YAMAHA FJR1300AE 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: FJR1300AE, Model: YAMAHA FJR1300AE 2016Pages: 122, PDF Size: 3.31 MB
Page 41 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-27
3
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA16831
Hou d alle soorten ma gneten (inclusief
ma gneet grijpers, ma gnetische schroe-
ven draaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaaf, an ders
kunnen de ma gnetische rotors van de
wielnaven beschad igd raken met een
onjuiste werkin g van het ABS-systeem
en gekoppel de remsysteem tot gevol g.
DAU54271
Tractiereg eling
De tractieregeling draagt bij aan het behou-
den van grip bij het optrekken op gladde
oppervlakken, zoals onverharde of natte
wegen. Wanneer sensoren detecteren dat
het achterwiel begint te slippen (ongecon-
troleerde slip), grijpt de tractieregeling in
door het motorvermogen te reguleren tot-
dat de grip is hersteld. Het controlelampje
“TCS” knippert om de bestuurder te laten
weten dat de tractieregeling is ingescha-
keld.
OPMERKING
Er zijn mogelijk ook kleine veranderingen in
het motor- en uitlaatgeluid waarneembaar
wanneer de tractieregeling wordt ingescha-
keld.
WAARSCHUWING
DWA15432
De tractiere gelin g vormt geen vervan-
g in g voor verstan dig rij ged ra g dat is
aan gepast aan de omstan dig he den. De
tractiere gelin g b ie dt geen beschermin g
te gen gripverlies door te snel in gaan van
b ochten, snel optrekken bij schuin over-
hang en of door remmen, en kan wegglij-
d en van het voorwiel niet voorkomen.
Rij d altij d voorzichti g op oppervlakken
d ie mo gelijk gla d kunnen zijn en vermijd
b ijzon der gla dde oppervlakken.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
wordt de tractieregeling automatisch inge-
schakeld.
De tractieregeling kan alleen handmatig
worden in- of uitgeschakeld wanneer de
sleutel in de stand “ON” staat en de machi-
ne is gestopt.
1. Voorste wielnaaf
1. Achterste wielnaaf
1
1
UB96D0D0.book Page 27 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 42 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-28
3
OPMERKING
Als de machine vast is komen te zitten in
modder, zand of een ander zacht opper-
vlak, schakel dan de tractieregeling uit om
het vrijmaken van het achterwiel te verge-
makkelijken.
LET OP
DCA16801
Gebruik uitsluiten d d e voor geschreven
b an den. (Zie pag ina 6-20.) Bij geb ruik
van ban den met een an dere maat zal de
tractiere gelin g d e wielrotatie niet nauw-
keuri g kunnen re gelen.
De tractiereg eling in-/uitschakelen
WAARSCHUWING
DWA15441
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen aan bren gt in d e instellin gen
van de tractiere gelin g. Het aan bren gen
van wijzi gin gen tij dens het rij den kan u
aflei den en ver groot het risico op een
on geval.
Als u de tractieregeling wilt uitschakelen,
drukt u gedurende ten minste 2 seconden
op de toets “TCS” op de multifunctionele
meter. Het controlelampje “TCS” gaat aan.
Als u de tractieregeling wilt inschakelen,
drukt u opnieuw op de toets “TCS”. Het
controlelampje “TCS” gaat uit. Teru
gstellen
De tractieregeling wordt uitgeschakeld in
de volgende omstandigheden:
Het achterwiel wordt rondgedraaid
met de machine op de middenbok en
de sleutel in de stand “ON”.
Het voor- of achterwiel komt van de
grond tijdens het rijden.
Overmatig doorslaan van het achter-
wiel.
Als de tractieregeling is uitgeschakeld,
brandt zowel het controlelampje “TCS” als
het waarschuwingslampje motorstoring.
De tractieregeling terugstellen
Draai de sleutel naar “OFF”. Wacht ten min-
ste 1 seconde en draai de sleutel dan terug
naar “ON”. Het controlelampje “TCS” moet
nu uitgaan en het systeem wordt ingescha-
keld. Het waarschuwingslampje motorsto-
ring dient uit te gaan nadat een rijsnelheid
van minstens 20 km/h (12 mi/h) is bereikt.
