sensor TOYOTA RAV4 HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2021Pages: 626, PDF Size: 108.42 MB
Page 382 of 626

381
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aange-
geven waarin auto's kunnen worden 
gesignaleerd.
De zoemer kan de bestuurder waarschuwen 
voor snellere auto's die van verder weg 
naderen.
Bijvoorbeeld:
■De RCTA werkt wanneer:
De RCTA werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●De RCTA is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in stand R.
●De rijsnelheid is lager dan ongeveer 8 
km/h.
●De rijsnelheid van de naderende auto ligt 
tussen ongeveer 8 km/h en 28 km/h.
■Instellen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast 
op het multi-informatiedisplay. ( Blz. 138)
■Omstandigheden waaronder de RCTA 
een auto niet signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende 
typen voertuigen en/of objecten te signale-
ren.
●Voertuigen die van direct achter de auto 
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een 
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van 
obstakels
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde 
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, 
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt  er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder de RCTA 
mogelijk niet goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden sig-
naleert de RCTA auto's mogelijk niet cor-
rect:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is 
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de sensor of de omgeving ervan  op de achterbumper is bedekt door mod-
der, sneeuw of ijs of wanneer er een stic-
ker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg  van slecht weer, zoals zware regenval, 
sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met  slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Wanneer een auto met hoge snelheid  nadert
Naderende 
autoSnelheid
 Afstand 
waarschu-
wing
(bij benade- ring)
Snel28 km/h20 m
Langzaam8 km/h5,5 m
A
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  381  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 383 of 626

3824-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Bij het parkeren op een steile helling, zoals  op een heuvel, een daling in de weg, enz.
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto 
is gemonteerd
• Bij het achteruitrijden op een helling met  een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Bij het onder een kleine hoek achteruit uit- rijden van een parkeerplaats
• Direct nadat de RCTA is ingeschakeld
• Direct nadat het hybridesysteem is gestart  terwijl de RCTA-functi e is ingeschakeld
• Bij het rijden met een aanhangwagen
• Als de sensoren een voertuig niet kunnen  signaleren als gevolg van obstakels
●Onder de volgende omstandigheden is de 
kans dat de RCTA onnodig een voertuig 
en/of object signaleert groter:
• Wanneer een voertuig uw auto van opzij  passeert
• Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een  straat en er auto's over die straat rijden
• Wanneer de afstand tussen uw auto en  metalen objecten, zoals een vangrail, 
muur, verkeersbord of geparkeerde auto, 
die mogelijk elektrisc he golven richting de 
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto 
is gemonteerd
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  382  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 384 of 626

383
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Locatie en soorten sensoren
Hoeksensoren voor (indien aanwe-
zig)
Binnenste sensoren voor (indien 
aanwezig)
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display (multi-i nformatiedisplay)
Wanneer de sensoren een object, zoals 
een muur, signaleren, wordt er een 
afbeelding weergegeven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de 
positie van en de afstand tot het object.
Signalering hoeksensor voor (indien 
aanwezig)
Signaleren binnenste sensor voor 
(indien aanwezig)
*1
Signaleren hoeksensor achter*2
Signaleren binnenste sensor ach-
ter
*2
*1: Weergegeven als de selectiehendel in een rijpositie staat
*2: Weergegeven als de selectiehendel in 
stand R staat
■Display (scherm audiosysteem)
Wanneer de sensoren een object, zoals 
een muur, signaleren, wordt er een 
afbeelding weergegeven op het scherm 
van het navigatiesysteem (indien aan-
wezig) of het scherm van het multime-
diasysteem (ind ien aanwezig) 
overeenkomstig de positie van en de 
afstand tot het object.
 Wanneer de Toyota Parking Assist-
monitor (indien aanwezig) wordt 
weergegeven
Toyota Parking Assist-
sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage 
wordt gemeten door sensoren en 
wordt doorgegeven via het scherm 
van het navigatiesysteem of het 
scherm van het multimediasys-
teem en een zoemer. Controleer 
bij gebruik van dit systeem ook 
altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  383  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 385 of 626

3844-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bij detectie van een obstakel verschijnt er in 
de bovenhoek van het scherm een vereen-
voudigde weergave.
 Wanneer de Panoramic View Moni-
tor-monitor (indien aanwezig) wordt 
weergegeven
Panoramabeeld*
Er wordt een afbeelding weergegeven wan-
neer de Panoramic View Monitor wordt 
weergegeven.
*: Bij detectie van een obstakel verschijnt er 
in de bovenhoek van het scherm een ver-
eenvoudigde weergave terwijl de vergrote 
weergave wordt getoond. 
Behalve panoramabeeld
Bij detectie van een obstakel verschijnt er in 
de bovenhoek van het scherm een vereen-
voudigde weergave.
De Toyota Parking Assist-sensor kan 
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via 
het scherm   van het multi-informa-
tiedisplay. (
Blz. 138)
Wanneer de Toyota Parking Assist-sensor 
wordt uitgeschakeld, gaat het controlelampje 
Toyota Parking Assist-sensor OFF 
( Blz. 119) op het multi-informatiedisplay 
branden.
Als u het systeem weer wilt inschakelen, 
selecteer dan   op het multi-informatie-
display, selecteer   en zet het vervol-
gens aan.
Wanneer het systeem is  uitgeschakeld, blijft 
het uitgeschakeld, zelfs als het contact AAN 
wordt gezet nadat dit UIT was gezet.
Toyota Parking Assist-sensor 
in-/uitschakelen
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen Toyota Par-
king Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht. 
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Rijd als het systeem is ingeschakeld 
niet harder dan 10 km/h.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  384  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 386 of 626

385
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Het systeem kan worden geactiveerd 
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 
km/h.
●De selectiehendel in een andere stand dan 
P staat.
■Als “Parking Assist Unavailable Clean 
Parking Assist Sensor” (Parking Assist 
niet beschikbaar, reinig Parking Assist-
sensor) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met 
bijvoorbeeld ijs, sneeuw of  vuil. Verwijder dit 
van de sensor om te zorgen dat het systeem 
weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk 
een waarschuwingsmelding weergegeven 
doordat zich ijs vormt op een sensor en een 
sensor daardoor mogel ijk geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem 
weer normaal werken.
WAARSCHUWING
●Het detectiegebied van de sensoren en 
de reactietijden zijn beperkt. Controleer 
tijdens het voor- of achteruitrijden of de 
omgeving (vooral naast  de auto) veilig is 
en rijd langzaam. Regel de snelheid met 
het rempedaal.
●Monteer geen accessoires in de buurt 
van de bumpers omdat deze gebieden 
binnen de detectiegebieden van de sen-
soren vallen.
●Objecten direct onder de bumper wor-
den niet waargenomen.
Smalle paaltjes of objecten die lager zijn 
dan de sensor worden mogelijk niet 
gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs 
als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
■Wanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie 
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs 
werkt als er geen kans op een aanrijding 
is.
●De auto is uitgerust met een universele 
staafantenne, een draadloze antenne of 
mistlampen.
●De voor- of achterbumper of een sensor 
ondergaat een sterke schok.
●Als een niet-originele Toyota-wielop-
hanging (bijvoorbeeld verlaagde wielop-
hanging) is gemonteerd.
●Er zijn sleepogen geplaatst.
●Er is een kentekenplaat met achter-
grondverlichting gemonteerd.
■Bij gebruik van de Toyota Parking 
Assist-sensor
In de volgende gevallen werkt het systeem 
mogelijk niet goed als gevolg van een sto-
ring in een sensor, enz. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
●Het display van de Toyota Parking 
Assist-sensor knippert of wordt continu 
weergegeven en er klinkt een piepsig-
naal terwijl er geen objecten worden 
gesignaleerd.
●Als het gedeelte rond de sensor in aan-
raking komt met iets of wordt blootge-
steld aan een krachtige schok.
●Als de bumper of grille ergens tegenaan 
komt.
●Als het display knippert of continu wordt 
weergegeven en er geen zoemer klinkt, 
behalve wanneer het geluid is gedempt.
■Opmerkingen bij het wassen van de 
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet 
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met 
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks 
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed 
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met 
stoom de stoom niet rechtstreeks op de 
sensoren, omdat dit er toe kan leiden 
dat een sensor niet meer goed werkt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  385  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 387 of 626

3864-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als er een waarschuwingsmelding wordt 
weergegeven terwijl de  sensor schoon is, is 
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt 
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met PKSB)
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware  regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer 
normaal is, zal het systeem weer normaal 
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen 
en weer aansluiten van een accuklem niet 
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem. 
(  Blz. 386)
Als deze melding na de initialisatie nog 
steeds wordt weergegeven, laat de auto 
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en 
uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en 
weer is aangesloten (auto's met PKSB)
Het systeem moet worden geïnitialiseerd. 
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit 
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of 
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is 
beperkt tot het gebied rond de voor- en 
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en  andere factoren kan de detectieafstand 
korter worden of kan detectie niet mogelijk 
zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij  de sensor bevindt, is detectie wellicht niet 
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch  object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer). 
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object 
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de 
waarschuwingszoemer hoorbaar is. • Het kan moeilijk zijn om de zoemer te 
horen als het audiosysteem hard staat of 
als de luchtcirculati e van de airconditioning 
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen  te horen ten gevolge van geluiden van 
andere systemen.
■Omstandigheden waaronder de functie 
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen 
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet 
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs. 
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van 
de sensor zal het probleem oplossen.) 
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het 
gebeuren dat er ten gevolge van een 
bevroren sensor een abnormaal beeld te 
zien is op het display of dat objecten, zoals 
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van 
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige 
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto 
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven 
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of 
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een 
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen 
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor 
bevindt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  386  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 388 of 626

387
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Objecten die mogelijk niet goed worden 
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor 
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij 
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die 
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel 
uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
■Detectiebereik van de sensoren
Auto's zonder PKSB
Ongeveer 100 cm
*
Ongeveer 150 cm*
Ongeveer 65 cm
Ongeveer 60 cm
Auto's met PKSBOngeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 63 cm
Ongeveer 63 cm
Het schema toont het detectiebereik 
van de sensoren. Houd er rekening 
mee dat de sensoren geen objecten 
kunnen signaleren die zich extreem 
dicht bij de auto bevinden.
Het bereik van de sensoren kan ver-
schillend zijn, afhankelijk van bijvoor-
beeld de vorm van het object.
*: Indien aanwezig
Weergave sensorsignalering, 
afstand tot object
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  387  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 389 of 626

3884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Weergave afstand
Wanneer er een object wordt gesignaleerd door een sensor, wordt de globale 
afstand tot het object weergegeven op het scherm van het multi-informatiedisplay, 
het navigatiesysteem of het multimediasys teem (indien aanwezig). (Als de afstand 
tot het object klein wordt, gaan de afstandssegmenten mogelijk knipperen.)
De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen.
Auto's zonder PKSB
 Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voor: 100 cm - 60 cm
• Binnenste sensor achter: 150 cm - 65 cm
Globale afstand tot object
• Sensor voor: 60 cm - 47,5 cm
• Sensor achter: 65 cm - 50 cm
Globale afstand tot object
• Sensor voor: 47,5 cm - 35 cm
• Sensor achter: 50 cm - 35 cm
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  388  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 390 of 626

389
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Globale afstand tot ob ject: 35 cm - 28 cm
*: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Globale afstand tot object: minder dan 28 cm
*: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
Auto's met PKSB
 Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voor: 100 cm - 63 cm
• Binnenste sensor achter: 150 cm - 63 cm
Globale afstand tot ob ject: 63 cm - 48 cm
 Globale afstand tot ob ject: 48 cm - 34 cm
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  389  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 391 of 626

3904-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Globale afstand tot ob ject: 34 cm - 15 cm
*: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Globale afstand tot object: minder dan 15 cm
*: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
■Werking zoemer en afstand tot 
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in 
werking zijn.
 De geluidssignalen volgen elkaar 
sneller op naarmate de auto dichter 
bij het object komt.
Als de auto het object genaderd is 
tot onderstaande afstand, klinkt de 
zoemer continu.
• Auto's zonder PKSB: Ongeveer 35 cm
• Auto's met PKSB: Ongeveer 34 cm
Als 2 of meer sensoren gelijktijdig 
een statisch object signaleren, klinkt 
de zoemer voor het dichtstbijzijnde 
object.
 Auto's met PKSB: Zelfs als de sen-
soren in werking zijn, kan het geluid 
van de zoemer in sommige gevallen 
worden gedempt. (functie automa-
tisch dempen zoemer)
■Dempen van geluid zoemer (auto's met 
PKSB)
●Functie automatisch dempen zoemer
Zelfs als de sensoren in werking zijn, zal het 
geluid van de zoemer in de volgende geval-
len worden gedempt:
• De afstand tussen de auto en het gedetec- teerde object wordt niet kleiner (behalve 
als de afstand tussen de auto en het object 
34 cm of kleiner is).
• Uw auto beweegt zich van het object af.
• Er zijn geen signaleerbare objecten in de  rijrichting van uw auto.
Als echter een ander object gesignaleerd 
wordt of de situatie verandert terwijl de zoe-
mer gedempt is, begint de zoemer weer 
geluid te maken.
●Dempen van het geluid van de zoemer
De zoemer kan tijdelijk worden gedempt door 
op   van de bedieningstoetsen van het 
instrumentenpaneel te drukken terwijl op het 
multi-informatiedisplay de suggestie wordt 
weergegeven dat dempen mogelijk is.
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  390  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM