TOYOTA RAV4 2019 Instructieboekje (in Dutch)

Page 351 of 706

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In de volgende situaties waarschuwt
het RSA-systeem de bestuurder.
Wanneer de rijsnelheid de drem-
pelwaarde voor de snelheidswaar-
schuwing van het weergegeven
verkeersbord met de maximaal
toegestane snelheid overschrijdt,
wordt het verkeersbord duidelijker
zichtbaar gemaakt en klinkt er een
zoemer.
Auto's met navigatiesysteem: Als
het RSA-systeem een verkeers-
bord voor verboden in te rijden
herkent en signaleert dat de
bestuurder het inrijverbod negeert
op basis van de kaartinformatie
van het navigatiesysteem, knippert
het verkeersbord voor verboden in
te rijden en klinkt er een zoemer.
Als wordt gesignaleerd dat uw
auto een ander voertuig inhaalt
terwijl er een verkeersbord voor
een inhaalverbod wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay,
gaat het verkeersbord knipperen
en klinkt er een zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de
verkeerssituatie (richting en snelheid
van het verkeer en hoeveelheid ver-
keer) mogelijk niet goed gesignaleerd
en werkt de waarschuwing mogelijk
niet goed.
■Instellen
→Blz. 134
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of
meer verkeersborden automatisch uitge-
schakeld.
●Een nieuw verkeersbord wordt over een
bepaalde afstand niet herkend.
●De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de func-
tie mogelijk niet goed werkt of niet
goed signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden
mogelijk niet herk end, worden onjuiste
verkeersborden weergegeven, enz. Dit
duidt echter niet op een storing.
●De camera voor is ni et goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld
aan hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera
voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil, vervaagd,
gekanteld of krom of , in geval van een
elektronisch verkeersbord, het contrast
is slecht.
●Het verkeersbord gaat helemaal of
gedeeltelijk verscholen achter boombla-
deren, een paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd
zichtbaar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwis-
seling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Ook wanneer een verkeersbord niet van
toepassing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, staat dit
bord wel direct na een vertakking van de
snelweg of bij een aangrenzende rij-
strook net voordat rijstroken samenko-
men.
●Er zitten stickers op de achterzijde van
de voorligger.
Waarschuwing
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 350 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 352 of 706

351
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Er wordt een verkeersbord herkend dat
lijkt op een verkeersbord dat compatibel
is met het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet v
oor parallelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer
deze in het zicht van de camera voor
staan) terwijl de auto op de hoofdweg
rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor
afslagen van rot ondes gesignaleerd en
weergegeven (wanneer deze in het
zicht van de camera voor staan) terwijl
de auto op de rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog
of omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het o mgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor trucks,
enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gere-
den waar het verkeer aan de andere
kant rijdt.
●Auto's met navigatiesysteem: De kaart-
gegevens van het navigatiesysteem zijn
oud.
●Auto's met navigat iesysteem: Het navi-
gatiesysteem werkt niet.
■Rijden in een land met een andere
eenheid voor snelheid
Auto's waarbij de eenheid voor de snel-
heidsmeter niet kan worden gewijzigd:
Schakel deze functie uit bij de instellingen
voor het instrumentenpaneel bij het rijden
in een land met een andere eenheid voor
snelheid.
Auto's waarbij de eenheid voor de snel-
heidsmeter kan wo rden gewijzigd: De
RSA herkent verkeersborden op basis van
de ingestelde eenheid v oor het instrumen-
tenpaneel. Stel de eenheid voor snelheid
voor het instrumentenpaneel daarom in op
de eenheid voor snelheid op de actuele
locatie of schakel dez e functie uit bij de
instellingen voor het instrumentenpaneel
bij het rijden in een land met een andere
eenheid voor snelheid.
■Weergave verkeersbord snelheidsli-
miet
Als het contact de laat ste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het
multi-informatiedisplay werd weergege-
ven, wordt datzelfde verkeersbord weer
weergegeven wanneer het contact AAN
wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing in RSA. Ga naar uw dea-
ler) wordt weergegeven
Er is mogelijk een stor ing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur.
(
→Blz. 134)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 351 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 353 of 706

3524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneelMulti-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Indicatoren
■BedieningsschakelaarsAfstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETDynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmo-
dus is ingeschakeld, accele-
reert, decelereert en stopt de
auto automatisch overeen-
komstig de veranderingen in
snelheid van de voorligger,
zelfs wanneer het gaspedaal
niet wordt ingetrapt. In de con-
stante-snelheidsregelmodus
rijdt de auto met een constante
snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig
snelheidsbereik op autowe-
gen en snelwegen.
 Afstandsregelmodus
(→ Blz. 355)
 Constante-snelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 359)
Systeemonderdelen
A
B
C
:$$56&+8:,1*
■Voordat u de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de
bestuurder verantwoordelijk. Ver-
trouw niet alleen op het systeem en
rijd voorzichtig door altijd goed op
de omgeving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik biedt
ondersteuning bij het rijden om de
bestuurder te ontlas ten. Er zijn ech-
ter grenzen aan de geboden onder-
steuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit syst eem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de
juiste manier signaleert: →Blz. 362
• Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt: →Blz. 363
A
B
C
D
E
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 352 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 354 of 706

353
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Stel de geschikte snelheid in op
basis van de snel
heidslimiet, de
verkeersintensiteit, de wegcondi-
ties, de weersomstandigheden,
enz. De bestuurder is verantwoor-
delijk voor het controleren van de
ingestelde snelheid.
●Zelfs als het sys teem normaal
werkt, kan de door het systeem
gesignaleerde status van de voor-
ligger afwijken van de door de
bestuurder waargenomen status.
Daarom moet de bes tuurder altijd
alert blijven, het gevaar van elke
situatie inschatten en veilig rijden.
Volledig vertrouw en op het systeem
of aannemen dat het systeem de
veiligheid garandeert tijdens het rij-
den kan leiden tot een ongeval met
ernstig letsel als gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbe-
reik uit met de cr uise control-hoofd-
schakelaar als de ze niet wordt
gebruikt.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrek-
king tot de ondersteunende sys-
temen
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht, aangezien er grenzen
zijn aan de door het systeem gebo-
den ondersteuning. Als u dat niet
doet, kunt u een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●De bestuurder helpen bij het meten
van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik dient
alleen ter ondersteuning van de
bestuurder bij het bepalen van de
volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voor ligger. Het systeem
is niet bedoeld om zorgeloos of roe-
keloos rijgedrag te rechtvaardigen en
kan de bestuurder ook niet helpen tij-
dens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzake lijk dat de bestuur-
der zelf de omgeving van de auto
goed in de gaten houdt.
●De bestuurder hel pen bij het bepa-
len van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik bepaalt
of de volgafsta nd tussen de eigen
auto en een bepaalde voorligger bin-
nen een vastgelegd bereik ligt. Het
systeem kan geen andere beoordelin-
gen maken. Het is daarom strikt
noodzakelijk dat u zelf alert blijft en
inschat of een situatie mogelijk
gevaarlijk is.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 353 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 355 of 706

3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●De bestuurder helpen bij het bedie-
nen van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik heeft
geen functies om aanrijdingen met
een voorligger te voorkomen of ver-
mijden. Daarom dient u wanneer er
gevaar dreigt direct de controle over
de auto te nemen en juist te handelen
om de veiligheid van alle betrokkenen
te garanderen.
■Situaties waarin de Dynamic
Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsberei k niet kan wor-
den gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
niet in de volgende situaties. Als u dat
wel doet, wordt de snelheid mogelijk
niet goed geregeld, waardoor een
ongeval met ernstig letsel kan ont-
staan.
●Op wegen met voetgangers, fiet-
sers, enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of
sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of
op afwisselend sterk dalende en
sterk stijgende wegen
Bij het afdalen van een steile helling
kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
●Op invoegstroken van autowegen
en snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo
slecht zijn dat ze een juiste signale-
ring door de sensoren onmogelijk
zouden kunnen maken (mist,
sneeuw, zandstorm, zware regen-
val, enz.)
WAARSCHUWING
●Als er regen, snee uw, enz. op de
voorzijde van de radar of de
camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij
herhaaldelijk accelereren en dece-
lereren noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwa-
gen* of tijdens het slepen in een
noodgeval
*: Auto's die een aanhangwagen kun-
nen trekken. ( →Blz. 262)
●Als er vaak een naderingswaar-
schuwing hoorbaar is
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 354 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 356 of 706

355
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
In deze modus registreert een rad
ar of er binnen ongeveer 100 meter voor
u een voertuig rijdt. Deze sens or wordt tevens gebruikt om de a fstand tus-
sen uw auto en d e voorligger te berekenen en een geschikte afstand tus-
sen uw auto en de v oorligger te handhaven. De gewenste tussenaf stand
kan tevens met de afstandsschakelaar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid d ie door de bestuurder is ingeste ld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt ges ignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snel-
heid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduce erd, schakelt het
systeem het remsysteem in (de re mlichten gaan dan branden). Het systeem regelt
de snelheid van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de
voorligger gehandhaafd blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen
om een veilige afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswaar-
schuwing.
Wanneer uw voorligger stopt, sto pt uw auto ook (de auto wordt door het systeem
stilgezet). Als uw v oorligger begint te rij den, wordt het rijden met de volgregeling
hervat wanneer u op de schakel aar +RES drukt of het gaspedaal i ntrapt (bediening
om weg te rijden). Als de bediening om weg te rijden niet wordt uitgevoerd, zorgt de
regeling van het systeem ervoor dat uw auto sti l blijft staan.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een rijsnelheid van 80 km/h of hoger
Rijden in de afstandsregelmodus
A
B
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 355 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 357 of 706

3564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
een rijstrook naar links opschui ft (auto's met linkse besturing) of een rijstrook naar
rechts opschuift (auto's met rec htse besturing), zal de auto snel accelereren zodat
het voertuig op de rijstrook naa st u sneller kan worden ingehaa ld.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de i ngestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het
systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constan te snelheid.
1Druk op de cruis e control-hoofd-
schakelaar om de cruise control
in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay. Druk nog-
maals op de schakelaar om de cruise
control uit te schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar
gedurende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt wordt gehouden, schakelt het
systeem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. ( →Blz. 359)
2Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (onge-
veer 30 km/h of hoger) en druk
op de schakelaar -SET om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden. De rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
Druk, om de ingestelde snelheid te
wijzigen, op de schakelaar +RES of
-SET totdat de gewenste snelheid
wordt weergegeven.
1
Verhogen van de snelheid
(behalve wanneer de auto door
het systeem is stilgezet in de
afstandsregelmodus)
C
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 356 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 358 of 706

357
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
2
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Druk op de schakelaar.
Ruime afstelling: H oud de schakelaar
ingedrukt om de snelheid te wijzigen en
laat hem los als de gewenste snelheid
is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is inge-
schakeld, wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Europa
Fijnafstelling: 5 km/h*1 of 5 mph*2 tel-
kens als de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van
5 km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of ver-
laagd zolang de schakelaar ingedrukt
wordt gehouden
Behalve Europa
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 tel-
kens als de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van
5 km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of ver-
laagd zolang de schakelaar ingedrukt
wordt gehouden
In de constante-s nelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 359) wordt de inge-
stelde snelheid als volgt verhoogd
of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 tel-
kens als de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Zolang de schakelaar
ingedrukt wordt gehouden, wordt de
snelheid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Door de schakelaar in te drukken
wordt de afstand tot de voorligger
als volgt gewijzigd:
1 Lang
2 Gemiddeld
3 Kort
De tussenafstand wordt automatisch op
Lang ingesteld als het contact AAN
wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het
symbool voor een voorligger ook
weergegeven.
Selecteer een afst and in de onder-
staande tabel. Houd er rekening
mee dat de aangegeven afstanden
overeenkomen met een rijsnelheid
van 80 km/h. De tussenafstand is
afhankelijk van de rijsnelheid. Wan-
neer de auto wordt stilgezet door
het systeem, stopt de auto op een
bepaalde tussenafs tand, afhanke-
lijk van de situatie.
Wijzigen van de
tussenafstand
(afstandsregelmodus)
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)
A
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 357 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 359 of 706

3584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Druk op de schakelaar +RES als
uw voorligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger wordt
ook hervat als u het gaspedaal
intrapt wanneer uw voorligger
begint te rijden.1
Als u op de ui tschakeltoets
drukt, wordt de snelheidsrege-
ling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt. (Als de auto is stilgezet door
het systeem, wordt de snelheidsinstel-
ling niet geannuleerd als het rempedaal
wordt ingetrapt.)
2 Als u op de schakelaar +RES
drukt, wordt de cruise control
hervat en wordt de ingestelde
rijsnelheid hervat.
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decele-
reren door middel van de cruise
control niet mogelijk is, zal het
scherm gaan knipperen en een
zoemer klinken om de bestuurder
te waarschuwen. Dit kan bijvoor-
beeld gebeuren als een andere
bestuurder v óór u invoegt terwijl u
een voorligger volgt. Trap het rem-
pedaal in om voldoende afstand tot
uw voorligger te houden.
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m
(160 ft.)
GemiddeldOngeveer 40 m (130 ft.)
KortOngeveer 30 m
Hervatten van het rijden met
de volgregeling als de auto
is stilgezet door het systeem
(afstandsregelmodus)
Uitschakelen en hervatten
van de snelheidsregeling
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 358 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page 360 of 706

359
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Mogelijk worden geen waar-
schuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden
mogelijk geen wa arschuwingen
gegeven als de tussenafstand klein
is.
 Als de snelheid van de voorligger
gelijk is aan of h oger is dan de
snelheid van uw eigen auto
 Als de voorligger extreem lang-
zaam rijdt
 Direct nadat de snelheid van de
cruise control is ingesteld
 Bij het intrappen van het gaspe-
daal
Wanneer de constante-snelheids-
regelmodus is gese lecteerd, blijft
de auto met een ingestelde snel-
heid rijden, zonder de tussenaf-
stand te regelen. Selecteer deze
modus alleen wanneer de afstands-
regelmodus niet goed werkt als
gevolg van een vuile radar. 1
Houd bij uitgeschakelde cruise
control de cruise control-hoofd-
schakelaar gedurende ten min-
ste 1,5 seconden ingedrukt.
Direct nadat op de schakelaar is
gedrukt, gaat het controlelampje Dyna-
mic Radar Cruise Control branden. Ver-
volgens gaat het controlelampje cruise
control branden.
Overschakelen naar de constante-snel-
heidsregelmodus is alleen mogelijk als
de schakelaar wordt bediend terwijl de
cruise control uit staat.
2Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (onge-
veer 30 km/h of hoger) en druk
op de schakelaar -SET om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje c ruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid:
→Blz. 356
Uitschakelen en hervatten van de inge-
stelde snelheid: →Blz. 358Selecteren van de
constante-
snelheidsregelmodus
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 359 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM

Page:   < prev 1-10 ... 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 ... 710 next >