Peugeot Partner Tepee 2017 Handleiding (in Dutch)
Page 141 of 292
139
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
139
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
AANBEVOLEN kINDERZITJES
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"RÖM
e R Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 2
en 3: van 15 tot 36 kg
L4
"KLIPP
AN o ptima"
Vanaf 22
kg (ongeveer 6 jaar): gebruik alleen de zitverhoging.L5
"RÖM
e R KIDFIX"
Kan worden bevestigd op de IS
o FIX-bevestigingen van de auto.
Het kind wordt door de veiligheidsgordel op zijn plaats gehouden.
P
eugeot
levert een reeks kinderzitjes met een speciaal artikelnummer die met ee\
n
driepuntsveiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt.
VeILIgHeID
5
Kinderen aan boord
Page 142 of 292
140
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
140
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
kINDERZITJES MET STEUN
Kinderzitjes met een steun (of reactiestang)
moeten op een uiterst zorgvuldige manier
worden geplaatst. u moet met name letten
op de aanwezigheid van een opbergvak in de
voetenruimte bij de buitenste zitplaatsen achter.
De middelste zitplaats achter is niet voorzien
van een opbergvak in de voetenruimte.
o p
deze plaats kunt u dus gemakkelijker een
kinderzitje met een steun, zowel een Isofix-
zitje (bevestigd op de IS
o FIX-bevestigingen)
als een universeel zitje (bevestigd met de
driepuntsveiligheidsgordel), plaatsen.
Laat de steun niet op de klep
van het opbergvak in de
voetenruimte rusten: bij een
heftige schok zou de klep kunnen
breken. Als de instelmogelijkheden
van de steun het toelaten, zijn er twee
andere mogelijkheden om het zitje te
plaatsen.
Op de bodem van het
opbergvak
Als de steun lang genoeg is, kunt
u deze tegen de bodem van het
opbergvak laten rusten. Verwijder alle
voorwerpen uit het opbergvak alvorens
de steun te plaatsen.
Op het gedeelte van de vloer waar
geen opbergvak is aangebracht
Als de steun lang genoeg is en ver
genoeg kan worden gekanteld (houd
u daarbij aan de aanwijzingen in
de handleiding van het kinderzitje),
bestaat er nog een andere
mogelijkheid: u kunt de steun op het
gedeelte van de vloer laten rusten
waar geen opbergvak is aangebracht.
g
ebruik daarbij de lengteverstelling
van de achterzitplaats of de voorstoel
om de steun op een correcte wijze op
de vloer te laten rusten op een plaats
waar geen opbergvak is aangebracht.
Als u de steun niet op een van
deze bovengenoemde manieren
kunt plaatsen, bevestig dan geen
kinderzitje met een steun op deze
zitplaats.
Kinderen aan boord
Page 143 of 292
141
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
141
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
PLAATS VAN DE kINDERZITJES DIE MET DE VEILIGHEIDSGORDEL WORDEN BEVESTIGD
* een kinderzitje met steun mag nooit op een buitenste zitplaats van de twe\
ede zitrij worden bevestigd, behalve wanneer
het bevestigd kan worden volgens de aanbevelingen in de rubriek "Bevesti\
gen van kinderzitjes met steun".
**
e en kinderzitje met steun mag nooit op een zitplaats van de derde zitrij \
worden bevestigd.
Conform de
e uropese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekki\
ng tot het bevestigen, met een
veiligheidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje (a), gerangs\
chikt naar gewicht van het kind en de plaats in
de auto.
