sensor TOYOTA RAV4 HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 114 of 626
113
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
■De inbraaksensor en de helling-
sensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto  achterlaat, moet u 
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor 
en de hellingsensor uitschakelt voordat 
u het alarm instelt, omdat deze senso-
ren reageren op bewegingen binnen in 
de auto.
1 Zet het contact UIT.
2 Druk op de uitschakeltoets van de 
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de inbraak-
sensor en de hellingsens or weer in te scha-
kelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en de 
hellingsensor worden uitgeschakeld/inge-
schakeld, wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
■Uitschakelen en automatisch weer 
inschakelen van de inbraaksensor en 
hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wan-
neer de inbraaksensor en de hellingsensor 
zijn uitgeschakeld.
●Nadat de inbraaksensor en de hellingsen-
sor uitgeschakeld zijn, worden deze 
opnieuw ingeschakeld door op de start-
knop te drukken of de portieren te ontgren-
delen met de instapfunctie (indien 
aanwezig) of de afstandsbediening.
●De inbraaksensor en  de hellingsensor zul-
len automatisch weer worden ingescha-
keld wanneer het alarmsysteem weer 
wordt ingeschakeld.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen 
mogelijk het alarm:
●Er bevinden zich nog personen of huisdie-
ren in de auto.
●Een zijruit of het panoramadak (indien aan-
wezig) is open.
In dit geval registreert  de sensor mogelijk het 
volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen, zoals  bladeren en insecten, in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de  inbraaksensoren van andere auto's
• Het bewegen van mensen buiten de auto
●Er bevinden zich onstabiele voorwerpen, 
zoals loshangende accessoires of kleding 
aan kledinghaakjes, in de auto.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  113  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 115 of 626
1141-5. Antidiefstalsysteem
●De auto is geparkeerd op een plek waar 
extreme trillingen of geluiden optreden, 
zoals in een parkeergarage.
●Er wordt ijs of sneeuw van de auto verwij-
derd, waardoor de auto herhaaldelijk wordt 
blootgesteld aan schokken of trillingen.
●De auto staat in een wasstraat of een 
hogedruk-wasinstallatie.
●De auto is blootgesteld aan schokken die 
het gevolg zijn van hagel, onweer of 
andere van buitenaf komende herhaalde 
schokken of trillingen.
■Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende gevallen 
mogelijk het alarm:
●De auto wordt vervoerd per boot, aanhang-
wagen, trein, enz.
●De auto staat geparkeerd in een parkeer-
garage.
●De auto bevindt zich in een wasstraat 
waarin de auto verplaatst wordt.
●Een van de banden verliest zijn spanning.
●De auto wordt opgekrikt.
●Er doet zich een aardbeving of wegverzak-
king voor.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de inbraaksensor 
goed werkt
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze 
ook niet, omdat hierdoor de werking van 
de sensoren in negatieve zin beïnvloed 
kan worden.
●Spuit geen luchtverfrisser of andere pro-
ducten rechtstreeks in de openingen 
van de sensoren.
●Als u andere accessoires installeert dan 
originele Toyota-onderdelen of wanneer 
u voorwerpen achterlaat tussen de 
bestuurdersstoel en de stoel van de 
voorpassagier, werkt de inbraaksensor 
mogelijk minder goed.
