YAMAHA FJR1300AE 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: FJR1300AE, Model: YAMAHA FJR1300AE 2016Pages: 122, PDF Size: 3.31 MB
Page 21 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
DAU54192
Cruise control
Dit model is uitgerust met cruise control,
dat een ingestelde kruissnelheid handhaaft.
De cruise control werkt alleen wanneer u
rijdt in de 3e versnelling bij snelheden tus-
sen ongeveer 50 km/h (31 mi/h) en
160 km/h (100 mi/h), in de 4e of 5e versnel-
ling bij snelheden tussen ongeveer 50 km/h
(31 mi/h) en 180 km/h (112 mi/h), of in de 6e
versnelling bij snelheden tussen ongeveer
55 km/h (34 mi/h) en 180 km/h (112 mi/h).
WAARSCHUWING
DWA16341
Onjuist geb ruik van d e cruise con-
trol kan lei den tot verlies van d e
controle over d e machine met mo-
g elijk een on geval tot g evolg. Ge-
b ruik geen cruise control in druk
verkeer, slechte weersomstan dig -
he den of op b ochtige, gla dde, heu-
velachti ge of slechte we gen of
g rin dweg en.
Wanneer u heuvelopwaarts of heu-
velafwaarts rij dt, kan d e cruise con-
trol de in gestel de kruissnelhei d
mo gelijk niet aanhou den.
Wanneer u d e cruise control niet
g eb ruikt, moet u deze uitschakelen
om te voorkomen d at u deze per
on geluk inschakelt. Controleer of
het controlelampje voor cruise
control “ ” uit is.
Cruise control activeren en instellen 1. Druk op de aan-uitschakelaar voor de
cruise control “ ” links op het stuur.
Het controlelampje voor cruise
control “ ” gaat aan.
2. Druk op de “SET–”-zijde van de instel- schakelaar voor cruise control om de
cruise control te activeren. De huidige
rijsnelheid wordt ingesteld als de
kruissnelheid. Het controlelampje
voor de cruise-controlinstelling “SET”
gaat aan.
De in gestel de kruissnelhei d aanpassen
Terwijl de cruise control in werking is, drukt
u op de “RES+”-zijde van de instelschake-
laar voor cruise control om de ingestelde
1. Controlelampje cruise control “ ”
2. Controlelampje cruise-controlinstelling “SET”
1. Instelschakelaar cruise control “RES+/SET–”
2. Aan-uitschakelaar cruise control “ ”
NA.TEMP
C.TEMP
TIME TR
21
RES
SETPA S S
1
2
UB96D0D0.book Page 7 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 22 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-8
3
kruissnelheid te verhogen of op de
“SET–”-zijde om de ingestelde kruissnel-
heid te verlagen.
OPMERKING
Wanneer u de instelschakelaar eenmaal in-
drukt, wordt de snelheid in stappen van on-
geveer 2.0 km/h (1.2 mi/h) verhoogd.
Wanneer u de “RES+”- of “SET–”-zijde van
de instelschakelaar voor cruise control in-
gedrukt houdt, wordt de snelheid continu
verhoogd of verlaagd totdat u de schake-
laar weer loslaat.
U kunt de rijsnelheid ook handmatig verho-
gen met de gasgreep. Nadat u gas hebt ge-
geven, kunt u een nieuwe kruissnelheid
instellen door te drukken op de “SET–”-zij-
de van de instelschakelaar. Als u geen
nieuwe kruissnelheid instelt en gas terug-
neemt, remt de machine af tot de eerder in-
gestelde kruissnelheid.
Cruise control uitschakelen
Voer een van de volgende handelingen uit
om de ingestelde kruissnelheid te annule-
ren. Het controlelampje “SET” gaat uit.
Draai de gasgreep voorbij de gesloten
stand in de deceleratierichting.
Bekrachtig de voor- of achterrem.
Knijp de koppelingshendel in. Druk op de aan-uitschakelaar om de cruise
control uit te zetten. Het
controlelampje “ ” en controlelampje
“SET” gaan uit.
