Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 181 of 210

9.19
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende geluidsbronnen (radio, CD, CD-wisselaar...).
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten, de muziekstijl "Geen" te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) voor elk e geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere geluidsbron (radio, CD, CD-wisselaar...) verschille n in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst. - Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd. - Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio. - De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen. - De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden d ie niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
VEELGESTELDE VRAGEN
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, muzieks tijl) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een muziekstijl te selecteren.

Page 182 of 210

9.20
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA (verkeersinformatie) is ingeschakeld, maar ik krijg geen verkeersinformatie te horen.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzende n.
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergar ages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of ondergrondse park eergarage).
Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
Laat de antenne controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden weg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt de radio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat. Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco -modus van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de a uto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het audiosysteem is oververhit" verschijnt op het display.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om het systeem te laten afkoelen. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hog e omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.

Page 183 of 210

9.21
Uw kleurennavigatiesysteem met Bluetooth-carkit is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitend in uw auto functioneert. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als u het systeem voor gebruik in een andere auto wilt laten confi gureren.
Bepaalde functies die in deze handleiding worden beschreven, zullen in de loop van het jaar beschikbaar zijn.
Peugeot Connect Nav
INHOUD


Page 184 of 210

9.22
01 BASISFUNCTIES
BEDIENINGSPANEEL Peugeot Connect Nav

Page 185 of 210

9.23
01
1
5
10
2
346
13
11
9
1415
7812
16
1. Motor afgezet - Kort indrukken: aan/uit - Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken. Draaiende motor - Kort indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken. - Lang indrukken: resetten van het systeem.
2. Volumeregeling.
5. Toegang tot het Menu "SETUP". Lang indrukken: toegang tot het GPS-bereik en de d emo-mode.
6. Toegang tot het Menu "Telefoon". Weergave van de gesprekkenlijst.
7. Toegang tot het Menu "MODE". Selecteren van het achtereenvolgens weergeven van: Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon (tijdens een gesprek), Boordcomputer. Lang indrukken: Black Panel mode (DARK).
8. Toegang tot het Menu "Navigatie". Weergave van de laatst gekozen bestemmingen.
9. Toegang tot het Menu "Verkeer". Weergave van de a ctuele verkeersinformatie.
10. ESC: huidige bewerking afbreken.
11. CD uitwerpen.
12. Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het overzicht. Selecteren van de vorige/volgende CD. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst . Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
13. Selecteren van de vorige/volgende radiozender. Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of vorig/volgend MP3-bestand. Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een in het geheugen opgeslagen radiozender. Selecteren van een CD in de CD-wisselaar. Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de hui dige radiozender.
15. SD-kaartlezer.
16. Selectieknop voor de weergave op het display, afhankelijk van de context van het menu. Kort indrukken: bevestigen.
BASISFUNCTIES
BEDIENINGSPANEEL Peugeot Connect Nav
3. Toegang tot het Menu "Radio". Weergave van het zenderoverzicht.
4. Toegang tot het Menu "Muziek". Weergave van tracks .
3 - 4. Lang indrukken: toegang tot de audio-instellingen: geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, lage-/hogetonenregeling, sfeerinstellingen, loudness, aut omatische volumecorrectie, standaardinstellingen.

Page 186 of 210

9.24
02 ALGEMENE WERKING
Raadpleeg hoofdstuk 10 voor een gedetailleerd overzicht van de keuzemogelijkheden binnen de menu's.
Door meerdere keren achter elkaar op de toets MOD E te drukken, krijgt u toegang tot de volgende menu's:
Gebruik voor het schoonmaken van het display een z acht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel.
RADIO/ MULTIMEDIASPELERS
TELEFOON(Tijdens een telefoongesprek)
BOORDCOMPUTER BOORDCOMPUTERBOORDCOMPUTER
KAARTWEERGAVE OP VOLLEDIG SCHERM
NAVIGATIE (Tijdens navigatie)
SETUP: taalkeuze, datum en tijd, weergave, parameters van de auto, eenheden en systeeminstellingen "Demomodus".
VERKEER: TMC-informatie en berichten.

Page 187 of 210

9.25
02
1
2
3
3
2
1
1
1
3
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
2
1
1
2
1
2
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
ALGEMENE WERKING
Door de draaiknop OK in te drukken krijgt u toegang tot de snelkeuzemenu's.
BOORDCOMPUTER:
LOGBOEK WAARSCHUWINGEN
STATUS VAN FUNCTIES
MULTIMEDIASPELERS:
VERKEERSINFORMATIE (TA)
AFSPEELOPTIES
NORMALE AFSPEELVOLGORDE
SHUFFLE
MAP HERHALEN
INTROSCAN
KIES GELUIDSBRON
NAVIGATIE (TIJDENS NAVIGATIE):
NAVIGATIE STOPPEN
BERICHT HERHALEN
ALTERNATIEVE ROUTE
ROUTE-INFORMATIE
BESTEMMING TONEN
TRAJECTINFORMATIE
Navigatiecriteria
Vermijdcriteria
Aantal satellieten
KAART VERPLAATSEN
GESPR. BERICHT
NAVIGATIE-OPTIES
RADIO :
FM
VERKEERSINFORMATIE (TA)
RDS
RADIOTEKST
REGIOPROG. (REG)
AM
AM
VERKEERSINFORMATIE(TA)
AM-LIJST VERNIEUWEN
FM
KAARTWEERGAVE OP VOLLEDIG SCHERM:
NAVIG. STOPPEN NAVIGATIE HERVATTEN
BESTEMMING
POINTS OF INTEREST
POSITIE-INFO
KAARTINSTELLINGEN
KAART VERPLAATSEN
TELEFOON:
OPHANGEN
IN DE WACHT ZETTEN
BELLEN
DTMF-TONEN
PRIVÉMODUS
MICRO UIT
WEERGAVE AFHANKELIJK VAN DE CONTEXT

Page 188 of 210

9.26
03
1
2
3
6
5
4
NAVIGATIE
EEN BESTEMMING KIEZEN
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie Menu "Navigatie" en druk vervolgens op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie "Bestemming invoeren" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op de toets NAV.
Selecteer de letters van de plaatsnaam één voor één en druk telkens op de draaiknop om een letter te bevestigen.
Selecteer het land en draai vervolgens aan de draaiknop om de plaats te selecteren. Druk op de draaiknop om te bevestigen.
MENU "NAVIGATIE"
BESTEMMING INVOEREN
Plaats de SD-kaart met navigatiegegevens in de lezer op het bedieningspaneel om de navigatiefuncties te gebruiken. De navigatiegegevens op de SD-kaart mogen niet wor den gewijzigd. Updates van navigatiegegevens zijn verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk.
Via de toets LIST op het virtuele toetsenbord is e en lijst n lijst van plaatsen in het gekozen land beschikbaar die kunnen worden g esen geselecteerd door de eerste letters van de plaatsnaam in te voeren. ren.
Selecteer de functie "Adresinvoer" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
ADRESINVOER
Onder de functie Menu "Navigatie" verschijnen de 2 0 la 20 laatst gekozen bestemmingen.

Page 189 of 210

9.27
7
8
10
9
Om een bestemming te wissen; selecteer vanaf de etae etappes 1 tot 3 "Uit laatste bestemmingen kiezen". Door lang op een van de bestemmingen te drukken ve ren verschijnt een lijst met handelingen, waarin u kunt kiezen voor: Vermelding wissen Lijst wissen
Herhaal de stappen 5 t/m 7 om de "Straat" en het "Huisnummer" in te voeren.
Draai aan de draaiknop en selecteer OK. Druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie "Opslaan in adresboek" om het inghet ingevoerde adres als kaart op te slaan. Druk op de draaiknop om d om de selectie te bevestigen. Uw Peugeot Connect Nav kan maximaal 4000 kaarten arten opslaan.
Voor een snellere invoer is het mogelijk rechtstreeks eeks een postcode in te voeren via de functie "Postcode". Gebruik het virtuele toetsenbord om de letters en cijfers cijfers in te voeren. Selecteer de navigatiecriteria: "Snelste route", "Kortste route" of "Geoptimaliseerde route" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer vervolgens "Navigatie starten" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Met de draaiknop kan worden in- en uitgezoomd op d e kp de kaart. Met het snelkeuzemenu van KAART VOLLEDIG SCHECHERM is het mogelijk de kaart te verplaatsen of de richting te kiezen.iezen. Druk op de draaiknop en selecteer vervolgens "Kaartinstellinge n". en".
Er kan ook een bestemming worden geselecteerd vanu vanuit "Uit adresboek kiezen" of "Uit laatste bestemmingen kieen kiezen".
UIT ADRESBOEK KIEZENUIT LAATSTE BESTEMMINGEN KIEZENUIT LAATSTE BESTEMMINGEN KIEZEN
NAVIGATIE STARTEN
Tijdens de navigatie kan de laatste aanwijzing worden herhaald door het uiteinde van de verlichtingsschakelaar in te drukken.

Page 190 of 210

9.28
03
5
6
7
1
2
3
4
NAVIGATIE
NAVIGATIEOPTIES
Selecteer de functie "Routedynamiek". Deze functie geeft toegang tot de opties "Verkeersonafhankelijk" en "Semi-dynamisch".
Selecteer de functie "Vermijdcriteria". Deze functie geeft toegang tot de optie VERMIJDEN (autosnelwegen, tolwegen, veerboten).
Draai aan de draaiknop en selecteer de functie "Herberekenen" om rekening te houden met de geselecteerde navigatieopties. Druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie Menu "Navigatie" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de functie "Navigatiecriteria" en druk op de draaiknop om te bevestigen. Met deze functie kunnen de navigatiecriteria worden gewijzigd.
Selecteer de functie "Routeopties" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
MENU "NAVIGATIE"
ROUTEOPTIES
NAVIGATIECRITERIA
ROUTEDYNAMIEK
VERMIJDCRITERIA
HERBEREKENEN
De route die uw Peugeot Connect Nav berekent, hangt af van de geselecteerde navigatieopties. Door het wijzigen van deze opties kan een totaal verschillende route worden berekend.

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 next >