YAMAHA XMAX 125 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 114
Periodiek on derhoud en afstelling
8-6
8
19 Motorolie • Verversen (warm de motor op al-
vorens olie af te tappen). Bij het eerste interval en wanneer de indicator olieverversing gaat knipperen of
branden
• Controleer het olieniveau en con- troleer de machine op olielekka-
ge. Elke 3000 km (1800 mi)
20 *Olie-aanzui gzeef • Reinigen.
21 *Ein
dover bren gin gs-
olie • Controleer de machine op olielek-
kage.
• Verversen.
22 *Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.
• Verversen. Elke 3 jaar
23 *V-snaar • Vervangen. Als de indicator V-snaarvervanging gaat knipperen of branden
24 *Voor- en achterrem-
schakelaar
• Controleer de werking.
25 *Bewe
gen de delen
en kab els •Smeren.
26 *Gas
greephuis en
g askab el • Controleer werking en vrije slag.
• Stel de vrije slag van de gaskabel
af indien nodig.
• Smeer het gasgreephuis en de gaskabel.
27 *Lampen, richtin
g-
aanwijzers en scha-
kelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 6000 km
(3500 mi) 12000 km
(7000 mi) 18000 km
(10500 mi) 2400
0 km
(14000 mi)
UB9YD0D0.book Page 6 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM
Page 72 of 114
Periodiek on derhou d en afstelling
8-7
8
DAU72790
OPMERKING Motorluchtfilter en luchtfilter van V-snaarbehuizing
• Het motorluchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschad iging
te voorkomen.
• Het motorluchtfilterelement moet vaker worden vervangen en het luchtfilterelement van de V-snaarbehuizing moet vaker worden
gereinigd bij rijden in zeer stoffige of vochtige gebieden.
Hydraulisch remsysteem
• Ververs na het demonteren van de remhoofdcilinders en remklauwen altijd de remvloeistof. Controleer regelmatig de remvloei-
stofniveaus en vul de reservoirs indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdrem cilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden verv angen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
UB9YD0D0.book Page 7 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM
Page 73 of 114
Periodiek on derhoud en afstelling
8-8
8
DAU18752
Het framepaneel verwij deren en
aan bren genBij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moet het afgebeelde
paneel worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf door telkens wanneer het paneel
moet worden verwijderd of aangebracht.
DAU78530
Paneel A
Om het paneel te verwijderenVerwijder de schroeven, trek het paneel
naar buiten en schuif het dan naar voren
zoals getoond. Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
1. Paneel AZAUM1938
1
1. Schroef
1. Paneel AZAUM19391
1
ZAUM1940
1
ZAUM1941
UB9YD0D0.book Page 8 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM
Page 74 of 114
Periodiek on derhou d en afstelling
8-9
8
DAU19623
Bou gie controlerenDe bougie is een be langrijk motoronder-
deel dat periodiek moet worden gecontro-
leerd, bij voorkeur door een Yamaha dealer.
Omdat bougies door verhitting en neerslag
altijd langzaam slijten, moet de bougie wor-
den verwijderd en gecontroleerd op de tij-
den genoemd in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Bovendien kan aan
het uiterlijk van de bougie de conditie van
de motor worden afgelezen.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met de machine wordt gereden). Wanneer
de bougie een heel andere kleur vertoont,
werkt de motor mogelijk niet naar behoren.
Probeer dergelijke problemen niet zelf vast
te stellen. Laat in plaats daarvan uw machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.
Vervang de bougie als de elektroden blijken
te zijn afgesleten en als overmatige kool-
aanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slagverder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
Voor
geschreven bou gie:
NGK/CPR8EA-9
1. ElektrodenafstandElektro denafstan d:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:12.5 N·m (1.25 kgf·m, 9.22 lb·ft)
UB9YD0D0.book Page 9 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM
Page 75 of 114
Periodiek on derhoud en afstelling
8-10
8
DAU36113
FilterbusDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU66995
Motorolie en olie-aanzui gzeefVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de olie-aanzuigzeef
worden gereinigd volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren. WAARSCHUWING! De uitlaat-
d emper en
uitlaat demper beschermer wor den
tij dens het geb ruik zeer heet. Ter
voorkomin g van mo gelijke bran d-
won den moet u d e uitlaatdemper
en de beschermer laten afkoelen
voor dat u d e olievul dop verwijd ert.
[DWA17810]
1. Filterbus
2. Ontluchtingsslang filterbusZAUM1942
2 2
1
22
1
2
ZAUM1458
UB9YD0D0.book Page 10 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM
Page 76 of 114
Periodiek on derhou d en afstelling
8-11
8
OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen het uit-
einde van de peilstok en de merkstreep
voor maximumniveau liggen.4. Als het motorolieniveau niet tussen
het uiteinde van de peilstok en de
merkstreep voor maximumniveau ligt,
vul dan voldoende olie, van de aanbe-
volen soort, bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en
draai dan de olievuldop vast. Motorolie verversen en olie-aanzui
gzeef
reini gen
1. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap- pluggen A en B om de olie uit het car-
ter te laten stromen. LET OP: Bij het
verwij deren van de olieaftapplu g B
vallen de O-rin g, compressieveer
en oliezeef naar b uiten. Zorg ervoor
d at u deze on der delen niet kwijt-
raakt.
[DCAT1022]
4. Reinig de motorolie-aanzuigzeef in
oplosmiddel, controleer hem op scha-
de en vervang indien nodig.
5. Bevestig de motorolie-aanzuigzeef, compressieveer, nieuwe o-ring en
olieaftapplug B.OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.6. Bevestig olieaftapplug A met eennieuwe pakking en zet beide aftap-
pluggen vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
7. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
1. Olievulopening
2. O-ring
3. Motoroliepeilstok
4. Merkstreep maximumniveau
5. Uiteinde van de motoroliepeilstokZAUM1943
3245
1 1
1
1. Olieaftapplug A
2. Pakking
3. Olieaanzuigzeef
4. Drukveer
5. O-ring
6. Olieaftapplug BZAUM1944
2 3
4
5
6
1
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug A:20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Olieaftapplug B: 20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 10-1.
Oliehoeveelheid :
0.90 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
UB9YD0D0.book Page 11 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM
Page 77 of 114
Periodiek on derhoud en afstelling
8-12
8
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA24060
Zorg d at er g een verontreini gin gen in het
carter terechtkomen.8. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
9. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
10. Reset de ritteller voor olieverversing en de indicator olieverversing “OIL”.
(Zie pagina 5-7 voor terugstelproce-
dures.)
DAU20067
Eind overb rengin gsolieHet eindoverbrengingshuis moet voor elke
rit worden gecontroleerd op olielekkage. In
geval van lekkage dient u de scooter door
een Yamaha dealer te laten nakijken en re-
pareren. Bovendien dient de eindoverbren-
gingsolie als volgt te worden ververst op de
tijdstippen vermeld in het periodieke onder-
houds- en smeerschema.
1. Start de motor, warm de eindover-
brengingsolie op door enkele minuten
te rijden en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het
eindoverbrengingshuis om de ge-
bruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de vuldop van de eindover- brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis. 5. Verwijder de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de pakking om
de olie uit het eindoverbrengingshuis
te laten stromen.
1. Vuldop versnellingsbakolie
2. O-ring
1. Aftapplug versnellingsbakolie
2. PakkingZAUM1945
1
2
ZAUM1946
12
UB9YD0D0.book Page 12 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM
Page 78 of 114
Periodiek on derhou d en afstelling
8-13
8
6. Monteer de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de nieuwe pak-
king en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zor g
ervoor dat geen vreem de materia-
len in het ein dover bren gin gshuis te-
rechtkomen. Zor g ervoor dat geen
olie op de ban d of het wiel terecht-
komt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindover- brengingsolie met de nieuwe o-ring en
draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengingshuis op olielekkage. Zoek in geval van lek-
kage naar de oorzaak.
DAUS1203
KoelvloeistofHet koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.OPMERKINGAls er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebruik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-
destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAUM4331
Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
Aanhaalmoment:Aftapplug eindoverbrengingsolie:20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Aan bevolen ein dover bren gin gsolie:
Zie pagina 10-1.
Oliehoeveelheid :
0.10 L (0.11 US qt, 0.09 Imp.qt)
Aan bevolen koelvloeistof:
YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Koelvloeistofreser voir (merkstreep
voor maximumniveau): 0.13 L (0.14 US qt, 0.11 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 0.46 L (0.49 US qt, 0.40 Imp.qt)
UB9YD0D0.book Page 13 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM
Page 79 of 114
Periodiek on derhoud en afstelling
8-14
8
3. Vraag de Yamaha dealer om koel-
vloeistof in het reservoir te gieten als
het koelvloeistofniveau zich op of on-
der de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een Yamaha dealer.
WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA10382] DAU67174
Luchtfilterelementen van luchtfil-
ter en V-snaar
behuizin gHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen en het luchtfilterelement in de V-snaar-
behuizing moet worden gereinigd volgens
de intervalperioden ve rmeld in het periodie-
ke smeer- en onderhoudsschema. Reinig
de luchtfilterelementen vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. De af-
tapslang van het luchtfilter en de aftapslang
van het luchtfilter van de V-snaarbehuizing
moeten regelmatig worden nagekeken en
waar nodig worden gereinigd.
Reini gen van d e luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van het luchtfilterhuis geen
water of vuil heeft verzameld.
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveauInhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.13 L (0.14 US qt, 0.11 Imp.qt)ZAUM1947
1 2
2
3 2
3
1. Aftapslang luchtfilterZAUM1948
1 11
UB9YD0D0.book Page 14 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM
Page 80 of 114
Periodiek on derhou d en afstelling
8-15
8
2. Haal de slang los van de klem als er
vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.OPMERKINGAls vuil of water werd aangetroffen in de af-
tapslang, controleer dan het luchtfilterele-
ment op overmatig vuil of beschadiging en
vervang het indien nodig.Het luchtfilterelement vervan gen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen.
3. Trek het luchtfilterelement uit. 4. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
LET OP
DCA21220
Het luchtfilterelement moet wor den
vervan gen vol gens de intervalperio-
d en vermel d in het perio dieke on-
d erhou dsschema.
Het luchtfilterelement moet vaker
wor den vervan gen als u vaak in d e
re gen of stoffi ge geb ie den rij dt.
Het luchtfilter kan niet wor den ge-
reini gd door het schoon te blazen
met perslucht. Het moet wor den
vervan gen.
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
Reini gen van d e aftapslan g van d e V-
snaar behuizin g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van de V-snaarbehuizing
geen water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er
vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
1. Luchtfilterdeksel
2. SchroefZAUM1949
2 2 1
2
22 1
2
2
1. LuchtfilterelementZAUM1950
1 11
1. Aftapslang v-snaarbehuizingZAUM1951
1 11
UB9YD0D0.book Page 15 Tuesday, January 5, 2021 2:04 PM