Peugeot Bipper 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: Bipper, Model: Peugeot Bipper 2015Pages: 193, PDF Size: 8.33 MB
Page 141 of 193

139
Bipper_nl_Chap07_accessoire_ed02-2014
IMPERIAAL EN ALLESDRAGERS
Monteer de dwarsdragers of imperiaal op de
daarvoor bestemde bevestigingspunten.
Maximale belasting: 75 kg
OVERIGE ACCESSOIRES
Het PeUGeOT-netwerk biedt u een
ruime keuze aan accessoires en originele
onderdelen.
Al deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien van
zowel bedrijfszekerheid als veiligheid.
Deze accessoires en onderdelen zijn
volledig aangepast aan uw auto en voorzien
van een onderdeelnummer en de garantie
van P
e UG e OT.
Zorg ervoor dat het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de auto
nooit wordt overschreden.
Gamma professionele uitrusting
De Directie Onderdelen geeft een catalogus
met accessoires uit waarin u uitrustingen en
voorzieningen kunt vinden, zoals:
-
houten vloerbeschermingsplaten,
houten vloer met antisliplaag, houten
betimmering, beschermingsrooster voor
de ruiten,
-
imperiaal, set dakstangen, laadrol,
-
trekhaken, 7/13-, 7/7- en 13-polige
trekhaakkabelsets... Montage van elektrische uitrusting of
accessoires die niet door P
e UG e OT
zijn goedgekeurd, kan leiden tot storingen in
het elektrische systeem van uw auto en een
verhoogd brandstofverbruik.
Houd rekening met deze bijzonderheid en
wij raden u aan contact op te nemen met
een vertegenwoordiger van P e UG e OT om
u te laten informeren over het assortiment
uitrustingen en accessoires voorzien van
een onderdeelnummer.
Afhankelijk van het land van bestemming
is de aanwezigheid van een reflecterend
veiligheidsvest, een gevarendriehoek, een
lampenset en reservezekeringen in de auto
verplicht.
Als u communicatieapparatuur
met een externe antenne laat
inbouwen, kunt u contact opnemen met
het P
e UG e OT-netwerk voor informatie
over de eisen waaraan de apparatuur
moet voldoen (frequentiebereik, maximum
uitgangsvermogen, plaatsing van de
antenne, installatie-eisen) volgens de
e
uropese richtlijn 2004/104/C e .
Bij montage van een trekhaak en
de bijbehorende kabelset buiten het
P
e UG e OT-netwerk is het verplicht gebruik
te maken van de elektrische voorbereiding
van de auto en de installatievoorschriften
van de fabrikant.
7
ACCESSOIRES
Uitrusting
Page 142 of 193

140
Bipper_nl_Chap07_accessoire_ed02-2014
Overige accessoires
er is ook een ander aanbod van accessoires
beschikbaar in het P e UG e OT-netwerk.
"Comfort":
thermomodule, kleerhanger op hoofdsteun,
leeslamp, parkeerhulp achter...
"Transportmiddelen":
bagagebak, opbergnet op achterdeur, set
dakstangen in dwars- en lengterichting,
dakkoffers...
"Styling":
wieldoppen, beveiligde wieldoppen... "Veiligheid":
alarminstallatie, graveren van ruiten,
alcoholtester, verbanddoos, veiligheidsvest,
gevarendriehoek, zitverhogingen en zitjes
voor kinderen, sneeuwkettingen...
"Bescherming":
rubber matten, moquette matten, 3D matten,
stoelhoezen geschikt voor zijairbags,
spatlappen voor en achter...
"Multimedia":
autoradio's, handsfree kit, luidsprekers,
portable navigatiesystemen, radarverklikker,
WiFi on Board...
Bij het P
e UG e OT-netwerk zijn tevens
reinigings- en onderhoudsmiddelen
(voor interieur en exterieur) verkrijgbaar,
waaronder de milieuvriendelijke producten
van het gamma "T
e CHNATUR e ", evenals
producten voor het bijvullen van reservoirs
(ruitensproeiervloeistof...), lakstiften
en spuitbussen voor het bijwerken van
lakschades met de exacte kleur van de
carrosserie van uw auto, vulpatronen voor
de bandenreparatieset, ...
Om te voorkomen dat de werking van de
pedalen wordt gehinderd:
-
controleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en goed is bevestigd,
-
leg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
Uitrusting
Page 143 of 193

141
Bipper_nl_Chap08_verifications_ed02-2014
PeUGeOT & TOTAl,
eeN SAMeNWeRk ING IN He T
Te
ke
N
VAN
PR
e
STATI
e
S
!
Innovatie als sleutel voor succes
De afdelingen Research & Development van
TOTAl werken samen met de afdelingen van
P
eUGeO
T om smeermiddelen van hoge
kwaliteit te ontwikkelen die geschikt zijn voor
de nieuwste technologieën die in auto's van het
merk P
eU
G
eO
T worden toegepast. U bent op die
manier verzekerd van optimale prestaties en een
maximale levensduur van de motor van uw auto.
De 208
HYbrid F
e
is een uitstekend voorbeeld
van het vermogen van P
eU
G
eO
T en TOTA
l
om
innovatieve technologieën te ontwikkelen die
blijk geven van een nieuwe visie op de toekomst.
De 208 Hyb rid FE is een hightech prototype dat uitzonderlijke prestaties lever t:
deze auto heeft een brandstofverbruik van 1,9 l/100 km en accelereer t in 8 s van
0
naar 100 km/h.
Vermindering van de uitstoot van
schadelijke stoffen,een realiteit
De smeermiddelen van TOTAl zijn ontwikkeld
om het rendement van de motoren nog
verder te verbeteren en de systemen voor
uitlaatgasnabehandeling te beschermen. Voor
een correcte werking van deze systemen is het
belangrijk dat de onderhoudsvoorschriften van
P
eUGeO
T worden nageleefd.
ADVISEERT
8
ONDERHOUD
Onderhoud met Total
Page 144 of 193

142
Bipper_nl_Chap08_verifications_ed02-2014
BRANDSTOF TANKEN
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 45 liter.
Te laag brandstofniveau
Als het minimale brandstofniveau
is bereikt, gaat dit lampje
branden. e r bevindt zich op dat
moment nog ongeveer 6
liter
brandstof in de tank
. Tank
bij de eerstvolgende gelegenheid om te
voorkomen dat u met een lege tank strandt.
e
en pijl op het instrumentenpaneel geeft
weer aan welke zijde van de auto zich de
tankklep bevindt.
Het tanken dient met afgezette motor te
geschieden.
-
Open de brandstoftankklep.
-
Houd met één hand de tankdop vast.
-
Steek met uw andere hand de sleutel
in het slot en draai deze een derde
omwenteling.
-
V
erwijder de tankdop en hang deze op
aan de haak aan de binnenzijde van de
klep.
ONDERBREKING
BRANDSTOFTOEVOER
Bij een zware aanrijding worden de
brandstoftoevoer en de elektrische voeding
van de auto automatisch onderbroken.
Gelijktijdig worden de deuren automatisch
ontgrendeld en gaan de plafonniers
branden.
e r verschijnt een melding op
het display van het instrumentenpaneel,
afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
Draai de sleutel in de stand STOP om
ontlading van de accu te voorkomen.
Controleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstoflekkage is.
Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem is afgezet; zet in
dat geval altijd het contact af met de
sleutel. Als de brandstoftankklep geopend is,
blokkeert een veiligheidssysteem het
openschuiven van de zijdeur (Combi).
Op een sticker aan de binnenzijde van
de klep staat de voorgeschreven soort
brandstof aangegeven.
Bij het openen van de dop kan een geluid
van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit
wordt veroorzaakt door een vacuüm en
is een normaal verschijnsel dat wordt
veroorzaakt door de afdichting van het
brandstofcircuit.
l
aat het vulpistool bij het aftanken van de
auto nooit meer dan 3
keer automatisch
uitspringen. Indien dit wel gebeurt, kunnen
er storingen optreden.
Vergrendel na het tanken de vuldop en
sluit de tankklep.
Brandstof
Page 145 of 193

143
Bipper_nl_Chap08_verifications_ed02-2014
Herstellen brandstoftoevoer
Herstel de brandstoftoevoer en de
elektrische voeding handmatig om weer weg
te kunnen rijden :
-
met de sleutel in de stand
STOP, draai
deze in de stand MAR,
-
beweeg de schakelaar van de
richtingaanwijzers geheel naar boven,
-
zet de schakelaar in de stand "Uit",
-
beweeg de schakelaar van de
richtingaanwijzers geheel naar beneden,
-
zet deze opnieuw in de stand "Uit",
-
beweeg de schakelaar opnieuw geheel
naar boven,
-
zet deze opnieuw in de stand "Uit",
-
beweeg de schakelaar opnieuw geheel
naar beneden,
-
zet deze opnieuw in de stand "Uit",
-
draai de sleutel in de stand
STOP.
Brandstof voor benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen van het type e 10 (deze
bevatten 10% ethanol) die voldoen aan de
e
uropese richtlijnen e N 228 en e N 15376.
Brandstoffen van het type
e 85 (deze
bevatten tot 85% ethanol) zijn uitsluitend
geschikt voor auto's die speciaal bestemd
zijn voor dit type brandstof (BioFlex-auto's).
De kwaliteit van de ethanol moet voldoen
aan de
e uropese richtlijn e N 15293.
Brandstof voor dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige e uropese richtlijnen voldoen
(diesel die voldoet aan de richtlijn
e
N 590 gemengd met biobrandstof die
voldoet aan de richtlijn
e N 14214) en
die aan de pomp getankt kunnen worden
(met een gehalte aan methyl-estervetzuren
van 0
tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30
is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voorwaarde
dat de bijzondere onderhoudsvoorschriften,
zoals vermeld in het garantie- en
onderhoudsboekje, strikt worden nageleefd.
Raadpleeg het P
e UG e OT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)
brandstof (zuivere of verdunde plantaardige
of dierlijke olie, stookolie ...) is nadrukkelijk
verboden (kans op schade aan de motor en
het brandstofcircuit).
8
ONDERHOUD
Brandstof
Page 146 of 193

144
Bipper_nl_Chap08_verifications_ed02-2014
MOTORKAP OPENEN
Binnenzijde
Trek aan de hendel onder het dashboard.
Buitenzijde
Til de motorkap iets op en houd de motorkap
met uw hand omhoog.
Duw de veiligheidshaak naar links en open
de motorkap vervolgens tot het hoogste
punt.
Controleer of de vergrendelknop A goed
vast zit door er op te drukken. Houd hierbij
de motorkap steeds omhoog.
Sluiten
Til de motorkap iets op en trek aan
ontgrendelknop A om de motorkap de
deblokkeren.
l
aat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in het
slot vallen. Controleer of de motorkap goed
vergrendeld is.
Open de motorkap liever niet als het hard
waait.
Zet het contact altijd met de sleutel
af als u handelingen onder de
motorkap wilt uitvoeren om letsel door het
automatisch activeren van de START-stand
te voorkomen. In verband met de aanwezigheid
van elektrische uitrustingen in
de motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen, wassen, ...)
te beperken.
Motorkap openen
Page 147 of 193

145
Bipper_nl_Chap08_verifications_ed02-2014
DIESELMOTOR
let goed op bij alle werkzaamheden
onder de motorkap.
1.
Reservoir ruitensproeiers.
2.
Zekeringkast.
3.
Reservoir koelvloeistof.
4.
Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5.
l
uchtfilter.
6.
Oliepeilstok.
7.
Motorolie (bij)vullen.
8.
Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof.
8
ONDERHOUD
Onder de motorkap
Page 148 of 193

146
Bipper_nl_Chap08_verifications_ed02-2014
BENZINEMOTOR
let goed op bij alle werkzaamheden
onder de motorkap.
1.
Reservoir ruitensproeiers.
2.
Zekeringkast.
3.
Reservoir koelvloeistof.
4.
Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5.
l
uchtfilter.
6.
Oliepeilstok.
7.
Motorolie (bij)vullen.
8.
Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof.
Onder de motorkap
Page 149 of 193

147
Bipper_nl_Chap08_verifications_ed02-2014
Voer de onderstaande controles
regelmatig uit om uw auto in goede staat
te houden. Vraag naar de voorschriften
bij het Pe UG e OT-netwerk of bij een
gekwalificeerde werkplaats of raadpleeg het
garantie- en onderhoudsboekje dat bij dit
instructieboekje zit.
NIVEAUS
Motorolieniveau
Regelmatig controleren en tussen twee
verversingen eventueel olie bijvullen
(maximum olieverbruik: 0,5
liter per
1
000 km). De controle dient bij koude
motor en horizontaal geplaatste auto te
geschieden, met behulp van de oliepeilstok.
Oliepeilstok 2
merktekens op de
peilstok:
A = maxi.
Raadpleeg het P
e UG e OT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als het oliepeil
boven dit merkteken uitkomt.
B = mini.
l
aat het oliepeil nooit onder
dit merkteken uitkomen.
Voor het behoud van de bedrijfszekerheid van de
motoren en de emissieregelsystemen mogen in
geen geval additieven aan de motorolie worden
toegevoegd. Olie verversen
Remvloeistofniveau
De remvloeistof dient volgens de door de
constructeur voorgeschreven intervallen te
worden ververst.
Gebruik remvloeistof die door de
constructeur wordt aanbevolen en aan de
DOT4-normen voldoet.
Het niveau dient steeds tussen de merktekens
MINI en MAXI van het reservoir te staan.
Indien regelmatig vloeistof moet worden
bijgevuld, duidt dit op een storing die zo
snel mogelijk door het P
e UG e OT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
gecontroleerd moet worden.
Verklikker- en waarschuwingslampjes
Zie de rubriek "Voordat u gaat rijden -
Cockpit" voor meer informatie over de
verklikker- en waarschuwingslampjes.
Dit dient volgens het onderhoudsschema
van de constructeur te worden uitgevoerd.
Het is verplicht uitsluitend oliën te gebruiken
met de door de constructeur voorgeschreven
viscositeit. Vraag naar de voorschriften
bij het P
e
UG
e
OT-netwerk of bij een
gekwalificeerde werkplaats.
Neem voordat u olie bijvult de peilstok uit de
houder.
Controleer na het bijvullen het
motorolieniveau (het niveau mag niet boven
het bovenste merkteken uitkomen).
Draai de olievuldop vast alvorens de
motorkap te sluiten.
8
ONDERHOUD
Niveaus
Page 150 of 193

148
Bipper_nl_Chap08_verifications_ed02-2014
Koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade te voorkomen
uitsluitend door de constructeur aanbevolen
koelvloeistof. Als de motor warm is, wordt de
temperatuur van de koelvloeistof geregeld door
de koelventilator. Wacht voor werkzaamheden
aan het koelsysteem ten minste 1 uur nadat de
motor gedraaid heeft, omdat de motorventilateur
nog kan (gaan) werken als de sleutel uit het
contactslot is verwijderd en het koelsysteem
onder druk staat.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI en MAXI van het
expansievat te staan.
l aat het koelsysteem,
als meer dan 1
liter moet worden bijgevuld,
controleren door het P
e UG e OT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op
een vlakke ondergrond staat en de motor
koud is. Draai de dop met geïntegreerde
peilstok los en controleer of het niveau
tussen de merktekens MINI en MAXI staat.
Niveau ruitensproeiervloeistof
Wij adviseren u voor een optimale reiniging
en om bevriezing te voorkomen om
deze vloeistof niet bij te vullen met of te
vervangen door water, maar om producten
te gebruiken die verkrijgbaar zijn bij het
P
e UG e OT-netwerk.
Inhoud reservoir: ongeveer 3
liter.
Draai de dop eerst twee omwentelingen los
om de druk te laten dalen en te voorkomen
dat de hete koelvloeistof uit het koelsysteem
spuit. Trek, als de druk eenmaal gedaald is,
de dop los en vul koelvloeistof bij.
l
aat het koelsysteem, als regelmatig
koelvloeistof moet worden bijgevuld, zo snel
mogelijk controleren door het P
e
UG
e
OT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de
gezondheid en is een erg bijtend middel.
Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en
koelvloeistof niet in het riool, in het water
of op de grond, maar deponeer deze in
de daarvoor bestemde containers van
het P
e UG e OT-netwerk of bij een officieel
afvalinzamelpunt.
Niveaus