YAMAHA NMAX 125 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-8
9
3. Verwijder de vloerplaatmatten rechts
door deze omhoog te trekken.
4. Verwijder de bouten en de schroef en
trek dan het paneel naar buiten.Om het paneel aan te brengen
1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de bouten en
de schroef aan.
2. Plaats de vloerplaatmatten rechts in
de oorspronkelijke positie en druk
deze omlaag vast.
3. Breng de bout en de drukclips aan.
4. Monteer paneel A.
Paneel C
Om het paneel te verwijderen1. Verwijder de kuipruit door de schroe-
ven los te halen.2. Verwijder het paneel door de schroe-
ven te verwijderen.
1. Bout
2. Drukclip
1. Mat op de voetplaat1
2
1
1. Bout
2. Schroef
12
1. Kuipruit
2. Schroef
1. Paneel C
2. Schroef
1 2
1
2 2
UBALD0D0.book Page 8 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 72 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-9
9
Om het paneel aan te brengen1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de schroeven
aan.
2. Monteer de kuipruit door de schroe-
ven aan te brengen.
DAU67161
De bougie controlerenDe bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat gemakkelijk te controleren is. Door
hitte en aanslag slijten bougies op de lange
duur. Daarom moeten bougies worden ver-
wijderd en gecontroleerd volgens het peri-
odieke onderhouds- en smeerschema.
Bovendien kan aan het uiterlijk van de bou-
gie de conditie van de motor worden afge-
lezen.
De bougie verwijderen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder de panelen A en B. (Zie pa-
gina 9-7.)
3. Verwijder de bougiedop.
4. Verwijder de bougie zoals getoond
met behulp van de bougiesleutel in de
boordgereedschapsset.Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen isolator
rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als nor-
maal met het voertuig wordt gereden).
OPMERKINGWanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet naar
behoren. Probeer dergelijke problemen niet
zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan
uw machine nakijken door een Yamaha
dealer.2. Controleer de bougie op afslijting van
de elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang in-
dien nodig de bougie.
1. Bougiedop
1
1. Bougiesleutel
1
UBALD0D0.book Page 9 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 73 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-10
9
3. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
De bougie monteren
1. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
2. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4…1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.3. Installeer de bougiedop.OPMERKINGInstalleer de bougiedop in de in de afbeel-
ding getoonde positie en zodanig dat de
bougiekabel geen omliggende onderdelen
raakt.
4. Monteer de panelen. Voo rgeschreven bougie:
NGK/CPR8EA-9
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment:
Bougie:
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.6 lb·ft)
1. Bougiedop
2. Bougiekabel
1 2
UBALD0D0.book Page 10 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 74 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-11
9
DAU36112
FilterbusDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU66994
Motorolie en olie-aanzuigzeefVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de olie-aanzuigzeef
worden gereinigd volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie
tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren. WAARSCHUWING! De uitlaat-
demper en
uitlaatdemperbeschermer worden
tijdens het gebruik zeer heet. Ter
voorkoming van mogelijke brand-
wonden moet u de uitlaatdemper
en de beschermer laten afkoelen
voordat u de olievuldop verwijdert.
[DWA17810]
OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen het uit-
einde van de peilstok en de merkstreep
voor maximumniveau liggen.4. Als het motorolieniveau niet tussen
het uiteinde van de peilstok en de
merkstreep voor maximumniveau ligt,
vul dan voldoende olie, van de aanbe-
volen soort, bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en
draai dan de olievuldop vast.
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
2
1
1. Olievulopening
2. O-ring
3. Motoroliepeilstok
4. Merkstreep maximumniveau
5. Uiteinde van de motoroliepeilstok
3245
1
UBALD0D0.book Page 11 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 75 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-12
9
Motorolie verversen en olie-aanzuigzeef
reinigen
1. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
pluggen A en B om de olie uit het car-
ter te laten stromen. LET OP: Bij het
verwijderen van de olieaftapplug B
vallen de O-ring, compressieveer
en oliezeef naar buiten. Zorg ervoor
dat u deze onderdelen niet kwijt-
raakt.
[DCAT1022]
4. Reinig de motorolie-aanzuigzeef in
oplosmiddel, controleer hem op scha-
de en vervang indien nodig.
5. Bevestig de motorolie-aanzuigzeef,
compressieveer, nieuwe o-ring en
olieaftapplug B.OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.6. Bevestig olieaftapplug A met een
nieuwe pakking en zet beide aftap-
pluggen vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
7. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA24060
Zorg dat er geen verontreinigingen in het
carter terechtkomen.8. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
9. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
10. Reset de ritteller voor olieverversing
en de indicator olieverversing “OIL”.
(Zie pagina 6-7 voor het terugstellen.)
1. Olieaftapplug A
2. Pakking
3. Olieaanzuigzeef
4. Drukveer
5. O-ring
6. Olieaftapplug B
23
4
5
6
1
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug A:
20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Olieaftapplug B:
20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 11-1.
Oliehoeveelheid:
0.90 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
UBALD0D0.book Page 12 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 76 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-13
9
DAU85450
Waarom YamalubeYAMALUBE olie is een origineel YAMAHA
onderdeel dat is ontwikkeld vanuit de over-
tuiging dat motorolie een belangrijke vloei-
bare component van de motor is. Wij
stellen teams samen van specialisten op
technisch, chemisch, elektronisch en race-
testgebied die samen de motor en de daar-
in te gebruiken olie ontwikkelen. Yamalube
oliën bestaan uit hoogwaardige basisoliën
die zijn aangevuld met specifieke additie-
ven die verzekeren dat het eindproduct aan
onze prestatienormen voldoet. Hierdoor
hebben de minerale, semisynthetische en
synthetische oliën van Yamalube hun eigen
karakter en toepassingsgebied. Dankzij de
enorme ervaring die Yamaha sinds de jaren
zestig met de ontwikkeling van oliën heeft
opgedaan, is Yamalube de beste keus voor
uw Yamaha motor.
DAU67822
EindoverbrengingsolieHet eindoverbrengingshuis moet voor elke
rit worden gecontroleerd op olielekkage. In
geval van lekkage moet u de motorfiets
door een Yamaha dealer laten nakijken en
repareren. Bovendien dient de eindover-
brengingsolie als volgt te worden ververst
op de tijdstippen vermeld in het periodieke
onderhouds- en smeerschema.
1. Start de motor en warm de eindover-
brengingsolie op door enkele minuten
met de motorfiets te rijden.
2. Stop de motor en zet de motorfiets
vervolgens op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het
eindoverbrengingshuis om de ge-
bruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de vuldop van de eindover-
brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis.5. Verwijder de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de pakking om
de olie uit het eindoverbrengingshuis
te laten stromen.
1. Vuldop versnellingsbakolie
2. O-ring
1. Aftapplug versnellingsbakolie
2. Pakking
1
2
1 2
UBALD0D0.book Page 13 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 77 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-14
9
6. Monteer de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de nieuwe pak-
king en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.OPMERKINGBreng een laagje olie aan op de aftap-
plug van de eindoverbrengingsolie en
de pakking alvorens deze te installe-
ren.
Veeg eventuele overtollige olie af.7. Vul met de aangegeven hoeveelheid
van de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat geen vreemde materia-
len in het eindoverbrengingshuis te-
rechtkomen. Zorg ervoor dat geen
olie op de band of het wiel terecht-
komt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindover-
brengingsolie met de nieuwe o-ring en
draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengingshuis
op olielekkage. Zoek in geval van lek-
kage naar de oorzaak.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUN2930
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
Aanhaalmoment:
Aftapplug eindoverbrengingsolie:
20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Aanbevolen eindoverbrengingsolie:
Zie pagina 11-1.
Oliehoeveelheid:
0.10 L (0.11 US qt, 0.09 Imp.qt)
UBALD0D0.book Page 14 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 78 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-15
9
3. Als de koelvloeistof op of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de voetplaatmat
aan de rechterzijde door deze om-
hoog te trekken.
4. Verwijder de afdekking van het koel-
vloeistofreservoir.5. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
warm is.
[DWA15162]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik
dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout wa-
ter, dit is schadelijk voor de motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is gebruikt, vervang dit dan
zo snel mogelijk door koelvloeistof,
anders is het systeem niet be-
schermd tegen vorst en corrosie.Als er water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, laat dan een Yamaha
dealer zo snel mogelijk het anti-
vriesgehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
de effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
6. Breng de afdekking van het koelvloei-
stofreservoir aan.
7. Plaats de voetplaatmat rechts in de
oorspronkelijke positie en druk deze
omlaag vast.
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
1. Mat op de voetplaat
1
2
1
1. Kap koelvloeistofreservoir
1
1. Dop koelvloeistofreservoirInhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.13 L (0.14 US qt, 0.11 Imp.qt)
1
UBALD0D0.book Page 15 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 79 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-16
9
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10382]DAU67174
Luchtfilterelementen van luchtfil-
ter en V-snaarbehuizingHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen en het luchtfilterelement in de V-snaar-
behuizing moet worden gereinigd volgens
de intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer- en onderhoudsschema. Reinig
de luchtfilterelementen vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. De af-
tapslang van het luchtfilter en de aftapslang
van het luchtfilter van de V-snaarbehuizing
moeten regelmatig worden nagekeken en
waar nodig worden gereinigd.
Reinigen van de luchtfilteraftapslang
1. Controleer of zich in de slang aan de
achterkant van het luchtfilterhuis geen
water of vuil heeft verzameld.2. Haal de slang los van de klem als er
vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
OPMERKINGAls vuil of water werd aangetroffen in de af-
tapslang, controleer dan het luchtfilterele-
ment op overmatig vuil of beschadiging en
vervang het indien nodig.Het luchtfilterelement vervangen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
3. Trek het luchtfilterelement uit.
1. Aftapslang luchtfilter
1
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
21
2
2
UBALD0D0.book Page 16 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 80 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-17
9
4. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zorg ervoor dat het filterelement
goed aanligt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uitgenomen,
hierdoor kunnen de zuiger(s) en/of
cilinder(s) overmatig versleten ra-
ken.
[DCA10482]
LET OP
DCA21220
Het luchtfilterelement moet worden
vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
Het luchtfilterelement moet vaker
worden vervangen als u vaak in de
regen of stoffige gebieden rijdt.Het luchtfilter kan niet worden ge-
reinigd door het schoon te blazen
met perslucht. Het moet worden
vervangen.
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
Reinigen van de aftapslang van de V-
snaarbehuizing
1. Controleer of zich in de slang aan de
achterkant van de V-snaarbehuizing
geen water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er
vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
OPMERKINGAls vuil of water werd aangetroffen in de af-
tapslang, controleer dan het luchtfilterele-
ment van de V-snaarbehuizing op
overmatig vuil of beschadiging en vervang
het indien nodig.Reinigen van het luchtfilterelement in de
V-snaarbehuizing
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder de schroeven en trek vervol-
gens het deksel van het luchtfilterele-
ment in de V-snaarbehuizing naar
buiten en weg van de V-snaarbehui-
zing.
1. Luchtfilterelement
11
1. Aftapslang v-snaarbehuizing
1
1. Deksel luchtfilterelement in V-snaarbehui-
zing
2. Schroef
2
1
2
UBALD0D0.book Page 17 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM