PEUGEOT 5008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Page 11 of 364
9
* Uitvoeringen met monochroom display.
**
U
itvoeringen met touchscreen.
Persoonlijke instellingen voor
het instrumentenpaneel
U kunt het uiterlijk van het instrumentenpaneel
aanpassen door een keuze te maken uit:
-
d
e kleur van de weergave op het
instrumentenpaneel**,
-
d
e weergavemodi.
Schermtaal en eenheden
Deze
zijn afhankelijk van de configuratie van
h
et multifunctionele display (configuratiemenu).
Wanneer u
reist naar een land met een
andere
of ficiële eenheid voor de afstanden en
s
nelheidslimieten (km of miles, km/h of mph),
dient
u de configuratie van het multifunctionele
d
isplay te wijzigen.
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen
uitsluitend uit bij stilstaande auto.
**
U
itvoeringen met touchscreen.
Keuze van de schermkleur
Deze is afhankelijk van de sfeer die is geactiveerd
met de functie i- Cockpit Amplify.
U kunt kiezen uit de volgende sferen:
F "Relax ": grijs,
F
"Boost ": rood,
F
"Normaal " (geen sfeer geactiveerd): blauw.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie i-Cockpit Amplify .
Keuze van de weergavemodus
Wijzigen van de weergavemodus van het
instrumentenpaneel:
F
D
raai aan de rolknop links op het stuur wiel om
de verschillende weergavemodi op het rechter
gedeelte van het instrumentenpaneel weer te
geven en er doorheen te scrollen.
F
D
ruk zodra de gewenste weergavemodus
verschijnt op de knop om te bevestigen.
De nieuwe weergavemodus wordt direct toegepast.
Elke modus is gekoppeld aan een type informatie dat
wordt weergegeven op het instrumentenpaneel.
-
"
METERS": standaardweergave van de
analoge en digitale snelheidsmeter, de
toerenteller, de brandstofniveaumeter, de
koelvloeistoftemperatuurmeter en de kilometer-
en dagteller.
-
"
NAVIGATIE": standaardweergave
aangevuld met de informatie over de huidige
routebegeleiding (kaartgegevens en navigatie-
aanwijzingen). -
"
RIJDEN": standaardweergave aangevuld met
de informatie van de actieve rijhulpsystemen.
-
"
MINIMA AL": beperkte weergave met
alleen de digitale snelheidsmeter, de
kilometer- en dagteller en, uitsluitend bij een
waarschuwingssituatie, de brandstofniveaumeter
en de koelvloeistoftemperatuurmeter.
-
"
BOORDCOMPUTER"* weergavemodus
MINIMA AL met bovendien de toerenteller, de
actuele gegevens en het geselecteerde traject
(1
of 2).
of
-
"
PERSOONLIJK"**: weergave minimaal met
bovendien de op het touchscreen geselecteerde
gegevens in de te personaliseren gedeelten links
en rechts.
Configureren
van de weergavemodus
"
PERSOONLIJK" en selecteren van de weer te
geven gegevens in de te personaliseren gedeelten
van het instrumentenpaneel:
of F
S
electeer het menu Instellingen
in de bovenste balk van het
touchscreen.
1
Instrumentenpaneel
Page 12 of 364
10
F Selecteer "Parameters".
F
D
ruk op de knop " Configuratie
dashboard ".
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen
uitsluitend uit bij stilstaande auto.
F
Sel
ecteer voor elk te personaliseren gedeelte,
links en rechts, het type weer te geven gegevens
met de desbetreffende scrolpijlen op het
touchscreen:
•
" Rijhulpsystemen ",
•
" Standaard " (leeg),
•
" Informatie over de motor " (Dynamic Pack),
•
" G-meters " (Dynamic Pack),
•
" Temperaturen: " (motorolie),
•
" Media ",
•
" Navigatie ",
•
" Boordcomputer ",
•
" Toerenteller ".
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten. Als de weergavemodus is ingesteld op
"PERSOONLIJK", wordt de nieuwe selectie direct
weergegeven.
Instrumentenpaneel
Page 13 of 364
11
Verklikkerlampjes
ingeschakelde functie
Het branden van een of meer van de volgende
verklikkerlampjes geeft aan dat de desbetreffende
functie is ingeschakeld.
Verklikkerlampjes
uitgeschakelde functie
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de
desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms wordt dit gecombineerd met de weergave van
een melding en een geluidssignaal.
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een of
meer van de volgende lampjes gaan branden, wijst
dit op een storing in het desbetreffende systeem en
moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een
waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende
informatie, die via een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven.
Neem bij problemen hiermee contact op met
het
PEUGEOT-netwerk
of
een
gekwalificeerde
w
erkplaats.
Verklikkerlampjes
Bij het aanzetten van het
contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
lampjes op het instrumentenpaneel enkele seconden
branden.
Zodra de motor is gestart, moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan voordat
u
gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
De meeste lampjes op het instrumentenpaneel
werken in combinatie met de weergave van een
melding en een geluidssignaal. Een aantal lampjes kan op twee manieren
branden: permanent of knipperend.
Aan de manier van branden in combinatie met
de werkingsfase van de auto valt af te lezen
of er sprake is van een normale situatie of een
storing.
Raadpleeg de desbetreffende tabellen van de
lampjes voor meer informatie.
Waarschuwingslampjes
1
Instrumentenpaneel
Page 14 of 364
12
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Rode waarschuwingslampjes STOP Permanent, in combinatie
met een ander lampje, de
weergave van een melding
en een geluidssignaal. Dit waarschuwingslampje gaat
branden bij een ernstige storing
van de motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging, de automatische
transmissie of bij een ernstige
elektrische storing. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.
Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
+ Te hoge
koelvloeistof-
temperatuur
Permanent, in combinatie
met het verklikkerlampje
S T O P. De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot de
motor is afgekoeld.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het probleem blijft bestaan.
Motoroliedruk Permanent. Een probleem met de motorsmering. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 15 of 364
13
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Laadtoestand
accu * Permanent.
Een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (ver vuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
niet correct gespannen of gebroken,
e n z .) . Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als dit niet het geval is.
Vanwege de laadtoestand van de accu moet u
de auto zo
snel mogelijk op een veilige plaats stilzetten.
Als de elektrische parkeerrem niet werkt, beveilig de auto
dan op de volgende manier tegen wegrollen:
F
B
ij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak:
schakel een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie: plaats de
meegeleverde wielblokken voor en achter een van de
wielen.
*
A
fhankelijk van het verkoopland. Portier(en)
geopend
Permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft. Bij een snelheid lager dan 10
km/h is
een portier of de achterklep niet goed
gesloten. Sluit het portier of de achterklep.
Permanent, in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft. Bij een snelheid hoger dan 10
km/h is
een portier of de achterklep niet goed
gesloten.
Veiligheidsgordels
losgemaakt of niet
vastgemaakt Permanent
of
Knippert in combinatie met
een geluidssignaal. Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting.
Dit lampje gaat ook branden op het display van de
waarschuwingslampjes voor de veiligheidsgordels en de
airbag vóór, in combinatie met het lampje dat aangeeft welke
veiligheidsgordel is losgemaakt of niet is vastgemaakt.
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 364
14
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Elektrische
parkeerrem Permanent.
De elektrische parkeerrem is
aangetrokken. Zet de parkeerrem vrij zodat het controlelampje uitgaat: trap het
rempedaal in en trek kort aan de hendel van de parkeerrem.
Houd u
aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de elektrische parkeerrem .
Knippert. De elektrische parkeerrem wordt niet
automatisch aangetrokken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer op een vlakke ondergrond (horizontaal).
Bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak: schakel
een versnelling in.
Zet bij een auto met een automatische transmissie de
selectiehendel in de stand P
.
Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Remsysteem Permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul bij met door PEUGEOT voorgeschreven remvloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan
controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
+ Permanent, in combinatie
met het verklikkerlampje
ABS.
Een storing in het systeem van de
elektronische remdrukregelaar
(EBD). Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 17 of 364
15
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Oranje waarschuwingslampjes Remmen Permanent. Een kleine storing van het
remsysteem. Rijd voorzichtig.
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)Permanent.
Een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel
mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(DSC/ASR)Knippert.
De DSC-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert zodra de wielen te weinig grip of
tractie hebben de aandrijving en zorgt voor een betere
koersstabiliteit.
Permanent. Een storing in het DSC-/ASR-
systeem. Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Uitschakeling van
de automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem Permanent.
De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld. Schakel de functies weer in.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de elektrische parkeerrem
.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 364
16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Service Brandt tijdelijk in combinatie
met de weergave van een
melding. Er zijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de
melding op het instrumentenpaneel.
In sommige gevallen kunt u
het probleem zelf oplossen
door bijvoorbeeld een nog geopend portier te sluiten of het
roetfilter te regenereren als dit verzadigd begint te raken (ga
om het roetfilter te regenereren, zodra de omstandigheden
het toelaten, met een snelheid van minimaal 60
km/h rijden
tot het lampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in combinatie
met de weergave van een
melding. Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in combinatie
met het knipperen en
vervolgens blijven branden
van de onderhoudssleutel. Het onderhoudsinterval is
overschreden.
Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel mogelijk
uitvoeren.
Distance Alert/
Active Safety
Brake Knippert.
Het systeem wordt geactiveerd. Het systeem remt de auto kort af om de snelheid van de
aanrijding met de voorligger te beperken.
Permanent, in combinatie
met een melding en een
geluidssignaal. Een storing in het systeem.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 364
17
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Distance Alert/
Active Safety
Brake Permanent, in combinatie
met een melding.
Het systeem is uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de Distance Alert
/Active Safety Brake.
Lane Depar ture
Warning System Knippert in combinatie met
een geluidssignaal. Er wordt een overschrijding van een
rijstrookmarkering links of rechts
gedetecteerd. Stuur de andere kant op om de auto weer op de juiste koers
te brengen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over het Lane Departure Warning System
.
Permanent, in combinatie
met de weergave van een
melding. Een storing in het systeem.
Let extra goed op en rijd voorzichtig.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Active Lane
Departure Warning
System Permanent.
Het systeem is automatisch
uitgeschakeld of in de wachtstand
gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over het Active Lane Depar ture Warning System
.
Knippert. De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden
zonder dat de richtingaanwijzer is
ingeschakeld. Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert ver volgens de
koers afhankelijk van de zijde van de rijstrookmarkering die
overschreden dreigt te worden.
+ Permanent, in combinatie
met de weergave van een
melding, een geluidssignaal
en het branden van het
lampje Service.Een storing in het systeem.
Let extra goed op en rijd voorzichtig.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over het Active Lane Depar ture Warning System .
Bandenspanning
te laag Permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden
uitgevoerd.
Elke keer nadat u
een of meer banden op spanning hebt
gebracht en na het ver wisselen van een of meer wielen,
moet u
het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over het bandenspanningscontrolesysteem .
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 364
18
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
+ Knippert en brandt
vervolgens permanent, in
combinatie met het lampje
Service.
Er is een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem.
De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Airbags Brandt tijdelijk. Het lampje brandt na het aanzetten
van het contact gedurende enkele
seconden en dooft vervolgens. Het lampje moet doven als de motor draait.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als dit niet het geval is.
Permanent. Een storing in een van de airbags of
de pyrotechnische gordelspanners. Laat ze controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Airbag vóór aan
passagierszijde Permanent op het
pictogrammendisplay
voor de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde
is uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend lampje
Airbags). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór aan
passagierszijde in te schakelen. Plaats in dit geval geen
kinderzitje met de rug in de rijrichting op deze zitplaats.
Instrumentenpaneel