TOYOTA CAMRY 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Page 381 of 514
Merktekens oliekwaliteit:
Let er bij het aanschaffen van motorolie
op of ten minste één van beide
bovenstaande symbolen op de
verpakking is gedrukt.1API-symbool
Bovenste deel: API SERVICE SP geeft
de kwaliteit van de motorolie aan en
is vastgesteld door API (American
Petroleum Institute).
Middelste deel: SAE 0W-16 geeft de
viscositeit aan.
Onderste deel: In dit deel staat
“Resource-Conserving”, wat staat
voor brandstofbesparende en groene
eigenschappen.
2ILSAC-symbool
Het ILSAC-symbool (International
Lubricant Standardization and
Approval Committee) staat op de
voorzijde van de verpakking.
Koelsysteem
Hoeveelheid (referentie)Benzinemotor
6,1 l (6,4 qt., 5,4 Imp. qt.)
Vermogensregeleenheid
1,8 l (1,9 qt., 1,6 Imp.qt.)
Soort koelvloeistofGebruik een van de volgende middelen:
■Toyota Super Long Life Coolant
■Of een gelijkwaardig product
Gebruik niet uitsluitend kraanwater.
Ontstekingssysteem
Bougie
Merk
ElektrodenafstandDENSO FC16HR-Q8
0,8 mm (0,031 in.)
OPMERKING
Bougies met iridium elektroden
Gebruik alleen bougies met iridium elektroden. Wijzig de elektrodenafstand niet.
Elektrisch systeem
12V-accu
Klemspanning bij 20°C (68°F):12,0 V of hoger
Als de spanning lager is dan de standaardwaarde, laad dan
de accu op.
(Wanneer u na het UIT zetten van het contact de spanning
controleert, wacht dan 30 seconden terwijl het grootlicht
is ingeschakeld. Schakel vervolgens het grootlicht uit en
controleer de spanning.)
Laadstroom Max. 5 A
8.1 Specificaties
379
8
SPECIFICATIES
Page 382 of 514
Transmissie
Hoeveelheid vloeistof*3,9 l (4,1 qt., 3,4 Imp. qt.)
Soort vloeistof Originele Toyota ATF WS
*: De inhoud is een referentiehoeveelheid. Als vervanging noodzakelijk is, neem dan
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Transmissievloeistof
Gebruik van andere transmissievloeistof dan hierboven genoemd kan leiden tot
abnormale geluiden en trillingen en op termijn schade aanrichten aan de transmissie van
uw auto.
Remmen
Afstand van pedaal tot vloer*85 mm
Vrije slag pedaal1-6mm(0,04 - 0,24 in.)
Slijtagelimiet remblokken 1,0 mm (0,04 in.)
Soort vloeistofSAE J1703 of FMVSS Nr. 116 DOT 3
SAE J1704 of FMVSS Nr. 116 DOT 4
*: Minimumafstand van pedaal tot vloer bij een pedaalkracht van 300 N (31 kg, 67 lbf )
terwijl het hybridesysteem in werking is.
Stuurinrichting
Vrije slag Minder dan 30 mm (1,2 in.)
Banden en velgen
17 inch banden
Bandenmaat 215/55R17 94W
Bandenspanning
(Aanbevolen bandenspanning
koud)Voorwiel kPa (kg/cm2of
bar, psi)Achterwiel kPa (kg/cm2of
bar, psi)
240 (2,4, 35) 240 (2,4, 35)
Velgmaat 17 × 7 1/2J
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ftlbf )
Bandenmaat 215/55R17 94V
Bandenspanning
(Aanbevolen bandenspanning
koud)Rijsnelheid kPa (kg/cm2of bar, psi)
Voor snelheden boven
160 km/h (99 mph)270 (2,7, 39)
Voor snelheden onder
160 km/h (99 mph)240 (2,4, 35)
Velgmaat 17 × 7 1/2J
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ftlbf )
8.1 Specificaties
380
Page 383 of 514
18 inch banden
Bandenmaat 235/45R18 94W
Bandenspanning
(Aanbevolen bandenspanning
koud)Rijsnelheid kPa (kg/cm2of bar, psi)
Voor snelheden boven
190 km/h (118 mph)270 (2,7, 39)
Voor snelheden onder
190 km/h (118 mph)240 (2,4, 35)
Velgmaat 18 × 8J
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ftlbf )
Bandenmaat 235/45R18 94Y
Bandenspanning
(Aanbevolen bandenspanning
koud)Voorwiel kPa (kg/cm2of
bar, psi)Achterwiel kPa (kg/cm2of
bar, psi)
240 (2,4, 35) 240 (2,4, 35)
Velgmaat 18 × 8J
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ftlbf )
Compact reservewiel (indien aanwezig)
Bandenmaat T155/70D17 110M
Bandenspanning reservewiel
(Aanbevolen bandenspanning
koud)420 kPa (4,2 kg/cm
2of bar, 60 psi)
Velgmaat 17 x 4 T
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ftlbf )
Lampen*
Lampen W Type
ExterieurRichtingaanwijzers voor (gloeilamp) 21 A
Richtingaanwijzers achter (gloeilamp) 21 A
Achteruitrijlichten (gloeilamp) 16 B
InterieurInstapverlichting 5 B
Bagageruimteverlichting 5 B
A: Glassokkellampen (oranje)
B: Glassokkellampen (helder)
*: Lampen die niet in deze tabel staan, zijn ledlampen.
