YAMAHA TRACER 700 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-25
6
DAU22762
Spanning aandrijfketting
De spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU60046Aandrijfketting controleren op spanning
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.
OPMERKING
Bij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-
wicht op de motorfiets rusten.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
3. Duw omlaag op de aandrijfketting on-
der het uiteinde van de kettingbe-
schermer.
4. Meet afstand A tussen de kettingbe-
schermer en het midden van de ket-
ting zoals getoond.
5. Als afstand A onjuist is, stel deze dan
als volgt af. LET OP: Een onjuiste
kettingspanning leidt tot overbelas-
ting van de motor en andere essen-
tiëIe onderdelen van de machine en
kan resulteren in overslaan of bre-
ken van de ketting. Als afstand A
meer dan 58.0 mm (2.28 in) be-draagt, kan de ketting het frame, de
achterbrug en andere delen be-
schadigen. Houd om dit te voorko-
men de kettingspanning binnen de
gespecificeerde waarden.
[DCA23070]
DAU74260
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt.
1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken.
1. Aandrijfkettinggeleider
2. Afstand A
Afstand A:
30.0–35.0 mm (1.18–1.38 in)
2
11. Borgmoer
2. Wielasmoer
1. Stelbout spanning aandrijfketting
ZAUM1426
12
ZAUM1427
(a)
(b)1
UBC6D2D0.book Page 25 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page 72 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-26
6
OPMERKING
Gebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
achterbrug om zeker te zijn dat beide ket-
tingspanners dezelfde positie hebben.
3. Trek de asmoer en daarna de borg-
moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
4. Zorg ervoor dat de kettingspanners in
dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
DAU23026
Aandrijfketting reinigen en sme-
ren
De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.
LET OP
DCA10584
De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen of in vochtige ge-
bieden is gereden.
1. Reinig de aandrijfketting met petrole-
um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reinig de aandrijfketting niet met
stoomreinigers, hogedrukreinigers
of ongeschikte oplosmiddelen om
schade aan de O-ringen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor o-ringkettin-
gen. LET OP: Breng geen motorolie
of andere smeermiddelen aan op de
aandrijfketting, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-ringen kun-
nen beschadigen.
[DCA11112]
1. Aandrijfkettingspanner
2. Inkeping
3. Uitlijnmerktekens
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
150 N·m (15 kgf·m, 108 lb·ft)
Borgmoer:
16 N·m (1.6 kgf·m, 12 lb·ft)
1
3
2
2
ZAUM1428
UBC6D2D0.book Page 26 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page 73 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-27
6
DAU23098
Kabels controleren en smeren
De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha dea-
ler een kabel te controleren of te vervangen
wanneer deze is beschadigd of niet soepel
beweegt. WAARSCHUWING! Schade aan
de buitenbehuizing van kabels kan lei-
den tot interne roestvorming en storing
veroorzaken met de beweging van ka-
bels. Vervang beschadigde kabels zo
snel mogelijk om onveilige omstandig-
heden te voorkomen.
[DWA10712]DAU23115
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabel
De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber af-
dekking. Zorg ervoor dat de afdekking ste-
vig is aangebracht. Zelfs als de afdekking
correct is aangebracht, is de kabel niet vol-
ledig beschermd tegen binnendringend
water. Let er daarom op dat er geen water
direct op de afdekking of kabel komt bij het
wassen van de machine. Als de kabel of de
afdekking vies wordt, wrijf deze dan
schoon met een vochtige doek. Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
UBC6D2D0.book Page 27 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page 74 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-28
6
DAU44276
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen
De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Rempedaal
Schakelpedaal
DAU23144
Rem- en koppelingshendels con-
troleren en smeren
De werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhendel
Koppelingshendel
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel:
Lithiumvet
UBC6D2D0.book Page 28 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page 75 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-29
6
DAU23203
Zijstandaard controleren en
smeren
De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functionerende
zijstandaard kan het wegdek raken en u
afleiden, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAU23252
Smeren van de achterwielophan-
ging
De scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd door een
Yamaha dealer volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
UBC6D2D0.book Page 29 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page 76 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-30
6
DAUM1653
Achterbrugscharnierpunten
smeren
De achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
ZAUM1402
UBC6D2D0.book Page 30 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page 77 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
6
DAU23285
Stuursysteem controleren
Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-38.) WAARSCHUWING!
Ondersteun de machine zorgvuldig
om omvallen en mogelijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
UBC6D2D0.book Page 31 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page 78 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
6
DAU50291
Accu
De accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-19.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
d
e buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-
le acculader raakt de accu beschadigd.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
1. Positieve accukabel (rood)
2. Accu
3. Negatieve accukabel (zwart)
4. Accuriem
ZAUM1418
2 1 3
UBC6D2D0.book Page 32 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page 79 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-33
6
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAU47175
De zekeringen vervangen
De hoofdzekeringhouder en de kastjes met
zekeringen voor afzonderlijke circuits be-
vinden zich onder het zadel. (Zie pagina
3-19.)
OPMERKING
Om toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekeringenkastje
3. Reservehoofdzekering
4. Hoofdzekering
2
3
41
UBC6D2D0.book Page 33 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page 80 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-34
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Zekering brandstofinjectiesysteem
5. Backup-zekering (voor klok en
startblokkeersysteem)
6. Zekering radiatorkoelvinmotor
7. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
8. Zekering ABS-motor
9. Zekering parkeerlichten
10.Extra zekering
11.Hulpzekering
12.Zekering ABS-regeleenheid
13.Reservezekering
14.Zekeringklemmen
M1430
789
11
12123456
13
1310
14
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Extra zekering:
10.0 A
Hulpzekering:
2.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
UBC6D2D0.book Page 34 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 110 next >