Peugeot Boxer 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 131 of 163

Wiel verwisselen
4. VERWISSELEN
- Wip de wieldop los met de schroevendraaier F en verwijder hem.
- Draai de bouten iets los met de wielsleutel E . - Plaats de krik
C onder één van de
viersteunpunten aan de onderzijde
(bij het te verwisselen wiel).
3. RESERVEWIEL
De bevestigingsbout van het reservewiel
bevindt zich rechts achter.
- Draai de bout met behulp van het verlengstuk A en de ratel B los om het
reservewiel los te maken.
- Draai totdat de beweging blokkeert, tot aan het zogenaamde zware punt. - Neem het reservewiel uit de houder met
behulp van de ratel.
- Draai de handgreep G los en verwijder
de steun H .
- Maak het reservewiel los en plaats het bij het te verwisselen wiel. Plaats de krik bij uitvoeringen met
wegklapbare treeplank onder een hoek
van 45°.
- Draai de krik uit met behulp van de ratel

B tot het wiel enkele centimeters van de
grond verwijderd is.
- Draai de bouten volledig los en verwissel hetwiel.

Page 132 of 163

135
SNEL WEER OP WEG
8
Wiel verwisselen
6. MONTEREN VAN HET GEREPAREERDE WIEL
Plaats het wiel volgens de procedure
van stap 5 en vergeet niet de wieldop te
bevestigen. Zie in de rubriek 9 het gedeelte
"Identificatie" voor de plaats van de
sticker met informatie over de banden.
Het noodreservewiel is niet geschikt voor
het afleggen van lange afstanden. Laat zo
snel mogelijk het aanhaalmoment
van de wielbouten en de bandenspanning
van het noodreservewiel door het
PEUGEOT-netwerk controleren.
Laat bovendien de lekke band zo spoedig
mogelijk repareren en het oorspronkelijke
wiel in de plaats van het reservewiel
monteren door het PEUGEOT-netwerk.
5. MONTEREN VAN HET RESERVEWIEL
- Plaats het wiel op de naaf en breng de wielbouten met de hand aan.
- Draai de wielbouten iets aan met de wielsleutel E .
- Laat de krik volledig zakken en verwijder deze vervolgens.
- Draai de bouten nogmaals aan met de wielsleutel E zonder te forceren.
- Plaats het wiel met de lekke band achter in de auto. - Bevestig de steun
H en schroef de
handgreep G vast.
- Steek het verlengstuk A in het gat en
draai de bout vast met de ratel B om het
wiel te bevestigen.
- Berg het gereedschap en de wieldop op.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt (gebruik
bokken).
De krik en het gereedschap behoren bij
uw auto. Gebruik ze niet voor andere
doeleinden.

Page 133 of 163

136
Wiel verwisselen
BANDENREPARATIESET
Deze set voor tijdelijke bandenreparatie
bevindt zich voorin in het interieur.
Deze bevat:
- een patroon A , met daarin het
afdichtmiddel, voorzien van:


Page 134 of 163

137
SNEL WEER OP WEG
8
Wiel verwisselen
- Maak, als binnen 5 minuten de spanning van minimaal 3 bar niet bereikt is,
de compressor los van het ventiel
en de 12V-aansluiting. Rijd de auto
ongeveer 10 meter naar voren om het
afdichtmiddel binnen in de band te
verdelen.
- Breng de band vervolgens weer op spanning:


Page 135 of 163

138
Lamp vervangen
TYPEN LAMPEN
Uw auto is voorzien van verschillende typen
lampen. Verwijder ze als volgt:
LAMPEN VERVANGEN

Type A Volledig glazen gloeilamp: de
lamp is gemonteerd met een
drukbevestiging. Trek de lamp
daarom voorzichtig los.

Type B Gloeilamp met bajonetsluiting:
druk de lamp iets in en draai
hem linksom.

Type C Cilindrische gloeilamp: druk de
contacten uit elkaar.

Type D - E Halogeenlamp: duw de
borgveer open en verwijder
de lamp uit de lamphouder.
KOPLAMPEN
Open de motorkap. Steek uw hand achter de
koplampunit om bij de lampen te komen.
Voer het monteren uit in omgekeerde
volgorde.

Page 136 of 163

139
SNEL WEER OP WEG
8
Lamp vervangen
1 - Dimlicht

Type D , H7 - 55 W
- Draai het deksel linksom open en verwijder het.
- Neem de stekker los.
- Druk op de twee haakjes en duw de borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit. 3 - Grootlicht

Type E , H1 - 55 W
- Draai het deksel linksom open en verwijder het.
- Neem de stekker los.
- Druk op de twee haakjes en duw de borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit.
2 - Parkeerlicht

Type A , W 5 W - 5 W
- Draai het deksel linksom open en verwijder het.
- Neem de met een drukbevestiging gemonteerde lamphouder los.
- Vervang de lamp. 4 - Richtingaanwijzers

Type B , PY 21 W - 21 W
- Draai de lamphouder een kwart omwenteling linksom. - Druk de lamp iets in en draai hem
linksom.
- Vervang de lamp.
5 - Mistlampen vóór

Type D , H1 - 55 W
- Draai het stuurwiel linksom tot aan de aanslag.
- Verwijder de bout in de wielkuip en open het deksel.
- Verwijder de afdekplaat.
- Neem de stekker los.
- Druk op de twee haakjes en duw de borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit.
Wacht na het uitschakelen van de
verlichting enkele minuten alvorens
een halogeenlamp te vervangen (om
brandwonden te voorkomen). Raak de lamp
niet met de hand aan, maar gebruik een
droge, pluisvrije doek.
Controleer na het vervangen of de
verlichting goed werkt.
Probeer hardnekkig vuil niet van de
koplampen, achterlichten en omgeving
te verwijderen met een hogedrukreiniger,
om te voorkomen dat de vernislaag en de
afdichting beschadigd raken.

Page 137 of 163

140
Lamp vervangen
ZIJKNIPPERLICHT

Type A , W 16 W F - 16 W
- Beweeg het spiegelglas van de buitenspiegel opzij om bij de
bout te komen.
- Draai de twee bouten los met de bijgeleverde schroevendraaier.
- Trek de lamphouder los uit de borgnokjes.
- Trek de lamp los en vervang hem.
Voor/achter PLAFONNIERS

Type C , 12 V 10 W - 10 W
- Druk de plafonnier op de door de pijl aangegeven punten los en verwijder
hem.
- Open het beschermplaatje.
- Druk de twee contacten uit elkaar en vervang de lamp.
- Controleer of de nieuwe lamp goed tussen de contacten vastzit.
- Sluit het beschermplaatje.
- Breng de plafonnier aan en controleer of hij goed vastzit.
PARKEERLICHTEN ZIJKANT

Type A, W5W - 5W
- Volgens uitvoering (bestelwagen type L4), draai de twee bouten los met
de bijgeleverde schroevendraaier.
- Trek de lamphouder los uit de borgnokjes.
- Trek de lamp los en vervang hem.

Page 138 of 163

SNEL WEER OP WEG
8
Lamp vervangen
ACHTERLICHTEN
Raadpleeg voor meer informatie over de
lampen, het overzicht "Typen lampen". - Verwijder de twee bevestigingsmoeren.
- Trek aan de buitenzijde de lampunit los.
- Draai de drie schroeven los met de
bijgeleverde schroevendraaier (onder
de passagiersstoel vóór) en neem de
lamphouder los.
- Druk de defecte lamp iets in en draai hem linksom om hem te verwijderen.
- Vervang de lamp.

1. Remlichten/achterlichten

Type B, P21/5W - 5W

Type B, P21W - 21W
- Draai de twee bouten los.
- Verwijder de lamp.
- Druk de twee borglippen uit elkaaren verwijder de lamphouder.
- Druk de defecte lamp iets in en draaihem linksom om hem te
verwijderen.
- Vervang de lamp.

2. Richtingaanwijzers

Type B, PY21W - 21W

3. Achteruitrijlichten

Type B, P21W - 21W

4. Mistachterlicht

Type B, P21W - 21W
- Bepaal de plaats van de defecte lampen en open de achterdeuren.
- Neem de stekker los.
KENTEKENPLAATVERLICHTING

Type A, C5W - 5W
- Druk het lampglas op het door de pijl aangegeven punt los en verwijder het.
- Druk de twee contacten uit elkaar en vervang de lamp. - Controleer of de nieuwe lamp goed
tussen de contacten vastzit.
- Breng het lampglas aan en druk het aan de bovenzijde vast.

Page 139 of 163

142
Zekering vervangen
De drie zekeringkasten bevinden zich in het
dashboard aan bestuurderszijde, in de stijl
aan passagierszijde en in de motorruimte.
De speciale tang bevindt zich in de
zekeringkast aan bestuurderszijde.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient
u eerst de oorzaak van de storing op te
sporen en te (laten) verhelpen. De nummers
van de zekeringen zijn aangegeven op de
zekeringkast.
- Gebruik de speciale tang.
Vervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN
PEUGEOT is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien uit
storingen veroorzaakt door het monteren
van extra accessoires die niet door
PEUGEOT aanbevolen en geleverd
worden, of door voorzieningen die niet
volgens de voorschriften van PEUGEOT
zijn gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een totaal stroomverbruik
van meer dan 10 milliampère.

Goed Defect

Page 140 of 163

143
SNEL WEER OP WEG
8
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD (BESTUURDERSZIJDE)
- Verwijder de schroeven en kantel de zekeringkast omlaag om bij de zekeringen te komen.

Zekering A (Ampère)
Functie
12 7,5 Dimlicht rechts
13 7,5 Dimlicht links - Koplampverstelling
31 7,5 Voeding relais
32 10 Interieurverlichting minibus - Alarmknipperlichten
33 15 12 V-aansluiting achter
34 - Niet gebruikt
35 7,5 Achteruitrijlichten - Sensor water in brandstof
36 15 Eenheid portiervergrendeling
37 7,5 Remlichtschakelaar - Derde remlicht - Instrumenten paneel
38 10 Relais interieur
39 10 Autoradio - Diagnoseaansluiting - Sirene alarm - B edieningspaneel standkachel - Bedieningspaneel
airconditioning - Tachograaf
40 15 Verwarming: achterruit (links), buitenspiegel (bes tuurderszijde)
41 15 Verwarming: achterruit (rechts), buitenspiegel (pa ssagierszijde)
42 7,5 Elektronische eenheid en sensor ABS - Sensor ESP - Remlichtschakelaar
43 30 Motor ruitenwissers vóór
44 20 Aansteker - 12 V-aansluiting vóór
45 7,5 Schakelaars ruitbediening en buitenspiegels (bestu urderszijde) - Ruitbediening passagierszijde
46 - Niet gebruikt
47 20 Motor ruitbediening bestuurderszijde
48 20 Motor ruitbediening passagierszijde
49 7,5 Regen-/lichtsensor - Autoradio - Motor ruitbedieni ng bestuurderszijde - Alarm - Schakelaars cockpit
50 7,5 Elektronische eenheid airbags en gordelspanners
51 7,5 Tachograaf - Snelheidsregelaar - Bediening aircond itioning
52 7,5 Relais interieur
53 7,5 Instrumentenpaneel - Mistachterlicht

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 170 next >