TOYOTA C-HR 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 381 of 812

3814-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E“For brake system”
(voor remsysteem)
• De auto rijdt op grote hoogte.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is
te laag.
Wanneer het vacuüm van de rembekrach-
tiger een bepaald niveau bereikt, wordt het
systeem ingeschakeld.
“Steering wheel
turned” (stuurwiel
gedraaid)
Het stuurwiel is bediend.
“Hood open”
(motorkap
geopend)
De motorkap is geopend.
“Driver seat belt
unbuckled”
(bestuurders-
gordel los)
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgemaakt.
“Stop & Start
Unavailable” (Stop
& Start-systeem
niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uit- geschakeld.
Laat de motor kortstondig draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start
vervolgens de motor.
“System Temp
Low” (systeem-
temperatuur laag)
De accu is mogelijk koud. Wanneer de motor kortstondig draait, kan
het systeem herstellen doordat de tempe-
ratuur in de motorruimte stijgt.
“System Temp
High” (systeem-
temperatuur hoog)
De accu is mogelijk zeer heet. Als u de motorruimte voldoende laat
afkoelen, herstelt het systeem.
“Non-dedicated
battery” (niet-spe-
cifieke batterij)
Er is mogelijk een niet-specifieke batterij
voor het Stop & Star t-systeem geplaatst.
Het Stop & Start-systeem werkt niet. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
MeldingDetails
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 381 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 382 of 812

3824-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E●
Wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uit geschakeld
door het Stop & Start-systeem
MeldingDetails
“For climate con-
trol” (voor klimaat-
regeling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• is ingeschakeld.
“Battery charging”
(accu aan het
opladen)
De accu is mogelijk bijna leeg. De motor wordt her start om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Wan-
neer de motor kortstondig draait, kan het
systeem herstellen.
“For brake system”
(voor remsysteem)
Het rempedaal is dieper of pompend
ingetrapt. Het systeem wordt ingeschakeld als de
motor draait en het vacuüm van de rembe-
krachtiger een bepaald niveau heeft
bereikt.
“Steering wheel
turned” (stuurwiel
gedraaid)
Er is aan het stuurwiel gedraaid.
“Driver seat belt
unbuckled”
(bestuurders-
gordel los)
De bestuurdersgordel is losgemaakt.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 382 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 383 of 812

3834-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E●
Wanneer de motor niet weer kan worden gestart door het Stop & S tart-sys-
teem
■ Als “Stop & Start System Malfunc tion. Visit Your Dealer.” (storing Stop &
Start-systeem, ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem blijf t knippe-
ren
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
MeldingDetails
“Stop & Start sys-
tem active. Shift to
N and depress
clutch to restart.”
(Stop & Start-sys-
teem actief. Scha-
kel naar N en trap
koppeling in om
opnieuw te star-
ten.)
De selectiehendel is vanuit stand N in een
andere stand gezet zonder dat het koppe-
lingspedaal was ingetrapt. Zet om de motor te kunnen herstarten de
selectiehendel in stand N en trap vervol-
gens het koppelingspedaal in.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 383 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 384 of 812

3844-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
● Houd de selectiehendel in stand N, trap het rempedaal in of act iveer de
parkeerrem als de motor is uitgezet door het Stop & Start-syste em (het
controlelampje van het Stop & Start-systeem brandt).
● Laat niemand de auto verlaten als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem (zolang het controlelampje van het Stop & Start-s ysteem
brandt).
Anders kan door de automatische motorstartfunctie een ongeval o ntstaan.
● Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & St art-sys-
teem als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevind t. Anders
kan de motor worden gestart door de automatische motorstartfunc tie,
waardoor er uitlaatgassen in de auto terecht kunnen komen die z eer scha-
delijk kunnen zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■ Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelij k niet
goed. Laat uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of h ersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
● Het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuur der en
voorpassagier knippert, terwijl de veiligheidsgordel van de bes tuurder is
vastgemaakt.
● Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is va stgemaakt,
gaat het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuur-
der en voorpassagier niet branden.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is gesloten, wordt de waarschuwing
open portier/achterklep weergegeven op het multi-informatiedisp lay of
gaat de interieurverlichting branden wanneer de schakelaar van de inte-
rieurverlichting in de stand DOOR staat.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is geopend, wordt de waars chuwing
open portier/achterklep niet weergegeven op het multi-informati edisplay of
gaat de interieurverlichting niet branden wanneer de schakelaar van de
interieurverlichting in de stand DOOR staat.
■ Wanneer de motor is afgeslagen
Als het systeem in werking is, kan de motor opnieuw worden gest art door
het koppelingspedaal onmiddellijk in te trappen.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 384 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 385 of 812

