Peugeot RCZ 2015 Handleiding (in Dutch)
Page 151 of 292
149
RCZ_nl_Chap07_verifications_ed01-2015
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
A
UTOMATISCHE TRANSMISSIE
R
EMBLOKKENS TAAT V AN REMSCHIJVEN
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema van de fabrikant voor de
periodieke onderhoudscontrole.
De automatische transmissie is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema van de fabrikant voor het
interval van de niveaucontrole.
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de
rijstijl, vooral bij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor
kan het noodzakelijk blijken om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een te laag
remvloeistofniveau erop dat de remblokken versleten zijn. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats voor informatie over het controleren van de
slijtage van de remschijven.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT aanbevolen producten of
gelijkwaardige kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen als het remsysteem te
optimaliseren, selecteert en biedt PEUGEOT specifieke producten
aan.
Na het wassen kan er zich een laagje vocht of onder winterse
omstandigheden ijs vormen op de remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen. Rem een paar keer lichtjes
om de remmen vocht- en ijsvrij te maken.
HANDREM
Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem
minder goed werkt, moet de handrem, zelfs tussen twee
onderhoudsbeurten door, worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
7/
ONDERHOUD
Page 152 of 292
150
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
BANDENREPARATIESETTOEGANG T OT DE SET
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de vloerplaat van de
bagageruimte.
De volledige set voor de reparatie van een band bestaat uit een
compressor en een flacon met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de band
tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke banden worden
gerepareerd, als het lek zich in het loopvlak of de hiel van de band
bevindt.
Page 153 of 292
151
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
BESCHRIJVING VAN DE SET
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op spanning brengen".
B.
Aan/uit schakelaar "I/O"
.
C.
Knop voor leeg laten lopen.
D.
Manometer (bar en psi).
E.
Opbergvak met:
-
kabel + adapter voor 12V
-aansluiting,
-
diverse opblaasnippels voor accessoires als ballonnen,
fietsbanden, ... F.
Flacon met afdichtmiddel.
G.
Witte slang met dop voor de reparatie.
H.
Zwarte slang voor het op spanning brengen.
I.
Sticker met snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet I
moet op het stuurwiel worden
geplakt om u te herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is
gerepareerd.
Rijd na het repareren met behulp van de bandenreparatieset niet
sneller dan 80
km/h.
De elektrische installatie van de auto biedt de mogelijkheid een
compressor aan te sluiten en te gebruiken voor de duur die nodig
is om een gerepareerde lekke band op spanning te brengen of om
een klein opblaasartikel op te blazen.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 154 of 292
152
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Let op: dit product is schadelijk (ethyleenglycol, colofonium...) bij \
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van kinderen.
REPARATIEMETHODE
1. Afdichting van het lek
F Zet het contact af.F
Rol de witte slang
G
volledig uit.
F Draai de dop van de witte slang los.
F Sluit de witte slang aan op het ventiel van de lekke band.
F
Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V
-aansluiting in de
auto.
F
Start de motor en laat deze draaien.
V
erwijder het voorwerp dat de lekkage heeft veroorzaakt niet uit
de band.
F
Zet de schakelaar A
in de stand "Reparatie".
F
Controleer of de schakelaar B
in de stand "O" staat.
Page 155 of 292
153
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
F Activeer de compressor door de schakelaar B in de stand "I" te
zetten, tot de bandenspanning 2,0 bar bedraagt.
Het afdichtmiddel wordt onder druk in de band gespoten; neem
gedurende deze handeling de slang niet los van de aansluiting
(kans op spatten). F
V erwijder de set en draai de dop van de witte slang vast.
Zorg ervoor dat restanten van de vloeistof niet op of in de auto
terecht kunnen komen. Houd de set binnen handbereik.
F
Maak direct een rit van ongeveer vijf kilometer met matige snelheid
(tussen 20
en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten.
F
Zet de auto stil en controleer de reparatie en de bandenspanning
met de set.
Schakel de compressor niet in voordat de witte slang is
aangesloten op het ventiel van de band: het afdichtmiddel wordt
anders buiten de band gespoten.
Controlesysteem bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met een controlesysteem voor
de bandenspanning, zal het verklikkerlampje voor te lage
bandenspanning na het repareren van een wiel blijven branden
tot u het systeem laat resetten door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als na vijf tot zeven minuten de gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met de bandenreparatieset;
neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te helpen.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 156 of 292
154
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
2. Op spanning brengen
F Zet de schakelaar A in de stand "Bandenspanning".
F
Rol de zwarte slang H
volledig uit.
F
Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van de
gerepareerde band.
Ga zo snel mogelijk naar een servicepunt van het
PEUGEOT
-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen dat u de set hebt gebruikt.
Na nadere inspectie kan de technicus u vertellen of de band
gerepareerd kan worden of moet worden vervangen.
F
Sluit de stekker van de compressor weer aan op de 12V
-aansluiting
in de auto.
