Peugeot Bipper 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 161 of 193

159
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
- Als het niet lukt om binnen 5 minuten de
bandenspanning op 1,5 bar te brengen:

maak de compressor los van het


ventiel en haal de stekker uit de
12V-accessoireaansluiting,


rijd met de auto ongeveer 10
meter
vooruit om de vloeistof over de
binnenzijde van de band te verdelen,


en probeer de b
and opnieuw op de
aangegeven spanning te brengen.
-

Als het niet lukt om binnen
10 minuten
de bandenspanning op 1,8
bar te
brengen:


stop met de reparatieprocedure, d
e band
is te zwaar beschadigd om gerepareerd
te kunnen worden,


raadpl
eeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
-

Ga nadat de band op een spanning van

3
bar is gebracht direct rijden.
Zet nadat u ongeveer 10
minuten hebt
gereden de auto op een veilige plaats stil en
controleer nogmaals de bandenspanning.
Breng de band indien nodig weer op de
juiste spanning en raadpleeg zo snel
mogelijk het P
e UG e OT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Vertel de technicus altijd dat u de band
met de noodreparatieset hebt gerepareerd
en overhandig hem de gebruiksaanwijzing
ervan.
Controleren en corrigeren van de
bandenspanning
Om de bandenspanning te controleren en
corrigeren, gebruikt u de compressor als
volgt:
-

haal de slang
I los,
-

sluit de slang rechtstreeks aan op het

ventiel van de band,
de spuitbus wordt op die manier zodanig
op de compressor aangesloten, dat het
afdichtmiddel niet wordt ingespoten.
Vervangen van de reparatiespuitbus
Haal de slang I los.
Draai de lege spuitbus linksom en beweeg
hem omhoog.
Breng de nieuwe spuitbus aan en draai deze
rechtsom vast.
Sluit de slangen I en B aan.
De reparatiespuitbus bevat
ethyleenglycol, dat giftig is bij inwendig
gebruik en irriterend is voor de ogen.
Houd het product buiten bereik van
kinderen.
Gooi een spuitbus na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij het P
e UG e OT-netwerk of
een officieel inzamelpunt.
Als de bandenspanning verlaagd moet
worden:
-

sluit de slang

I aan op het ventiel van de
band,
-

druk op de gele toets in het midden van


de schakelaar F van de compressor.
9
SNEL WEER OP WEG
Wiel verwisselen

Page 162 of 193

160
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
SNEEUWKETTINGEN
Onder winterse omstandigheden verbeteren
sneeuwkettingen de tractie en het
remgedrag van de auto.Uitsluitend de aangedreven wielen
mogen van sneeuwkettingen worden
voorzien.
e en noodreservewiel mag niet
worden voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid. Montagetips
F
Als u onderweg sneeuwkettingen moet


monteren, zet de auto dan langs de
kant van de weg stil op een vlakke
ondergrond.
F
T

rek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om
te voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij


de aanwijzingen van de fabrikant.
F
Rijd langzaam weg en rijd een klein


stukje met een snelheid van maximaal
50
km/h.
F
Zet de auto stil en controleer of de


kettingen correct gespannen zijn.
Het verdient aanbeveling voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen
te oefenen; doe dit op een vlakke en droge
ondergrond.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt
zijn voor het type velg van uw auto:
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het
P
e UG e OT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
175/70
R149
mm
185/65
R15Rijd niet met sneeuwkettingen op
een sneeuwvrij gemaakte weg om
schade aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of de
ketting en de bevestigingen de velg niet
raken.
Sneeuwkettingen

Page 163 of 193

161
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
Koplampen
Open de motorkap. Steek uw hand achter de
koplampunit om bij de lampen te komen.
Verwijder de beschermkappen om bij de
gloeilampen te komen.
Voer het monteren uit in omgekeerde
volgorde.
LAMPEN VERVANGEN
Type lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen
lampen.
Verwijder ze als volgt:
1.
T
ype A
V

olledig glazen gloeilamp: de lamp is
gemonteerd met een drukbevestiging,
trek de lamp daarom voorzichtig los.
2.

T
ype B
Gloeilamp met bajonetsluiting: druk de


lamp iets in en draai hem linksom.
3.

T
ype C
Cilindrische gloeilamp: druk de contacten


uit elkaar.
4.

T
ype D - E
Halogeenlamp: duw de borgveer open en


verwijder de lamp uit de lamphouder.
Bij gebruik van een hogedrukreiniger
Houd bij het verwijderen van hardnekkig
vuil met een hogedrukreiniger de straal niet
langdurig op de koplampen en omgeving
gericht, om te voorkomen dat de vernislaag
en de afdichtrubbers beschadigd raken.
9
SNEL WEER OP WEG
Lamp vervangen

Page 164 of 193

162
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
1 - Dimlicht
T
ype D, H4 - 55 W
-

Draai het deksel linksom open en

verwijder het.
-

Neem de stekker los.
-


Druk op de twee haakjes en duw de

borgveer open.
-

V
ervang de lamp en let erop dat het
metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit.
2
- Parkeerlicht
T

ype A, W 5 W - 5 W
-

Draai het deksel linksom open en

verwijder het.
-

T
rek de lamphouder los om bij de lamp te
komen.
-

V
ervang de lamp. 3
- Grootlicht
T

ype D, H4 - 55 W
-

Draai het deksel linksom open en

verwijder het.
-

Neem de stekker los.
-


Druk op de twee haakjes en duw de

borgveer open.
-

V
erwijder de lamphouder.
-

V
ervang de lamp en let erop dat het
metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit. 4
- Richtingaanwijzers
T

ype B, PY21W - 21W amberkleurig
-
Draai de lamphouder een kwart

omwenteling linksom.
-
Druk de lamp iets in en draai hem

linksom.
-
V
ervang de lamp.
Raadpleeg in geval van problemen het
P e UG e OT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Controleer na het vervangen of de
verlichting goed werkt.
5
- Mistlampen vóór
T

ype E, H1 - 55W
Raadpleeg het P
e UG e OT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Lamp vervangen

Page 165 of 193

163
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
Plafonniers voor/achter
Type C, 12 V 10 W - 10 W
-
Maak de plafonnier los met een

schroevendraaier.
-

V
erwijder het deksel om bij de lamp te
komen.
-

Druk de twee contacten uit elkaar en

vervang de lamp.
-

Controleer of de nieuwe lamp goed

tussen de contacten vastzit.
-

Sluit het beschermplaatje.
-


Breng de plafonnier aan en controleer of

hij goed vastzit.
Zijknipperlicht
Type A, WY5W - 5W amberkleurig
-
Duw het zijknipperlicht naar achteren en

trek het geheel los.
-

Houd de stekker vast en draai de

lamphouder een kwart omwenteling naar
links.
-

Draai de lamp een kwart omwenteling

naar links.
-

T
rek de lamp los en vervang hem.
-

Breng het zijknipperlicht vanaf de

achterzijde aan en duw hem naar voren.
9
SNEL WEER OP WEG
Lamp vervangen

Page 166 of 193

164
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
Achterlichten
- Bepaal de plaats van de defecte lamp en
open de achterdeuren.
-

Draai de twee schroeven los met de

schroevendraaier uit het etui (achter
de bestuurdersstoel) en verwijder de
lamphouder.
-

Maak de lampunit los.
-


Neem de stekker los.
-


V
erwijder de houder door de borglippen
uit elkaar te drukken.
-

V
ervang de lamp.
Kentekenplaatverlichting
Type A, C5W - 5W
-
Maak het lampglas los met de

schroevendraaier uit het etui (achter
de bestuurdersstoel) en verwijder de
lamphouder.
-

Druk de twee contacten uit elkaar en

vervang de lamp.
-

Controleer of de nieuwe lamp goed

tussen de contacten vastzit.
-

Breng het lampglas aan en druk het aan

de bovenzijde vast.
Zie voor meer informatie de tabel "
l
ampen".
1.

Remlichten
T

ype B, P21W - 21W
2.

Richtingaanwijzers
T

ype B, PY 21W - 21W amberkleurig
3.

Achteruitrijlichten
T

ype B, P 21W - 21W
4.

Parkeerlichten

/ Mistlampen
T

ype B, P4/21W - 4W/21W Op de achterdeuren Op de achterklep
Lamp vervangen

Page 167 of 193

165
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
Derde remlicht
Bij de achterdeuren
Type B, W 5W - 5W (4 lampen)
-

Maak het lampglas los met

de schroevendraaier uit het
gereedschapsetui.
-

Neem de stekker los.
-

k nijp de twee borglippen samen en
verwijder de lamphouder.
-

V
erwijder de defecte lamp.
-

V
ervang de lamp. Bij de achterklep
Type B, W5W - 5W (5
lampen)
-

Open de achterklep.
-


V
erwijder de twee schroeven van het
deksel en vervolgens het deksel zelf.
-
k nijp de twee borglippen samen en
verwijder de lamphouder.
-

V
erwijder de defecte lamp.
-

V
ervang de lamp.
Raadpleeg bij problemen het P
e UG e OT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
9
SNEL WEER OP WEG
Lamp vervangen

Page 168 of 193

166
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
RUITENWISSERBLAD VERVANGEN
Vervangen van een wisserblad
voor of achter
Instructies voor het losmaken van het
wisserblad:
Til de ruitenwisserarm A op.
Draai het wisserblad B 90° rond het draaipunt
C aan het uiteinde van de ruitenwisserarm.
Maak het draaipunt van het wisserblad C los.Instructies voor het monteren van het
wisserblad:
Steek het draaipunt C
in het gat in het
midden van het wisserblad B .
Zet de ruitenwisserarm met het wisserblad
terug op de voorruit.
Ruitenwisserblad vervangen

Page 169 of 193

167
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
ZEKERINGEN VERVANGEN
De twee zekeringkasten bevinden zich in het
dashboard aan bestuurderszijde en in de
motorruimte.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient
u eerst de oorzaak van de storing op te
sporen en te (laten) verhelpen. De nummers
van de zekeringen zijn aangegeven op de
zekeringkast.
Gebruik altijd de speciale tang om de
zekering uit de zekeringkast te verwijderen
en inspecteer de staat van de smeltdraad.
Vervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(identieke kleur).
Als de storing zich kort na het vervangen
van de zekering opnieuw voordoet, laat
dan het elektrische systeem controleren
door het Pe UG e OT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Toegang tot de zekeringkast in het dashboard
-

V
erwijder om bij de zekeringen in het
dashboard te komen de 2 schroeven
met de contactsleutel en kantel de
zekeringkast.
P
e
UG
e
OT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die niet door het P
e
UG
e
OT-
netwerk aanbevolen en geleverd worden,
en die niet volgens de voorschriften zijn
gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een stroomverbruik van
meer dan 10

milliampère.
A.
Goed.
B.

Defect.
C.

T
ang.
Toegang tot de zekeringkast onder de
motorkap
-
Maak om bij de zekeringkast onder de

motorkap te komen de stekker van de
linkerkoplamp en vervolgens het deksel
van de zekeringkast los.
9
SNEL WEER OP WEG
Zekering vervangen

Page 170 of 193

168
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
Tabellen zekeringen dashboard
(bestuurderszijde)Zekering AmpèreFuncties
F12 7,5
AVoeding dimlicht rechts.
F13 7,5
AVoeding dimlicht links - koplampverstelling.
F31 5
ASchakelaar voeding elektronische eenheid motor.
F32 7,5
AVerlichting vóór - plafonnier vóór - verlichting plafonnier a\
chter.
F36 10
AAutoradio - voorbereiding mobiele telefoon - bedieningspaneel
airconditioning -
e OBD-diagnoseaansluiting.
F37 5
ARemlicht - instrumentenpaneel.
F38 20
APortiervergrendeling.
F43 15
ARuitensproeierpomp.
F47 20
AVoeding motor ruitbediening bestuurderszijde.
F48 20
AVoeding motor ruitbediening passagierszijde.
F49 5
A
e
lektronische eenheid parkeerhulp - schakelaar verlichting
achter - elektrische buitenspiegelverstelling - elektronische
eenheid inbraakalarm.
F50 7,5
A
e
lektronische eenheid airbags.
F51 7,5
ASchakelaar rempedaal - schakelaar koppelingspedaal -

elektrische buitenspiegelverstelling - module Bluetooth systeem.
F53 5
AInstrumentenpaneel - mistachterlichten.
Zekering vervangen

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 200 next >