Als het controlelampje “TCS” en/of het
waarschuwingslampje motorstoring na het
terugstellen blijven branden, kan nog
steeds met de motorfiets worden gereden;
laat de motorfiets echter zo snel mogelijk
nakijken door uw Yamaha dealer.
1. Toets “TCS”
2. Controlelampje tractieregeling “TCS”
12
UB96D0D0.book Page 28 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 43 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-29
3
DAU13075
Tank dop
Openen van d e tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tank dop
1. Druk de tankdop in positie met de sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING
De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankd op goe d
wor den aan ged raai d. Door bran dstof-
lekka ge ontstaat b randgevaar.
DAU13222
Bran dstof
Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om b rand en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol. Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid- dellijk af. LET OP: Veeg g emorste
b ran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte d oek, aange-1. Ontgrendelen.
2. Slotplaatje tankdop
2
1
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
UB96D0D0.book Page 29 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 44 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-30
3
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is gifti g en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om b enzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzined amp
heeft ing eademd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui d
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek d an andere kled ing aan.
DAU49743
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt. Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
Voor geschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (gasohol
[E10] acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
25 L (6.6 US gal, 5.5 Imp. gal)
Bran dstofreserve:
5.5 L (1.45 US gal, 1.21 Imp.gal)
UB96D0D0.book Page 30 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 45 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-31
3
DAU72970
Tankoverloopslan g
OPMERKING
Zie pagina 6-11 voor informatie over de be-
luchtingsslang.
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
overloopslang.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de tank-
overloopslang niet verstopt is en reinig
deze indien nodig.
Let erop dat de tankoverloopslang
door de klem wordt geleid.
DAU13447
Uitlaatkatalysatoren
Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet na dat de mo-
tor heeft ged raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nab ij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhe den uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair draaien. Lan g
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
LET OP
DCA10702
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare schad e worden toeg e-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
1. Overloopslang brandstoftank
2. Klem
2
1
UB96D0D0.book Page 31 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 46 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-32
3
DAU39496
Zadels
Duoza del
Verwijderen van het duozadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai linksom.
2. Trek de voorzijde van het duozadel omhoog en trek het zadel naar voren.
Aanbrengen van het duozadel
1. Steek de uitsteeksels aan de achterzij- de van het duozadel in de zadelbeves-
tiging zoals afgebeeld, en druk dan de
voorzijde van het zadel omlaag om het
duozadel te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit. Bestuur
derszad el
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Druk de hendel van het bestuurders- zadel onder de achterzijde van het be-
stuurderszadel naar links zoals
getoond en verwijder dan het zadel.
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals getoond, en druk
dan de achterzijde van het zadel om-
laag om te vergrendelen.
2. Installeer het duozadel.
OPMERKING
Controleer of de zadels stevig zijn ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
2
1. Vergrendelingshendel bestuurderszadel
2. Bestuurderszadel
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
UB96D0D0.book Page 32 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 47 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-33
3
De hoogte van het bestuurderszadel
kan worden versteld om de rijpositie
aan te passen. (Zie het gedeelte hier-
na.)DAU39633
De hoo gte van het b estuurders-
za del verstellen
Het bestuurderszadel kan in twee verschil-
lende standen worden gezet, al naar gelang
de voorkeur van de bestuurder.
Bij aflevering staat het bestuurderszadel in
de lage stand.
Het bestuur dersza del in d e hoge stan d
zetten
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-32.)
2. Verwijder de afsteller voor de zadel-
hoogte door deze omhoog te trekken.
3. Beweeg de afdekking van de houder van het bestuurderszadel naar de lage
stand zoals getoond.
1. Lage stand
2. Hoge stand
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
UB96D0D0.book Page 33 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 48 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-34
3
4. Plaats de afsteller voor de zadelhoog-
te zo dat het merkteken “H” is uitge-
lijnd met het refe rentiemerkteken.
5. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van het bestuurderszadel in zadelbe-
vestiging B zoals getoond. 6. Lijn het uitsteeksel aan de onderzijde
van het bestuurderszadel uit met sleuf
“H” en druk dan zoals getoond de
achterzijde van het zadel omlaag om
te vergrendelen.
7. Installeer het duozadel.
Het bestuur derszad el in d e lage stan d
zetten 1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-32.)
2. Verwijder de afsteller voor de zadel- hoogte door deze omhoog te trekken.
3. Beweeg de afdekking van de houder van het bestuurderszadel naar de
hoge stand.
4. Plaats de afsteller voor de zadelhoog- te zo dat het merkteken “L” is uitge-
lijnd met het referentiemerkteken.
1. Afdekpaneel zadelbevestiging
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “H”
3. Referentiemerkteken
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging B (voor hoge stand)
3. Afdekpaneel zadelbevestiging
1
1. Sleuf “H”
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “L”
3. Referentiemerkteken
UB96D0D0.book Page 34 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 49 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-35
3
5. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in zadelbe-
vestiging A zoals getoond.
6. Lijn het uitsteeksel aan de onderzijde van het bestuurderszadel uit met sleuf
“L” en druk dan zoals getoond de ach-
terzijde van het zadel omlaag om te
vergrendelen.
7. Installeer het duozadel.
OPMERKING
Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAU73350
Op ber gcompartimenten
Deze machine is voorzien van twee op-
bergcompartimenten.
Opbergcompartiment A bevindt zich onder
het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-32.)
Opbergcompartiment B bevindt zich onder
het duozadel. (Zie pagina 3-32.)
LET OP
DCA23290
De IMU b evat geen on der delen die door
d e geb ruiker kunnen wor den on derhou-
d en en is zeer gevoeli g. Het wor dt daar-
om af gerad en om d e beschermkap te
verwij deren, vreem de materialen bij de
IMU te plaatsen of d e IMU rechtstreeks
te hanteren.
Verplaats de IMU niet en monteer
d eze niet op een an dere plaats.
1. Uitsteeksel
2. Afdekpaneel zadelbevestiging
3. Zadelbevestiging A (voor lage stand)
1. Sleuf “L”
12
3
1. Opbergcompartiment A
1. Opbergcompartiment B
2. Beschermkap
3. Inertiële meeteenheid (IMU)
1
1
2
23
UB96D0D0.book Page 35 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 50 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-36
3
Stel de IMU niet b loot aan krachti ge
schokken of vocht.
Sluit het ontluchtin gsg at van d e
IMU niet af en reini g het niet met
perslucht.
Als u documenten of andere voorwerpen in
een opbergcompartiment plaatst, doe deze
dan in een plastic zak zodat ze niet nat wor-
den. Zorg bij het wassen van het voertuig
dat geen water kan binnendringen in een
opbergcompartiment.
WAARSCHUWING
DWA14421
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 1 kg (2 lb) voor opb erg-
compartiment A niet.
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 3 kg (7 lb) voor opb erg-
compartiment B niet.
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 212 k g (467 l b) voor de
machine niet.
DAU39482
Accessoire box
De accessoirebox bevindt zich naast het in-
strumentenpaneel.
Om de accessoire box te openen
1. Steek de sleutel in het contactslot en draai deze naar “ON”.
2. Druk op de knop van de accessoire-
box en open dan het deksel.
3. Draai de sleutel naar “OFF” om de accu te sparen.
Om de accessoire box te sluiten
1. Klap het deksel van de accessoirebox
omlaag.
2. Neem de sleutel uit.
LET OP
DCA11802
Plaats geen hitteg evoelige voorwerpen
in de accessoire box. De accessoire box
kan heet wor den wanneer d e motor
d raait of d e machine in d irect zonlicht is
g eplaatst.
WAARSCHUWING
DWA11422
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 0.3 kg (0.66 lb) voor de ac-
cessoire box niet.
1. Deksel accessoirebox
2. Accessoirebox
3. Knop accessoirebox
1
23
UB96D0D0.book Page 36 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM