TOYOTA AURIS 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 571 of 640
5718-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
■Uitzetten van de motor
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N (handgeschakelde
transmissie) en druk op de startknop, zoals u normaliter doet bij het afzetten
van de motor.
■ Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij
van de elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ont-
laden is. ( Blz. 483)
■ Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt
gebruikt om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechanische sleu-
tel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
■ Wijzigen van de stand van het contact
Laat het rempedaal (Multidrive CVT) of het koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) los en druk tijdens stap hierboven op de startknop.
De motor wordt niet gestart en de stand verandert iedere keer dat de knop
wordt ingedrukt. ( Blz. 206)
■ Als de elektronische sleutel niet goed werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met startknop en startknopfunctie
niet is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie
uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 608)
● Controleer of de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld.
Is de functie ingeschakeld, schakel hem dan uit. ( Blz. 144)
3
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 571 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 572 of 640
5728-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Als u de beschikking hebt over een set startkabels en een tweede
voertuig met een 12V-accu, kunt u uw auto starten met behulp van de
onderstaande hulpstartprocedure.
Open de motorkap. ( Blz. 441)
Verwijder bij auto's met 1ND-TV motor de motorafdekplaat.
Trek de voorkant van de afdek-
kap omhoog om hem uit de
bevestigingen te verwijderen en
trek vervolgens aan de kap om
hem los te maken uit de steu-
nen op de achterste stang.
Sluit de startkabels als volgt aan:
Als de accu ontladen is
Als de accu van de auto ontla den is, kan de motor met behulp
van de onderstaande procedures worden gestart.
U kunt ook contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 572 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 573 of 640
5738-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
1NR-FE motor
8NR-FTS motor
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 573 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 574 of 640
5748-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
1ZR-FAE en 1WW motor
1ND-TV motorSluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van
uw auto.
Sluit de andere zijde van de positi eve startkabel aan op de posi-
tieve accupool (+) van de tweede auto.
Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-)
van de tweede auto.
Sluit de andere zijde van de n egatieve startkabel aan op de auto
met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt meta-
len punt uit de buurt van de accu en bewegende delen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
1
2
3
4
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 574 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 575 of 640
5758-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets
en laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de accu van uw auto op te laden.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Open en sluit een
van de portieren terwijl het contact UIT staat.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Houd het motortoerental van de tweede auto constant en zet het
contact AAN. Start vervolgens de motor van de auto.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Houd het motortoerental van de tweede auto constant en zet het
contact AAN. Start vervolgens de motor van de auto.
Verwijder de startkabels in exact de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten als de motor van uw auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Starten van de motor als de accu leeg is
De auto kan niet worden aangeduwd.
■ Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit als de motor niet draait. (Auto's
met Stop & Start-systeem: Behalve wanneer de motor is uitgezet door het
Stop & Start-systeem.)
● Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende lan-
gere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file.
■ Als de accu verwijderd of ontladen is (auto's met alarm)
Zorg ervoor dat de sleutel zich niet in de auto bevindt als de accu wordt opge-
laden of vervangen. Wanneer het alarm wordt geactiveerd, kan de sleutel in
de auto worden ingesloten. ( Blz. 85)
■ Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in gebruik is.
Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van bepaalde
elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de
accu ontladen en kan de auto mogelijk niet meer worden gestart. (De accu
laadt automatisch op tijdens het rijden.)
4
5
6
7
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 575 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 576 of 640
5768-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Bij het bijladen of vervangen van de accu
●Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Wanneer de accu ontladen is,
is het in sommige gevallen niet mogelijk om de portieren te ontgrendelen
met het Smart entry-systeem met startknop. Gebruik de afstandsbediening
of de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen of te ontgrende-
len.
● Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Mogelijk start de motor niet
bij de eerste poging nadat de accu weer is opgeladen, maar start hij wel nor-
maal bij de tweede poging. Dit duidt niet op een storing.
● Auto's met Smart entry-systeem met startknop: De stand van het contact
wordt door de auto opgeslagen. Wanneer de accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem terug naar de stand die was geselecteerd voordat de
accu ontladen raakte. Zet vóór het losnemen van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond voordat de accu ontladen raakte.
● Auto's met Stop & Start-systeem:
Na het opladen van de accu of het weer aansluiten van de accupolen, wordt
de motor gedurende ongeveer 5 - 40 minuten mogelijk niet automatisch
door het Stop & Start-systeem uitgeschakeld.
■ Wanneer de accu wordt vervangen (auto's met Stop & Start-systeem)
Gebruik een accu die geschikt is voor gebruik met het Stop & Start-systeem
of een gelijkwaardige accu. Wanneer een niet-ondersteunde accu wordt
gebruikt, wordt de werking van het Stop & Start-systeem mogelijk beperkt om
de accu te beschermen.
Ook nemen de prestaties van de accu mogelijk af en kan de motor mogelijk
niet worden herstart. Neem voor meer informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 576 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 577 of 640
5778-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brand en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het
licht ontvlambare gas dat uit de accu kan komen, per ongeluk tot ontbran-
ding komt:
● Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
● Zorg ervoor dat de op de “+”-pool aangesloten startkabel niet in contact
komt met andere onderdelen of metalen oppervlakken, zoals metalen
steunen en ongelakt metaal.
● Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen met
elkaar.
● Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt
van de accu.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de accu
bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het omgaan met
de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
● Draag bij het werken met de accu altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor
dat de vloeistof uit de accu niet in contact komt met de huid, kleding of de
carrosserie van de auto.
● Leun niet over de accu heen.
● Was accuvloeistof, die op de huid of in de ogen terecht is gekomen, direc\
t
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
● Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
● Houd kinderen uit de buurt van de accu.
OPMERKING
■Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilatoren of in de aandrijfriem van de motor.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 577 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 578 of 640
5788-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
●Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Het waarschu-
wingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur ( Blz. 520) gaat bran-
den of u merkt een verlies aan trekkracht (bijvoorbeeld de
rijsnelheid neemt niet toe).
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: De koelvloeistof-
temperatuurmeter ( Blz. 94) komt in het rode gebied of u merkt
een verlies aan trekkracht (bijvoorbeeld de rijsnelheid neemt niet
toe).
● Er komt stoom onder de motorkap uit.
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, schakel de aircon-
ditioning uit en zet vervolgens de motor af.
Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwenen, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
Behalve 8NR-FTS en 1WW motor
Controleer nadat de motor vol-
doende is afgekoeld de slangen
en het radiateurblok (radiateur)
op sporen van lekkage.
Radiateur
Koelventilator
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof on-
middellijk contact op met een er-
kende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als de motor over verhit raakt
Het volgende kan erop duiden dat de auto oververhit raakt:
Correctieprocedures
1
2
3
1
2
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 578 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 579 of 640
5798-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
8NR-FTS en 1WW motor
Controleer nadat de motor vol-
doende is afgekoeld de slangen
en het radiateurblok (radiateur)
op sporen van lekkage.Radiateur
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof on-
middellijk contact op met een er-
kende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes
FULL en LOW bevindt.
Reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)
3
1
2
4
1
2
3
Behalve 8NR-FTS en 1WW
motor8NR-FTS motor
1WW motor
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 579 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 580 of 640
5808-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water gebruikt worden als u geen koelvloeistof
bij de hand hebt.
Start de motor, schakel de airconditioning in en controleer of de
koelventilator van de radiateur draait en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de airconditioning wordt ingeschakeld
direct na een koude start. Controleer of de ventilator draait door ernaar te
luisteren en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker van
bent de airconditioning nog een aantal keer in en uit. (De ventilator werkt
mogelijk niet bij temperaturen beneden het vriespunt.)
Als de koelventilator niet draait:
Schakel onmiddellijk de motor uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
5
Behalve 8NR-FTS motor8NR-FTS motor
6
7
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 580 Monday, March 16, 2015 12:05 PM