●De werking van de inbraaksensor wordt 
mogelijk gestopt wanneer de elektroni-
sche sleutel zich in de buurt van de auto 
bevindt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  114  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 119 of 626
1182-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes informeren de 
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
*1: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven 
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het hybridesys-
teem is ingeschakeld of na enkele 
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als het lampje niet 
gaat branden of uitgaat. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere 
Waarschuwingslampjes
(Rood) Waarschuwingslampje 
remsysteem
*1 (
 Blz. 533)
(Geel) Waarschuwingslampje 
remsysteem
*1 (
 Blz. 533)
Laadstroomcontrole-
lampje
*1 (  Blz. 534)
Waarschuwingslampje hoge 
koelvloeistoftemperatuur
*2 
(  Blz. 534)
Waarschuwingslampje 
hybridesysteem 
oververhit
*2 (  Blz. 534)
Waarschuwingslampje lage 
oliedruk
*2 (  Blz. 534)
Motorcontrolelampje
*1 
(  Blz. 535)
Waarschuwingslampje 
SRS
*1 (  Blz. 535)
Waarschuwingslampje 
ABS
*1 (  Blz. 535)
(Rood/geel) Waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging
*1 
(  Blz. 535)
(Knippert of  brandt) Waarschuwingslampje 
PCS
*1 (indien aanwezig) 
(  Blz. 536)
(Oranje) Controlelampje LTA 
(indien aanwezig) 
(
 Blz. 536)
(Knippert) Controlelampje Toyota 
Parking Assist-sensor 
OFF
*3 (indien aanwezig) 
(  Blz. 537)
(Knippert) Controlelampje PKSB 
OFF
*1 (indien aanwezig) 
(  Blz. 537)
(Knippert) Controlelampje RCTA 
OFF
*1 (indien aanwezig)
(  Blz. 538)
Controlelampje Traction 
Control
*1 (  Blz. 538)
Waarschuwingslampje 
Brake Override-systeem/
wegrijregeling/PKSB (indien 
aanwezig)
*2 (  Blz. 538)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1 
(  Blz. 539)
(Knippert) Waarschuwingslampje 
parkeerrem (
Blz. 539)
Waarschuwingslampje lage 
bandenspanning
*1 (indien 
aanwezig) ( Blz. 539)
Waarschuwingslampje 
laag brandstofniveau 
(  Blz. 539)
Controlelampje bestuurders- 
en voorpassagiersgordel 
(  Blz. 540)
Controlelampjes achterpas-
sagiersgordels ( Blz. 540)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  118  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 120 of 626
119
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display en er wordt een melding weerge-
geven.
*3: Het controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, terwijl 
de Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld. Het gaat na enkele seconden 
uit.
De controlelampjes informeren de 
bestuurder over de bedrijfsstatus van 
de verschillende syst emen van de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van 
een veiligheidssysteem niet gaat 
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaat branden als u 
het hybridesysteem start, kan dat beteke-
nen dat deze systemen niet beschikbaar 
zijn om u te beschermen in geval van een 
ongeval, waardoor ernstig letsel zou kun-
nen ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de 
auto onmiddellijk nakijken door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers ( Blz. 300)
Controlelampje achterlicht 
(  Blz. 307)
Controlelampje grootlicht 
(  Blz. 308)
Controlelampje Automatic 
High Beam-systeem 
(indien aanwezig) 
(  Blz. 309)
Controlelampje mistlampen 
voor (indien aanwezig) 
(  Blz. 312)
Controlelampje mistachter-
licht (indien aanwezig) 
(  Blz. 312)
Controlelampje Smart 
entry-systeem met start-
knop
*1 (indien aanwezig) 
(  Blz. 290)
Controlelampje cruise 
control ( Blz. 352, 363)
Controlelampje Dynamic 
Radar Cruise Control 
(indien aanwezig) 
(  Blz. 352)
Controlelampje cruise con-
trol SET ( Blz. 352, 363)
Controlelampje snelheids-
begrenzer (indien 
aanwezig) ( Blz. 366)
Controlelampje LTA
*2 
(indien aanwezig) ( 344)
Controlelampje Toyota 
Parking Assist-sensor 
OFF
*3, 4 (indien aanwezig) 
(  Blz. 384)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  119  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 121 of 626
1202-1. Instrumentenpaneel
*1: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display en er wordt een melding weerge-
geven.
*2: Afhankelijk van de bedr ijfscondities wijzi-
gen de kleur en de status (branden/knip-
peren) van het controlelampje.
*3: Het lampje gaat branden wanneer het  systeem wordt uitgeschakeld.
*4: Het controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, terwijl 
de Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld. Het gaat na enkele seconden 
uit.
*5: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven 
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het hybridesys-
teem is ingeschakeld of na enkele 
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als de lampjes niet 
gaan branden of niet uitgaan. Laat de 
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en 
uitgeruste deskundige.
*6: Dit lampje gaat branden in de buitenspie-
gels.
*7: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat het controlelampje 
gedurende 10 seconden knipperen en 
blijft daarna branden.
