Peugeot Bipper 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: Bipper, Model: Peugeot Bipper 2015Pages: 193, PDF Size: 8.33 MB
Page 121 of 193

11 9
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
Gebruiksvoorschrift
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat
alle passagiers op de juiste manier gebruik
maken van hun veiligheidsgordel.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van een
oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte
van de gordel automatisch wordt aangepast
aan uw lichaamsbouw. De gordel wordt
automatisch opgerold als deze niet wordt
gebruikt.
Controleer zowel voor en na het gebruik van
de gordel of deze goed is opgerold.
Controleer na het neerklappen of
verplaatsen van een stoel of de gordel goed
is opgerold en de gordelsluiting zich op de
juiste plaats bevindt.De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam
van de inzittenden getrokken wordt. De
gordelspanners en gordelkrachtbegrenzers
werken alleen als het contact is aangezet.
De oprolautomaten zijn voorzien van een
automatische blokkeerinrichting die in werking
treedt bij een aanrijding of een noodstop.
Als de gordelspanners
zijn geactiveerd, licht het
verklikkerlampje airbag op.
Raadpleeg het P
e UG e OT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
De gordelspanners van de autogordels vóór
kunnen, afhankelijk van de aard en de kracht
van de aanrijding, onafhankelijk van de
airbags afgaan. De gordelspanners trekken
de veiligheidsgordels direct stevig tegen het
lichaam van de inzittenden.
Het afgaan van de gordelspanners gaat
gepaard met lichte onschadelijke rookvorming
en een geluid als gevolg van het activeren
van de pyrotechnische lading in het systeem. Voor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
-
mag deze door niet meer dan één persoon
worden gedragen,
-
moet worden voorkomen dat de gordel
gedraaid raakt en moet de gordel in een
vloeiende beweging naar voren worden
getrokken,
-
dient deze strak om het lichaam te worden
gedragen.
De schoudergordel moet langs het holle gedeelte
van de schouder worden geplaatst.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
Draai de gespen van de veiligheidsgordels niet
om; de gordels zijn dan niet voldoende effectief.
Als de zitplaatsen zijn voorzien van armsteunen,
moet de heupgordel altijd onder de armsteun door
worden geleid.
Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door
even aan de riem te trekken. Voorschriften voor kinderen:
-
maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner
dan 1,50 m gebruik van een geschikt
kinderzitje.
-
laat nooit een kind op schoot zitten
tijdens het rijden. De veiligheidsgordel
mag door niet meer dan één persoon
gedragen worden.
Raadpleeg voor meer informatie over
kinderzitjes de rubriek "Veiligheid -
"
k inderen aan boord".
Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften
moeten werkzaamheden aan de
veiligheidsgordels worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde werkplaats waarvan het
personeel over de noodzakelijke kennis beschikt
en die is voorzien van de geschikte apparatuur.
Het P
e UG e OT-netwerk voldoet aan deze eisen.
l
aat de veiligheidsgordels van uw auto regelmatig
(ook na een kleine aanrijding) controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats: de gordels mogen geen slijtagesporen
en scheuren vertonen en er mogen geen
wijzigingen aan de gordels zijn aangebracht.
Reinig de veiligheidsgordels met
zeepsop of een reinigingsmiddel voor
textiel, verkrijgbaar bij het P
e UG e OT-
netwerk.
6
VEILIGHEID
Veiligheidsgordels
Page 122 of 193

120
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE AIRBAGS
De airbags zijn speciaal ontworpen voor een
betere veiligheid van de inzittenden bij ernstige
aanrijdingen: ze vormen een aanvulling op
de werking van de veiligheidsgordels met
spankrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren in
dat geval de frontale en zijdelingse aanrijdingen
waaraan de registratiezones voor een aanrijding
worden blootgesteld:
-
bij een ernstige aanrijding worden de airbags
onmiddellijk opgeblazen en helpen ze de
inzittenden van de auto te beschermen. Direct
na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch
het zicht, noch het eventueel verlaten van de
auto door de inzittenden wordt belemmerd, -
bij een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen waarin de auto over de kop
slaat, treden de airbags niet in werking.
De veiligheidsgordels kunnen in een
dergelijke situatie voor een afdoende
bescherming zorgen.
De kracht van de aanrijding is afhankelijk
van het soort obstakel en de snelheid van
de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het
contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal. Als er
een tweede aanrijding plaatsvindt (tijdens
hetzelfde of een volgend ongeval), werken
de airbags niet meer.
Het activeren van de airbags gaat gepaard
met wat rook en een knal, als gevolg van de
activering van de pyrotechnische lading die
in het systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan voor
personen die daar gevoelig voor zijn,
irriterend zijn.
De knal die bij de ontsteking wordt
geproduceerd, kan het gehoor gedurende
een korte periode enigszins verminderen.Wanneer een kinderzitje met de rug in de rijrichting
op de passagiersstoel is geplaatst, moet de airbag
vóór aan passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Raadpleeg de rubriek "Veiligheid -
k
inderen aan boord".
Airbags
Page 123 of 193

121
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
ZIJ-AIRBAGS
Activering
De zij-airbag wordt opgeblazen bij een
ernstige zijdelingse aanrijding, haaks op de
lengteas van de auto en vanaf de buitenzijde
naar de binnenzijde van de auto, die zich in
horizontale positie moet bevinden.
De zij-airbag wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór en het desbetreffende
portierpaneel.Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan, kan het zijn dat
de airbag niet wordt geactiveerd. Storing
Raadpleeg het P
e UG e OT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
om het systeem te laten controleren
wanneer het verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden. De kans bestaat dat de
airbags bij een ernstige aanrijding
niet meer geactiveerd worden.
6
VEILIGHEID
Airbags
Page 124 of 193

122
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
AIRBAGS VÓÓR
Deze zijn voor de bestuurder in het midden
van het stuurwiel en voor de passagier in
het dashboard aangebracht.
Activering
Ze worden geactiveerd bij een ernstige
frontale aanrijding, behalve de airbag aan
passagierszijde als deze is uitgeschakeld.
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór en het dashboard om
te voorkomen dat de inzittende naar voren
wordt geworpen.Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
Uitsluitend de airbag vóór aan
passagierszijde kan worden uitgeschakeld.
Het uitschakelen gebeurt met de toets
SET/Terug op het bedieningspaneel links
van het stuurwiel: selecteer in het menu
"Bag p" de optie "OFF".
Het verklikkerlampje van de
airbag vóór aan passagierszijde
op het centrale paneel met
schakelaars brandt zolang de
airbag is uitgeschakeld. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag vóór aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders
kan een kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
Raadpleeg de rubriek "Technologie aan
boord - Configuratie van de auto". Storing
Plaats geen kinderzitje op de voorstoel met
de rug in de rijrichting wanneer de twee
verklikkerlampjes van de airbags permanent
branden.
l
aat het systeem controleren door het P e UG e OT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel brandt, een
geluidssignaal klinkt en een melding op
het display verschijnt, neem dan contact
op met het P
e UG e OT-netwerk of met
een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te
laten controleren. Het is mogelijk dat de airbags niet
in werking treden bij een ernstige aanrijding.
Airbags
Page 125 of 193

123
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor een maximale
effectiviteit van de airbags:
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag
belemmeren en/of de inzittenden bij het
opblazen van de airbag verwonden. l aat na
een aanrijding of diefstal van uw auto het
airbagsysteem controleren.
Uitsluitend personeel van het P
e UG e OT-
netwerk of van een gekwalificeerde
werkplaats mag werkzaamheden uitvoeren
aan airbagsystemen.
Zelfs wanneer alle voorschriften worden
gevolgd, bestaat er een risico op
verwondingen of lichte brandwonden aan
hoofd, borst of armen wanneer een airbag
onverhoopt afgaat. De airbag wordt namelijk
vrijwel onmiddelijk opgeblazen (in enkele
milliseconden) en loopt vrijwel meteen weer
leeg, waarbij hete gassen vrijkomen via de
daarvoor bedoelde openingen. Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
l
aat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen uitsluitend met
goedgekeurde stoelhoezen die geschikt zijn
voor stoelen met zij-airbags. Raadpleeg het
P
e UG e OT-netwerk voor meer informatie
over de voor uw auto geschikte stoelhoezen.
Zie ook het hoofdstuk "Accessoires".
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen, dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
6
VEILIGHEID
Airbags
Page 126 of 193

124
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun
veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
*
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen zijn per land
verschillend. Raadpleeg de in uw land
geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
-
conform de
e uropese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12
jaar of kleiner
dan 1,50
m in gehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd*,
-
de veiligste plaats voor het vervoeren
van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van uw
auto,
-
kinderen tot 9
kg moeten zowel voor-
als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd. PEUGEOT
beveelt u aan kinderen op
de achterzitplaatsen van uw auto te
vervoeren:
-
met de rug in de rijrichting
tot
3
jaar,
-
met het gezicht in de rijrichting
vanaf 3
jaar.
Kinderen aan boord
Page 127 of 193

125
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
KINDERZITJE ACHTERIN (COMBI)
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting"
achterin plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning
van de voorstoel rechtop, zodat het
kinderzitje de voorstoel niet raakt.
"Gezicht in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje
"met het gezicht in de
rijrichting" achterin plaatst de
voorstoel naar voren en zet de
rugleuning van de voorstoel rechtop, zodat
de benen van het kind de voorstoel niet
raken.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
strak staat. Controleer bij kinderzitjes
met een standaard of deze goed op de vloer
steunt.
6
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
Page 128 of 193

126
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
KINDERZITJE OP DE PASSAGIERSSTOEL VOOR *
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de
passagiersstoel voor wordt
geplaatst, moet de stoel in
de middelste stand van de verstelling in
lengterichting worden geschoven, en in de
hoogste stand en met de rugleuning rechtop
worden gezet.
De airbag aan passagierszijde moet zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan
het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
*
Raadpleeg de wetgeving in uw land
voordat u een kinderzitje op deze plaats
bevestigt.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting
op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel
in de middelste stand van de verstelling
in lengterichting worden geschoven, en
in de hoogste stand en met de rugleuning
rechtop worden gezet en mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
strak staat.
Controleer bij kinderzitjes met een standaard
of deze goed op de vloer steunt. Verstel
indien nodig de passagiersstoel.
Kinderen aan boord
Page 129 of 193

127
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
De functie van de kinderzitjes is gelijk
voor het gehele Pe UG e OT-gamma.
Ieder gamma heeft echter zijn eigen
bijzonderheden.
UITSCHAKELEN VAN DE AIRBAG VÓÓR
AAN P ASSAGIERSZIJDE
Dit voorschrift wordt tevens vermeld op de
waarschuwingssticker aan beide zijden van
de zonneklep aan passagierszijde. Conform
de wettelijke voorschriften vindt u op de
volgende tabellen deze waarschuwing in alle
benodigde talen. Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de rubriek "Airbags" voor
meer informatie over het uitschakelen
van de airbag vóór aan passagierszijde.
Plaats nooit een kind in een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel als de airbag vóór aan
passagierszijde is ingeschakeld. Het kind kan
in dat geval bij een aanrijding ernstig en zelfs
dodelijk gewond raken.
De airbag vóór aan passagierszijde (volgens
uitvoering) kan worden uitgeschakeld met
behulp van de toets SET/Terug op het
bedieningspaneel naast het stuurwiel.Raadpleeg de rubriek "Veiligheid -
Airbags".
Als bij uw auto niet de mogelijkheid
bestaat om de airbag vóór aan
passagierszijde uit te schakelen, is het
ten strengste verboden een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel te bevestigen.
l
aat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden.
6
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
Page 130 of 193

AR
BG
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. Това може да причини
СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí
nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁŽNÉHO ZRANĚNÍ.
DABrug AlDRIG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AkTIV AIRBAG. BARNeT risikerer at blive AlVOR l IGT k
VÆST e T eller DRÆBT.
DeMontieren Sie auf einem Sitz mit AkTIVIeRTeM Front-Airbag NIeMAlS einen kindersitz oder eine Babyschale entgegen der Fahrtrichtung,
das k ind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
elΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από
ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
eNNeVeR use a rearward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVe AIRBAG in front of it, DeATH or SeRIOUS INJURY to the
CHI l D can occur
eSNO INSTAlAR NUNCA un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la m\
archa en un asiento protegido mediante un
AIRBAG frontal ACTIVADO, ya que podría causar lesiones GRAVES o incluso la MUERTE del niño.
eTÄrge MITTe kUNAGI paigaldage "seljaga sõidusuunas" lapseistet juhi kõrvalistme\
le, mille eSITURVAPADI on AkTIVeeRITUD. Turvapadja
avanemine võib last TÕSIS elT või el UOHT l I k U lT vigastada.
FIÄlÄ kOSkAAN aseta lapsen turvaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka ed\
essä suojana on käyttöön aktivoitu TURVATYYNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa l APS e N k UO le MAN tai VA k AVAN l OU kk AANTUMIS e N.
FRNe JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face ver\
s l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFlABle
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la MOR
T de l’ e NFANT ou le B le SS e R GRAV e M e NT
HRNIKADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZRAČNIM JASTUKOM. To bi
moglo uzrokovati SMRT ili Te Š k U OZ l J e DU djeteta.
HUSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEKAPCSOLT) FRONTLÉGZSÁKKAL védett ülésen. Ez a
gyermek HALÁLÁT vagy SÚLYOS SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
ITNON installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario\
a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAG frontale
ATTIVATO. Ciò potrebbe provocare la MORT e o F e RIT e GRAVI al bambino.
128
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
kinderen aan boord