PEUGEOT 5008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2018Pages: 364, PDF Size: 13.09 MB
Page 31 of 364

29
Meters
Onderhoudsindicator
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Onderhoudssleutel Brandt tijdelijk, bij het
aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is 1000
tot
3000
km.De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de resterende afstand
(in kilometers of mijlen) tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
-
g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende afstand
(in kilometers of mijlen) en tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel gaat na een paar seconden uit.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven als het
einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Permanent, bij het
aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is korter dan
1000
km.De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de resterende afstand tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende afstand
en tijd tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel blijft branden om aan te geven dat uw
auto zeer binnenkort aan een onderhoudsbeurt toe is.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven als het
einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 364

30
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Onderhoudssleutel Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van het
contact. Het inter val voor de onderhoudsbeurt
is overschreden.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan. De
waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
g
eeft een waarschuwingsmelding aan dat het
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt ook weergegeven wanneer het
onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
+ Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van het
contact, in combinatie
met het verklikkerlampje
Service.Het onderhoudsinterval voor de
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van
de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan. De
waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
g
eeft een waarschuwingsmelding aan dat het
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt ook weergegeven wanneer het
onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
De weergegeven afstand (in kilometers of mijlen) wordt berekend op basis van het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
Instrumentenpaneel
Page 33 of 364

31
Nulstelling onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u de onderhoudsbeurt van uw auto zelf hebt
uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
Als u
na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht
minimaal 5
minuten. Het op nul zetten van de
onderhoudsindicator zal anders niet worden
opgeslagen.
Opvragen van onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
Motorolieniveaumeter
(afhankelijk van de uitvoering)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst de
onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens
gedurende enkele seconden het motorolieniveau. Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en houd
deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "
=0" aangeeft; de
sleutel verdwijnt. F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven en verdwijnt vervolgens weer.
Olieniveau correct
Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, verschijnt
de melding "Te laag olieniveau" op het
instrumentenpaneel, gaat het lampje Ser vice
branden en klinkt een geluidssignaal.
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 364

32
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau"
wordt weergegeven, duidt dit op een storing in de
motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde
w
erkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt
het motoroliepeil niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het
motoroliepeil controleren met de peilstok in de
motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus .
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
-
zone A, is de temperatuur in orde,
-
i
n zone B : de temperatuur is te hoog; dit lampje
en het centrale waarschuwingslampje STOP
gaan branden op het instrumentenpaneel,
in combinatie met een melding en een
geluidssignaal.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u
de motor afzet.
Open nadat u
het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus
.
AdBlue®-actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend aanwezig
bij auto's met een BlueHDi-dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-reservoir
is aangesproken of een storing in het SCR-systeem
is gedetecteerd, verschijnt bij het aanzetten van
het contact een indicator die aangeeft hoeveel
kilometer u
nog ongeveer kunt rijden voordat het
opnieuw starten van de motor automatisch wordt
geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een te
laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem
wordt automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Bij uitschakelen van het contact verschijnt er geen
informatie over de resterende actieradius op het
instrumentenpaneel.
Instrumentenpaneel
Page 35 of 364

33
Druk op deze knop om de actieradius
tijdelijk weer te geven.
Actieradius tussen 2400
en 800 km
(met 1,5
BlueHDi 130 S&S en 2,0 BlueHDi
180
S&S motor) Actieradius tussen 2400
en 600 km
(met 1,6
BlueHDi 100 S&S, 1,6 BlueHDi 115 S&S,
1,6
BlueHDi 120 S&S en 2,0 BlueHDi 150 S&S
motor)
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje
ongeveer 30
seconden branden in combinatie met
een geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u
nog kunt rijden
met de resterende hoeveelheid vloeistof.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel mogelijk
vloeistof bij. Deze meldingen worden vergezeld van het advies
om niet meer dan 10
liter AdBlue bij te vullen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje
branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u
nog kunt rijden met de resterende
hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 300
km
weergegeven zolang er geen vloeistof is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel mogelijk
vloeistof bij. Actieradius tussen 800
en 100 km
(met 1,5 BlueHDi 130 S&S en 2,0 BlueHDi
180 S&S motor)
Actieradius kleiner dan 600 km
(met 1,6
BlueHDi 100 S&S, 1,6 BlueHDi 115 S&S,
1,6
BlueHDi 120 S&S en 2,0 BlueHDi 150 S&S
motor) Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje
branden in combinatie met een geluidssignaal
(1 pieptoon) en een melding (bijvoorbeeld " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk over x km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden
met de resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en de
melding elke 100
km weergegeven zolang er geen
vloeistof is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te voorkomen
dat het reser voir helemaal leeg raakt en de motor
niet meer gestart kan worden.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
branden in combinatie met het permanent branden
van het lampje Ser vice, een geluidssignaal en
een melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u
nog kunt rijden met de resterende
hoeveelheid vloeistof.
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 364

34
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden herhaald zolang er geen AdBlue is
bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te voorkomen
dat het reser voir helemaal leeg raakt en de motor
niet meer gestart kan worden.
Actieradius kleiner dan 100
km
(met 1,5
BlueHDi 130 S&S en 2,0 BlueHDi
180
S&S motor)
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en de
melding elke 10
km weergegeven zolang er geen
AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te voorkomen
dat het reser voir helemaal leeg raakt en de motor
niet meer gestart kan worden. Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van de
motor wordt geblokkeerd door het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet het
reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
® worden
gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking tot
het bijvullen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
(1
pieptoon) en een melding (bijvoorbeeld " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk over x km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u
nog kunt rijden
met de resterende hoeveelheid vloeistof. Als het contact wordt aangezet, gaat het lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal en
de melding " Vul AdBlue bij: starten onmogelijk".
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als meer
dan 1100
km is gereden nadat de storing in het
SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde
w
erkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd
In het geval van een tijdelijke storing verdwijnt
de waarschuwing tijdens de volgende rit na
controle van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven
zodra de storing voor de eerste keer wordt
gedetecteerd en ver volgens steeds bij het aanzetten
van het contact zolang de storing niet is verholpen.
Instrumentenpaneel
Page 37 of 364

35
Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1100 en
0 km)
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in het
SCR-emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Ga zo snel mogelijk naar het PEUGEOT-netwerk of
een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u
dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart. Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(na 50
km) en de storingsmelding permanent wordt
weergegeven, gaan deze lampjes branden en gaat
het lampje AdBlue knipperen in combinatie met
een geluidssignaal en een melding (bijv.: "Storing
emissieregeling: Starten verboden binnen 300
km")
die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u
nog kunt
rijden met de resterende hoeveelheid vloeistof.
Starten geblokkeerd U hebt de limiet van de toegestane rijfase
overschreden: het startblokkeringssysteem
voorkomt dat de motor kan worden gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u
contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde
w
erkplaats.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan deze
lampjes branden en knippert het lampje AdBlue in
combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling: Starten verboden".
Handmatige check van het
instrumentenpaneel
Met deze functie kunnen op elk moment bepaalde
indicatoren worden gecontroleerd en het logboek
van storingen worden weergegeven. F
D
ruk bij draaiende motor kort op deze knop.
De volgende gegevens verschijnen op het
instrumentenpaneel:
-
he
t motorolieniveau,
-
he
t onderhoudsinterval,
-
d
e actieradius van de AdBlue en het SCR-
systeem bij uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor,
-
de
actuele waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook automatisch
elke keer wanneer u het contact aanzet.
Kilometerteller/dagteller
De kilometerteller en dagteller worden gedurende
30
seconden weergegeven bij het afzetten van het
contact, bij het openen van het bestuurdersportier
en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto.
Voor reizen in het buitenland kan de eenheid
van de afstand worden aangepast: de snelheid
moet namelijk worden weergegeven in de
of ficiële
eenheid van het land (km of mijl).
U kunt bij stilstaande auto de eenheid voor
snelheid
wijzigen via het configuratiemenu.
1
Instrumentenpaneel
Page 38 of 364

