Peugeot Partner VP 2004 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 128

Luchtstroom naar voorruit, portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de been- ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat. Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolenonder warme weersomstandighe-den.
4. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruiten zijruiten (ontwasemen-ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
- Schuif de knop van de luchttoe- voerregeling in de stand "Toevoer van buitenlucht",
- Stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal,
- Sluit de middelste ventilatieroos- ters.
UW PARTNER IN DETAIL 51
22-12-2003
3. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (buitentemperatuur) tot rood (warm).

Page 52 of 128

1. Airconditioning De airconditioning kan tijdens alle seizoenen gebruikt worden. Het systeem stelt u in staat de temperatuur in het interieur `s zomers te verlagen en zorgt in de win-ter bij temperaturen boven 0¡C voor een snelle ontwaseming van beslagen ruiten.Druk de schakelaar in om de airconditioning in te schakelen. Het verklikker-lampje gaat branden. 2. Regeling luchtopbrengst en
toevoer van buitenlucht
Draai de knop in 1van de 4
standen om de gewensteluchtopbrengst te verkrij-gen.
UW PARTNER IN DETAIL
52
22-12-2003
AIRCONDITIONING
De airconditioning werkt niet als de knop voor de regeling van de luchtop- brengst in de laagste stand staat. Opmerking: condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich
een klein plasje water onder de auto vormt, dit is een normaal verschijnsel.

Page 53 of 128

4. LuchtverdelingLuchtstroom naar voorruit en zijruiten (ontwasemen -ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgtte werk:
- Stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal.
- Sluit de middelste ventilatieroos- ters.
- Schuif de knop van de luchttoe- voerregeling in de stand
"Toevoer van buitenlucht".
- Schakel de airconditioning in.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruim-te. Luchtstroom naar de beenruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat. Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolenonder warme weersomstandighe-den.
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand. Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt ter- wijl de airco is ingeschakeld, wordtde capaciteit van de airco en de ver-warming vergroot. Als deze stand wordt gebruikt zon- der de airconditioning, bestaat hetrisico dat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandighe- den dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht.
UW PARTNER IN DETAIL 53
22-12-2003
3. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (koud als de airco is ingeschakeld) tot rood (warm).
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem dan
door uw PEUGEOT-servicepuntcontroleren. Opmerking:
Laat voor een optimale
werking van de airconditioning de ven- tilatieroosters openstaan.

Page 54 of 128

22-12-2003
UW PARTNER IN DETAIL
54
VOORSTOELEN
1- Hoogteverstelling hoofdsteun Schuif de hoofdsteun naar wens
hoger of lager. Zet, om de hoofdsteun te verwijde- ren, deze in de hoogste stand, drukde pallen in en trek de hoofdsteungelijktijdig omhoog. Steek om de hoofdsteun terug te zet- ten de pennen in de openingen vande rugleuning tot de hoofdsteun opzijn plaats blijft.
2- Rugleuningverstelliung A.
Draai aan de knop.
B. Trek aan de hendel (uitvoering met ŽŽn schuifdeur).
3- Verstelling in lengterichting.
Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
De stand van de hoofdsteun is juist als de bovenzijde van dehoofdsteun zich ter hoogte vande bovenzijde van het hoofdbevindt.

Page 55 of 128

22-12-2003
UW PARTNER IN DETAIL55
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst en
correct zijn afgesteld. Plaats geen zware voorwerpen in de opbergladen.
4- Opberglade (uitvoering met airbag passagier)
U heeft de beschikking over een opberglade onder de passagiers-stoel.
Til de lade iets op en trek hem naar voren om hem te openen.
5- Toegang tot de achterbank (uitvoering met ŽŽn schuif- deur)
Trek de handgreep omhoog om derugleuning naar voren te klappen enschuif de stoel vooruit. Als de stoel wordt teruggeduwd, komt deze automatisch weer in deoorspronkelijke stand terug (bestuur-derszijde). 6- Schakelaar stoelverwarming Druk de schakelaar in. De tempera- tuur wordt automatisch geregeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit te schake-len. Opmerking:
De geselecteerde
stand van de stoelverwarming blijft, nadat het contact is afgezet, nogtwee minuten in het geheugen.
Zorg ervoor dat het terug-keren in de oorspronkelij-ke stand niet wordt verhin-derd; deze stand is nood-
zakelijk om de stoel te vergren-delen in de lengterichting.

Page 56 of 128

22-12-2003
UW PARTNER IN DETAIL
56
NEERKLAPBARE ACHTERBANK Neerklappen van de achterbank:
- Schuif de hoofdsteunen omlaag.
- Druk op de knop
1om de rugleuning 2los te maken.
- Klap de rugleuning 2neer op de zitting.
- Zet de achterbank in de stand "gevouwen".
Terugplaatsen:
- Kantel de achterbankzitting terug in de oorspronkelijke stand.
- Klap de rugleuning omhoog.
- Controleer of de zitting goed is verankerd.Let op dat de gordels niet worden vastgeklemd.

Page 57 of 128

UW PARTNER IN DETAIL57
Voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op depassagiersstoel** Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrich-ting op de passagiersstoel wordenvervoerd, behalve als de achterzit-plaatsen al bezet zijn door anderekinderen of als de achterbank nietbruikbaar is (verwijderd, neergek-lapt). Zet in dat geval de passa-giersstoel in de middelste stand enschakel de airbag niet uit. Het kinderzitje mag tegen de rijrich- ting in worden aangebracht. In dezestand is het verplicht de airbag aanpassagierszijde uit te schakelen.Anders kan het kind bij het afgaanvan de airbag levensgevaarlijkgewond raken.
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhan-kelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- Sinds 1992 dienen kinderen jonger dan 10 jaar in gehomologeerde*, aan het
lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd.
- Kinderen van minder dan 9 kg moeten zowel voor- als achterin tegen de rijrichting in worden vervoerd. PEUGEOT raadt u aan uw kind tegen de
rijrichting in te vervoeren tot de leeftijd van 2 jaar.
- De veiligste plaats voor een kinderzitje is volgens de statistieken eenplaats op de achterbank van uw auto. PEUGEOT beveelt u dan ook aan het kinderzitje op de achterbank te bevestigen, ook al is het een kinderzitje dat tegen de rijrichting in kanworden bevestigd.
- Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. De schoudergordel dient over de schouder
van het kind te liggen, zonder de hals te raken. PEUGEOT raadt u aan een zit-verhoging met rugleuning en een gordelgeleider ter hoogte van de schoudervan het kind te gebruiken.
- Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van het kin- derzitje niet om de speling tussen de gordel of het tuigje en het lichaam
van het kind tot een minimum te beperken.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voor de voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op de passagiersstoel.
22-12-2003

Page 58 of 128

22-12-2003
UW PARTNER IN DETAIL
58
ISOFIX-BEVESTIGINGEN De rechter zitplaats achter en de middelste achterzitplaats van uwauto zijn voorzien van ISOFIX-
verankeringen . Deze bestaan uit
twee ringen tussen de rugleuning ende zitting van de stoel.
De ISOFIX kinderzitjes beschikken
over twee sloten die makkelijk kunnenworden verankerd aan deze ringen.
Bij een onjuiste plaatsing van eenkinderzitje in een auto wordt de vei-ligheid van het kind bij een botsingin gevaar gebracht. De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een betrouwbare, degelijke ensnelle montage van het kinderzitje inuw auto.
Een speciaal, gehomologeerd kinder-
zitje is het KIDDY Isofix kinderzitje. Ditkan met "de rug in de rijrichting" wor-den geplaatst voor kinderen vanaf degeboorte tot 13 kg en met "het gezichtin de rijrichting" voor kinderen van 9tot 18 kg. In dit laatste geval moet het kinderzit- je worden bevestigd met de Isofix-bevestigingen, de gordelbeschermeren de veiligheidsgordel. Gebruik als het kinderzitje met de rug in de rijrichting wordt geplaatst zowelde Isofix-bevestigingen als het tuigjevan het kinderzitje. Het is in beide gevallen verplicht de voorstoel in de middelste stand ende rugleuning rechtop te zetten.
Op de middelste achterzitplaats mageen kind uitsluitend met "het gezichtin de rijrichting" worden vervoerd.
Het kinderzitje kan ook wordenbevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix-verankeringen.Het is in dat geval verplicht de nor-male driepunts veiligheidsgordels tegebruiken.
Als het KIDDY kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passa-giersstoel is geplaatst, is het ver-plicht de passagiersairbag uit teschakelen. Het kind kan bij het in werking tre- den van de airbag levensgevaar-lijk gewond raken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant.

Page 59 of 128

22-12-2003
UW PARTNER IN DETAIL59
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
Behalve ISOFIX-kinderzitjes levert PEUGEOT ook een uitgebreide reeks kinderzitjes die met de veiligheidsgordel kunnen
worden vastgemaakt:
Groep 0+: Vanaf de geboorte tot 13 kg
L1 - "Britax Babysure": wordt zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vastgemaakt.Als het zitje voorin is aangebracht, is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen en de voorstoel in de middelste stand te zetten.
Groep 1: Van 9 tot 18 kg
L2 - "Ršmer Prince": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt. Omwille van de veiligheid van uw kinderen: het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht.
Groep 2: Van 15 tot 25 kg
L3 - "Ršmer Vario": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt.

Page 60 of 128

22-12-2003
Laat nooit ŽŽn of meer kin- deren zonder toezicht in
een auto achter. Laat nooit een kind of een
dier in uw auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de autoin de zon staat. Plaats zonneschermen voor de achterste zijruiten om uw jongekinderen tegen de zon te bescher-men. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter inde de auto.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot hetplaatsen en het bevestigen vanhet kinderzitje op. Deze zijn aan-gegeven in de desbetreffendegebruiksaanwijzing. Zorg er bovendien voor dat de achterzijruiten* niet verder danvoor 1/3 deel geopend worden.
* Volgens uitvoering.
UW PARTNER IN DETAIL
60
Groep 2 en 3: Van 15 tot 36 kg
L4- "Recaro Start": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt.
De hoogte en de breedte bij de schouders en de lengte van de zitting moe- ten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afgesteld.
L5- "Klippan Optima": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Groep 1, 2 en 3: Van 9 tot 36 kg
L6- "Kiddy Life": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte en de breedte bij de schouders en de lengte van de zitting moe- ten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afgesteld. Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt
PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Schakel de airbag aan passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 130 next >