Peugeot Partner 2011 Handleiding (in Dutch)

Page 11 of 200

4
2
4
9
1
IN EEN OOGOPSLAG


Interieur


MIDDENCONSOLE




1.
Bedieningspaneel
ruitbediening.

2.
Bedieningspaneel
alarmknipperlichten/centrale
vergrendeling (interieur,
laadruimte).

3.
Aansteker.

4.
Bediening
verwarming/ventilatie.

5.
Opbergvak.
85

6.
Grip Control.

7.
Autoradio.

8.
Display.
38
9.1



10.
Noodoproep of
hulpoproep.
9.
Selectiehendel
elektronisch
bediende
versnellingsbak
.

Page 12 of 200

3
43
2
3
10
Interieur


1.
Verstelling in
lengterichting.
2.
Rugleuningverstelling.


3. Hoogteverstelling.


4.
Hoogte- en
hoekverstelling
van de hoofdsteun.

Bestuurdersstoel


63 69

40
77 88





COMFORT


Stuurwiel
In hoogte en diepte verstellen van het
stuurwiel.
Opbergruimtes
Onder de voorstoelen bevinden zich
opbergruimtes. Deze zijn gemakkelijker
te bereiken vanaf de achterzijde van
de stoel.
De boordgereedschap is onder de
rechter voorstoel opgeborgen en via de
achterzijde bereikbaar.

Veiligheidsgordels
Hoogteverstelling.
Vergrendeling.
Buitenspiegels
Handmatig verstelbaar.
Elektrisch verstelbaar.

Page 13 of 200

3
3
3
3
9
3
11
IN EEN OOGOPSLAG


Interieur

Lichten uit
Parkeerlicht
Grootlicht (blauw)
Dimlicht (groen) 2 Hoge snelheid.
1 Normale snelheid.
I Interval.
0 uit.
È
Eén keer wissen.
AUTO, beweeg de hendel één
maal omlaag.
AUTO, automatisch
inschakelen van de
verlichting
46 49 Om de snelheidsregelaar te kunnen
gebruiken, moet de wagensnelheid
hoger zijn dan 40 km/h en
moet minimaal de vierde
versnelling zijn ingeschakeld. 51,
54
45


ZICHT RIJDEN


Functie snelweg:
beweeg de
schakelaar één keer omhoog of
omlaag zonder deze voorbij het zware
punt te bewegen; de desbetreffende
richtingaanwijzers knipperen drie keer.
Lichtschakelaar
Schakelaar ruitenwissers
Snelheidsregelaar,
Snelheidsbegrenzer

Hill Start Assist

PC Sound

50,
126


Speciale stand ruitenwissers vóór
Als u de ruitenwissers binnen één
minuut na het afzetten van het contact
bedient, blijven de beide wisserbladen
rechtop staan.

Page 14 of 200

33
3
3
12
Interieur
IN DE CABINE

65
66
66

- als deze weggeklapt is, kunnen voorwerpen tot 3 m
lengte met gesloten achterdeuren in de auto vervoerd
worden,
65

Passagiersstoel

Multi-fl ex bank

Middelste zitplaats
Een opbergruimte onder de zitting kan
met een slot (niet meegeleverd) worden
afgesloten.
- als de zitting opgeklapt is kunnen hoge
voorwerpen in de cabine vervoerd worden.

Page 15 of 200

3
3
3
3
13
1
IN EEN OOGOPSLAG


Interieur


LAADRUIMTE

Aanbevolen wordt de lading stevig vast
te zetten met behulp van de sjorogen
op de vloer en zware voorwerpen zo
ver mogelijk naar voren te plaatsen
(bij de cabine). De lamp, ingebouwd in de wand, dient
als bagageruimteverlichting en kan
worden uitgenomen om bijvoorbeeld het
verwisselen van een wiel bij te lichten.
74 71 75

Maximale belading
Dakconsole: 5kg.
Wegklapbare stoel met de leuning
neergeklapt op de zitting: 50 kg.
Dwarsstangen: 75 kg.
Imperiaal: 120 kg.
Dakklep: 100 kg verticaal.
Scheidingswanden

Looplamp

Sjorogen

Uitneembare klep
Deze kan worden verwijderd om lange
voorwerpen te kunnen vervoeren.
75

Page 16 of 200

33
4
4
3
14
Interieur

VENTILATIE

57 59


KINDEREN IN DE AUTO

94
93

Tips voor het instellen van de handbediende airconditioning



Voor een optimale werking van het systeem is het raadzaam de volgende instellingen te gebruiken:



Gewenste
werking




Luchtverdeling




Temperatuur




Luchtopbrengst


Luchtrecirculatie




A/C




Warm

-


Koud





Ontdooien

Ontwasemen

61
Bij de automatische airconditioning is het raadzaam de stand AUTO te
gebruiken, ongeacht de gewenste werking.

Schakel deze uit zodra de luchtkwaliteit in de auto naar wens is.
Uitschakelen airbag

Kinderzitjes
Verwarming Airconditioning
Automatische
airconditioning

Page 17 of 200

15
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2
SLEUTEL

Met de sleutel kunnen de sloten van
de auto vergrendeld en ontgrendeld
worden en kan de motor worden
gestart.

TOEGANG TOT DE AUTO

Beveiliging
AF
STANDSBEDIENING

Ontgrendelen
Ontgrendelen van de
laadruimte
Centrale vergrendeling

Druk kort op deze knop
om de gehele auto te
vergrendelen.
Dit wordt bevestigd door het één keer
knipperen van de richtingaanwijzers.
Als één van de portieren is geopend
(bijv.: vervoer van lange voorwerpen)
of niet goed is gesloten, werkt de
centrale vergrendeling niet.


Supervergrendeling

Door binnen vijf seconden na
het
inschakelen van de vergrendeling
nogmaals
op het gesloten hangslot te
drukken wordt de supervergrendeling
ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden
branden van de richtingaanwijzers.
De supervergrendeling blokkeert het
van binnenuit en van buitenaf openen
van de portieren. Schakel daarom
nooit de supervergrendeling in als er
zich iemand in de auto bevindt.
Als de bestuurder de
supervergrendeling van binnenuit
met de afstandsbediening inschakelt,
wordt de normale vergrendeling weer
ingeschakeld zodra de auto wordt
gestart. Om alleen de laadruimte te
ontgrendelen:
Druk op deze knop om de
laadruimte te ontgrendelen,
alleen de voorportieren
blijven dan vergrendeld. Druk op deze knop om de
gehele auto te vergrendelen. Druk op deze knop om
alle deuren achter te
ontgrendelen.
Druk één keer op deze knop
om de portieren vóór te
ontgrendelen.
Druk nogmaals op deze
knop de de gehele auto te
ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het twee keer knipperen van de
richtingaanwijzers.
Toegang tot de auto

Page 18 of 200

16

Gebruiksvoorschrift

Houd de afstandsbediening vrij van
vet, stof en vocht.
Een zwaar voorwerp dat aan de sleutel
hangt terwijl deze in het contactslot
zit (sleutelhanger, ...), kan storingen
veroorzaken.

AFSTANDSBEDIENING
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het vervangen van de batterij of
het losnemen van de accukabels kan
het zijn dat de afstandsbediening
gesynchroniseerd moet worden.
Wacht ten minste 1 minuut voordat u
de afstandsbediening gebruikt.
Steek de sleutel in het contactslot
met de knoppen (hangslot) van de
afstandsbediening naar u toe.
Zet het contact aan.
Druk binnen 10 seconden op de
vergrendelknop (gesloten hangslot)
en houd deze ten minste 5 seconden
ingedrukt.
Zet het contact af.
Wacht ten minste 1 minuut voordat u
de afstandsbediening gebruikt.
De afstandsbediening werkt nu weer. Gebruik uitsluitend batterijen van
hetzelfde type als de oorspronkelijke
batterijen of de door het
PEUGEOT-netwerk voorgeschreven
batterijen.
Gooi de batterij van de
afstandsbediening niet weg, de
batterij bevat metalen die schadelijk
zijn voor het milieu.
Lever de batterij in bij het
PEUGEOT-netwerk of een
speciaal verzamelpunt.


Uitklappen/inklappen van de
sleutel

Batterij vervangen

Batterij: CR 1620 / 3 V .
Als de batterij leeg is, verschijnt een
melding op het display in combinatie
met een geluidssignaal.
Wip dan het huis met een muntstuk bij
het oog los om bij de batterij te komen.
Als de afstandsbediening na het
vervangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroniseerd
worden.
Als de batterij niet wordt vervangen
door een batterij van hetzelfde type,
kan de afstandsbediening defect
raken. Druk op deze knop om de
sleutel uit te klappen.
Druk om de sleutel in
te klappen op deze
verchroomde knop en duw de
sleutel in de houder. Wanneer u bij het
inklappen niet op de knop drukt, kan
het mechanisme beschadigd raken.
Toegang tot de auto

Page 19 of 200

17
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2

Let er bij het aanschaffen van een
tweedehands auto op dat:



- uw sleutels door het
PEUGEOT-netwerk in het
elektronische geheugen worden
opgeslagen, zodat u er zeker van
kunt zijn dat de in uw bezit zijnde
sleutels de enige zijn waarmee de
auto kan worden gestart.



Gebruiksvoorschrift

Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.
Speel niet met de knop van de
afstandsbediening, om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk
ontgrendeld worden.
Als zich in de buurt van de
afstandsbediening andere apparaten
bevinden die in hetzelfde frequentiegebied
werken (mobiele telefoons,
alarmsystemen van gebouwen), kan de
werking van de afstandsbediening tijdelijk
verstoord worden.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Alle sleutels zijn voorzien van een chip
voor de elektronische startblokkering.
Dit systeem blokkeert het
brandstofsysteem van de motor en
wordt automatisch ingeschakeld
zodra de sleutel uit het contact wordt
verwijderd.
Bij het aanzetten van het contact
moet de code van de sleutel worden
herkend door de startblokkering.
De sleutelbaard moet volledig worden
uitgeklapt om een goede communicatie
van de startblokkering mogelijk te maken.

Bij verlies van uw sleutels
Neem het kentekenbewijs van uw
auto en een geldig identiteitsbewijs
mee naar een servicepunt van het
PEUGEOT-netwerk .
Het PEUGEOT-netwerk kan de
sleutel- en transpondercode
achterhalen om nieuwe sleutels
te bestellen.
De afstandsbediening werkt niet als de
sleutel zich in het contact bevindt, ook
al is het contact afgezet.
Haal uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel uit het
contactslot als u de auto verlaat, ook al
is dit voor een korte tijd.

Toegang tot de auto

Page 20 of 200

18
VOORPORTIEREN

Van binnenuit

Gebruik de portiergreep om het
desbetreffende portier te ontgrendelen
en te openen.


Van buitenaf

Gebruik de afstandsbediening om de
auto te vergrendelen/ontgrendelen.
Steek de sleutelbaard in het slot
van het bestuurdersportier als de
afstandsbediening niet werkt.

Toegang tot de auto

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 200 next >