PEUGEOT 5008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2018Pages: 364, PDF Size: 13.09 MB
Page 41 of 364

39
Toetsen
Druk op het bedieningspaneel van de autoradio op:
F d e toets " MENU" om het hoofdmenu weer te
geven,
F
d
e toets " 5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
d
e toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets " OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets " Te r u g" om de uitgevoerde handeling af
te breken.
Hoofdmenu
F Druk op de toets MENU :
- "Multimedia",
-
"Telefoon",
-
"Verbindingen",
- "Persoonlijke
instelling – configuratie",
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om het gewenste
menu te selecteren en bevestig door op de toets
" OK " te drukken.
Menu "Multimedia "
Als de autoradio is ingeschakeld,
kunt u
via dit menu de functies van
de radio (Zendervolgsysteem (RDS),
Volgsysteem digitale zender/FM,
Zenderinfo (TXT)) in- of uitschakelen en
kunt u
kiezen op welke manier de media
moeten worden afgespeeld (Normaal,
Shuffle, Shuffle uitgebreid, Herhaling).
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Multimedia" de rubriek "Audio en telematica".
Menu "Telefoon "
Als de autoradio is ingeschakeld en
dit menu is geselecteerd, kunt u
het
gesprekkenlogboek weergeven en de
adresboeken van de telefoon opvragen.
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Telefoon" de rubriek "Audio en telematica".
Menu "Verbindingen "
Als de autoradio is ingeschakeld, kunt
u
via dit menu een Bluetooth-apparaat
aankoppelen (telefoon, mediaspeler)
en de aansluitmodus ervan instellen
(handsfree, audiobestanden afspelen). Zie voor meer informatie over de toepassing
"Verbindingen" de rubriek "Audio en telematica".
Menu
"Persoonlijke instelling –
configuratie "
Als dit menu is geselecteerd, hebt
u
toegang tot de volgende functies:
-
"
Parameters van de auto instellen",
-
"Taalkeuze",
- "Configuratie
display".
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen van de
auto in- en uitgeschakeld worden (afhankelijk van de
uitvoering):
- "Toegang tot de auto ":
•
"Afstandsbd.".
Raadpleeg voor meer informatie over de
afstandsbediening en in het bijzonder over de
selectieve ontgrendeling van het bestuurdersportier
de rubriek "Toegang tot de auto".
-
"Comfort ":
•
"
Ruitenw. aan bij achteruit".
Raadpleeg voor meer informatie over de
ruitenwissers de rubriek " Verlichting en
zic ht ".
•
"Parkeerhulp".
Raadpleeg voor meer informatie over de
parkeerhulp de rubriek "Rijden".
1
Instrumentenpaneel
Page 42 of 364

40
Touchscreen
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel aandacht
vergen altijd bij stilstaande auto uitvoeren.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
Algemene werking
Adviezen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Het kan bij alle temperaturen worden gebruikt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
•
"
Detectie verslapping aandacht".
Raadpleeg voor meer informatie over de
detectie verslapping aandacht de rubriek
"Rijden".
-
"
Hulp bij het rijden ":
•
"
Autom. noodremfunctie".
Raadpleeg voor meer informatie over Active
Safety Brake de rubriek "Rijden".
•
"Snelheidsadviezen".
Raadpleeg voor meer informatie over de
snelheidslimietherkenning
de rubriek
"Rijden".
•
"Bandenspanning".
Raadpleeg voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem en
in het bijzonder over het resetten er van de
rubriek "Rijden".
Ta a l k e u z e
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal van de
weergave van het display en het instrumentenpaneel
worden geselecteerd uit een lijst van talen.
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot de
v olgende instellingen:
-
"
Keuze van eenheden",
-
"
Datum en tijd instellen",
-
"
Instellingen display",
-
"Lichtsterkte". Datum en tijd instellen
F
D
ruk op de knop "
7" of " 8" om het menu
"Configuratie display" weer te geven en druk
ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop "
5" of " 6" om de regel "Datum
en tijd instellen" te selecteren en druk ver volgens
op OK.
F
D
ruk op de knop "
7" of " 8" om de te wijzigen
instelling te selecteren. Bevestig door op OK te
drukken, wijzig de instelling en bevestig opnieuw
om de wijziging op te slaan.
F
P
as de instellingen één voor één aan en bevestig
met de knop OK.
F
D
ruk op de knop "
5" of " 6" en ver volgens op
de knop OK om het vakje OK te selecteren
en bevestig of druk op de knop Terug om te
annuleren.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel aandacht
vergen altijd bij stilstaande auto uitvoeren. Dit systeem heeft de volgende functies:
-
p
ermanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er verschijnt een blauw
lampje bij kans op gladheid),
-
b
ediening van de verwarming/airconditioning,
-
t
oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
-
b
ediening van het audiosysteem, de telefoon en
weergave van de bijbehorende informatie,
-
w
eergave van de waarschuwingen van de
parkeerhulpsystemen (grafische weergave van
de parkeerhulp, Park Assist enz.),
-
T
oegang tot de internetdiensten en weergave
van de bijbehorende informatie.
en, afhankelijk van de uitvoering:
-
b
ediening van het navigatiesysteem en weergave
van de bijbehorende informatie.
Instrumentenpaneel
Page 43 of 364

41
Werkingsprincipes
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om de
menu's te openen en druk ver volgens op de op het
touchscreen weergegeven toetsen.
Bepaalde menu's kunnen op twee pagina's worden
weergegeven: druk op de toets "OPTIES" om de
tweede pagina te bekijken.
Als gedurende enkele seconden geen
handelingen op de tweede pagina worden
uitgevoerd, wordt automatisch de eerste
pagina weer weergegeven.
Druk op " ON" of " OFF" om een functie in of uit te
schakelen.
Druk op deze toets om de instellingen
voor een functie aan te passen.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie over de functie weer te geven.
Gebruik deze toets om uw keuze te
bevestigen.
Gebruik deze toets om terug te keren
naar de vorige pagina.
Menu's
Functie i-Cockpit Amplify.
Hiermee kunt u de sfeer in de auto aan
uw smaak aanpassen.
Radio Media.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Airconditioning.
Hiermee kunnen onder andere de
temperatuur en de aanjagersnelheid
worden ingesteld. Online navigatie of Mirror Screen
*.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Auto of Rijden*.
Hiermee kunnen bepaalde functies
worden geactiveerd, gedeactiveerd en
geconfigureerd.
Telefoon.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Applicaties.
Hiermee hebt u
rechtstreeks toegang
tot bepaalde elementen van de functie
i-Cockpit Amplify (parfumeur…).
*
A
fhankelijk van de uitvoering.
De via dit menu beschikbare functies zijn verdeeld
onder twee tabbladen: "
Voertuiginstellingen" en
" Rijfuncties ".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie i-Cockpit Amplify .Raadpleeg de desbetreffende rubrieken voor
meer informatie over de semi-automatische
airconditioning met centrale regeling en de
automatische airconditioning met gescheiden
regeling
.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de parfumeur .
Raadpleeg voor andere functies de instelling "Audio
en telematica".
1
Instrumentenpaneel
Page 44 of 364

42
Bovenste balk
Bepaalde gegevens worden permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
D
e tijd en de buitentemperatuur (er verschijnt
een blauw lampje bij kans op gladheid).
-
H
erhaling van de informatie over de
airconditioning en rechtstreekse toegang tot het
bijbehorende menu.
-
B
asisinformatie van de menu's Radio Media ,
Telefoon en navigatie-aanwijzingen*.
-
Berichten.
-
T
oegang tot de instellingen voor het
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel
(datum/tijd, taal, eenheden enz.).
Menu Auto/Rijden
Tabblad " Voertuiginstellingen "
PEUGEOT Connect Nav
* Afhankelijk van de uitvoering Groepen
Functies
" Rijverlichting "-
"
Bochtverlichting": inschakelen/uitschakelen van de statische bochtverlichting.
" Toegang auto "-
"
Ontgrendelen: Alleen bestuurder": inschakelen/uitschakelen van het selectief
ontgrendelen van het bestuurdersportier.
-
"
Ontgrendelen: Alleen de achterklep": inschakelen/uitschakelen van het
selectief ontgrendelen van de achterklep.
-
"
Elektrisch bedienbare achterklep": inschakelen/uitschakelen van het elektrisch
openen en sluiten van de achterklep.
-
"
Handsfree toegang": inschakelen/uitschakelen van de handsfree-functie van de
achterklep.
" Comfortverlichting "-
"
Ruitenwisser achter bij inschakelen achteruit": inschakelen/uitschakelen van de
ruitenwisser achter bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
-
"
Buitensp. afstellen bij inschakelen achteruit": inschakelen/uitschakelen van
het automatisch verstellen van de buitenspiegels bij het inschakelen van de
achteruitversnelling.
-
"
Follow me home-verlichting": inschakelen/uitschakelen van de automatische
follow me home-verlichting.
-
"
Instapverlichting": inschakelen/uitschakelen van de instapverlichting.
-
"
Sfeerverlichting": inschakelen/uitschakelen van de sfeerverlichting en instellen
van de lichtsterkte.
" Beveiliging "-
"
Waarschuwing kans op aanrijding": inschakelen/uitschakelen van de
waarschuwing kans op aanrijding en het automatische noodremsysteem.
-
"
Weergave adviessnelheid": inschakelen/uitschakelen van de
snelheidslimietherkenning.
-
"
Detectie verslapping aandacht": inschakelen/uitschakelen van de detectie van
het verslappen van de aandacht van de bestuurder.
U kunt ook met drie vingers op het touchscreen
drukken om de menucarrousel weer te geven.
Instellen van het volume/onderbreken
van het geluid.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Instrumentenpaneel
Page 45 of 364

43
PEUGEOT Connect Radio
GroepenFuncties
" Verlichting "-
"
Bochtverlichting": inschakelen/uitschakelen van de statische bochtverlichting.
-
"
Follow me home-verlichting": inschakelen/uitschakelen van de automatische
follow me home-verlichting.
-
"
Instapverlichting": inschakelen/uitschakelen van de instapverlichting.
" Toegang auto "-
"
Ontgrendelen: Alleen bestuurder": inschakelen/uitschakelen van het selectief
ontgrendelen van het bestuurdersportier.
-
"
Ontgrendelen: Alleen de achterklep": inschakelen/uitschakelen van het
selectief ontgrendelen van de achterklep.
-
"
Elektrisch bedienbare achterklep": inschakelen/uitschakelen van het elektrisch
openen en sluiten van de achterklep.
-
"
Handsfree toegang": inschakelen/uitschakelen van de handsfree-functie van de
achterklep.
" Comfortverlicht. "-
"
Ruitenwisser achter bij inschakelen achteruit": inschakelen/uitschakelen van de
ruitenwisser achter bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
-
"
Buitensp. afstellen bij inschakelen achteruit": inschakelen/uitschakelen van
het automatisch verstellen van de buitenspiegels bij het inschakelen van de
achteruitversnelling.
-
"
Sfeerverlichting": inschakelen/uitschakelen van de sfeerverlichting en instellen
van de lichtsterkte.
" Beveiliging "-
"
Waarschuwing kans op aanrijding": inschakelen/uitschakelen van de
waarschuwing kans op aanrijding en het automatische noodremsysteem.
-
"
Weergave adviessnelheid": inschakelen/uitschakelen van de
snelheidslimietherkenning.
-
"
Detectie verslapping aandacht": inschakelen/uitschakelen van de detectie van
het verslappen van de aandacht van de bestuurder. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over een van deze functies.
1
Instrumentenpaneel
Page 46 of 364

44
Tabblad "Rijfuncties "
Functie Toelichting
" Instelling snelheid " Opslaan van de snelheden voor de snelheidsbegrenzer of de
programmeerbare snelheidsregelaar.
" Bandenspan.contr. " Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
" Lane Departure Warning System "Inschakelen/uitschakelen van de functie.
" Lane Keeping System "Inschakelen/uitschakelen van de functie.
" Parkeerhulp " Inschakelen/uitschakelen van de functie.
" Park Assist " Inschakelen/uitschakelen van de functie.
" Automat. aan/uit grootlicht "Inschakelen/uitschakelen van de functie.
" Stop & Star t " Inschakelen/uitschakelen van de functie.
" Dodehoekbewaking " Inschakelen/uitschakelen van de functie.
" Panoramacamera " Inschakelen van de functie Visiopark 2.
" Antispinregeling " Inschakelen/uitschakelen van de functie. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over een van deze functies.
Instellingen
PEUGEOT Connect Nav
De via de bovenste menubalk
toegankelijke functies zijn in de volgende
tabel weergegeven.
To e t s Aanwijzingen
Keuze van een onderwerp.
Audio-instellingen (muziektype,
verdeling, niveau, stemvolume,
belvolume).
Uitschakelen van het scherm.
Instellingen van het touchscreen en
het digitale instrumentenpaneel.
Instrumentenpaneel
Page 47 of 364

45
PEUGEOT Connect Radio
De via de bovenste menubalk
toegankelijke functies zijn in de volgende
tabel weergegeven.
To e t s Aanwijzingen
Uitschakelen van het scherm (zwart
scherm).
Druk op het zwarte scherm of op een
van de menutoetsen om terug te gaan
naar de oorspronkelijke weergave.
Instellen van de lichtsterkte van de
sfeerverlichting van het dashboard.
Selecteren en configureren van de
drie gebruikersprofielen.
Instellingen van het touchscreen en
het digitale instrumentenpaneel.
Activering en configuratie van de
wifi-instellingen.
Instellingen van het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel
To e t s Aanwijzingen
Keuze van de eenheden:
-
t
emperatuur (°Celsius of
°Fahrenheit),
-
a
fstand en brandstofverbruik
(l/100
km, mpg of km/l).
Keuze van de op het touchscreen
en het digitale instrumentenpaneel
weergegeven taal.
Instellen van datum en tijd.
Keuze voor de synchronisering met
het GPS.
Instellen van de scherminstellingen
(tekst scrollen, animaties enz.) en de
helderheid.
Selecteren en configureren van de
drie gebruikersprofielen.
Keuze van het type weer te
geven informatie op het digitale
instrumentenpaneel. Instellingen van het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel
To e t s Aanwijzingen
Instellen van de scherminstellingen
(tekst scrollen, animaties enz.) en de
helderheid.
Keuze van de eenheden:
-
t
emperatuur (°Celsius of
°Fahrenheit),
- a fstand en brandstofverbruik
(l/100 km, mpg of km/l).
Keuze van de op het touchscreen
en het digitale instrumentenpaneel
weergegeven taal.
Instellen van datum en tijd.
Keuze van het type weer te
geven informatie op het digitale
instrumentenpaneel.
1
Instrumentenpaneel
Page 48 of 364

46
Afstandsbediening
Algemeen
Uitklappen van de sleutel
Afhankelijk van de uitvoering heeft de
afstandsbediening de volgende functies:
-
ontgrendelen/vergrendelen/supervergrendelen
van de auto,
-
o
ntgrendelen/openen/sluiten van de achterklep,
-
i
nschakelen van de verlichting,
-
in
klappen/uitklappen van de buitenspiegels,
-
in
schakelen/uitschakelen van het alarmsysteem,
-
o
penen van de ruiten,
-
s
luiten van de ruiten en het schuif-/kanteldak,
-
l
okaliseren van de auto,
-
s
tartbeveiliging van de auto. Afhankelijk van de uitvoering kan met de in de
afstandsbediening geïntegreerde sleutel het
volgende worden gedaan:
-
ontgrendelen/vergrendelen/supervergrendelen
van de auto,
-
in
schakelen/uitschakelen van het mechanische
kinderslot,
-
in
schakelen/uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde,
- v ergrendelen van de portieren (noodprocedure),
-
a
anzetten van het contact en starten/afzetten
van de motor.
Uitvoering zonder Keyless entr y and star t
F
D
ruk op deze knop; de sleutel wordt uitgeklapt.
Druk om de sleutel in te klappen eerst op deze knop;
zo voorkomt u
beschadiging van het mechanisme.
Ontgrendelen van de auto
Alle portieren ontgrendelen
F Druk op deze toets.
Selectief ontgrendelen
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
Deze functie kan via het configuratiemenu van de
auto worden ingesteld. Uitvoering met Keyless entr y and star t
F
T
rek aan deze knop ter wijl u de sleutel uit de
houder haalt.
Houd deze knop aangetrokken voordat u de sleutel
weer terugplaatst.
F
D
ruk op deze toets.
F
D
ruk nogmaals op deze knop om de
overige portieren te ontgrendelen en
de achterklep te openen.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop wordt
Toegang tot de auto
Page 49 of 364

47
Openen van de ruiten
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
F Druk op deze toets.Als een portier of de achterklep niet goed
is gesloten, kan de auto niet goed worden
vergrendeld. Als uw auto echter is uitgerust
met het alarmsysteem, wordt dit na ongeveer
45
seconden volledig ingeschakeld.
Als de auto per ongeluk wordt ontgrendeld en
de portieren en de achterklep gesloten blijven,
wordt de auto na ongeveer 30 seconden
automatisch weer vergrendeld. Als het
alarmsysteem ingeschakeld was, wordt dit
automatisch weer opnieuw ingeschakeld.
Het automatisch inklappen en uitklappen van
de buitenspiegels bij het vergrendelen en
ontgrendelen met de afstandsbediening kan
worden uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Supervergrendeling
F Druk binnen vijf seconden nogmaals op deze knop om de
super vergrendeling van de auto in te
schakelen. Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale vergrendeling, op
het dashboard, werkt dan niet meer.
Schakel daarom nooit de super vergrendeling in
als er zich iemand in de auto bevindt.
Sluiten van de ruiten en het schuifdak
Let erop dat niets het correcte sluiten van de
ruiten en het schuifdak in de weg staat.
Als u bij een uitvoering met alarmsysteem
de ruiten en/of het schuifdak bij het verlaten
van de auto op een kier wilt laten staan,
moet u
eerst de interieurbeveiliging van het
alarmsysteem uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het alarmsysteem .
gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto volledig of selectief is ontgrendeld bij
uitvoeringen zonder alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld bij de andere
uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Afhankelijk van de uitvoering kunnen
door de ontgrendelknop ingedrukt te
houden de ruiten worden geopend tot de
gewenste stand.
Het openen van de ruiten stopt zodra
u
de knop loslaat.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop wordt
gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto is vergrendeld bij uitvoeringen zonder
alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is ingeschakeld bij de andere
uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt. Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem geeft het
gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers tijdens het de tweede keer
indrukken van de vergrendelknop aan dat de
supervergrendeling is ingeschakeld. Als u
de voorportiergreep of de
vergrendelknop op de achterklep
ingedrukt houdt, worden de ruiten
en, afhankelijk van de uitvoering, het
schuifdak gesloten tot u de knop loslaat.
Hierbij wordt ook het zonnescherm van
het schuifdak gesloten.
2
Toegang tot de auto
Page 50 of 364

48
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
l okaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht.
Uw auto moet zijn vergrendeld.
Instapverlichting
F Druk op deze toets.
Gedurende ongeveer tien seconden gaan de
plafonniers en de verlichting in de buitenspiegels
branden en gaan de richtingaanwijzers knipperen.
Selectief ontgrendelen en
openen van de achterklep
Het selectief ontgrendelen en elektrisch openen
van de achterklep kan worden ingesteld in het
configuratiemenu van de auto.
Standaard is het selectief ontgrendelen van de
achterklep geactiveerd en de elektrische bediening
gedeactiveerd. F
H
oud deze knop ingedrukt om
de achterklep te ontgrendelen en
elektrisch te openen.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep
is uitgeschakeld, wordt bij het indrukken van de
knop de auto volledig ontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep
is uitgeschakeld, wordt de achterklep bij het
indrukken van de knop op een kier gezet.
Om de auto te kunnen vergrendelen, moet u
de
achterklep weer sluiten.
De portieren en de brandstofvulklep blijven
vergrendeld.
Keyless entry and start
Systeem waarmee de auto ontgrendeld (geopend),
vergrendeld (gesloten) en gestart kan worden
zonder dat u
de elektronische sleutel tevoorschijn
hoeft te halen.
De elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Zie de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de werking van de
afstandsbediening .
Ontgrendelen van de auto
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk
van de uitvoering.
F
D
ruk kort op deze toets van de
afstandsbediening.
Door de toets nogmaals in te drukken ter wijl
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld. De parkeerlichten, het dimlicht, de
kentekenplaatverlichting en de instapverlichting in
de buitenspiegels gaan gedurende 30
seconden
branden.
Toegang tot de auto