Peugeot RCZ 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: RCZ, Model: Peugeot RCZ 2015Pages: 292, PDF Size: 7.77 MB
Page 181 of 292

179
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
ZEKERINGEN DASHBOARD
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard
(linkerzijde) en bevat twee houders.
Toegang tot de zekeringen
F Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
F2 30
A
Massa vergrendeling en supervergrendeling
F35 AElektronische eenheid airbags, actieve
motorkap en pyrotechnische gordelspanners.
F410 ASchakelaar koppelingspedaal,
elektrochromatische binnenspiegel,
automatische transmissie, eenheid
veiligheidsschakeling.
F5 30
AEentraps elektrische ruitbediening,
voeding inklapbare buitenspiegels.
F7 5
APlafonniers voor en achter,
kaartleeslampjes, verlichting zonneklep,
verlichting dashboardkastje.
F8 20
AAutoradio, autoradio/telefoon,
multifunctioneel display, detectie te lage
bandenspanning, klokje.
F9 30
A12V-aansluiting.
F10 15
AStuurkolomschakelaars.
F 11 15
AContactslot met circuit lage stroomsterkte.
F12 15
AInstrumentenpaneel, airconditioning,
geheugeneenheid bestuurdersstoel,
regen-/lichtsensor, airbags.
Houder 1
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 182 of 292

180
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekering AmpèreFuncties
F13 5
AServicecentrale motor, actieve motorkap.
F14 15
A
Multifunctioneel display, pictogrammendisplay
veiligheidsgordels en airbag voorpassagier,
display instrumentenpaneel, versterker,
handsfree set, elektronische eenheid
parkeerhulp, USB Box.
F1530 AVergrendeling en supervergrendeling.
F17 40
AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
Zekering Ampère Functies
G36 30
AHifi-versterker.
G37 30
AGeheugeneenheid passagiersstoel vóór.
G38 30
AGeheugeneenheid bestuurdersstoel.
G39 5
AGeheugeneenheid verlichting.
G40 30
AStoelverwarming bestuurder en
voorpassagier.
Houder 2
Page 183 of 292

181
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
ZEKERINGEN MOTORRUIMTE
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap, naast de accu (links).\
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los.
F
V
ervang de zekering (zie de desbetreffende paragraaf).
F
Sluit na het vervangen van de zekering zorgvuldig het deksel voor
een goede afdichting van de zekeringkast.
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
F2 15
AClaxon.
F3 10
ARuitensproeiers voor.
F4 20
AVerlichting overdag.
F5 15
ALuchthoeveelheidsmeter,
koelvloeistofpomp, oliepomp, thermostaat,
voorverwarming blow-by (benzine),
bypass- en EGR-kleppen (diesel),
voorverwarming brandstof (diesel).
F6 10
ASensor verdraaiing stuurwiel, elektronische
eenheid ABS/ESC, sensor ESC.
F7 10
AElektronische eenheid stuurbekrachtiging,
automatische transmissie,
rempedaalschakelaar met twee functies.
F8 25
ABediening startmotor.
F9 10
ADiagnoseaansluiting, bochtverlichting,
pomp roetfilter (diesel).
F 11 40
AAanjager airconditioning.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 184 of 292

182
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekering AmpèreFuncties
F12 40 ALage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F15 10
AGrootlicht rechts.
F16 10
AGrootlicht links.
F17 15
ADimlicht links.
F18 15
ADimlicht rechts.
Page 185 of 292

183
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Overzicht zekeringen boven de accu
Zekering AmpèreFuncties
F2 5
ARempedaalschakelaar met twee functies.
F3 5
AEenheid laadtoestand accu.
F4 25
AElektrokleppen ABS/ESC.
F6 15
AAutomatische transmissie. Werkzaamheden aan de andere typen zekeringen (tussenmaat
zekeringen en hoofdzekeringen) dienen altijd door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te
worden.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 186 of 292

184
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
SLEPEN VAN EEN AUTO
SLEEPOOG
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat van de bagageruimte.
Voor toegang:
F
open het kof
ferdeksel,
F
til de vloerplaat op met behulp van de riem,
F
zet de vloerplaat vast in verticale positie, tot voorbij de aanslagen
aan de zijkanten van het kof
ferdeksel,
F
neem het sleepoog uit de opbergbak.
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van
de auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de gesleepte auto blijven
zitten. Deze persoon moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond altijd een
goedgekeurde sleepstang; touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een
professioneel bergingsbedrijf :
-
als de auto is gestrand op de autosnelweg,
-
bij auto's met vierwielaandrijving,
-
als het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand
te zetten, het stuurslot te ontgrendelen of de handrem los te
zetten,
-
bij takelen met slechts twee wielen op de grond,
-
bij het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...
Page 187 of 292