F
Start de motor opnieuw en laat de motor draaien. F
Breng de band met behulp van de compressor op de
voorgeschreven spanning (spanning verhogen: schakelaar
B
in
stand "I"; spanning verlagen: schakelaar B in stand "O" en knop
C indrukken), zoals vermeld op de bandenspanningssticker in de
portieropening aan bestuurderszijde.
Als de bandenspanning sterk daalt, is het lek niet goed
gedicht; neem contact op met het PEUGEOT
-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te helpen.
F
V
erwijder de set en berg deze op.
F
Rijd niet harder dan 80
km/h en niet verder dan 200 km.
Page 157 of 292
155
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Let op dat er geen afdichtmiddel uit de flacon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan slechts één keer gebruikt
worden en moet daarna worden vervangen, ook als hij niet leeg is.
Werp de patroon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij het
PEUGEOT-netwerk of een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats een nieuwe patroon met afdichtmiddel te kopen.
UITNEMEN VAN DE FLACON
F Berg de zwarte slang op.
F
Neem het gebogen aansluitstuk van de witte slang los.
F
Houd de compressor rechtop.
F
Draai de flacon aan de onderzijde los.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 158 of 292
156
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
CONTROLE / AANPASSEN
BANDENSP
ANNING
U kunt de compressor, zonder inspuiting van het afdichtmiddel,
ook gebruiken om:
- uw bandenspanning te controleren of uw banden op spanning te brengen,
- andere opblaasbare voorwerpen op te pompen (ballen, fietsbanden. ..).
F
Draai de schakelaar A
in de stand "Op spanning
brengen".
F
Rol de zwarte slang H
volledig uit.
F
Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van de band of van de
accessoire.
Breng indien nodig eerst een van de meegeleverde verloopstukken
aan. F
Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V
-aansluiting van
de auto.
F
Start de auto en laat de motor draaien.
F
Breng de band op spanning met behulp van de compressor (op
spanning brengen: schakelaar B
in stand "I"; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de knop C), zoals staat
aangegeven op de bandenspanningssticker van de auto of het
opblaasbare voorwerp.
F
V
erwijder de set en berg deze op.
Page 159 of 292
157
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
WIEL VERWISSELEN
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt
en zorg ervoor dat de auto op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
Trek de handrem aan, zet het contact af en schakel de eerste
versnelling (stand P bij automatische transmissie) in om de wielen
te blokkeren.
Controleer of de verklikkerlampjes van de handrem op het
instrumentenpaneel permanent branden.
Controleer of de inzittenden de auto hebben verlaten en zich op
een veilige plaats bevinden.
Plaats indien nodig een wielblok onder het wiel kruislings
tegenover het te verwisselen wiel.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt;
gebruik een bok.
Dop voor slotbout: hiermee past de
wielsleutel op de speciale slotbouten. Deze
dop is specifiek voor uw auto en bevindt zich
in het dashboardkastje.
Wielsleutel: hiermee kunnen de wielbouten
worden losgedraaid.
Krik met geïntegreerde slinger: hiermee kan
de auto worden opgekrikt.
NOODZAKELIJK GEREEDSCHAP*
Gereedschap voor het verwijderen van
sierdoppen: hiermee kunnen bij lichtmetalen
velgen de sierdoppen van de wielbouten
worden verwijderd.
*
Afhankelijk van het land van bestemming is uw auto voorzien van het
gereedschap dat nodig is voor het verwisselen van een wiel en kan
uw auto tevens zijn voorzien van een reservewiel (zie de volgende
bladzijden). Gebruik niet:
-
de krik voor andere werkzaamheden dan het opkrikken van
de auto,
-
een andere krik dan de bij de auto meegeleverde krik.
Als de auto niet is voorzien van de originele krik, neem dan contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om de door de fabrikant geleverde krik aan te schaffen.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 160 of 292
158
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
DEMONTEREN VAN HET WIEL
F Plaats de voet van de krik op de grond, loodrecht onder één van de\
twee steunpunten aan de voorzijde A
of achterzijde B (gebruik het
steunpunt dat zich het dichtste bij het te verwisselen wiel bevindt).
F
V
erwijder de sierdop van elke wielbout met het gereedschap voor
het verwijderen van sierdoppen.
F
Bevestig de dop voor de slotbouten op de wielsleutel en draai de
slotbout een omwenteling los.
F
Draai de overige wielbouten een omwenteling los met alleen de
wielsleutel.
F
Draai de krik uit tot de kop van de krik het gebruikte steunpunt
A
of
B raakt; het centrale deel van de kop van de krik moet goed in het
steunpunt A of B steken.
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of zachte
ondergrond kan de krik wegglijden of wegzakken - Kans op letsel!
Gebruik alleen de steunpunten A of B aan de onderzijde van de
auto en zorg ervoor dat de kop van de krik goed in het midden van
het steunpunt steekt. Zo niet, dan kan de auto beschadigd raken
en/of de krik wegzakken - Kans op letsel!