OPMERKING
De rijsnelheid gaat dalen zodra cruise con-
trol wordt uitgeschakeld, als tenminste niet
aan de gasgreep wordt gedraaid.
De hervattin
gsfunctie geb ruiken
Druk op de “RES+”-zijde van de instelscha-
kelaar voor cruise control om de cruise
control opnieuw te activeren. De rijsnelheid
keert dan terug naar de eerder ingestelde
kruissnelheid. Het controlelampje “SET”
gaat aan.
WAARSCHUWING
DWA16351
Het is gevaarlijk de hervattin gsfunctie te
g eb ruiken wanneer de eer der in gestel de
kruissnelhei d te hoo g is voor d e huidig e
omstan dig he den.
OPMERKING
Wanneer u op de aan-uitschakelaar drukt
terwijl de cruise control in werking is, wordt
de cruise control volledig uitgeschakeld en
wordt de eerder ingestelde kruissnelheid
gewist. U kunt de hervattingsfunctie pas
weer gebruiken nadat u een nieuwe kruis-
snelheid hebt ingesteld.
Automatische uitschakeling van cruise
control
De cruise control voor dit model wordt
elektronisch geregeld en is gekoppeld aan
de andere regelsystemen. De cruise control
wordt onder de volgende omstandigheden
automatisch uitgeschakeld:
De cruise control kan de ingestelde
kruissnelheid niet aanhouden.
1. Gesloten stand
2. Uitschakelrichting cruise control
21
UB96D0D0.book Page 8 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 23 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
Er is een wielslip of wielspin gedetec-
teerd. (Als de tractieregeling niet is uit-
geschakeld, werkt de tractieregeling
nog.)
De startschakelaar/noodstopschake-
laar wordt in de stand “ ” gezet.
De motor slaat af.
De zijstandaard wordt omlaag gezet.
Als u rijdt met een ingestelde kruissnelheid
en de cruise control wordt uitgeschakeld
onder de bovenstaande omstandigheden,
gaat het controlelampje “ ” uit en knip-
pert het controlelampje “SET” gedurende 4
seconden, waarna dit uitgaat.
Als u niet rijdt met een ingestelde kruissnel-
heid en de startschakelaar/noodstopscha-
kelaar wordt in de stand “ ” gezet, de
motor slaat af of de zijstandaard wordt om-
laag gezet, gaat het controlelampje “ ” uit
(het controlelampje “SET” knippert niet).
Als de cruise control automatisch wordt uit-
geschakeld, moet u stoppen en controleren
of de machine in goede staat verkeert.
Voordat u de cruise control opnieuw ge-
bruikt, moet u deze inschakelen met de
aan-uitschakelaar.
OPMERKING
In bepaalde gevallen kan de cruise control
de ingestelde kruissnelheid mogelijk niet
aanhouden wanneer u heuvelopwaarts of
heuvelafwaarts rijdt met de machine. Wanneer u heuvelopwaarts rijdt met
de machine, kan de werkelijke rijsnel-
heid lager worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, accele-
reert u met de gasgreep tot de ge-
wenste rijsnelheid.
Wanneer u heuvelafwaarts rijdt met de
machine, kan de werkelijke rijsnelheid
hoger worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, kunt u
de instelschakelaar niet gebruiken om
de ingestelde kruissnelheid aan te
passen. Als u de rijsnelheid wilt verla- gen, gebruikt u de remmen. Wanneer
u de remmen gebruikt, wordt de
cruise control uitgeschakeld.
UB96D0D0.book Page 9 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 24 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-10
3
DAU58235
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.
OPMERKING
De selectieschakelaar “ / ” en de me-
nuschakelaar “MENU” bevinden zich links
op het stuur. Met deze schakelaars kunt u
de instellingen van de multifunctionele me-
ter regelen of wijzigen.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een toerenteller
een klok
een brandstofniveaumeter
een eco-controlelampje
een aanduiding voor de ingeschakel-
de versnelling
een rijmodusweergave
een functieweergave
een informatieweergave
een instelmodusweergave
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u drukt op de
selectieschakelaar “ / ”, menus-
chakelaar “MENU”, toets “RESET” of
toets “TCS”.
Zie pagina 3-16 als u de meterweer-
gaven wilt schakelen tussen kilome-
ters en mijlen.
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
1. “RESET”-toets
2. Toets “TCS”
3. Toerenteller
4. Rijmodusweergave
5. Eco-controlelampje “ECO”
6. Brandstofniveaumeter
7. Snelheidsmeter
8. Klok
9. Aanduiding ingesc hakelde versnelling
10.Functieweergave
11.Informatieweergave
GEARN25A.TEMP ˚C
LoC.TEMP˚C
0:06TIME TRIP
1231145786910
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
1
2
UB96D0D0.book Page 10 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 25 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller helemaal
uit tot het hoogste aantal toeren per minuut
en keert daarna weer terug naar nul tpm om
het elektrische circuit te testen.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet d raaien terwijl de toe-
renteller in d e rode zone wijst.
Ro de zone: 9000 tpm en hog er
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder daalt. Als het laatste segment begint te
knipperen, dient u zo snel mogelijk te tan-
ken.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, lichten alle displaysegmenten één
keer op om het elektrische circuit te testen.
OPMERKING
Als er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit van de brandstofni-
veaumeter, gaan de segmenten van de
brandstofniveaumeter knipperen. Vraag
een Yamaha dealer de machine te contro-
leren.
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.
OPMERKING
Hierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1. Brandstofniveaumeter
1 2
GEAR
NA.TEMP
C.TEMP
1
1. Eco-controlelampje “ECO”
GEAR
NA.TEMP
C.TEMP
1
UB96D0D0.book Page 11 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 26 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-12
3
Aandui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven door “ ” en door het
vrijstandcontrolelampje “ ”.
Rijmo dusweer gave
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: Toermodus “T” of sportmo-
dus “S”. Zie pagina 3-22 en 3-24 voor meer
informatie over de modi en hoe u deze kunt
selecteren. Functieweer
gave
Druk op de schakelaar “MENU” om de
weergave te schakelen tussen de volgende
functies. De weergave verandert telkens
wanneer u op de schakelaar drukt. Afstelling handvatverwarming
Selectie informatieweergave
Afstelling kuipruit
Afstelling veerdemping
Afstelling voorspanning
OPMERKING
De afstelfunctie voor de voorspanning
wordt alleen weergegeven wanneer de ma-
chine stilstaat met draaiende motor.
1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Aanduiding ingesc hakelde versnelling
1. Rijmodusweergave
GEARN25A.TEMP ˚C
LoC.TEMP˚C
0:06TIME TRIP
12
GEAR
NA.TEMP
C.TEMP
1
1. Functieweergave
1. Afstelling handvatverwarming
2. Selectie informatieweergave
3. Afstelling kuipruit
4. Afstelling veerdemping
5. Afstelling voorspanning
GEAR
N
25A.TEMP˚C
LoC.TEMP˚C
0:06TIME TRIP
1
213
45
UB96D0D0.book Page 12 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 27 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-13
3
De volgende pagina’s bevatten uitleg over
de functies voor handvatverwarming, infor-
matieweergave en kuipruit. Zie pagina 3-40
voor een uitleg over de afstelfuncties voor
veerdemping en voorspanning.
De han dvatverwarmin g afstellen
Deze machine is voorzien van handvatver-
warming, die alleen kan worden gebruikt
als de motor loopt. Er zijn 4 instellingen
voor de handvatverwarming.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verhogen, drukt u op
de “ ”-zijde van de selectieschakelaar.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verlagen, drukt u op de “ ”-
zijde van de selectieschakelaar.
LET OP
DCA17931
Draa g hand schoenen wanneer u de
hand vatverwarmin g g eb ruikt.