8.1 Specificaties
381
8
SPECIFICATIES
Page 384 of 514
8.1.2 Informatie over brandstof
Als u dit soort labels aantreft bij het
tankstation, gebruik dan alleen brandstof
met een van de onderstaande labels.
EU:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine
conform de Europese norm EN228.
Gebruik loodvrije benzine met een
octaangetal van 95 RON (Research
Octane Number) of hoger voor optimale
prestaties van uw auto.
Behalve EU:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Gebruik loodvrije benzine met een
octaangetal van 95 RON (Research
Octane Number) of hoger voor optimale
prestaties van uw auto.
Gebruik van benzine vermengd met
ethanol in een benzinemotor
Toyota staat het gebruik van benzine
vermengd met ethanol toe wanneer de
hoeveelheid ethanol maximaal 10%
bedraagt. Controleer of het octaangetal
van de benzine met ethanol aan
bovenstaande voorwaarden voldoet.
Als de motor pingelt
• Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Het kan een enkele keer voorkomen
dat u de motor licht hoort pingelen
tijdens accelereren of bij het oprijden
van een heuvel. Dit is normaal en is
geen reden tot bezorgdheid.
OPMERKING
Opmerking over de brandstofkwaliteit
• Gebruik de juiste brandstoffen. De
motor zal beschadigd raken wanneer
u de verkeerde brandstof gebruikt.
• Gebruik geen benzine met
metaalhoudende additieven, zoals
mangaan, ijzer of lood, omdat dit
schade aan uw motor of
emissieregelsysteem kan
veroorzaken.
• Voeg geen aftermarket metaalhou-
dende brandstofadditieven toe.
• EU: Gebruik geen bio-
ethanolbrandstof die wordt verkocht
onder de naam E50 of E85, of
brandstof met een hoog
ethanolgehalte. Bij gebruik van deze
brandstoffen wordt het
brandstofsysteem beschadigd. Neem
bij twijfel contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Buiten EU: Gebruik geen
bio-ethanolbrandstof die wordt
verkocht onder de naam E50 of E85,
of brandstof met een hoog
ethanolgehalte. Uw auto is geschikt
voor benzine met maximaal 10%
ethanol. Bij het gebruik van brandstof
met meer dan 10% ethanol (E10)
wordt het brandstofsysteem van de
auto beschadigd. Zorg ervoor dat u
brandstof tankt met de juiste
specificaties en de vereiste kwaliteit.
Neem bij twijfel contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Gebruik geen methanolhoudende
benzine, zoals M15, M85 of M100.
Door methanolhoudende benzine te
gebruiken kan de motor beschadigd
raken of kunnen er storingen in
optreden.
8.1 Specificaties
382
Page 385 of 514
8.2 Persoonlijke
voorkeursinstellingen
8.2.1 Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Uw auto is voorzien van verschillende
elektronische functies die naargelang uw
persoonlijke voorkeur kunnen worden
ingesteld. De instellingen van deze
functies kunnen worden gewijzigd met
behulp van het multi-informatiedisplay,
het scherm van het audiosysteem of bij
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Functies van de auto aanpassen aan de
persoonlijke voorkeur
Zorg er bij het wijzigen van de
instellingen voor dat de auto op een
veilige plaats staat met de selectiehendel
in stand P en geactiveerde parkeerrem.Wijzigen met behulp van het scherm
van het audiosysteem
1. Druk op de toets SETUP.
2. Selecteer “Vehicle” (voertuig) op het
scherm “Setup” (instellingen).
3. Selecteer “Vehicle customisation”
(voertuigaanpassingen).
Er kunnen verschillende instellingen
worden gewijzigd. Raadpleeg het
overzicht met instellingen die kunnen
worden gewijzigd voor meer informatie.
Wijzigen met behulp van het
multi-informatiedisplay
→Blz. 81
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere functies.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1Instellingen die u kunt wijzigen op het scherm van het audiosysteem
2Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (→blz. 78, blz. 81)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Eenheden*km (l/100 km) km (km/liter) O —
Comfortvoorzieningen
(suggestiefunctie)AanAan
(bij stilstaande auto)
OO
Uit
*: De standaardinstelling verschilt per land.
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
383
8
SPECIFICATIES
Page 386 of 514
Portiervergrendeling (→blz. 106, blz. 109, blz. 364)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Ontgrendelen met de
mechanische sleutelAlle portieren in één
keer ontgrendelenBestuurdersportier
ontgrendelen in een
keer, overige portie-
renintweekeer—O
Functie koppeling van
rijsnelheid aan portierver-
grendelingAan Uit O O
Functie koppeling van
stand transmissie aan
portiervergrendelingUit Aan O O
Functie koppeling van
stand selectiehendel aan
portierontgrendelingUit Aan O O
Functie koppeling portier-
ontgrendeling aan
bestuurdersportierUit Aan O O
Vergrendelen/
ontgrendelen van de
achterklep wanneer alle
portieren worden
vergrendeld/ontgrendeldAan Uit — O
Smart entry-systeem met startknop en afstandsbediening (→blz. 104, blz. 109,
blz. 112)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Zoemervolume*5Uittot7OO
Bedieningssignaal (alarm-
knipperlichten)Aan Uit O O
Tijd totdat na het ontgren-
delen, zonder dat een por-
tier wordt geopend, de
portieren automatisch
weer worden vergrendeld30 seconden60 seconden
—O
120 seconden
Waarschuwingszoemer
open portier/achterklepAan Uit — O
*: Sommige uitvoeringen
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
384
Page 387 of 514
Smart entry-systeem met startknop (→blz. 104, blz. 109, blz. 112)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Smart entry-systeem met
startknopAan Uit O O
Ontgrendelen portier met
Smart entry-systeem en
startknopAlle portieren Bestuurdersportier O O
Tijd die verstrijkt voordat
alle portieren worden
ontgrendeld wanneer de
portiergreep van het
bestuurdersportier wordt
vastgepaktUit 2 seconden — O
Aantal opeenvolgende
portiervergrendelingen2 keer Zo veel als gewenst — O
Afstandsbediening (→blz. 104, blz. 109, blz. 112)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Afstandsbediening Aan Uit — O
OntgrendelenAlle portieren in één
keer ontgrendelenBestuurdersportier
ontgrendelen in een
keer, overige portie-
renintweekeerOO
Werking ontgrendelen
achterklep(Kort) ingedrukt
houdenEén keer kort indruk-
ken
—O Twee keer indrukken
(Lang) ingedrukt
houden
Uit
Elektrisch bedienbare ruiten (→blz. 128)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Bediening gekoppeld aan
gebruik van de mechani-
sche sleutelUit Aan — O
Koppeling van werking aan
afstandsbedieningUit Aan — O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening
(zoemer)Aan Uit — O
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
385
8
SPECIFICATIES
Page 388 of 514
Ergonomisch geheugen*(→blz. 120)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Portieren gekoppeld aan
de geheugenoproepfunc-
tie selecterenBestuurdersportier Alle portieren — O
*: Indien aanwezig
Stuurwiel
*(→blz. 124)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Functie voor automatisch
wegkantelenAlleen kantelenAlleen inschuiven
OO Wegkantelen en
inschuiven
Uit
*: Auto's met elektrisch verstelbaar stuurwiel
Automatische verlichting (→blz. 155)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Gevoeligheid lichtsensor Standaard -2 - 2 O O
Toyota Parking Assist-sensor (→blz. 218)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Zoemervolume 2 1 - 3 — O
BSM (Blind Spot Monitor)*(→blz. 213)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Helderheid indicator in
buitenspiegelHelder Gedimd — O
Timing melding voor aan-
wezigheid van naderende
auto (gevoeligheid)GemiddeldVroeg
—O Laat
Alleen wanneer een
auto wordt gesigna-
leerd in de dode hoek
*: Indien aanwezig
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
386
Page 389 of 514
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)*(→blz. 226)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Zoemervolume 2 1 - 3 — O
*: Indien aanwezig
Airconditioning (→blz. 252)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de
toets AUTO gekoppelde
recirculatiemodusAuto (automatisch) Handmatig O O
Automatische bediening
toets A/CAuto (automatisch) Handmatig O O
Verlichting (→blz. 261)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Vertraging interieurver-
lichting15 secondenUit
OO 7,5 seconden
30 seconden
Werking na het UIT zetten
van het contactAan Uit — O
Werking als de portieren
worden ontgrendeldAan Uit — O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektro-
nische sleutel bij u draagtAan Uit — O
Voetenruimteverlichting Aan Uit — O
Verlichting binnenportier-
greepAan Uit — O
WAARSCHUWING!
Tijdens het aanpassen van de
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen moet draaien. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage,
kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
WAARSCHUWING!(Vervolg)
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
tijdens het instellen draait, om te
voorkomen dat de 12V-accu ontladen
raakt.
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
387
8
SPECIFICATIES
Page 390 of 514
8.3 Initialisatie
8.3.1 Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of onderhoud aan
de auto, moeten de volgende items worden geïnitialiseerd, zodat het systeem weer op de
juiste manier werkt:
Onderwerp Wanneer initialiseren Zie
Bandenspanningswaarschu-
wingssysteem■Als de bandenspanning wordt gewijzigd
(bijvoorbeeld wanneer de rijsnelheid of de
belading verandert)
■Bij het wijzigen van de bandenspanning
omdat er een andere bandenmaat
gemonteerd is
■Bij het wisselen van wielen
■Na het uitvoeren van de procedure voor de
zenderidentificatiecoderegistratieBlz. 299
8.3 Initialisatie
388