185
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
SLEPEN VAN UW AUTO
Sleepoog aan de voorzijde
F Maak het klepje in de voorbumper los door op de linkerkant ervan
te drukken.
F
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Bevestig de sleepstang.
F
Zet de versnellingshendel in de neutraalstand (stand N
bij de
automatische transmissie).
Het niet naleven van dit voorschrift kan er toe leiden dat
bepaalde onderdelen (remsysteem, transmissie) beschadigd
raken en dat de rembekrachtiger na het starten mogelijk niet
meer werkt.
F
Deblokkeer het stuurslot door het contact aan te zetten en zet de
handrem vrij.
F
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.
F
Rijd voorzichtig weg en rijd langzaam. Leg geen grote afstanden af.
Wegslepen aan de achterzijde
In een noodsituatie waarbij de auto aan de achterzijde moet worden
weggesleept (bijvoorbeeld uit een parkeervak of, als de auto van de
weg is geraakt, uit de berm), kan gebruik worden gemaakt van het
sleepoog aan de achterzijde.
F
Maak het klepje in de achterbumper los door op de linkerkant ervan te dr\
ukken.
F Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Bevestig de sleepkabel.
F
Zet de versnellingshendel in de neutraalstand (stand N
bij de
automatische transmissie).
F
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.
F
Rijd voorzichtig weg om de auto te bevrijden.
* Behalve uitvoeringen met een symmetrisch dubbel uitlaatsierstuk.
SLEPEN VAN EEN ANDERE AUTO *
F Maak het klepje in de achterbumper los door op de linkerkant ervan
te drukken.
F
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Bevestig de sleepstang.
F
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.
F
Rijd voorzichtig weg en rijd langzaam. Leg geen grote afstanden af.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 188 of 292

186
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
TREKKEN VAN EEN AANHANGER
De trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem voor het aankoppelen
van een aanhanger en een elektrische aansluiting voor de verlichting en \
signalering.Wij raden u aan gebruik te maken van een speciaal door
PEUGEOT geteste en goedgekeurde trekhaak met een zonder
gereedschap afneembare kogel, inclusief de originele bedrading,
en deze door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door een ander bedrijf dan
van het PEUGEOT-netwerk, moet de montage worden uitgevoerd
volgens de voorschriften van de fabrikant.
ADVIEZEN
Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van de \
auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder.
Gewichtsverdeling
F Verdeel het gewicht in de aanhanger gelijkmatig, plaats zware voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as en houd u aan de
toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor af
als men op grotere hoogte boven de zeespiegel komt. Trek boven de
1000
m 10% van het maximale aanhangergewicht af en herhaal dit voor
elke volgende 1000
m.
Raadpleeg de rubriek "Technische gegevens" voor de gewichten en
aanhangergewichten die voor uw uitvoering van de auto van toepassing zij\
n.
Zijwind
F Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto
groter is.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen en
bagage, maar is tevens geschikt voor het trekken van een aanhanger
.
Uitvoeringen met een symmetrisch dubbel uitlaatsierstuk kunnen
niet worden voorzien van een trekhaak.
Page 189 of 292

187
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Koeling
Het trekken van een aanhanger op een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van he\
t
motortoerental.
F
Pas uw snelheid aan om het toerental te beperken.
Het maximale aanhangergewicht is afhankelijk van het
hellingspercentage en de buitentemperatuur
.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de remweg.
Banden
F Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en
breng deze indien nodig op de juiste waarde.
Verlichting
F Controleer de verlichting van de aanhanger .
F
Als het waarschuwingslampje va
n de
koelvloeistoftemperatuur gaat branden in combinatie
met het waarschuwingslampje STOP, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af. De parkeerhulp wordt automatisch uitgeschakeld als bij het
aankoppelen van een aanhanger een originele PEUGEOT-
trekhaak wordt gebruikt.
Ga wanneer geen aanhanger is aangekoppeld niet rijden zonder
dat de afneembare kogel is verwijderd, omdat deze anders voor
het mistachterlicht zit.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Page 190 of 292

188
RCZ_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
REINIGEN EN ONDERHOUDEN
Raadpleeg de algemene voorschriften met betrekking tot het reinigen
en onderhouden van uw auto in het onderhouds- en garantieboekje.
ALUMINIUM DAKBOGEN
Gebruik bij het schoonmaken van de dakbogen nooit een droge doek of
schuurmiddel.
Gebruik een spons met zeepwater.
PEUGEOT TECHNO TEP
Gebruik bij het schoonmaken van deze bekleding geen oplos- of
schoonmaakmiddel in combinatie met een droge doek.
Stof de bekleding eerst af en gebruik vervolgens een zachte doek en
zeepwater. Droog de bekleding af met een andere zachte doek.
KOPLAMPEN EN ACHTERLICHTEN
De koplampen zijn uitgerust met glazen van polycarbonaat voorzien
van een beschermlaag.
Gebruik voor het schoonmaken van de koplampen nooit een droge
doek of een schuur-, schoonmaak- of oplosmiddel.
Gebruik een spons en zeepwater.
STICKERSETS VOOR PERSOONLIJKE ST y LING
Deze stickersets zijn voorzien van een speciale behandeling tegen
veroudering en losscheuren.
De stickers zijn ontworpen om de carrosserie van de auto een
persoonlijke tint te geven.
Het is raadzaam de stickersets, die ook leverbaar zijn als accessoire,
te laten aanbrengen door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.Om te voorkomen dat de vernislaag en de afdichtrubbers
beschadigd raken, is het raadzaam de koplampen, de achterlichten
en omgeving niet te reinigen met een hogedrukreiniger.
Houd u bij het gebruik van een hogedrukreiniger aan de
voorschriften met betrekking tot de druk en de spuitafstand.
Verwijder eerst hardnekkig vuil met behulp van een spons en lauw
zeepwater.
Als u bij het wassen van de auto gebruikmaakt van een
hogedrukspuit, houd dan het uiteinde van de spuit op een afstand
van ten minste 30
cm van de stickers.