385
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Rijmodus selecteren∗
■Wijzigen van de rijmodus
Voer handelingen uit op het multi-informatiedisplay om de rijmo dus te
selecteren.
Druk op < of > van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer “Drive Mode” (rijmodus).
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel en select eer de rijmodus.
∗: Indien aanwezig
Afhankelijk van de rijomstandi gheden kan een van de 3 rijmodi
worden geselecteerd.
Selecteren van de rijmodus
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 385 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 386 of 812

3864-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Rijmodi

NORMAL-modus
Biedt een optimale balans tuss en brandstofverbruik, laag
geluidsniveau en dynamische prestaties. Geschikt voor rijden in
de stad.
● SPORT-modus
Regelt de transmissie en de moto r voor een snelle en krachtige
acceleratie. In deze modus wordt ook het stuurgevoel gewijzigd,
waardoor deze modus geschikt is voor wanneer wendbaarheid is
gewenst, bijvoorbeeld bij het r ijden op zeer bochtige wegen.
Wanneer de sportmodus wordt geselecteerd, gaat het controlelamp je
SPORT op het multi-informatiedisplay branden.
● ECO-modus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke wijze te accelereren en
het brandstofverb ruik te verlagen door e en gematigde afstelling
van de smoorklep en door het regelen van de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen).
Wanneer de ECO-modus wordt geselecteerd, gaat het controle-
lampje ECO MODE op het multi-informatiedisplay branden.
Terwijl de airconditioning wordt gebruikt, schakelt het systeem automa-
tisch over naar de ECO-modu s van de airconditioning (
→Blz. 573), zodat
er tijdens het rijden nog minder brandstof wordt verbruikt.
■ Wanneer u de ECO-modus/SPORT-modus uitschakelt
●Selecteer nogmaals de rijmodus. De SPORT-modus wordt automatisc h uit-
geschakeld wanneer het contact UIT wordt gezet.
● De NORMAL-modus en de ECO-modus worden echter niet automatisch uit-
geschakeld totdat een andere rijmodus wordt geselecteerd, zelfs niet als het
contact UIT wordt gezet.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 386 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 387 of 812

387
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Snelheidsbegrenzer∗
Er kan een gewenste maximumsnelheid worden ingesteld met de
cruise control-schakelaar. De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de
auto de ingestelde sn elheid overschrijdt.
Auto&#39;s met monochroomdisplay
Controlelampje
Schakelaar snelheidsbegrenzer
Ingestelde snelheid
Auto&#39;s met kleurendisplay
Controlelampje
Schakelaar snelheidsbegrenzer
Ingestelde snelheid
∗: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 387 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 388 of 812

3884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Druk op de knop om de snel-
heidsbegrenzer in te schakelen.
Druk nogmaals op de toets om de
snelheidsbegrenzer uit te schake-
len.
*1: Auto&#39;s met monochroomdisplay
*2: Auto&#39;s met kleurendisplay
Accelereer of decelereer naar de gewenste snelheid en druk de
hendel naar beneden om de gewenste maximumsnelheid in te stel-
len.
Als de hendel naar beneden wordt gedrukt wanneer de rijsnelheid lager is
dan 30 km/h, wordt de snelheid ingesteld op 30 km/h.
Instellen van de rijsnelheid
*1 *2
1
2
MonochroomdisplayKleurendisplay
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 388 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 389 of 812

3894-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Houd de hendel vast tot de
gewenste snelheid bereikt is.
Voor een kleine wijziging van de
ingestelde snelheid druk u de hen-
del lichtjes omhoog of omlaag en
laat u hem vervolgens los.
Annuleren
Trek de hendel naar u toe om de
snelheidsbegrenzer uit te schake-
len.
Hervatten
Druk de hendel omhoog om het
gebruik van de snelheidsbegrenzer
te hervatten.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsbegrenzer
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Page 389 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 390 of 812

3904-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Overschrijden van de ingestelde snelheid
In de volgende situaties overschrijdt de rijsnelheid de ingestelde snelheid en
lichten de tekens op het display op:
■ Automatisch uitschakelen van snelheidsbegrenzing
De snelheidsbegrenzer wordt automatisch uitgeschakeld in een va n de vol-
gende situaties:
● De cruise control wordt ingeschakeld.
● Wanneer het VSC- en/of TRC-systeem wordt uitgeschakeld door het indruk-
ken van de schakelaar VSC OFF.
■ Als “Check speed limiter system” (controleer snelheidsbegrenzer ) op
het multi-informatiedi splay wordt weergegeven
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, zet het cont act UIT en weer
AAN en stel vervolgens de snelheidsbegrenzer in. Als de snelhei dsbegrenzer
niet kan worden ingesteld, is er mogelijk een storing aanwezig in het sys-
teem. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of h ersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige, ook al kan er normaal met de auto worden gereden. ● Wanneer u het gaspedaal volledig
intrapt
● Wanneer u bergaf rijdt (er klinkt ook een
zoemer)
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 390 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page:   < prev 1-10 ... 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 421-430 ... 820 next >