YAMAHA XMAX 125 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 1 of 96

YP125R
YP125RA
YP125R Sports
YP125RA Business Edition
HANDLEIDING
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze
machine gaat gebruiken.
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 1
2AB-F819D-D1.indd 131/07/12 11:23

Page 2 of 96

DAU26945
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij de machine\
te blijven als deze wordt verkocht.
General manager of quality assurance div.
Date of issue: 1 Aug. 2002 Place of issue: Shizuoka, Japan
DECLARATION of CONFORMITY
Company: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD. We
Address: 1450-6, Mori, Mori-Machi, Shuchi-gun, Shizuoka-Ken, 437-0292 Japan
Kind of equipment: IMMOBILIZER Hereby declare that the product:
Type-designation: 5SL-00
is in compliance with following norm(s) or documents:
R&TTE Directive(1999/5/EC)
EN300 330-2 v1.3.1(2006-01), EN300 330-2 v1.5.1(2010-02)
EN60950-1:2006/A11:2009
Two or Three-Wheel Motor Vehicles Directive(97/24/EC: Chapter 8, EMC)
1
2
3
4 Version up the norm of EN60950 to EN60950-1
To change company name
version up of the following norm:
• EN300 330-2 v1.1.1 to EN300 330-2 v1.3.1 and EN300 330-2 v1.5.1
• EN60950-1:2001 to EN60950-1:2006/A11:2009
27 Feb. 2006
1 Mar. 2007
8 Jul. 2010
Revision record
No. Contents
To change contact person and integrate type-designation. Date
9 Jun. 2005
Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer
Datum van afgifte: 1 augustus 2002 Plaats van afgifte: Shizuoka, Japan
CONFORMITEITSVERKLARING
Bedrijf: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD. Wij,
Adres: 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan
Type apparaat: STARTBLOKKERING Verklaren hierbij dat het product:
Typeaanduiding: 5SL-00
in overeenstemming is met de volgende norm(en) of documenten:
R&TTE richtlijn(1999/5/EG)
EN300 330-2 v1.3.1(2006-01), EN300 330-2 v1.5.1(2010-02)
EN60950-1:2006/A11:2009
Richtlijn betreffende motorvoertuigen op twee of drie wielen(97/24/EG: Hoofdstuk 8, EMC)
1
2
3
4Overgang van norm EN60950 naar EN60950-1
Om bedrijfsnaam te wijzigen
overgang naar de volgende norm:
• van EN300 330-2 v1.1.1 naar EN300 330-2 v1.3.1 en EN300 330-2 v1.5.1• van EN60950-1:2001 naar EN60950-1:2006/A11:2009
27 februari 20061 maart 2007
8 juli 2010
Overzicht van wijzigingen
Nr. Inhoud
Om contactpersoon te wijzigen en typeaanduiding te integreren.Datum
9 juni 2005
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 2
2AB-F819D-D1.indd 231/07/12 11:23

Page 3 of 96

DAU10113
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de YP125R/YP125RA profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het
ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat \
u plezier zult hebben van alle functies van uw
YP125R/YP125RA. De Gebruikershandleiding geeft instructies voor de bedie\
ning, inspectie en het onderhoud van de scooter, en
beschrijft hoe u uzelf en anderen kunt beschermen tegen persoonlijk letsel of schade.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw scooter in opt\
imale conditie te houden. Als er ten slotte toch nog vra-
gen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan er soms sprake zijn
van kleine verschillen tussen uw scooter en de beschrijving ervan in dez\
e handleiding, ook al bevat de handleiding de meest rec en-
te productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen hebt over deze ha\
ndleiding, neem dan contact op met uw Yamaha deale r.
DWA12411
Lees deze handleiding aandachtig helemaal door voordat u deze scooter gaat gebruiken.
WAARSCHUWING
INLEIDING
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 3
2AB-F819D-D1.indd 331/07/12 11:23

Page 4 of 96

DAU10132
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op
persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of
overlijden te voorkomen.
Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden\
, kan resul-
teren in ernstig letsel of overlijden.
De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzorgen die moeten worden genomen om scha-
de aan de machine of andere eigendommen te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken
of verhelderen.
OPMERKING
LET OP
WAARSCHUWING
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 4
2AB-F819D-D1.indd 431/07/12 11:23

Page 5 of 96

DAUS1740
YP125R / YP125RAHANDLEIDING
©2012 door MBK INDUSTRIE 1e uitgave, april 2012
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik zonder schriftelijke toestemming van MBK INDUSTRIE is uitdrukkelijk verboden.Gedrukt in Nederland.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 5
©2012 door mbk inDUSTRiE 1e uitgave, April 2012
mbk inDUSTRiE
2AB-F819D-D1.indd 531/07/12 11:23

Page 6 of 96

39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 6
2AB-F819D-D1.indd 631/07/12 11:23

Page 7 of 96

VEILIGHEIDSINFORMATIE ................1-1Andere aandachtspunten voor veilig rijden ....................................1-5
BESCHRIJVING ..................................2-1 Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-3
Bedieningen en instrumenten ...........2-5
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN ..............................3-1 Startblokkeersysteem .......................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-2
Controle- en waarschuwingslampjes .................3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers .........................3-4
Controlelampje grootlicht ................3-4
Waarschuwingslampje motorstoring .................................3-4
ABS-waarschuwingslampje (voor modellen met ABS) ..............3-4
Controlelampje startblokkering.........3-5
Snelheidsmeter .................................3-5
Toerenteller .......................................3-6
Multifunctioneel display ....................3-6
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ...3-11
Stuurschakelaars ............................3-12
Lichtsignaalschakelaar ..................3-12
Dimlichtschakelaar..........................3-12
Richtingaanwijzerschakelaar .........3-12 Claxonschakelaar ..........................3-12
Startknop .......................................3-12
Schakelaar alarmverlichting ...........3-12
Voorremhendel ................................3-13
Achterremhendel ............................3-13
ABS (voor modellen met ABS) .......3-13
Tankdop ..........................................3-14
Brandstof ........................................3-15
Uitlaatkatalysatoren ........................3-16
Bevestigingssteun ..........................3-17
Zadel ...............................................3-17
Opbergcompartimenten..................3-18
Afstellen van de
schokdemperunits .......................3-19
Topkoffer .........................................3-20
Zijstandaard ....................................3-22
Startspersysteem ............................3-22
VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN ....4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE ................................5-1 Starten van de motor........................5-1
Wegrijden ..........................................5-2
Sneller en langzamer rijden ..............5-3
Remmen ...........................................5-3
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ..........................5-4
Inrijperiode ........................................5-4
Parkeren............................................5-5 PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN ..................................6-1
Boordgereedschapsset.....................6-2
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem ..........6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema.......................6-4
Verwijderen en aanbrengen van de stroomlijn- en framepanelen .........6-8
Bougie controleren ...........................6-9
Motorolie .........................................6-10
Eindoverbrengingsolie ....................6-13
Koelvloeistof ...................................6-14
Luchtfilter en luchtfilterelementen in v-snaarbehuizing reinigen .......6-16
Vrije slag van de gaskabel afstellen .......................................6-17
Klepspeling .....................................6-18
Banden ...........................................6-18
Gietwielen .......................................6-20
Vrije slag van voor- en achterremhendel controleren ......6-20
Controleren van voor- en achterremblokken........................6-21
Controleren van remvloeistofniveau ......................6-22
Remvloeistof verversen ..................6-23
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel .................6-23
Smeren van voor- en achterremhendels ........................6-23
INHOUDSOPGAVE
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 7
2AB-F819D-D1.indd 731/07/12 11:23

Page 8 of 96

Middenbok en zijstandaard controleren en smeren ................6-24
Voorvork controleren ......................6-25
Stuursysteem controleren...............6-26
Controleren van wiellagers .............6-26
Accu ................................................6-26
Zekeringen vervangen ....................6-28
Koplampgloeilamp vervangen ........6-29
Gloeilamp in voorste richtingaanwijzer vervangen ........6-30
Vervangen van een gloeilamp in achterlicht/remlicht of van een
gloeilamp in achterste
richtingaanwijzer..........................6-30
Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen ....................................6-31
Parkeerlichtgloeilamp vervangen ....................................6-31
Problemen oplossen .......................6-31
Storingzoekschema’s......................6-33
VERZORGING EN STALLING VAN
DE SCOOTER .....................................7-1 Matkleur, let op .................................7-1
Verzorging .........................................7-1
Stalling ..............................................7-3
SPECIFICATIES...................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE ...............9-1 Identificatienummers ........................9-1 Voertuigidentificatienummer .............9-1
Modelinformatiesticker .....................9-1
INHOUDSOPGAVE
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 8
2AB-F819D-D1.indd 831/07/12 11:23

Page 9 of 96

DAU10266
Wees een verantwoordelijke eigenaar
Als eigenaar van de machine bent u ver-
antwoordelijk voor de veilige en juiste
bediening ervan.
Scooters zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke
bestuurder moet bekend zijn met de vol-
gende vereisten alvorens met deze scoot-
er te gaan rijden.
Hij of zij moet:
Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van scooterrijden.
Zich houden aan de waarschuwin-
gen en onderhoudseisen zoals ver-
meld in deze Gebruikershandleiding.
Grondig getraind zijn in veilige en
correcte rijtechnieken.
Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangege-
ven in deze Gebruikershandleiding
en/of wanneer de mechanische con-
dities dit vereisen.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de
machine in veilige staat verkeert. Onvol-
doende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden.
Deze scooter is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
Het niet opmerken en herkennen van
scooters door andere weggebruikers
vormt de belangrijkste oorzaak van
auto-/scooterongevallen. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de scooter niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het naderen en passeren van kruisin-
gen, daar doen ongelukken met
scooters zich namelijk het meest
voor.
• Ga daar rijden waar andere weg- gebruikers u kunnen zien. Ga niet
rijden in de dode zichthoek van
een andere weggebruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Vaak waren
bij een ongeval betrokken bestuur-
ders zelfs niet in het bezit van een geldig rijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te rijden en leen uw scooter alleen uit
aan ervaren scooterrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt. Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
• We raden aan om het scooterrij- den te oefenen op plekken waar
geen verkeer is, totdat u grondig
bekend bent met de scooter en
zijn bediening.
Ongelukken worden vaak veroor-
zaakt door een fout van de scooter-
bestuurder. Veel bestuurders houden
bij het ingaan van een bocht een te
hoge rijsnelheid aan of gaan onvol-
doende schuinliggen voor de rijsnel-
heid, waardoor ze wijd uit de bocht
komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
• Geef altijd richting aan voordat u afslaat of van rijstrook wisselt.
Zorg dat andere weggebruikers u
kunnen zien.
De zithouding van de bestuurder en
de passagier is belangrijk voor een
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-1
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 9
2AB-F819D-D1.indd 931/07/12 11:23

Page 10 of 96

goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het rij- den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de
bestuurdersvoetsteunen, om zo
de macht over het stuur te behou-
den.
• De passagier hoort steeds de bestuurder, de zadelband of de
handgreep, indien aanwezig, met
beide handen vast te houden en
beide voeten op de passagiers-
voetsteunen te houden. Neem
nooit een passagier mee die niet in
staat is om beide voeten stevig op
de passagiersvoetsteunen te zet-
ten.
Rijd nooit onder invloed van alcohol
of andere drugs.
Deze scooter is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde wegen.
De machine is niet bedoeld voor off-
roadgebruik.
Beschermende uitrusting
Scooterongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dragen
van een helm is de belangrijkste factor bij
het voorkomen of reduceren van hoofdlet-
sel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming
kan uw zicht door de rijwind ver-
slechteren, waardoor u gevaren
mogelijk te laat opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen,
een lange broek, handschoenen e.d.
te dragen verkleint u de kans op
schaafwonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan schakelhand-
grepen of door de wielen worden
gegrepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
Draag altijd beschermende kleding
die uw benen, enkels en voeten
bedekt. De motor en het uitlaatsys-
teem kunnen tijdens en na het rijden
zeer heet zijn en brandwonden ver-
oorzaken.
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen van verbrandingsmoto-
ren bevatten koolmonoxide, een dodelijk
gas. Inademing van koolmonoxide kan
hoofdpijn, duizeligheid, sufheid, misselijk-
heid, verwarring en uiteindelijk de dood
veroorzaken. Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt ver-
liezen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddel-
lijk, ga naar de open lucht en ROEP MEDI-
SCHE HULP IN.
Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de
hoeveelheid koolmonoxide snel
oplopen tot gevaarlijke niveaus.
Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in
een gebouw kunnen worden getrok-
ken via openingen zoals ramen en
deuren.
Beladen
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het wegge-
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-2
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 10
2AB-F819D-D1.indd 1031/07/12 11:23

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 100 next >