*8: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
Controlelampje PKSB 
OFF
*3, 5 (indien aanwezig) 
(  Blz. 392)
(Knippert) Controlelampje Traction 
Control
*5 (
 Blz. 412)
Controlelampje VSC 
OFF
*3, 5 (  Blz. 412)
Waarschuwingslampje 
PCS
*3, 5 (indien aanwezig) 
(  Blz. 333)
BSM-indicatoren in de 
buitenspiegels
*5, 6 (indien 
aanwezig) ( Blz. 368)
Controlelampje BSM 
(indien aanwezig) 
(  Blz. 368)
Controlelampje RCTA 
OFF
*3, 5 (indien aanwezig) 
(  Blz. 368)
Controlelampje stand-
bystand Brake Hold-
systeem
*5 (  Blz. 304)
Controlelampje Brake 
Hold-systeem in werking
*5 
(  Blz. 304)
Controlelampje antidiefstal-
systeem ( Blz. 87, 111)
Controlelampje READY 
(  Blz. 290)
Controlelampje 
lage buitentemperatuur
*7 
(  Blz. 123, 129)
EV-controlelampje 
(  Blz. 80)
Waarschuwingslampje 
parkeerrem ( Blz. 301)
Controlelampje EV MODE 
(  Blz. 294)
Controlelampje ECO-
rijmodus ( Blz. 406)
Controlelampje SPORT-
modus ( Blz. 406)
Controlelampje TRAIL 
(indien aanwezig) 
(  Blz. 408)
Controlelampje PASSEN-
GER AIR BAG
*5, 8 (indien 
aanwezig) ( Blz. 47)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  120  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 140 of 626
139
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■ BSM (Blind Spot Monitor) 
(indien aanwezig) ( Blz. 368)
Hiermee kunt u de volgende zaken 
instellen.
 BSM (Blind Spot Monitor) aan/uit
Hiermee kunt u het BSM-systeem in- of uit-
schakelen.
“Brightness” (helderheid)
Hiermee kunt u de helderheid van de indica-
toren in de buitenspiegels wijzigen. 
( Blz. 368)
 “Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u de timing van de waarschu-
wing voor een naderend voertuig wijzigen.
■ (Toyota Parking Assist-
sensor) (indien aanwezig) 
(Blz. 383)
Hiermee kunt u de volgende zaken 
instellen.
 Toyota Parking Assist-sensor aan/uit
Hiermee kan de Toyota Parking Assist-sen-
sor worden in- of uitgeschakeld.
“Volume”
Hiermee kunt u het volume van de zoemer 
die bij het bedienen van de Toyota Parking 
Assist-sensor klinkt instellen.
■RCTA (Rear Crossing Traffic 
Alert) (indien aanwezig) 
(Blz. 368)
 RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) 
aan/uit
Hiermee kunt u het RCTA-systeem in- of uit-
schakelen.
“Volume”
Hiermee kunt u het volume van de RCTA-
zoemer wijzigen.
■ PKSB (Parking Support 
Brake System) (indien aanwezig) 
(Blz. 391)
Hiermee kunt u de Parking Support 
Brake-functie in- of uitschakelen.
■ RSA (Road Sign Assist) 
(indien aanwezig) ( Blz. 348)
Hiermee kunt u de volgende zaken 
instellen.
 Road Sign Assist aan/uit
Hiermee kunt u het RSA-systeem in- of uit-
schakelen.
“Notification method” (meldingsme-
thode)
Hiermee kunt u elke meldingsmethode die 
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een te hoge 
snelheid, een verkeersbord voor een inhaal-
verbod of een verkeersbord voor verboden 
in te rijden signaleert, wijzigen.
“Notification Level” (meldingsniveau)
Hiermee kunt u elk meldingsniveau dat 
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een ver-
keersbord met een snelheidslimiet 
signaleert, wijzigen.
■DRCC (RSA) (indien aanwezig) 
(Blz. 360)
Hiermee kunt u de Dynamic Radar 
Cruise Control met Road Sign Assist in- 
of uitschakelen.
■ Voertuiginstellingen
  PBD (elektrisch bedienbare 
achterklep) (indien aanwezig) 
(Blz. 183)
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
• Systeeminstellingen
Hiermee kan de functie elektrisch bedien-
bare achterklep worden in- of uitgeschakeld.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  139  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 141 of 626
1402-1. Instrumentenpaneel
• “Hands Free” (handsfree)
*
Hiermee kunt u de handsfree elektrisch 
bedienbare achterklep in- of uitschakelen.
• “Opening Adjustment” (aanpassen ope- ning)
Selecteer de positie openen wanneer de 
elektrisch bedienbare achterklep geheel is 
geopend.
•“Volume”
Hiermee kunt u het volume instellen van de 
zoemer die klinkt wanneer de elektrisch 
bedienbare achterklep in werking is.
*: Auto's met handsfree elektrisch bedien- bare achterklep
 “TPWS” (bandenspanningswaar-
schuwingssysteem) (indien aanwe-
zig) ( Blz. 480)
• “Set Pressure” (stel bandenspanning in)
Hiermee kan het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
• “Change Wheel” (wielen wijzigen)
Hiermee kunt u de ingestelde identificatie-
code van de sensor van het bandenspan-
ningswaarschuwingssyst eem wijzigen. Om 
deze functie te kunnen inschakelen moet 
een tweede set identificatiecodes van de 
sensoren van het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige worden geregistreerd. 
Neem voor meer informatie over het wijzigen 
van de geregistreerde identificatiecode con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Instellingen
 “Language” (taal)
Hiermee kunt u de taal op het multi-informa-
tiedisplay wijzigen.
“Units” (eenheden)
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
“Meter Type” (type meter) (7 inch 
display)
Hiermee kunt u de weergave van de snel-
heidsmeter wijzigen.
  (EV-controlelampje) 
(Blz. 80)
Hiermee kunt u de werking van het EV-con-
trolelampje in- of uitschakelen.
  (Instellingen weergave rij-infor-
matie)
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
• “Hybrid System” (hybridesysteem)
Hiermee kunt u de begeleiding milieubewust 
bedienen gaspedaal in- en uitschakelen 
(  Blz. 134).
• “Fuel Economy” (brandstofverbruik)
Hiermee kunt u de weergave van het brand-
stofverbruik wijzigen ( Blz. 134).
  (Audio-instellingen) (indien aan-
wezig)
Hiermee kunt u het scherm   in- of uit-
schakelen.
  (Instellingen weergave voertui-
ginformatie)
• “Display Contents” (informatie op display)
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
“Energy monitor” (energiemonitor):
Hiermee kunt u de energiemonitor in- of uit-
schakelen ( Blz. 142).
AWD (AWD-uitvoeringen):
Hiermee kunt u de weergave van het AWD-
systeem in- of uitschakelen ( Blz. 137).
• “Drive Info Type” (rij-informatietype)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  140  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 176 of 626
175
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
3-2.Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Gebruik van de instapfunctie 
(auto's met Smart entry-systeem, 
startknop en instapfunctie)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u 
hebt om deze functie in te kunnen 
schakelen.
1 Pak de voorportiergreep vast om de 
portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de achter-
zijde van de portiergreep aanraakt.
De portieren en de achterklep kunnen gedu-
rende 3 seconden na het vergrendelen niet 
worden ontgrendeld.
2Raak de vergrendelsensor (de 
inkeping aan de bovenzijde van de 
portiergreep) aan om de portieren te 
vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld 
is.
■Gebruik van de afstandsbedie-
ning
1 Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld 
is.
Ingedrukt houden om de zijruiten en het 
panoramadak (indien aanwezig) te sluiten.
*
2Ontgrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de zijruiten en het 
panoramadak (indien aanwezig) te openen.*
*
: Deze instellingen moeten aan de per- soonlijke voorkeur worden aangepast 
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
■Instellen van de ontgrendelfunctie 
(auto's met Smart entry-systeem, start-
knop en instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke portie-
ren met de instapfunctie via de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld.
1 Zet het contact UIT.
2 Schakel de inbraaksensor en de helling-
sensor van het alarmsysteem uit om tij-
dens het veranderen van de instellingen 
het alarm niet onbedoeld te activeren. 
(indien aanwezig) ( Blz. 112)
3 Houd de toets   of   inge-
drukt en houd tegelijkertijd de toets 
 gedurende ongeveer 5 secon-
den ingedrukt als het controlelampje in 
de sleutel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer een 
handeling wordt uitgevoerd, zoals hieronder 
Portieren
De auto kan worden vergrendeld 
en ontgrendeld met behulp van de 
instapfunctie, de afstandsbedie-
ning of de schakelaar van de cen-
trale vergrendeling.
Van buitenaf ontgrendelen en 
vergrendelen van de portieren
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  175  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 177 of 626
1763-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw 
wilt wijzigen, laat u de toetsen los, wacht u 
ten minste 5 seconden en herhaalt u vervol-
gens stap 3 .)
Auto's met een alarm: om te voorkomen dat 
het alarm onbedoeld wordt geactiveerd, moet 
u de portieren ontgrendelen met de afstands-
bediening en een portier openen en sluiten 
als de instellingen eenmaal zijn gewijzigd. 
(Als er binnen 30 seconden nadat op   
is gedrukt geen portier wordt geopend, wor-
den de portieren weer vergrendeld en wordt 
het alarm automatisch ingeschakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit 
wordt geactiveerd. ( Blz. 111)
■Systeem voor crashportierontgrende-
ling
Als de auto aan een sterke schok wordt 
blootgesteld, worden alle portieren ontgren-
deld. Of het systeem in werking treedt, is 
afhankelijk van de kracht van de schok of het 
type ongeval.
■Feedbacksignalen
Portieren: De alarmknipperlichten knipperen 
om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld met behulp van de 
instapfunctie (indien aanwezig) of de 
afstandsbediening. (Vergrendeld: eenmaal; 
ontgrendeld: tweemaal)
Zijruiten en panoramadak (indien aanwezig): 
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de 
zijruiten en het panoramadak worden 
bediend met behulp van de afstandsbedie-
ning.
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na 
het ontgrendelen van de auto met de instap-
functie (indien aanwezig) of de afstandsbe-
diening een portier wordt geopend, zorgt de 
beveiligingsfunctie erv oor dat de auto weer 
automatisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk 
van de locatie van de elektronische sleutel 
wordt echter mogelijk vastgesteld dat de 
sleutel in de auto is. In dit geval blijft de auto 
mogelijk ontgrendeld.)
■Wanneer het portier niet kan worden 
vergrendeld met de vergrendelsensor 
aan de bovenzijde van de portiergreep 
(auto's met Smart entry-systeem, start-
knop en instapfunctie)
Als het portier niet kan worden vergrendeld, 
zelfs niet wanneer het sensorgebied boven-
aan wordt aangeraakt, kunt u proberen de 
sensorgebieden bovenaan en onderaan 
tegelijkertijd aan te raken.
Wanneer u handschoenen draagt, trek deze 
dan uit.
■Zoemer centrale vergrendeling
In de volgende situaties klinkt er gedurende 5 
seconden onafgebroken een zoemer. Sluit 
alle portieren volledig en vergrendel de por-
tieren opnieuw.
●Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen met het Smart entry-systeem 
met startknop terwijl een ander portier dan 
Multi-informatiedis- play/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse  besturing)
(auto's met rechtse  besturing)
Exterieur: 3 keer  een piepsignaal 
Interieur: Eén bel- signaal
Als u de portiergreep 
van het bestuurders-
portier vasthoudt, 
wordt alleen het 
bestuurdersportier 
ontgrendeld.
Als u de portiergreep 
van het voorpassa-
giersportier vasthoudt 
of op de schakelaar 
achterklep openen 
drukt, worden alle por-
tieren ontgrendeld.
Exterieur: Twee piepsignalen 
Interieur: Eén bel- signaal
Als u de portiergreep 
van het voorpassa-
giersportier of 
bestuurdersportier 
vasthoudt of op de 
schakelaar achterklep 
openen drukt, worden 
alle portieren ontgren-
deld.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  176  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 185 of 626
1843-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Wanneer de achterklep vergrendeld is: 
houd terwijl u de elektronische sleutel 
bij u draagt de schakelaar achterklep 
openen ingedrukt.
De elektrisch bedienbare achterklep wordt 
automatisch geopend.
Druk op de schakelaar terwijl de elektrisch 
bedienbare achterklep wordt 
geopend/gesloten om de beweging te stop-
pen.
■Gebruik van de schakelaar elek-
trisch bedienbare achterklep op 
de achterklep
Druk op de schakelaar.
De elektrisch bedienbare achterklep wordt 
automatisch gesloten.
Door op de schakelaar te drukken terwijl de 
elektrisch bedienbare achterklep wordt 
bediend, stopt de achterklep met bewegen. 
Wanneer de schakelaar nogmaals wordt 
ingedrukt terwijl de beweging is gestopt, 
beweegt de achterklep in tegenovergestelde 
richting.
■Gebruik van de achterklepgrepen
Laat de achterklep zakken met behulp 
van de achterklepgreep  .
De bekrachtigingsfunctie van de achterklep 
(  Blz. 186) wordt geactiveerd en de elek-
trisch bedienbare achterklep sluit verder 
automatisch.
■Gebruik van de sensor regeling 
voetbediening (auto's met hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep)
De handsfree elektrisch bedienbare 
achterklep maakt het automatisch ope-
nen en sluiten van de elektrisch bedien-
bare achterklep mogelijk door uw voet 
onder het midden van de achterbumper 
te plaatsen en hem van de achterbum-
per vandaan te bewegen. Zorg ervoor 
dat voor het bedienen van de hands-
free elektrisch bedienbare achterklep 
het contact UIT staat, de handsfree-
functie van de elektrisch bedienbare 
achterklep is ingeschakeld ( Blz. 138) 
en dat u een elektronische sleutel bij u 
draagt.
A
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  184  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM