door de rijwind nog
wel een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Door de aanjagersnelheid in de laagst mogelijke
stand te zetten wordt de aanjager volledig
uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer geregeld.
Tijdens het rijden blijft er een kleine luchtstroom
gehandhaafd.
Recirculatie van de
interieurlucht
De toevoer van buitenlucht voorkomt het beslaan
van de voorruit en de zijruiten.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te sluiten.
Deze functie kan ook worden gebruikt om sneller de
gewenste temperatuur in het interieur te bereiken.
F

D
ruk op deze toets om de functie in
te schakelen; het oranje lampje van
de toets gaat branden.
F

D
ruk nogmaals op deze toets om de functie uit
te schakelen; het lampje van de toets gaat uit.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en
de ruiten beslaan.
Ergonomie en comfort

Page 95 of 364

93
Het systeem wordt automatisch geactiveerd
wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Ontwasemen – ontdooien
voorruit en voorste zijruiten
Met handbediende
airconditioning
F Zet de temperatuur op de hoogste stand (rood).
F Z et de aanjager op de hoogste stand; alle oranje
lampjes gaan branden.
F

Z
et de luchtverdeling in de stand " Voorruit"; het
desbetreffende oranje lampje gaat branden.
F

C
ontroleer of de luchtrecirculatie is
uitgeschakeld; het desbetreffende lampje moet
uit zijn.
F

S
chakel de airconditioning in door de toets A/C
in te drukken; het desbetreffende oranje lampje
gaat branden.
Als bij auto's met Stop & Start de
ontwaseming, de airconditioning en de
aanjager zijn ingeschakeld, is de STOP-stand
niet beschikbaar.
Met semi-automatische en
automatische airconditioning
Automatisch programma "zicht "
F Druk op deze toets om de
voorruit en de zijruiten sneller te
ontwasemen of te ontdooien. Het
oranje lampje van de toets gaat
branden.
Het systeem regelt automatisch de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering), de luchtopbrengst en
de luchttoevoer en stelt de luchtverdeling zodanig
in dat de voorruit en de zijruiten zo snel mogelijk
schoon worden.
F

D

ruk nogmaals op deze toets om het programma
uit te schakelen. Het lampje van de toets gaat uit.
De luchtopbrengst kan handmatig worden gewijzigd
zonder dat het automatische programma "zicht"
wordt uitgeschakeld.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt
dat zolang de voorruitontwaseming in werking
is, de STOP-functie niet beschikbaar is. Verwijder in winterse omstandigheden alle
sneeuw of ijs van de camera op de voorruit
voordat u
wegrijdt.
Anders kan de werking van de apparatuur van
het camerasysteem worden aangetast.
Voorruitverwarming
Bij koud weer ver warmt deze functie de onderzijde
van de voorruit en het gedeelte langs de
voorruitstijlen.
Zonder dat u
daar voor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze functie
ervoor dat de ruitenwisserbladen sneller loskomen
van de voorruit als ze zijn vastgevroren en dat
opeenhoping van sneeuw door de werking van de
ruitenwissers wordt voorkomen.
3
Ergonomie en comfort

Page 96 of 364

94
Inschakelen/uitschakelen
F Druk bij draaiende motor op deze toets; het oranje lampje van de toets gaat branden.
Deze functie is actief zodra de buitentemperatuur
lager is dan 0°C.
F

D
ruk nogmaals op deze toets om de functie weer
uit te schakelen; het lampje van de toets gaat uit.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als de
motor wordt afgezet.
Ontwasemen – ontdooien
achterruit
Inschakelen
F Druk op deze toets om de achterruit en de buitenspiegels (afhankelijk
van de uitvoering) te ontwasemen/
ontdooien.
Het oranje lampje in de knop gaat branden.
Uitschakelen
De achterruitver warming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen. F

U k
unt de achterruitver warming ook
eerder uitschakelen door nogmaals
op de toets te drukken.
Het lampje van de toets gaat dan weer uit. Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit, omdat een
geringer stroomverbruik leidt tot een
verlaging van het brandstofverbruik.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
Programmeerbare
verwarming
De programmeerbare ver warming werkt
onafhankelijk van de motor.
Bij uitgeschakelde motor wordt het
koelcircuit voor ver warmd tot de optimale
motorbedrijfstemperatuur zodra de verwarming
wordt ingeschakeld.
De programmeerbare verwarming wordt
ingeschakeld met de afstandsbediening met groot
bereik. Het inschakelen gebeurt direct of uitgesteld,
met de programmeringsfunctie.
Ergonomie en comfort

Page 97 of 364

95
De bewegingsdetector van de
interieurbeveiliging werkt mogelijk minder goed
door de luchtstroming die de in werking zijnde
programmeerbare
v
erwarming
c
reëert.
Om een ongewenste activering van het
alarm te voorkomen tijdens het gebruik
van de programmeerbare ver warming, is
het raadzaam de interieurbeveiliging uit te
schakelen.
Door het instellen van de programmeerbare
ver warming kunt u
deze functie gebruiken om
het interieur van uw auto vooraf te ver warmen.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje ingeschakelde
functie
Schakel de programmeerbare verwarming
altijd uit tijdens het tanken om elk risico van
brand of explosie te vermijden.
De programmeerbare ver warming werkt op
brandstof uit de brandstoftank van de auto.
Controleer vóór gebruik of er voldoende
brandstof in de tank aanwezig is. Wanneer het
minimumbrandstofniveau is bereikt, adviseren
wij u
nadrukkelijk de ver warming niet te
gebruiken.
Om het risico van vergiftiging of verstikking
te vermijden, mag de programmeerbare
ver warming niet worden gebruikt, ook niet voor
korte perioden, in afgesloten ruimten, zoals
een garage of een werkplaats zonder een
uitlaatgasafvoersysteem.
Parkeer de auto niet op een brandbare
ondergrond (dor gras, dode bladeren, papier
enz.). - Brandgevaar!
Afstandsbediening
1. Menutoetsen voor functies.
2. Functiesymbolen:
klok, temperatuur, werkingstijd,
geprogrammeerde tijd, werking verwarming,
regeling verwarming.
3. Digitale weergave:
tijd, temperatuur, werkingstijd,
geprogrammeerde tijd of verwarmingsniveau.
4. To e t s U I T.
5. To e t s A A N .
aan en rood: uitgesteld inschakelen
geprogrammeerd.
rood en knippert: ver warming A AN.
uit: verwarming UIT.
Presentatie
3
Ergonomie en comfort

Page 98 of 364

96
Weergave van de functies
De informatie over de interieurtemperatuur is
alleen beschikbaar als de motor is afgezet.
Instellen van de tijd
F Stel de tijd in met de toetsen 1.
F D ruk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 om de
ingestelde tijd op te slaan.
Direct inschakelen
De ver warming wordt ingeschakeld en
dit symbool wordt weergegeven.
Dit lampje knippert als de verwarming in
werking is.
F

V

oor uitschakelen van de functie drukt u op de
toets 4

tot de melding " OK" verschijnt.
F

D

ruk meerdere keren op de toetsen 1

om de
functies weer te geven.
Wanneer de eerste keer op de linker of rechter toets
wordt gedrukt, wordt de tijd weergegeven.
Ver volgens kan de linker toets worden gebruikt om
naar de geprogrammeerde tijd en ver volgens naar
het verwarmingsniveau te gaan (" C1" tot en met
" C5 ").
De rechter toets kan worden gebruikt om naar
de interieurtemperatuur en ver volgens naar de
werkingstijd van de ver warming te gaan, als deze
direct is aangezet. F

D

ruk, nadat de tijd is weergegeven met de
toetsen 1 , binnen 10

seconden gelijktijdig op de
toetsen 4

en 5
.
Dit symbool gaat knipperen.
Dit symbool wordt weergegeven. F

D

ruk op de toets 5 tot de melding "
OK"
verschijnt.
Als het signaal is ontvangen, worden de melding
" OK " en de werkingstijd van de ver warming
weergegeven.
Dit symbool verdwijnt en het lampje
gaat uit.
Ergonomie en comfort

Page 99 of 364

97
Als tijdens deze handelingen de melding "FA I L"
verschijnt, is het signaal niet ontvangen. Begin
opnieuw met de procedure nadat u
de positie
hebt gewijzigd.
Instellen van de werkingstijd
F Druk op toets 1 om de werkingstijd weer te
geven.
F

D
ruk, zodra de werkingstijd wordt getoond,
binnen 10
seconden gelijktijdig op de toetsen
4
en 5. F

S
tel de werkingstijd in met toets 1
: in stappen
van 10 minuten met een maximum van
30

minuten.
F
D
ruk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 om de
werkingstijd op te slaan.
De fabrieksinstelling is een waarde van
30

minuten.
Uitgesteld inschakelen
U moet een vertrektijd voor het systeem
programmeren zodat automatisch de optimale
inschakeltijd van de ver warming kan worden
berekend.
Dit symbool wordt weergegeven.
Dit symbool gaat knipperen. Dit symbool wordt weergegeven.
Programmeren van de vertrektijd
F Druk op de toetsen 1
om de geprogrammeerde
tijd weer te geven.
F

D
ruk zodra de geprogrammeerde tijd wordt
getoond binnen 10


seconden gelijktijdig op de
toetsen 4
en 5.
F

S
tel de tijd in door op toetsen 1 te drukken.
F

D
ruk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 om de tijd
op te slaan.
Inschakelen/uitschakelen
Dit symbool wordt weergegeven.
Dit symbool gaat knipperen.
Dit symbool wordt weergegeven.
F

D

ruk, zodra de geprogrammeerde tijd wordt
getoond na drukken op toetsen 1 , op de toets
5

tot de melding " OK" verschijnt.
Als het signaal is ontvangen, worden
de melding " OK" en dit symbool
weergegeven.
3
Ergonomie en comfort

Page 100 of 364

98
HTM: Heat Thermo Management
(verwarmingsregeling).
F

V
oor uitschakelen van de programmeer functie
drukt u
op de toets 4 tot de melding "OK"
verschijnt.
Als tijdens deze handelingen de melding " FA I L"
verschijnt, is het signaal niet ontvangen. Begin
opnieuw met de procedure nadat u
de positie
hebt gewijzigd.
Uitschakelen van de verwarming
F Druk op de toets 5 .
Wijzigen van het verwarmingsniveau
Het systeem heeft 5 verwarmingsniveaus:
C1 (laagste niveau) tot en met C5 (hoogste niveau).
F

D
ruk, nadat de het ver warmingsniveau is
weergegeven met de toetsen 1 , gelijktijdig op de
toetsen 4
en 5.
De letter " C" knippert.
F

W
ijzig het ver warmingsniveau door op de toets
1
te drukken.
F

D
ruk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 om het
geselecteerde niveau op te slaan.
De letter " C" verschijnt.
De ingestelde waarde worden door de nieuwe
invoer overschreven. De geprogrammeerde
tijden worden opgeslagen tot de volgende
wijziging.
Als de starttijd is geactiveerd, kan het
verwarmingsniveau niet worden gewijzigd.
Deactiveer dan eerst de starttijd.
Storingen
Als de programmeerbare extra ver warming niet
werkt, neem dan contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vervangen van de batterij
De afstandsbediening wordt gevoed door een
meegeleverde 6 V-28L-batterij.
Als de batterij moet worden ver vangen, wordt dit
aangegeven op het display.
Dit rode lampje gaat branden tot de
verwarming gaat werken.
Dit symbool verschijnt als de ver warming
in werking treedt.
Dit symbool zal verdwijnen.
Dit symbool blijft weergegeven worden.
Dit lampje gaat uit. Gooi lege batterijen niet weg, maar lever ze
in bij een speciaal verzamelpunt.
F

M
aak de behuizing los.
F

V
er vang de batterij; let daarbij op de polariteit.
F

S
ynchroniseer de afstandsbediening.
Ergonomie en comfort

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 370 next >