36
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van de
auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers weer
sinds de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
Dimmer dashboardverlichting
Uitvoering met monochroom display
Werkt alleen als de verlichting van de auto is
ingeschakeld (nachtmodus).
De lichtsterkte van de verlichting van de
instrumenten en bedieningselementen kan worden
afgesteld.
Op 0
zetten van de dagteller
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat. F
D
ruk op deze knop om de
lichtsterkte af te stellen.
F
L
aat de knop los als de laagste
stand van de lichtsterkte is bereikt
en druk nogmaals op de knop om
de lichtsterkte te verhogen.
of
F
L
aat de knop los als de hoogste stand van de
lichtsterkte is bereikt en druk nogmaals op de
knop om de lichtsterkte te verlagen.
F
L
aat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Sfeerverlichting van het
instrumentenpaneel
Uitvoering met touchscreen
Hiermee kan de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel worden ingeschakeld of
uitgeschakeld.
De lichtsterkte van de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel kan worden ingesteld via het
touchscreen. F
D
ruk op deze knop.
of F
S
electeer het menu Instellingen
in de bovenste menubalk van het
touchscreen.
F
D
ruk op de toets "Lichtsterkte".
Instrumentenpaneel
Page 39 of 364

37
F Stel de lichtsterkte af door op de pijlen te drukken of de cursor te bewegen.
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
F
D
ruk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde
van de ruitenwisserschakelaar om de
verschillende onderwerpen achtereenvolgend
weer te geven.
De gegevens van de boordcomputer worden
permanent weergegeven als u
de weergavemodus
"BOORDCOMPUTER" of "PERSOONLIJK"
(afhankelijk van de uitvoering) hebt geselecteerd.
Druk bij alle andere weergavemodi op de toets op
het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om deze
informatie tijdelijk op een specifiek scherm weer te
g
even.
Weergave van informatie op
het instrumentenpaneel
- Actuele informatie:
• d e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
-
T
raject " 1":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het eerste traject. -
T
raject "
2":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het tweede traject.
Op 0 zetten van de dagteller
F Druk langer dan twee seconden op de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
wanneer het gewenste traject wordt
weergegeven.
Trajecten "1 " en "2" zijn onafhankelijk en kunnen op
dezelfde manier worden gebruikt.
Via traject " 1" kunnen dagelijkse berekeningen en
via traject " 2" maandelijkse berekeningen worden
uitgevoerd.
1
Instrumentenpaneel
Page 40 of 364

38
Monochroom display C
Weergave
Afhankelijk van de geselecteerde functie wordt het
volgende weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
d
e buitentemperatuur (de temperatuur knippert
bij kans op gladheid),
-
d
e informatie van de parkeerhulp,
-
d
e geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de telefoon of de handsfree
set,
-
d
e configuratiemenu's van het display en de
uitrusting van de auto.
Enkele definities…
Actieradius
(km of mijl)
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde
werkplaats als tijdens
h
et rijden de streepjes continu worden
weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) D eze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h.
Deze waarde kan variëren door een gewijzigde
r
ijstijl of het rijden op een helling, waardoor
het actuele brandstofverbruik aanzienlijk kan
wijzigen. De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden
(berekend op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste afgelegde
kilometers).
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt
de actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100 km bedraagt.
Berekend over de laatste seconden.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) B erekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Teller Stop & Start
(minuten/seconden of uren/minuten) Als uw auto is uitgerust met Stop & Start, registreert
een teller hoelang de STOP-stand tijdens een traject
is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u
het contact aanzet
weer op nul gezet.
Instrumentenpaneel