U:
zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd \
kinderzitje met een veilig
heidsgordel, zowel
met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting". Plaatsen
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Minder dan 13 kg
(groep 0 (b)
en 0+)
tot ongeveer
1
jaarVan 9 tot 18 kg
( g roep 1)
Van 1
tot
ongeveer 3
jaarVan 15 tot 25 kg
(groep 2)
V an 3 tot
ongeveer 6
jaarVan 22
tot
36
kg
(
g roep 3)
Van 6 tot
ongeveer 10
jaar
Zitrij 1
(c) (d)
PassagiersstoelU UUU
Zitrij 2
(e)
(5
en
7
zitplaatsen) Buitenste
zitplaatsen
U*
U* UU
Middelste
zitplaats U
UUU
Zitrij 3
(f) (g)
(7
zitplaatsen) Alle
zitplaatsen
U**
U** UU
VeILIgHeID
5
Kinderen aan boord
Page 144 of 292
142
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
142
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
(a) universeel kinderzitje: kinderzitje
dat in alle auto's met de
veilig
heidsgordel kan worden
bevestigd.
(b)
g roep 0: vanaf de geboorte tot
10
kg. Reiswiegen en "autobedjes"
mogen niet op de passagiersstoel
vóór of de zitplaatsen van de derde
zitrij worden bevestigd. Als ze op
een zitplaats van de tweede zitrij
zijn bevestigd, zijn een of meer
zitplaatsen van deze zitrij mogelijk
niet bruikbaar.
(c)
Raadpleeg de huidige wetgeving in
uw land alvorens een kinderzitje op
deze plaats te bevestigen.
(d)
Als een kinderzitje "met de
rug in de rijrichting" op de
passagiersstoel vóór
is
bevestigd, moet de frontairbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Anders kan het kind ernstig of
zelfs dodelijk gewond raken
wanneer de airbag wordt
opgeblazen.
Als een kinderzitje "met het
gezicht in de rijrichting" op
de
passagiersstoel vóór is
bevestigd, moet de frontairbag
aan passagierszijde ingeschakeld
blijven. Verwijder de hoofdsteun en berg
deze op alvorens een kinderzitje
met rugleuning op een zitplaats te
bevestigen.
Monteer de hoofdsteun weer zodra het
kinderzitje is verwijderd.
(e) Als u een kinderzitje met de rug
of het gezicht in de rijrichting op
een zitplaats achter bevestigt,
schuif dan de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning rechtop om
voldoende ruimte over te laten voor
het kinderzitje en de benen van het
kind.
(f)
Zet de rugleuningen van de
zitplaatsen van de tweede zitrij vóór
de zitplaats met het kinderzitje in
de tafelstand.
Als het kinderzitje of
de benen van het kind desondanks
toch de zitplaatsen van de tweede
zitrij raken, verwijder dan de
desbetreffende zitplaatsen van de
tweede zitrij.
(g)
Als de zitplaatsen van de derde
zitrij bezet zijn, haal dan een op de
neerklapbare stoel van de tweede
zitrij gemonteerd kinderzitje weg,
om de toegang tot de derde zitrij te
verbeteren.
Kinderen aan boord
Page 145 of 292
143
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
143
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
ISOFIx-BEVESTIGINGEN
uw auto voldoet aan de nieuwste
IS o FIX-normen.
e
lke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen.
twee bevestigingsringen
A vóór,
die zich tussen de rugleuning en de
zitting van de zitplaats bevinden en
die worden aangegeven met een
markering,e én bevestigingsring B achter, die zich
aan de achterzijde van de rugleuning
van de zitplaats bevindt, voor de
bevestiging van de bovenste riem, de
top
t
ether-bevestiging.
Aan
de t
op
t
ether-bevestiging
kan
de bovenste riem (indien aanwezig)
van een kinderzitje worden bevestigd.
Bij een frontale aanrijding beperkt dit
systeem het naar voren kantelen van
het kinderzitje.
De IS
o FIX-bevestigingen zorgen
voor een veilige, degelijke en snelle
montage van het kinderzitje in uw auto.
De IS
o FIX-kinderzitjes beschikken
over twee sloten die eenvoudig aan
de twee bevestigingsringen A vóór
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn
bovendien voorzien van een
bovenste bevestigingsriem die
kan worden vastgemaakt aan de
bevestigingsring
B achter.Houd u nauwgezet aan de
montagevoorschriften die in de
handleiding van het kinderzitje zijn
vermeld.