Als de om gevin gstemperatuur
20 °C (68 °F) of meer bed raa gt,
moet u d e handvatverwarmin g niet
op d e instellin g Hoo g zetten.
Als het stuurhan dvat of de gashen-
d el versleten of bescha digd is, ge-
b ruik de han dvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g hand vat en
hend el.
De informatieweer gave selecteren
Er zijn 3 informatieweergaven. U kunt de
geselecteerde informatieweergave wijzigen
door te drukken op de selectieschakelaar.
De volgende items worden getoond in de
informatieweergaven:
een kilometertellerweergave
rittellerweergaven
een ritteller-brandstofreserveweerga-
ve
een weergave geschatte actieradius
een weergave verstreken tijd
een omgevingstemperatuurweergave
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave huidig brandstofver-
bruik
U kunt de items die in de informatieweerga-
ven worden getoond selecteren.
Zie pagina 3-16 als u de weergegeven
items wilt instellen of selecteren.
Kilometertellerweergave:
Uit
Laag
Middel Weergave
Instelling
Hoog
1. Informatieweergave
2. Weergave–1
3. Weergave–2
4. Weergave–3
GEARN
5.0TRIP-1 km
7.0TRIP-2km
km
20ODO
GEARN
11RANGEkm
12.3FUEL AVG km/L
km/L
12.3CRNT FUEL
GEARN
25A.TEMP ˚C
LoC.TEMP ˚C
0:06TIME TRIP
3
421
20
ODOkm
UB96D0D0.book Page 13 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 28 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-14
3
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.
Rittellerweergaven:
“TRIP-1” en “TRIP-2” tonen de afstand af-
gelegd sinds de tellers het laatst werden te-
ruggesteld op nul.
OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999 en kan niet worden terug-
gesteld.
De rittellers worden teruggesteld en
blijven tellen nadat 9999.9 is bereikt.
Wanneer ongeveer 5.5 L (1.45 US gal,
1.21 Imp.gal) van de brandstof resteert in
de brandstoftank, gaat het laatste segment
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Daarnaast schakelt de informatieweergave
automatisch naar de brandstofreserve-rit-
tellermodus “TRIP-F” en wordt de afgeleg-
de afstand vanaf dat punt aangegeven. Druk in dat geval op de selectieschakelaar
om de weergave te wisselen in de onder-
staande volgorde:
TRIP-F
→ Weergave–1 → Weergave–2 →
Weergave–3 → TRIP-F
Als u een ritteller op nul wilt terugstellen,
gebruikt u de selectieschakelaar om de in-
formatieweergave te selecteren die de ge-
wenste ritteller bevat. Druk kort op de toets
“RESET” zodat de ritteller knippert en druk
vervolgens gedurende 2 seconden op-
nieuw op de toets “RESET” terwijl de rittel-
ler knippert.
Als u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld zodra u na het tanken
5 km (3 mi) hebt gereden.
Weergave geschatte actieradius:De afstand die u onder de huidige rijom-
standigheden kunt afleggen met de reste-
rende brandstof in de brandstoftank wordt
weergegeven.
Weergave verstreken tijd:
De tijd die is verstreken sinds de sleutel
naar “ON” is gedraaid wordt weergegeven.
De maximale tijd di e kan worden weerge-
geven is 99:59.
Deze timer wordt auto matisch op nul terug-
gesteld wanneer de sleutel naar “OFF”
wordt gedraaid.
5.0
TRIP-1 km
7.0
TRIP-2km
GEAR
4
3.4
TRIP-F km
11
RANGEkm
0:06
TIME TRIP
UB96D0D0.book Page 14 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 29 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-15
3
OPMERKING
Er zijn ook weergaven “TIME–2” en
“TIME–3” met verstreken tijd, maar deze
kunt u niet instellen op de informatieweer-
gave. Zie “Instelmodus” op pagina 3-16
voor uitgebreide informatie.
Omgevingstemperatuurweergave:
Dit display toont de omgevingstemperatuur
van –9 °C tot 50 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken
van de omgevingstemperatuur.
OPMERKING
Ook als de omgevingstemperatuur la-
ger dan –9 °C is, wordt –9 °C weerge-
geven.
50 °C wordt weergegeven, ook als de
omgevingstemperatuur hoger dan
50 °C is.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door rijden onder 20 km/h (12 mi/h) of
door het oponthoud bij verkeerslich-
ten, spoorwegovergangen etc.
Weergave koelvloeistoftemperatuur:
De weergave koelvloeistoftemperatuur
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting.
Als de melding “Hi” knippert, stop de ma-
chine dan, stop vervolgens de motor en laat
de motor afkoelen. (Zie pagina 6-38.)
OPMERKING
U kunt de geselecteerde informatieweerga-
ve niet wijzigen terwijl de melding “Hi” knip-
pert.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Weergave gemiddeld brandstofverbruik:
De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik “km/L”, “L/100km” of “MPG”
geeft het gemiddelde brandstofverbruik
aan sinds de weergave voor het laatst is te-
ruggezet. De weergave “km/L” geeft de gemid-
delde afstand aan die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
De weergave “L/100km” geeft de ge-
middelde hoeveelheid brandstof aan
die nodig is om 100 km af te leggen.
De weergave “MPG” geeft de gemid-
delde afstand aan die kan worden af-
gelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.
Als u de weergave gemiddeld brandstof-
verbruik op nul wilt terugzetten, gebruikt u
de selectieschakelaar om de informatie-
weergave te selecteren die de weergave
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
GEAR
4
Hi
C.TEMP˚C
12.3
FUEL AVG km/L
UB96D0D0.book Page 15 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 30 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-16
3
gemiddeld brandstofverbruik bevat. Druk
kort op de “RESET”-toets zodat de weer-
gave gemiddeld brandstofverbruik knippert
en houd vervolgens de “RESET”-toets nog-
maals 2 seconden lang ingedrukt terwijl de
weergave knippert.
OPMERKING
Na het terugstellen van de weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik wordt
“_ _._” weergegeven totdat de machine
1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
LET OP
DCA15474
Bij storin gen wor dt continu “– –.–” weer-
g eg even. Vraa g een Yamaha d ealer de
machine te controleren.
Weergave huidig brandstofverbruik:
De weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L”, “L/100km” of “MPG” geeft
het brandstofverbruik onder de huidige rij-
omstandigheden aan.
De weergave “km/L” geeft de afstand
aan die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
De weergave “L/100km” geeft de hoe-
veelheid brandstof aan die nodig is
om 100 km af te leggen.
De weergave “MPG” geeft de afstand
aan die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.
OPMERKING
Bij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
“_ _._” weergegeven.
LET OP
DCA15474
Bij storin gen wor dt continu “– –.–” weer-
g eg even. Vraa g een Yamaha dealer de
machine te controleren.
De stan d van het kuipruit afstellen
Als u de kuipruit hoger wilt stellen, drukt u
op de “ ”-zijde van de selectieschake-
laar. Als u de kuipruit lager wilt stellen, drukt
u op de “ ”-zijde van de selectieschake-
laar.
Instelmo dus
OPMERKING
De versnellingsbak moet in de vrij-
stand staan en de machine moet zijn
gestopt als u instellingen in deze mo-
dus wilt wijzigen.
Wanneer u naar een versnelling scha-
kelt en gaat rijden, of de sleutel naar
“OFF” draait, worden alle gemaakte
instellingen opgeslagen en wordt de
instelmodus vervolgens afgesloten.
Houd de menuschakelaar “MENU” 2 se-
conden lang ingedrukt om de instelmodus
te openen. Houd de menuschakelaar “ME-
NU” opnieuw ten minste 2 seconden inge-
drukt om de instelmodus af te sluiten en
terug te keren naar de normale weergave.
12.3
CRNT FUEL km/L
1. Instelmodusweergave
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
1
UB96D0D0.book Page 16 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM