TOYOTA HIGHLANDER 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Page 341 of 498
• Er wordt gereden in de buurt van
andere auto's en het systeem herkent
de bandenspanningssensoren en
-zenders van uw auto niet tussen die
van andere auto's
Er bevindt zich een wiel met
bandenspanningssensor en -zender in
of in de buurt van de auto
Als de registratie na ten minste een
uur rijden niet is voltooid, herhaal dan
de identificatiecoderegistratie vanaf
het begin.
• Als er tijdens de registratie achteruit
gereden wordt, worden de gegevens
tot dat punt gereset. Herhaal de
registratieprocedure in dat geval
vanaf het begin.
• In de volgende situaties wordt de
identificatiecoderegistratie niet
gestart of is de registratie niet goed
voltooid en werkt het systeem niet
goed. Voer de
identificatiecoderegistratieprocedure
nogmaals uit.
– Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning niet 3 keer
langzaam knippert wanneer wordt
geprobeerd om de
identificatiecoderegistratie te
starten.
– Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut knippert en
vervolgens blijft branden wanneer
er na de identificatiecoderegistratie
gedurende ongeveer 10 minuten
met de auto is gereden.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de identificatiecodes ook
na het uitvoeren van de bovenstaande
procedure nog niet kunnen worden
geregistreerd.6.3.7 Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de juiste
spanning hebben. De bandenspanning
moet ten minste eenmaal per maand
gecontroleerd worden. Toyota beveelt u
echter aan de bandenspanning eens per
twee weken te controleren. (→Blz. 411)
Gevolgen van een onjuiste
bandenspanning
Het rijden met een onjuiste
bandenspanning kan de volgende
gevolgen hebben:
• Hoger brandstofverbruik
• Verminderd rijcomfort en een slechte
handling
• Kortere levensduur van de banden als
gevolg van slijtage
• Een onveilige auto
• Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opge-
pompt, laat deze dan controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Instructies voor het controleren van de
bandenspanning
Let bij het controleren van de
bandenspanning op het volgende:
• Controleer de bandenspanning alleen
als de banden koud zijn. Als uw auto
ten minste 3 uur heeft stilgestaan of
niet meer dan 1,5 km heeft gereden,
kunt u de bandenspanning voor koude
banden correct aflezen.
• Gebruik altijd een
bandenspanningsmeter. Het is
moeilijk te bepalen of een band de
juiste bandenspanning heeft op basis
van alleen het uiterlijk.
•
Het is normaal dat de spanning van een
band na een rit is opgelopen aangezien
warmte wordt gegenereerd in de band.
Laat na het rijden geen lucht uit de
banden lopen om de spanning te
verlagen.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
339
6
Onderhoud en verzorging
Page 342 of 498
• Overschrijd nooit het maximale
laadvermogen van de auto. Verdeel de
passagiers en het gewicht van de
bagage gelijkmatig over de auto.
WAARSCHUWING!
Een goede bandenspanning zorgt
voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste
waarde. Als de banden niet de juiste
spanning hebben, kunnen
onderstaande zaken zich voordoen. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij
dodelijk of ernstig letsel kan ontstaan.
• Overmatige slijtage
• Ongelijkmatige slijtage
• Slecht rijgedrag
• Mogelijke klapband door
oververhitting
• Luchtlekkage tussen de band en velg
• Wielvervorming en/of beschadiging
van de band
• Groter risico op beschadiging van de
band tijdens het rijden (als gevolg
van voorwerpen op het wegdek,
verbindingsstukken of scherpe
randen in het wegdek, enz.)
OPMERKING
Controleren en op de juiste spanning
brengen van de banden
Plaats na controle altijd de
ventieldopjes. Zonder de ventieldopjes
kan er vuil en vocht in het inwendige van
de ventielen doordringen. Hierdoor kan
de afdichting in gevaar komen, wat kan
leiden tot een lagere bandenspanning.
6.3.8 Velgen
Als een velg verbuigingen of scheuren
vertoont of erg gecorrodeerd is, moet
deze vervangen worden. Anders kan de
band van de velg raken of kan de auto
moeilijk beheersbaar worden.Keuze van velg
Let er bij het vervangen van velgen op dat
deze hetzelfde draagvermogen, dezelfde
diameter, velgbreedte en ET-waarde
*
hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*“Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te
gebruiken:
• Velgen van verschillende maten of
types
• Gebruikte velgen
• Verbogen velgen die hersteld zijn
Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders
voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem,
dat in een vroegtijdig stadium
waarschuwt als de bandenspanning te
laag wordt. Bij het vervangen van velgen
moeten er bandenspanningssensoren en
-zenders worden geplaatst. (→Blz. 333)
WAARSCHUWING!
Vervangen van velgen
• Gebruik alleen de in deze handleiding
aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in
een slechtere controle over de auto.
• Gebruik nooit een binnenband bij
een poreuze velg die ontworpen is
voor een tubeless band. Als u dat wel
doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij dodelijk of ernstig letsel kan
ontstaan.
Plaatsen van wielmoeren
Breng nooit olie of vet aan op de
wielbouten of -moeren. Door het gebruik
van olie of vet worden de wielmoeren
mogelijk te vast aangedraaid waardoor de
bouten of de velg beschadigd kunnen
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
340
Page 343 of 498
WAARSCHUWING!(Vervolg)
raken. Daarnaast kunnen de wielmoeren
loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met dodelijk of
ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of
vet van de wielbouten of wielmoeren.
Gebruik van beschadigde velgen niet
toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde
velgen. Als u dat wel doet, kan er tijdens
het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen
ontstaan.
OPMERKING
Vervangen van bandenspannings-
sensoren en -zenders
•
Omdat het repareren of vervangen van
een band invloed kan hebben op de
bandenspanningssensoren en -zenders,
adviseren we u deze werkzaamheden uit
te laten voeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf
van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen. Bij niet-originele
velgen kan niet worden gegarandeerd
dat de bandenspanningssensoren en
-zenders goed werken.
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen
•
Gebruik uitsluitend de Toyota-wiel-
moeren en de Toyota-wielmoersleutel bij
uw lichtmetalen velgen.
• Controleer de wielmoeren na de
eerste 1.600 km telkens als een band
is verwisseld, een band is gerepareerd
of is vervangen.• Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
• Bij het balanceren moet gebruik
worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtjes,
die geplaatst dienen te worden met
een kunststof of rubber hamer.
6.3.9 Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen van het interieurfilter
Auto's met linkse besturing
1. Zet het contact UIT.
2. Open het dashboardkastje. Maak de
demper los.
3. Duw het dashboardkastje aan de zijde
die zich het dichtst bij het portier
bevindt naar binnen om de klauwen
vrij te maken. Trek vervolgens het
dashboardkastje naar buiten en maak
de onderste klauwen vrij.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
341
6
Onderhoud en verzorging
Page 344 of 498
4. Ontgrendel de afdekkap van het filter
(
A), haal de afdekkap van het filter
uit de klauwen (
B) en verwijder de
afdekkap van het filter.
5. Verwijder de filterhouder.
6. Verwijder het interieurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met
de aanduiding
UP naar boven
gericht.
Auto's met rechtse besturing
1. Zet het contact UIT.
2. Open het dashboardkastje. Maak de
demper los.3. Duw het dashboardkastje aan de zijde
die zich het dichtst bij het portier
bevindt naar binnen om de klauwen
vrij te maken. Trek vervolgens het
dashboardkastje naar buiten en maak
de onderste klauwen vrij.
4. Ontgrendel de afdekkap van het filter
(
A), haal de afdekkap van het filter
uit de klauwen (
B) en verwijder de
afdekkap van het filter.
5. Verwijder de filterhouder.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
342
Page 345 of 498
6. Verwijder het interieurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met
de aanduiding
UP naar boven
gericht.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter
volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel
verkeer moet vervanging vaker
plaatsvinden. (Zie het onderhoudsboekje
of het garantieboekje voor het
onderhoudsschema.)
Als er te weinig lucht uit de
ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer
het filter en vervang het indien nodig.
OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter
aanwezig is. Als de airconditioning
zonder filter gebruikt wordt, kan het
systeem beschadigd raken.
6.3.10 Schoonmaken van de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
Controleer, om een hoger
brandstofverbruik te voorkomen, de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij) periodiek
op verontreinigingen. Als “Maintenance
Required for Traction Battery Cooling
Parts See Owner’s Manual” (Onderhoud
vereist voor koelonderdelen
tractiebatterij, zie handleiding) wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay, moet de
ventilatieopening worden gereinigd
volgens onderstaande procedure:
Wanneer is vaker periodiek onderhoud
nodig?
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto,
zoals veelvuldig gebruik of bij het rijden in
druk verkeer of in stoffige gebieden, moet
de ventilatieopening mogelijk vaker
worden schoongemaakt. Zie voor details
het onderhoudsboekje of het
garantieboekje.
Schoonmaken van de ventilatieopening
Onjuist omgaan met de kap en het filter
van de ventilatieopening kan schade
eraan tot gevolg hebben. Indien u twijfels
hebt over het schoonmaken van het filter,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner’s Manual” (Onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
Reinig de ventilatieopeningen
onmiddellijk.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
343
6
Onderhoud en verzorging
Page 346 of 498
OPMERKING(Vervolg)
Als er met de auto wordt doorgereden
terwijl de waarschuwingsmelding
weergegeven wordt, kan er een storing
ontstaan in het batterijpakket
(tractiebatterij) of kan het
uitgangsvermogen worden beperkt.
Schoonmaakprocedure
1. Zet het contact UIT.
2. Verwijder de kap van de
ventilatieopening.
Trek de kap in de richting zoals
aangegeven in de afbeelding om de
6 klauwen los te nemen. Begin met de
klauw in de rechterbovenhoek en trek
de kap naar de voorzijde van de auto
om hem te verwijderen.
3. Verwijder het filter van de
ventilatieopening.
Maak de klauw los om het filter te
verwijderen van de dorpellijst achter.4. Verwijder het stof en zand uit het
filter.
Zuig met een stofzuiger of iets
dergelijks het stof en zand uit het
filter op door met het mondstuk
lichtjes langs de vouwen te gaan.
5. Houd het filter tegen het licht en
controleer of het niet verstopt is.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als het stof of
zand niet volledig kan worden
verwijderd.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
344
Page 347 of 498
6. Plaats het filter op de kap.
Maak de klauw vast om het filter te
plaatsen.
Zorg ervoor dat het filter niet geknikt
of verbogen wordt bij het plaatsen.
7. Plaats de kap op de ventilatieopening.
Plaats de lip van de kap zoals
aangegeven in de afbeelding en druk
de kap aan om de 6 klauwen vast te
zetten.
Als “Maintenance Required for Traction
Battery Cooling Parts See Owner’s
Manual” (Onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij, zie
handleiding) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
8. Start het hybridesysteem en
controleer of de
waarschuwingsmelding niet langer
wordt weergegeven.
(Het is wellicht nodig om ongeveer
20 minuten met de auto te rijden
voordat de waarschuwingsmelding
wordt weergegeven en vervolgens
verdwijnt.)Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige wanneer de
waarschuwingsmelding niet na enige
tijd verdwijnt.
Als het stof of zand in het filter niet kan
worden verwijderd
Het verdient aanbeveling om een
stofzuiger met kunststof borstels te
gebruiken.
WAARSCHUWING!
Bij het schoonmaken van de
ventilatieopening
• Maak de ventilatieopening niet
schoon met water of andere
vloeistoffen. Als er water op het
batterijpakket (tractiebatterij) of
andere componenten terechtkomt,
kan dit leiden tot een storing of
brand.
• Zet het contact UIT om het
hybridesysteem uit te schakelen
alvorens de ventilatieopeningen
schoon te maken.
• Steek geen hand of been in de
ventilatieopening. Als een hand of
been vast komt te zitten in een
koelventilator of in aanraking komt
met een onderdeel dat onder
hoogspanning staat, kan dat een
elektrische schok veroorzaken, wat
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg
kan hebben.
OPMERKING
Bij het schoonmaken van de
ventilatieopening
Gebruik geen perslucht, enz. Stof wordt
er mogelijk uit geblazen, waardoor een
storing kan ontstaan in het
batterijpakket (tractiebatterij) of het
uitgangsvermogen kan worden beperkt.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
345
6
Onderhoud en verzorging
Page 348 of 498
OPMERKING(Vervolg)
Voorkomen van beschadigingen aan de
auto
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
• Zorg ervoor dat er geen vloeistof of
vuil in de ventilatieopening
terechtkomt.
• Plaats het filter en de afdekkap na het
reinigen in hun oorspronkelijke
positie.
• Plaats alleen het voor deze auto
bestemde filter in de
ventilatieopening en gebruik de auto
niet terwijl het filter verwijderd is.
Voorkomen van schade aan het filter
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Laat een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige een beschadigd filter
vervangen door een nieuw filter.
• Gebruik geen perslucht, enz.
• Druk een stofzuiger of iets dergelijks
niet hard tegen het filter.
• Gebruik geen harde borstel zoals een
metalen borstel.
• Breek de vouwen van het filter niet.
6.3.11 Batterij elektronische
sleutel
Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Als de batterij van de elektronische
sleutel ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen:
• Het Smart entry-systeem met
startknop en de afstandsbediening
zullen niet goed werken.
• Het bereik van de afstandsbediening
zal kleiner worden.
De volgende zaken zijn benodigd:
• Sleufkopschroevendraaier
• Kleine sleufkopschroevendraaier
• Lithiumbatterij CR2032
Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
• Batterijen zijn te koop bij uw
Toyota-dealer en bij lokale
elektronicazaken en fotozaken.
• Vervang de batterij alleen door het
door de fabrikant aanbevolen type.
• Gooi batterijen niet weg, maar lever ze
in als KCA.
Batterij vervangen
1. Maak de borging los en verwijder de
mechanische sleutel.
2. Verwijder het kapje van de sleutel.
Omwikkel het uiteinde van de
sleufkopschroevendraaier met een
doek om schade aan de sleutel te
voorkomen.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
346
Page 349 of 498
3. Verwijder de lege batterij.
Bij het verwijderen van het kapje kan
de module van de elektronische
sleutel aan het kapje vastzitten,
waardoor de batterij niet zichtbaar is.
Verwijder in dat geval de module van
de elektronische sleutel om de batterij
te kunnen verwijderen.
Gebruik het juiste formaat
schroevendraaier om de batterij te
verwijderen. Plaats een nieuwe
batterij met de positieve aansluiting
“+” naar boven.
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de accu
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Slik de batterij niet in. Anders kunt u
chemische brandwonden oplopen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• De elektronische sleutel is uitgerust
met een knoopcel, ook wel
knoopbatterij genoemd. Als een
batterij wordt ingeslikt, kan deze
binnen 2 uur ernstige chemische
brandwonden veroorzaken, met
dodelijk of ernstig letsel als gevolg.
• Houd nieuwe en gebruikte batterijen
buiten bereik van kinderen.
•
Als het kapje niet goed kan worden
gesloten, gebruik de elektronische
sleutel dan niet en berg deze buiten
bereik van kinderen op. Neem vervol-
gens contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
• Als u per ongeluk een batterij inslikt
of een batterij in een deel van uw
lichaam plaatst, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Voorkomen dat de batterij ontploft of
brandbare vloeistoffen of gassen
vrijkomen
• Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type. Als
een verkeerd type batterij wordt
gebruikt, kan deze ontploffen.
• Stel batterijen niet bloot aan een
extreem lage druk als gevolg een
grote hoogte of extreem hoge
temperaturen.
• Verbrand een batterij niet en breek
of snijd hem niet open.
OPMERKING
Voor een goede werking na het
vervangen van de batterij
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen om ongevallen te
voorkomen:
• Zorg altijd dat uw handen droog zijn.
Door vocht kan de batterij gaan
corroderen.
• Voorkom dat andere onderdelen in de
afstandsbediening worden
aangeraakt of bewogen.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
347
6
Onderhoud en verzorging
Page 350 of 498
OPMERKING(Vervolg)
• Verbuig de aansluitingen van de
batterij niet.
6.3.12 Controleren en vervangen
van zekeringen
Als een bepaalde stroomverbruiker niet
werkt, kan het zijn dat een zekering is
doorgebrand. Controleer in dat geval de
desbetreffende zekering en vervang deze
indien nodig.
Controleren en vervangen van
zekeringen
1. Zet het contact UIT.
2. Open het deksel van de
zekeringenkast.
Motorruimte: zekeringenkast type A
Druk de borglip in en trek het deksel
omhoog.
Motorruimte: zekeringenkast type B
Druk de borglip in en trek het deksel
omhoog.Onder het dashboard aan
bestuurderszijde (auto met linkse
besturing)
Verwijder het deksel.
Druk tijdens het verwijderen/plaatsen
van de klep de klauw in.
Onder het dashboard aan
passagierszijde (auto's met rechtse
besturing)
Verwijder het deksel.
Druk tijdens het verwijderen/plaatsen
van de klep de klauw in.
Rechterzijde bagageruimte
Neerklappen van de stoelen op de
derde zitrij. (→Blz. 133)
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
348