Kinderzitje vastmaken aan de
top tether-bevestiging:
-
verwijder de hoofdsteun en berg
deze op alvorens het kinderzitje
op deze zitplaats te bevestigen
(monteer de hoofdsteun weer zodra
het kinderzitje is verwijderd),
-
voer de bovenste bevestigingsriem
over de rugleuning van de zitplaats,
tussen de openingen voor de
pennen van de hoofdsteun door
,
- bevestig de aansluiting van
de bovenste riem aan de
bevestigingsring achter
,
-
trek de bovenste riem strak.Bij een onjuist geplaatst kinderzitje
kan het kind bij een aanrijding
ernstig letsel oplopen.
Raadpleeg het overzicht om te zien
op welke zitplaatsen van uw auto
IS
o FIX-kinderzitjes kunnen worden
gemonteerd.
VeILIgHeID
5
Kinderen aan boord
Page 146 of 292
144
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
144
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn vo\
orzien van
ISo FIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale
driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant van het zitje.
Aanbevolen ISOFIx-zitje
"RÖMER Duo Plus ISOFIx"
(gewichtsgroep B1)
Groep 1: van 9
tot 18 kg
Kan uitsluitend met het gezicht in de rijrichting worden bevestigd.
Wordt bevestigd aan de ringen A en,
met een bovenste bevestigingsriem, aan de ring B, die
t
op
t
ether
wordt genoemd.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Kinderen aan boord
Page 147 of 292
145
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
145
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
PLAATSEN VAN kINDERZITJES ISOFIx
* Bij de 7-persoonsuitvoering dienen
de drie stoelen van de 2e zitrij te zijn
geplaatst als er kinderzitjes worden
bevestigd.
**
e
en kinderzitje met steun mag nooit
op een buitenste zitplaats van de
tweede zitrij worden bevestigd,
behalve wanneer het bevestigd kan
worden volgens de aanbevelingen
in de rubriek "Bevestigen van
kinderzitjes met steun".
o
vereenkomstig de
e
uropese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het beve\
stigen van een IS o FIX-
kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van IS o FIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele IS o FIX-kinderzitjes wordt de IS o FIX-maat op het kinderzitje naast het IS o FIX-logo
aangegeven met een letter (A t/m G).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
tot ongeveer
6
maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
tot ongeveer 1
jaar
Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFI
x
-kinderzitje
Reiswieg "rug in de rijrichting" "rug in de
rijrichting" "gezicht in de
rijrichting"
ISOFI
x
-maat
F G C D E C D A B B1
2
e zitrij
(5 en
7* zitplaatsen) Buitenste
zitplaatsen**
IL-SU
IL-SUIL-SUIUF, IL-SU
Middelste
zitplaats Zonder ISOFI
x -bevestigingen
3
e zitrij
(7 zitplaatsen) Alle zitplaatsen
Zonder ISOFI
x -bevestigingen
IUF: zitplaats geschikt voor het bevestigen van
een universeel gehomologeerd IS
o FIX-kinderzitje
met het gezicht in de rijrichting en een bovenste
bevestigingsriem.
IL-SU: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een
semi-universeel gehomologeerd IS
o FIX-kinderzitje:
-
kinderzitje "met de rug in de rijrichting" voorzien
van een bovenste bevestigingsriem of een
steun,
-
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting"
voorzien van een steun,
Verwijder de hoofdsteun en berg
deze op alvorens een kinderzitje
met rugleuning op een zitplaats te
bevestigen.
Monteer de hoofdsteun weer zodra het
kinderzitje is verwijderd.
- reiswieg voorzien van een bovenste
bevestigingsriem of een steun.
Raadpleeg het gedeelte "IS
o FIX-bevestigingen"
van rubriek 5
voor meer informatie over het
vastmaken van de bovenste riem.
VeILIgHeID
5
Kinderen aan boord
Page 148 of 292
146
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
146
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
ADVIEZEN kINDERZITJES
Laat bij de achterzitplaatsen altijd
voldoende ruimte tussen de voorstoel
en:
-
het kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
de voeten van het kind in het
kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning ervan, indien
nodig, meer rechtop.
De onjuiste bevestiging van een
kinderzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar in geval van een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel
of gesp van de veiligheidsgordel onder
het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit
van het zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de autogordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte
ritten, worden vastgemaakt waarbij de
speling ten opzichte van het lichaam
van het kind zoveel mogelijk moet
worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel
voor dat de veiligheidsgordel correct
tegen het kinderzitje is gespannen
en dat de gordel het kinderzitje
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de
passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" voor dat de afstand
tussen de rugleuning van het zitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo
klein mogelijk is. Laat indien mogelijk
de rugleuning van het zitje tegen de
rugleuning van de stoel aandrukken.
Verwijder de hoofdsteun alvorens
een kinderzitje met een rugleuning te
plaatsen op een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om
te voorkomen dat de hoofdsteun door
de auto vliegt bij krachtig afremmen.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
passagiersstoel vóór is per land
verschillend. Raadpleeg de in uw land
geldende regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de voorstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
autogordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te
raken.
Controleer of de heupgordel goed over
de bovenbenen van het kind ligt.
P
eugeot
beveelt aan een
stoelverhoger met rugleuning
te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de
schouder
.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
geen kinderen zonder toezicht
achter in een auto,
-
nooit een kind of een dier in een
auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de zon
staat,
-
de sleutels nooit binnen bereik van
de kinderen achter in de auto.
g
ebruik de kindersloten om te
voorkomen dat de portieren per
ongeluk worden geopend.
Zorg ervoor dat de achterzijruiten
niet verder dan voor 1/3
deel worden
geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
Zet bij het plaatsen van een kinderzitje
op de derde zitrij de rugleuningen van
de zitplaatsen van de tweede zitrij
vóór de zitplaats met het kinderzitje
in de tafelstand. Als het kinderzitje of
de benen van het kind desondanks
toch de zitplaatsen van de tweede zitrij
raken, verwijder dan de desbetreffende
zitplaatsen van de tweede zitrij.
Kinderen aan boord
Page 149 of 292
147
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
147
Partner2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
kINDERBEVEILIGING
De kinderbeveiliging verhindert
het openen van binnenuit van de
schuifdeuren.
HandmatigElektrisch
Druk met het contact aan op
deze knop centraal op het
dashboard.
V
erklikkerlampje brandt =
kinderbeveiliging
ingeschakeld.
Let op: dit systeem werkt onafhankelijk
van de centrale vergrendeling.
Neem voor het verlaten van
de auto altijd de sleutel uit het
contact, zelfs voor korte periodes.
Controleer na het aanzetten van het
contact altijd of de kinderbeveiliging is
ingeschakeld.
Bij een zware aanrijding wordt
de elektrische kinderbeveiliging
automatisch uitgeschakeld.
De plaats van de hendel en de status
van de kinderbeveiliging worden
aangegeven door een sticker.
-
o
pen de schuifdeur volledig tot
voorbij het zware punt.
-
Kantel de hendel op de achterste
zijkant van de schuifdeur naar
beneden.
VeILIgHeID
5
Kinderen aan boord
Page 150 of 292
148
Partner2VP_nl_Chap06_Accessoire_ed02-2016
Raadpleeg voor meer
informatie over de gewichten en
aanhangergewichten het gedeelte
"g ewichten" van rubriek 9.
TREkkEN VAN EEN AANHANGER , EEN CARAVAN ...
Verdeling gewicht
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig en houd u aan
de toegestane kogeldruk.
k
oeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur. De koelventilator wordt elektrisch
bediend en is niet afhankelijk van het
motortoerental.
g
ebruik daarom een zo hoog
mogelijke versnelling om het toerental
te beperken en pas uw snelheid aan.
Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Adviezen
Bij het slepen van een auto dienen de wielen
van de gesleepte auto vrij rond te draaien; de
versnellingsbak moet in de neutraalstand staan.
trekken van een aanhanger