YAMAHA NMAX 125 2015 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 92

Periodiek on derhoud en afstelling
6-11
6
4. Monteer de panelen.
DAU66991
Motorolie en olie-aanzui gzeefVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de olie-aanzuigzeef
worden gereinigd volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren. WAARSCHUWING! De uitlaat-
d emper en
uitlaat demper beschermer wor den
tij dens het geb ruik zeer heet. Ter
voorkomin g van mo gelijke bran d-
won den moet u d e uitlaatdemper
en de beschermer laten afkoelen
voor dat u d e olievul dop verwijd ert.
[DWA17810]
OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen het uit-
einde van de peilstok en de merkstreep
voor maximumniveau liggen.4. Als het motorolieniveau niet tussen
het uiteinde van de peilstok en de
merkstreep voor maximumniveau ligt,
vul dan voldoende olie, van de aanbe-
volen soort, bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en draai dan de olievuldop vast.
1. Bougiedop
2. Bougiekabel
1
2
1. Olievuldop
2. Motoroliepeilstok
3. Merkstreep maximumniveau
4. Uiteinde van de motoroliepeilstok
1
234
U2DSD0D0.book Page 11 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page 52 of 92

Periodiek on derhou d en afstelling
6-12
6
Motorolie verversen en olie-aanzui gzeef
reini gen
1. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap- pluggen A en B om de olie uit het car-
ter te laten stromen. LET OP: Bij het
verwij deren van de olieaftapplu g B
vallen de O-rin g, compressieveer
en oliezeef naar buiten. Zor g ervoor
d at u deze on der delen niet kwijt-
raakt.
[DCAT1022]
4. Reinig de motorolie-aanzuigzeef in
oplosmiddel, controleer hem op scha-
de en vervang indien nodig.
5. Bevestig de motorolie-aanzuigzeef, compressieveer, nieuwe O-ring en
olieaftapplug B.OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.6. Bevestig olieaftapplug A met eennieuwe pakking en zet beide aftap-
pluggen vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
7. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
 Zor g d at er g een verontreini gin gen
in het carter terecht komen.8. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
9. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
10. Reset de ritteller voor olieverversing
en de indicator olieverversing “OIL”.
(Zie pagina 3-6 voor het terugstellen.)
1. Olieaftapplug A
2. Pakking
3. Olieaanzuigzeef
4. Drukveer
5. O-ring
6. Olieaftapplug B
1
3456
2
Aanhaalmoment:Olieaftapplug A:20 Nm (2.0 m·kgf, 14 ft·lbf)
Olieaftapplug B: 32 Nm (3.2 m·kgf, 23 ft·lbf)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid :
0.90 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
U2DSD0D0.book Page 12 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page 53 of 92

Periodiek on derhoud en afstelling
6-13
6
DAU20067
Eindoverb rengin gsolieHet eindoverbrengingshuis moet voor elke
rit worden gecontroleerd op olielekkage. In
geval van lekkage dient u de scooter door
een Yamaha dealer te laten nakijken en re-
pareren. Bovendien dient de eindoverbren-
gingsolie als volgt te worden ververst op de
tijdstippen vermeld in het periodieke onder-
houds- en smeerschema.
1. Start de motor, warm de eindover-
brengingsolie op door enkele minuten
te rijden en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het
eindoverbrengingshuis om de ge-
bruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de vuldop van de eindover- brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis. 5. Verwijder de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de pakking om
de olie uit het eindoverbrengingshuis
te laten stromen. 6. Monteer de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de nieuwe pak-
king en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zor g
ervoor dat geen vreem de materia-
len in het ein dover bren gin gshuis te-
rechtkomen. Zor g ervoor d at geen
olie op de ban d of het wiel terecht-
komt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindover- brengingsolie met de nieuwe o-ring en
draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengingshuis op olielekkage. Zoek in geval van lek-
kage naar de oorzaak.
1. Vuldop versnellingsbakolie
2. O-ring
1. Aftapplug versnellingsbakolie
2. Pakking
1
21
2
Aanhaalmoment:Aftapplug eindoverbrengingsolie: 20 Nm (2.0 m·kgf, 14 ft·lbf)
Aan bevolen ein dover bren gin gsolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
0.15 L (0.16 US qt, 0.13 Imp.qt)
U2DSD0D0.book Page 13 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page 54 of 92

Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUN1090
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKING Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
 Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.2. Controleer het koelvloeistofniveau via
het kijkglas.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als de koelvloeistof op of beneden demerkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de voetplaatmat
aan de rechterzijde door deze om-
hoog te trekken. 4. Verwijder de afdekking van het koel-
vloeistofreservoir.
5. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwij der alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Prob eer nooit om de ra diator-
vul dop te verwijd eren als de motor
kou d is.
[DWA15162]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezi g is, g eb ruik
d an in plaats daarvan ged istilleer d
water of onthar d leid ingwater. Ge-
b ruik geen har d water of zout wa-
ter, dit is scha delijk voor de motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is g eb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Mat op de voetplaat
1
23
1
1. Kap koelvloeistofreservoir
1
U2DSD0D0.book Page 14 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page 55 of 92

Periodiek on derhoud en afstelling
6-15
6
anders is het systeem niet be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van d e koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
6. Breng de afdekking van het koelvloei- stofreservoir aan.
7. Plaats de voetplaatmat rechts in de oorspronkelijke positie en druk deze
omlaag vast.
DAU67280
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder de panelen A en B. (Zie pa-
gina 6-8.)
3. Verwijder de radiatorkap door de bou- ten los te halen.
4. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
5. Verwijder de radiatorvuldop. WAARSCHUWING! Prob eer nooit
om de ra diatorvul dop te verwijd e-
ren als d e motor warm is.
[DWA10382]
6. Verwijder de aftapschroef voor koel-
vloeistof en de o-ring om het koelsy-
steem af te tappen.
7. Verwijder de aftapplug voor koelvloei- stof en de pakking om het koelsy-
steem af te tappen.
1. Dop koelvloeistofreservoirInhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
1. Radiatorkap
2. Bout
1
2
1. Radiatorvuldop
1. Aftapschroef koelvloeistof
2. O-ring
1
12
U2DSD0D0.book Page 15 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page 56 of 92

Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
8. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bout los te halen. 9. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koel-
vloeistofreservoir ondersteboven om
het leeg te maken.
10. Spoel het koelsysteem nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd grondig
door met schoon leidingwater.
11. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bout aan te brengen.
12. Monteer de aftapplug voor koelvloei- stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
13. Breng de aftapschroef voor koelvloei- stof en de nieuwe o-ring aan.
14. Giet de aanbevolen koelvloeistof in het reservoir tot aan de merkstreep
voor maximumniveau en breng dan de
dop van het koelvloeistofreservoir
aan.
15. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de radiator totdat deze vol is. 16. Breng de radiatorvuldop aan, start de
motor, laat deze een paar minuten
stationair draaien en zet hem dan uit.
17. Verwijder de radiatorvuldop om het koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koel-
vloeistof bij tot het niveau boven in de
radiator staat en breng dan de radia-
torvuldop aan.
18. Start de motor en controleer dan of er- gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
19. Monteer de radiatorkap door de bou-
ten aan te brengen.
20. Monteer de panelen.1. Aftapplug koelvloeistof
2. Pakking
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout
12
1
2
3
Aanhaalmoment: Aftapplug koelvloeistof:10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Men gverhou din g antivries/water:
1:1
Aan bevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Radiator (inclusief alle leidingen):
0.46 L (0.49 US qt, 0.40 Imp.qt)
Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
U2DSD0D0.book Page 16 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page 57 of 92

Periodiek on derhoud en afstelling
6-17
6
DAU67171
Luchtfilter en luchtfilterelemen-
ten in v-snaar behuizin gHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen en het luchtfilterelement in de v-snaar-
behuizing moet worden gereinigd volgens
de intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer- en onderhoudsschema. Reinig
de luchtfilterelementen vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. De af-
tapslang van het luchtfilter en van het lucht-
filter van de v-snaarbehuizing moeten
regelmatig worden nagekeken en waar no-
dig worden gereinigd.
Het luchtfilterelement vervan gen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen. 3. Trek het luchtfilterelement uit.
4. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen. Reini
gen van d e luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van het luchtfilterhuis geen
water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
Reini gen van het luchtfilterelement in de
v-snaar behuizing
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder de schroeven en trek vervol- gens het deksel van het luchtfilterele-
ment in de V-snaarbehuizing naar
buiten en weg van de V-snaarbehui-
zing.
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
2
2
1
1. Luchtfilterelement
1
1. Aftapslang luchtfilter
1
U2DSD0D0.book Page 17 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page 58 of 92

Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
3. Haal het luchtfilterelement van de V-
snaarbehuizing eruit en reinig het met
oplosmiddel. Verwijder na het reinigen
het achtergebleven oplosmiddel door
het element uit te wringen.
WAARSCHUWING! Ge bruik alleen
een speciaal reini gin gsmi ddel voor
on der delen. Ge bruik geen benzine
of oplosmi ddelen met een laa g ont-
vlammin gspunt om het risico op
b ran d of explosie te vermijd en.
[DWA10432]
LET OP: Spring voorzichti g
om met het filterelement en ver-
d raai het niet om bescha dig in g te
voorkomen.
[DCA10522]
4. Breng olie van de aanbevolen soort aan op het hele oppervlak van de fil-
terspons en wring dan de overtollige
olie uit.OPMERKINGHet luchtfilterelement moet nat zijn maar
mag niet druipen.
5. Plaats het element in de V-snaarbe-huizing.
6. Monteer het deksel van het luchtfilte-
relement door de schroeven aan te
brengen.
Reini gen van de aftapslan g van de v-
snaar behuizin g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van de v-snaarbehuizing
geen water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
1. Deksel luchtfilterelement in V-snaarbehui-zing
2. Schroef
2
2
1
1. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing
1
Aan bevolen olie:
Yamaha olie voor schuimrubberen
luchtfilterelementen of een vergelijk-
baar product1. Aftapslang v-snaarbehuizing
1
U2DSD0D0.book Page 18 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page 59 of 92

Periodiek on derhoud en afstelling
6-19
6
DAU21385
De vrije slag van de gas greep
controlerenDe vrije slag van de gasgreep dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3.0–5.0 mm
(0.12–0.20 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gasgreep regelmatig en
laat de vrije slag indien nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
DAU21402
Klepspelin gDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUN0701
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
 De ban dspanning moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl d e
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e om gevin gstemperatuur).
 De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passag ier,
b ag ag e en accessoires d at
voor dit
mo del is vast gestel d.
1. Vrije slag van gasgreep
1
U2DSD0D0.book Page 19 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page 60 of 92

Periodiek on derhou d en afstelling
6-20
6
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
 Laat sterk versleten b anden door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
 De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
 Rijd niet te snel d irect na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger
ed en voordat het zijn optimale
ei genschappen verkrijg t.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en rubberen bandventielen.
Ban
denspannin g (g emeten op kou-
d e ban den):
Voor (1 persoon): 150 kPa (1.50 kgf/cm², 22 psi)
Achter (1 persoon):
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Voor (2 personen): 150 kPa (1.50 kgf/cm², 22 psi)
Achter (2 personen): 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Maximale belastin g*:
168 kg (370 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas- sagier, bagage en accessoires
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
U2DSD0D0.book Page 20 Tuesday, March 31, 2015 8:54 AM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 100 next >