YAMAHA FJR1300AE 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 1 of 122

DIC183
FJR1300-AE
FJR1300AE
HANDLEIDING
B96-F8199-D0
MOTORFIETS
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u deze machine gaat gebruiken.
[Dutch (D)]

Page 2 of 122

DAU69311
Lees deze han dlei din g aan dachti g d oor voor dat u d eze machine g aat ge-
b ruiken. Deze han dlei din g d ient bij de machine te blijven als d eze wordt ver-
kocht.
Date of issue:
Signature of Responsible Person: January 12, 2015
Product: IMMOBILIZER
Model: 1MC-00
Supplied by
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS
CO.,LTD.
1450-6 Mori, Mori-machi Shuchi-gun
Shizuoka 437-0292 Japan
EN 60950-1: 2006 + Amd.11:2009 + Amd.1:2010 +
Amd.12: 2011
EN 62479: 2010
Kazuhide Takasugi
GENERAL MANAGER
QUALITY ASSURANCE DIV. 97/24/EC from 17.06.1997
EN 300 330-1 V1.7.1: 2010
EN 300 330-2 V1.5.1: 2010
Technical Construction File held by
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS
CO.,LTD.
1450-6 Mori, Mori-machi Shuchi-gun
Shizuoka 437-0292 Japan
R&TTE Directive
(Article 3.1(a) Safety)
R&TTE Directive
(Article 3.1(b) EMC)
R&TTE Directive
(Article 3.2 Spectrum)
DECLARATION of CONFORMITY For
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan
Standard used for comply
Means of Conformity
We declare under our sole responsibility that the Product (s) is confor\
mity with the essential requirements and other relevant requirements of the
Radio and Telecommunication Terminal Equipment (R&TTE) Directive (1999/5/EC).
Datum van afgifte:
Handtekening van verantwoordelijke persoon: 12 januari 2015
Product: STARTBLOKKERING
Model: 1MC-00
Geleverd door
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS
CO.,LTD.
1450-6 Mori, Mori-machi Shuchi-gun
Shizuoka 437-0292 Japan
EN 60950-1: 2006 + Amd.11:2009 + Amd.1:2010 +
Amd.12: 2011
EN 62479: 2010
Kazuhide Takasugi
GENERAL MANAGER
QUALITY ASSURANCE DIV. 97/24/EG van 17.06.1997
EN 300 330-1 V1.7.1: 2010
EN 300 330-2 V1.5.1: 2010
Technisch constructiedossier bewaard door
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS
CO.,LTD.
1450-6 Mori, Mori-machi Shuchi-gun
Shizuoka 437-0292 Japan
R&TTE-richtlijn
(Artikel 3.1(a) Veiligheid)
R&TTE-richtlijn
(Artikel 3.1(b) EMC)
R&TTE-richtlijn
(Artikel 3.2 Spectrum)
CONFORMITEITSVERKLARING Voor
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan
Norm waarop beoordeling is gebaseerd
Conformiteitsbeoordeling
Wij verklaren geheel voor eigen verantwoordelijkheid dat het/de product(en) voldoen aan de essentiële vereisten en andere toepasselijke vereisten van de richtlijn betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (R&TTE) (1999/5/EG\
).
UB96D0D0.book Page 1 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM

Page 3 of 122

Inleidin g
DAU10103
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de FJR1300-AE profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis
van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten,
waarmee Yamaha zijn reputatie va n betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandac htig door te lezen, zodat u plezier zult heb-
ben van alle functies van uw FJR1300-AE. De Handleiding geeft instructies voor de bedie-
ning, inspectie en het onderhoud van de mach ine en beschrijft hoe u uzelf en anderen kunt
beschermen tegen persoonlijk letsel of schade.
Verder helpen allerlei tips in deze handleidin g om uw machine in optimale conditie te hou-
den. Als er ten slotte toch nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de
Yamaha dealer. Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijd en toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwali- teit. Om deze reden kan soms sprake zijn van kleine tegenstrijdigheden tussen uw machine
en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente
productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen hebt over deze handleiding, neem
dan contact op met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA10032
Lees deze han dleid ing aan dachti g helemaal door voor dat u d eze machine gaat ge-
b ruiken.
UB96D0D0.book Page 1 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM

Page 4 of 122

Belangrijke informatie in de han dleid ing
DAU63350
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aan-
duidingen:
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
DAU36391
Dit is het Safety Alert-sym bool. Het wor dt ge-
b ruikt om u te waarschuwen voor risico’s op per-
soonlijk letsel. Vol g alle veili ghei dsaanwijzin gen
b ij dit sym bool op om mo gelijk letsel of overlij den
te voorkomen.
Een WAARSCHUWING d uidt een gevaarlijke situ-
atie aan die, in dien niet verme den, kan resulteren
in ernstig letsel of overlij den.
De aan dui din g LET OP staat bij speciale voorzor-
g en die moeten wor den genomen om schad e aan
d e machine of an dere ei gen dommen te voorko-
men.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke in-
formatie die procedures kan vergemakkelijken of ver-
helderen.
FJR1300-AE
HANDLEIDING
©2015 door Yamaha Motor Co., Lt d.
1e uit gave, okto ber 2015
Alle rechten voor behou den.
Elke vorm van her druk
of on bevoe gd g eb rui k


zon der schriftelijke toestemmin g van
Yamaha Motor Co., Lt d.
is uitd rukkelijk verb oden.
Ge drukt in Ne derlan d.
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
UB96D0D0.book Page 1 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM

Page 5 of 122

Inhoudsopgave
Veilig heidsinformatie ........................1-1
Beschrijvin g.......................................2-1
Aanzicht linkerzijde..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten .........2-3
Functies van instrumenten en
b ed ienin gselementen .......................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot.......................3-2
Controlelampjes en waarschuwingslampjes................3-4
Cruise control ..................................3-7
Multifunctionele meter...................3-10
D-mode (rijmodus) ........................3-22
Stuurschakelaars...........................3-23
Koppelingshendel .........................3-24
Schakelpedaal...............................3-25
Remhendel ....................................3-25
Rempedaal ....................................3-26
ABS ...............................................3-26
Tractieregeling...............................3-27
Tankdop ........................................3-29
Brandstof.......................................3-29
Tankoverloopslang ........................3-31
Uitlaatkatalysatoren ......................3-31
Zadels............................................3-32
De hoogte van het
bestuurderszadel verstellen .......3-33
Opbergcompartimenten ................3-35
Accessoirebox...............................3-36
Aanpassen van de koplamphoogte ..........................3-37
Stand van het stuur .......................3-38
Openen en sluiten van de
ventilatieopeningen van de
stroomlijnpanelen ......................3-38
Achteruitkijkspiegels .....................3-40
De voor- en achtervering afstellen......................................3-40
Zijstandaard ..................................3-45
Startspersysteem ..........................3-45
Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires ........... .....................3-47
Bochtenlichten ..............................3-48 Voor uw veili
ghei d – controles voor
het rij den ........................................... 4-1
Ge bruik en belan grijke
rij-informatie ..................................... 5-1
Starten van de motor ...................... 5-2
Schakelen ....................................... 5-3
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ........................ 5-4
Inrijperiode ...................................... 5-5
Parkeren.......................................... 5-5
Perio diek on derhou d en
afstellin g............................................ 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-2
Periodiek onderhoudsschema van het uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema..................... 6-4
Panelen verwijderen en
aanbrengen ................................. 6-7
Controleren van de bougies ......... 6-10
Filterbus ........................................ 6-11
Motorolie en oliefilterpatroon ........ 6-11
Cardanolie..................................... 6-14
Koelvloeistof ................................. 6-15
Luchtfilterelement reinigen ........... 6-17
Stationair toerental controleren .... 6-18
De vrije slag van de gasgreep controleren ................................ 6-19
Klepspeling ................................... 6-19
Banden ......................................... 6-20
Gietwielen ..................................... 6-22
Koppelingshendel ......................... 6-23
Vrije slag van remhendel controleren ................................ 6-23
Remlichtschakelaars ..................... 6-24
C o

ntroleren van voor- en
achterremblokken...................... 6-24
Niveaus van rem- en koppelingsvloeistof
controleren ................................ 6-25
Rem- en koppelingsvloeistof verversen ................................... 6-27
Kabels controleren en smeren ...... 6-27
UB96D0D0.book Page 1 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM

Page 6 of 122

Inhoudsopg ave
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ............... 6-28
Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen............ 6-28
Rem- en koppelingshendels
controleren en smeren .............. 6-29
Middenbok en zijstandaard controleren en smeren .............. 6-29
Smeren van de achterwielophanging ................. 6-30
Achterbrugscharnierpunten
smeren ...................................... 6-30
Voorvork controleren .................... 6-31
Stuursysteem controleren ............ 6-31
Controleren van wiellagers ........... 6-32
Accu ............................................. 6-32
Zekeringen vervangen .................. 6-34
Voertuigverlichting ........................ 6-35
Problemen oplossen..................... 6-36
Storingzoekschema’s ................... 6-37
Verzor gin g en stallin g van d e
motorfiets ......................................... 7-1
Matkleur, let op............................... 7-1
Verzorging ...................................... 7-1
Stalling ............................................ 7-4
Specificaties ..................................... 8-1
Ge bruikersinformatie ....................... 9-1
Identificatienummers ...................... 9-1
Diagnosestekker ............................. 9-2
In dex ................................................ 10-1
UB96D0D0.book Page 2 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM

Page 7 of 122

1-1
1
Veiligheidsinformatie
DAU1028B
Wees een verantwoor delijke ei genaar
Als eigenaar van de machine bent u verant-
woordelijk voor de veilige en juiste bedie-
ning ervan.
Motorfietsen zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke be-
stuurder moet bekend zijn met de volgende
vereisten alvorens me t deze motorfiets te
gaan rijden.
Hij of zij moet:  Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van het motorrijden.
 Zich houden aan de waarschuwingen
en onderhoudseisen zoals vermeld in
deze Gebruikershandleiding.
 Grondig getraind zijn in veilige en cor-
recte rijtechnieken.
 Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangegeven
in deze Gebruikers handleiding en/of
wanneer de mechanische condities
dit vereisen.
 Ga nooit rijden met een motorfiets
zonder passende rijopleiding of in-
structies. Neem rijlessen. Beginners
moeten les krijgen van een gediplo-
meerd instructeur. Neem contact op
met een bevoegde motorfietsdealer
voor informatie over rijlessen bij u in
de buurt.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de
machine in veilige staat verkeert. Onvol-
doende inspectie of onderhoud van de ma-
chine vergroot het risico op ongeval of
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden. 
Deze motorfiets is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
 Het niet opmerken en herkennen van
motorfietsen door andere weggebrui-
kers vormt de belangrijkste oorzaak
van auto-/motorongevallen. Vaak
worden ongevallen veroorzaakt door-
dat een autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het nade- ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met motor-
fietsen zich namelijk het meest
voor.
• Ga daar rijden waar andere wegge- bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
• Pleeg nooit onderhoud aan een motorfiets zonder voldoende ken-
nis. Neem contact op met een be-
voegde motorfietsdealer voor
informatie over het basisonderhoud
van een motorfiets. Bepaalde on-
derhoudswerkzaamheden kunnen
alleen worden uitgevoerd door ge-
diplomeerd personeel.
 Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Veelal zijn be-
stuurders die bij een ongeval
betrokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te rij- den en leen uw motorfiets alleen uit
aan ervaren motorrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt. Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
UB96D0D0.book Page 1 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM

Page 8 of 122

Veilighei dsinformatie
1-2
1
• We raden aan om het motorrijden te
oefenen op plekken waar geen ver-
keer is, totdat u grondig bekend
bent met de motor en zijn bedie-
ning.
 Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de motorbestuur-
der. Veel bestuurders houden bij het
ingaan van een bocht een te hoge rij-
snelheid aan of gaan onvoldoende
schuinliggen voor de rijsnelheid, waar-
door ze wijd uit de bocht komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
• Geef altijd richting aan voordat u af-
slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kun-
nen zien.
 De zithouding van de bestuurder en
de passagier is belangrijk voor een
goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het rij- den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de be-
stuurdersvoetsteunen, om zo de
macht over het stuur te behouden.
• De passagier hoort steeds de be-
stuurder, de zadelband of de hand-
greep, indien aanwezig, met beide
handen vast te houden en beide
voeten op de passagiersvoetsteu-
nen te houden. Neem nooit een
passagier mee die niet in staat is
om beide voeten stevig op de pas-
sagiersvoetsteunen te zetten.
 Rijd nooit onder invloed van alcohol of
andere drugs.
 Deze motorfiets is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde wegen.
De machine is niet bedoeld voor off-
roadgebruik. Beschermen
de uitrustin g
Motorongelukken met dodelijke afloop be-
treffen meestal hoofdletsel. Het dragen van
een helm is de belangrijkste factor bij het
voorkomen of reduceren van hoofdletsel.
 Draag altijd een goedgekeurde helm.
 Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming
kan uw zicht door de rijwind verslech-
teren, waardoor u gevaren mogelijk te
laat opmerkt.
 Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen.
 Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan bedienings-
handgrepen of door de wielen worden
gegrepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
 Draag altijd beschermende kleding
die uw benen, enkels en voeten be-
dekt. De motor en het uitlaatsysteem
kunnen tijdens en na het rijden zeer
heet zijn en brandwonden veroorza-
ken.
 De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxi dever gifti gin g
De uitlaatgassen van verbrandingsmotoren
bevatten koolmonoxide, een dodelijk gas.
Inademing van koolmonoxide kan hoofd-
pijn, duizeligheid, sufheid, misselijkheid,
verwarring en uiteindelijk de dood veroor-
zaken.
Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt verlie-
zen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
UB96D0D0.book Page 2 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM

Page 9 of 122

Veiligheidsinformatie
1-3
1
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk,
g a n a a r d e o p e n l u c h t e n R O E P M E D I S C H E
HULP IN.
 Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de hoe-
veelheid koolmonoxide snel oplopen
tot gevaarlijke niveaus.
 Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
 Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in een
gebouw kunnen worden getrokken via
openingen zoals ramen en deuren.
Bela den
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het wegge-
drag als hierdoor de gewichtsverdeling van
de motor verandert. Wees uiterst voorzich-
tig bij het monteren van accessoires of het
beladen van uw motor, om zo mogelijke
ongevallen te vermijden. Pas extra op wan-
neer u op een motor rijdt die beladen is of
waaraan accessoires zijn gemonteerd.
Hieronder volgen naast de informatie over
accessoires enkele richtlijnen voor het be-
laden van uw motorfiets:
Het totale gewicht van de bestuurder, pas-
sagier, accessoires en bagage mag de
maximale gewichtslimiet niet overschrij-
den. Rijden met een te zwaar belaste
machine kan lei den tot een on geval.
Let op het volgende wanneer u tot deze ge-
wichtslimiet belaadt:  Het zwaartepunt van bagage en ac-
cessoires moet zo laag mogelijk lig-
gen en zo dicht mogelijk bij de motor.
Bevestig zware goederen zo dicht mogelijk bij het midden van de machi-
ne en verdeel het gewicht zo gelijkma-
tig mogelijk over beide zijden om
onbalans of instabiliteit te minimalise-
ren.
 Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of ac-
cessoires en bagage stevig aan de
motor zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig.
• Pas de vering aan de te vervoeren bagage aan (alleen voor modellen
met instelbare vering) en controleer
de toestand en spanning van uw
banden.
• Bevestig nooit omvangrijke of zwa- re goederen aan het stuur, de voor-
vork of het voorwielspatbord.
Dergelijke voorwerpen, inclusief
bagage als slaapzakken, plunjezak-
ken of tenten, kunnen een instabiel
weggedrag of een te trage reactie
op het stuur veroorzaken.
 Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhan ger
of b evesti gin g van een zijspan.
Orig inele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw machi-
ne vormt een belangrijke beslissing. Origi-
nele Yamaha accessoires, die alleen
verkrijgbaar zijn bij de Yamaha dealer, zijn
door Yamaha ontwikkeld, getest en goed-
gekeurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aan
Yamaha produceren onderdelen en acces- soires of bieden aanpassingssets voor
Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet alle producten testen die deze bedrijven produ-
ceren. Om die reden kan Yamaha acces-
soires die niet door Yamaha zijn verkocht of
wijzigingen die niet door zijn Yamaha zijn
Maximale
belastin g:
212 kg (467 lb)
UB96D0D0.book Page 3 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM

Page 10 of 122

Veilighei dsinformatie
1-4
1
aangeraden niet goedkeuren of aanbeve-
len, zelfs niet als deze zijn verkocht en
geenstalleerd door een Yamaha dealer.
In de han del verkrij gbare on der delen,
accessoires en aanpassin gssets
Hoewel er producten ve rkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori-
ginele Yamaha accessoires, dient u te be-
seffen dat sommige in de handel
verkrijgbare accessoires of aanpassings-
sets niet geschikt zijn vanwege mogelijke
veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen.
Het monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpassin-
gen die de ontwerp- of bedieningskenmer-
ken van uw machine wijzigen kan het risico
op ernstig letsel of overlijden van uzelf of
anderen vergroten. U bent verantwoordelijk
voor letsel dat voortvloeit uit wijzigingen
aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de on-
derstaande richtlijnen en die vermeld onder
het kopje “Beladen”.  Monteer nooit accessoires en vervoer
nooit bagage als deze een nadelige in-
vloed hebben op de prestaties van uw
motor. Inspecteer het accessoire
zorgvuldig alvorens het te gebruiken
om te waarborgen dat het de grond-
speling of de hellinghoek op geen en-
kele manier vermindert, de veerweg,
de stuuruitslag of de bediening niet
beperkt en geen lampen of reflectors
afdekt.
• Accessoires die aan of nabij het
stuur of de voorvork zijn gemon-
teerd zullen mogelijk instabiliteit
veroorzaken door een foutieve ge-
wichtsverdeling of door aerodyna-
mische effecten. Accessoires aan
het stuur of nabij de voorvork moe-
ten zo licht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt. • Omvangrijke accessoires kunnen
door hun aerodynamisch effect van
invloed zijn op de rijstabiliteit van de
motor. De motor kan door rijwind
worden opgetild of bij zijwind insta-
biel worden. Zulke accessoires
kunnen ook instabiliteit veroorza-
ken terwijl u grote voertuigen in-
haalt of door deze wordt ingehaald.
• Sommige accessoires dwingen de bestuurder om een andere dan de
normale zitpositie in te nemen. Zo’n
verkeerde zitpositie beperkt de be-
wegingsvrijheid van de bestuurder
en kan een comfortabele bediening
hinderen, zodat we dergelijke ac-
cessoires sterk afraden.
 Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als elek-
trische accessoires de capaciteit van
het elektrisch systeem van de motor-
fiets te boven gaan, kan zich een ge-
vaarlijke elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de motor
uitvalt.
In de han del verkrij gbare ban den en vel-
g en
De banden en velgen die bij uw motorfiets
werden geleverd, zijn ontworpen om de
mogelijkheden van de motorfiets te onder-
steunen en bieden de beste combinatie van
rijprestaties, remvermogen en comfort. An-
dere banden, velgen, maten of combinaties
zijn mogelijk niet geschikt. Zie pagina 6-20
voor bandenspecificaties en meer informa-
tie over het vervangen van uw banden.
De motorfiets vervoeren
Volg de onderstaande instructies als u de
motorfiets in een ander voertuig wilt ver-
voeren.  Verwijder alle loszittende voorwerpen
van de motorfiets.
UB96D0D0.book Page 4 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 130 next >