Peugeot Boxer 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 61 of 163

63
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Stoelen
DUBBELE CABINE
De cabine is uitgerust met een
ergonomische bank met 4 zitplaatsen en
een stevige scheidingswand voor maximaal
comfort en veiligheid.
Elke zitplaats op de bank is voorzien van
veiligheidsgordels met oprolautomaten.
Raadpleeg rubriek 5 voor de
gebruiksvoorschriften.
Toegang tot de bergruimte onder de bank
Via de cabine
Klap de zitting naar voren om toegang te
krijgen tot de grote bergruimte.
Via de laadruimte
Til de twee kleppen op om gebruik te kunnen
maken van de volledige lengte van de
laadvloer. De kleppen worden vastgehouden
door magneten aan de achterzijde van de
scheidingswand.
Gebruiksvoorschrift
Klap de zitting van de bank niet op tijdens
het rijden.
Hang geen voorwerpen aan de
bevestigingsstructuur van de cabine.
Vervoer niet meer passagiers dan het aantal
dat vermeld wordt op het kentekenbewijs.
Plaats geen kinderzitjes, zitverhogers of
reiswiegen op de achterste zitplaatsen van
de dubbele cabine.
De laadruimte achterin is uitsluitend bedoeld
voor het transport van goederen.
Wij adviseren u de lading of zware
voorwerpen zo ver mogelijk naar voren in
de laadruimte te plaatsen (bij de cabine) en
deze vast te zetten met behulp van riemen
en de sjorogen op de laadvloer.

Page 62 of 163

64
Praktische voorzieningen
INDELING VAN DE CABINE
Opbergvak voorstoelen
Het uitschuifbare opbergvak bevindt zich
onder de bestuurdersstoel.
Het opbergvak onder de passagiersstoel
is bestemd voor gereedschap voor het
verwisselen van een wiel.
Stoelen met variabele demping zijn echter
niet voorzien van opbergvakken.
Opklapbaar schrijfblad
Het schrijfblad bevindt zich in het midden
van het dashboard.
Met de klem kunnen documenten,
vrachtbrieven, enz. worden vastgezet.
Beweeg het schrijfblad aan de bovenzijde
omhoog of omlaag om het uit of in te
klappen.
AAN BOORD
Centraal opbergvak
Dit opbergvak is afsluitbaar met de sleutel
(volgens uitvoering). Het schrijfblad is niet beweegbaar
als uw auto is voorzien van een
passagiersairbag.

Page 63 of 163

65
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Praktische voorzieningen
Dashboardkastje Gekoeld dashboardkastje
Het gekoelde dashboardkastje bevindt zich
rechts boven in het dashboard.
Het ventilatierooster kan worden geopend
of gesloten. De lucht die de aanjager in
het dashboardkastje verspreidt is dezelfde
als de lucht uit de ventilatieroosters in het
interieur.
Zonneklep
Klap de zonneklep omlaag om verblinding
door de zon te voorkomen.
De zonnekleppen zijn voorzien van
etuis voor het opbergen van tolkaarten,
tickets, ...

Page 64 of 163

66
Praktische voorzieningen
Aansteker/12V-aansluiting
Druk de aansteker in en wacht tot deze
uitspringt.
12V-aansluiting: max. 180 W.
Verplaatsbare asbak
Open de asbak, trek hem omhoog en leeg
hem in een vuilnisbak.
Opbergvak boven de voorruit
Dit opbergvak bevindt zich boven de
zonnekleppen.
Maximale belasting: ongeveer 20 kg.

Page 65 of 163

67
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Praktische voorzieningen
Plafonnier
De dubbele plafonnier in het midden van het
dak kan worden ingeschakeld:
- met de schakelaars op de plafonnier, bij aangezet contact (stand MAR),
- door het openen of sluiten van de voorportieren,
- door het vergrendelen/ontgrendelen van de auto.
De plafonnier gaat automatisch uit:
- als zowel de rechter als de linker schakelaar niet is ingedrukt,
- in alle gevallen na 15 minuten, als de portieren open blijven ofzodra het
contact is aangezet.
Kaartleeslampjes
De kaartleeslampjes kunnen met een
schakelaar worden in- en uitgeschakeld.
Met de schakelaar aan bestuurderszijde
kunnen beide kaartleeslampjes gelijktijdig
worden bediend.
Met de schakelaar aan passagierszijde
kunnen de kaartleeslampjes aan
bestuurders- en passagierszijde afzonderlijk
worden in- en uitgeschakeld.
Opbergvakken in de portieren

Page 66 of 163

68
Praktische voorzieningen
INDELING LAADRUIMTE Steun voor sjorrail
Aan weerszijden van de laadruimte bevinden
zich boven de bekleding steunen voor de
bevestiging van een sjorrail.
12V-aansluiting
Maximaal vermogen: 180 W.
Sjorogen
U beschikt over 8 sjorogen om uw lading
vast te zetten. 6 sjorogen bevinden zich op
de vloer en 2 op de scheidingswand achter
de cabine.
Om veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij de cabine te plaatsen.
Bekleding
De wanden van de laadruimte zijn aan de
onderzijde bekleed om beschadiging door
lading te voorkomen.

Page 67 of 163

3
ERGONOMIE EN COMFORT
Praktische voorzieningen
Zijschuifruiten
Afhankelijk van de uitvoering van
de auto kunnen de zijruiten van
zitrij 2 worden geopend.
Knijp de 2 knoppen in en schuif
de ruit open.
Tijdens het rijden moet de ruit zijn gesloten
of in een van de tussenstanden zijn gezet.
Treeplank
Om de laadruimte beter toegankelijk te
maken, kan de auto worden uitgerust met
een treeplank, die wordt uitgeklapt als de
schuifdeur wordt geopend. Plafonniers
Uw auto kan (volgens uitvoering) uitgerust
zijn met één of twee plafonnier(s) boven de
achterdeuren en schuifdeuren.
De plafonniers kunnen worden ingeschakeld
door:
- de plafonnier naar links of rechts te kantelen,
- de achterdeuren of schuifdeuren te openen of te sluiten.
Als de deuren geopend blijven, dooft de
verlichting automatisch na enkele minuten.
Opbergruimte in het dak
Deze opbergruimte bevindt zich in de
laadruimte, boven de cabine. De inhoud
is afhankelijk van de dakhoogte van de
bestelwagen.
Looplamp
Volgens uitvoering.
Verticale laddervormige afscheiding
Deze afscheiding bevindt zich achter
de bestuurdersstoel en beschermt de
bestuurder tegen schuivende lading.
Schot
Het schot achter de voorstoelen beschermt
de bestuurder en voorpassagiers tegen
schuivende lading.
Scheidingswand met schuifraam
Gebruik de knop om het schuifraam in de
scheidingswand te openen of te sluiten.

Page 68 of 163

70
Spiegels en ruiten
SPIEGELS EN RUITEN
SPIEGELS Buitenspiegels
De buitenspiegels bestaan uit
twee gedeelten:

A - Bovenste spiegel
B - Onderste spiegel
Het glas van de buitenspiegels is sferisch
om het gezichtsveld naast de auto te
vergroten. De weergegeven objecten
in de spiegels aan bestuurders- en
passagierszijde lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening
worden gehouden om de afstand ten
opzichte van achteropkomend verkeer goed
in te schatten.
De spiegels bevatten bovendien de
zijknipperlichten en, volgens uitvoering, de
antennes van de telecommunicatiesystemen
van de auto (GPS, GSM, radio, ...).
Elektrisch bedienbare buitenspiegels
Draai aan de knop om het gedeelte van de
spiegel te selecteren.

1 Buitenspiegel aan bestuurderszijde:

A1 - Bovenste spiegel

B1 - Onderste spiegel
Duw vervolgens de knop in de richting
waarin u de spiegel wilt afstellen.

2 Buitenspiegel aan passagierszijde:

A2 - Bovenste spiegel

B2 - Onderste spiegel
Duw vervolgens de knop in de richting
waarin u de spiegel wilt afstellen.
Binnenspiegel
Met de hendel aan de onderzijde kan de
spiegel in 2 standen worden gezet.
In de dagstand staat de hendel naar voren.
Trek de hendel naar u toe om de spiegel in
de nachtstand (antiverblinding) te zetten.
Elektrisch inklappen
Druk op deze schakelaar.
Ontdooien van de buitenspiegels
Druk op de toets van de
achterruitverwarming.

Page 69 of 163

71
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Spiegels en ruiten
ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN

A. Schakelaar ruitbediening
bestuurderszijde

B. Schakelaar ruitbediening
passagierszijde U kunt de ruiten op twee manieren bedienen:
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar A of B voorbij
het zware punt: als u de schakelaar hebt
losgelaten, opent of sluit de ruit volledig.
Druk nogmaals op de schakelaar om het
openen of sluiten te stoppen.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar A tot aan het
zware punt om de ruit te openen of te
sluiten.
De ruit stopt zodra de schakelaar wordt
losgelaten.
Gebruiksvoorschrift
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor
een korte periode, altijd de sleutel uit het
contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan de
passagierszijde bedient, moet hij ervan
verzekerd zijn dat niets het correcte sluiten
van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat
de passagiers op de juiste manier gebruik
maken van de elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
Een minuut na het afzetten van het
contact wordt de elektrische ruitbediening
uitgeschakeld.

Page 70 of 163

72
Druk op de toets TRIP op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om de volgende
informatie weer te geven:
- Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan.
- Actieradius
Geeft aan hoeveel kilometer u nog met de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden, afhankelijk van
het gemiddelde verbruik gedurende de
laatst afgelegde kilometers. -
Gemiddelde snelheid A
Dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer
(contact aan).
- Reisduur A
Dit is de totale reistijd sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer.
-
Traject A
Geeft aan welke afstand is afgelegd sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer.
- Gemiddeld brandstofverbruik A
Dit is het gemiddelde brandstofverbruik sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer.
- Momenteel brandstofverbruik A
Dit is het gemiddelde brandstofverbruik over de laatste seconden.
BOORDCOMPUTER
Als in het menu MODE de optie TRIP B is
geactiveerd:
- Traject B
- Gemiddeld brandstofverbruik B
- Gemiddelde snelheid B
- Reisduur B.
Boordcomputer

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 170 next >