YAMAHA XV125S 2000 Instructieboekje (in Dutch)

Page 41 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-8
1
DAU03053Bougies
Verwijderen
1. Verwijder de bougiedoppen.
1. Bougiedop
1
2. Verwijder de bougies met de bou-
giesleutel van de gereedschaps-
set, zoals aangegeven in de
afbeelding.
1. Bougiesleutel
Inspectie
De bougies vormen een belangrijk
onderdeel van de motor en u kunt ze
gemakkelijk controleren. De conditie
van de bougies geeft een aanwijzing
betreffende de bedrijfsconditie van de
motor.
Onder normale omstandigheden moe-
ten alle bougies in uw motor dezelfde
kleur hebben op de isolator rondom de
middenelektrode. De ideale kleur van
dit gedeelte is bruin tot geelbruin wan-
neer normaal met de motorfiets wordt
gereden. Als een van de bougies een
duidelijk andere kleur heeft, is het
mogelijk dat de motor niet juist werkt.
Probeer dit soort problemen niet zelf te
verhelpen, maar breng de motorfiets
naar uw Yamaha dealer. U dient de
bougies regelmatig te verwijderen en
na te kijken aangezien de bougies door
de hitte en aanslag geleidelijk zullen
slijten. Indien de elektrode sterk versle-
ten is of als er sterke koolaanslag of
andere aanslag op de bougie zit, ver-
vangt u de bougie door een van het
voorgeschreven type.
Voorgeschreven bougie:
CR6HSA (NGK) of
U20FSR-U (DENSO)
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 39

Page 42 of 88

6-9
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
DAU01523Motorolie
Kontroleren van het oliepeil
1. Plaats de motorfiets op de mid-
denstandaard en zorg dat deze
recht staat. Laat de motor enkele
minuten warmdraaien.
OPMERKING:
Let op dat de motorfiets horizontaal
staat als u het oliepeil kontroleert. Als
de motorfiets iets overhelt, kan dit lei-
den tot een verkeerde aflezing.
1. Motoroliepeil-controlevenster
2. Merkteken voor maximum-niveau
3. Merkteken voor minimum-niveau
a
Monteren
1. Meet de elektrodenafstand met
een voelmaat en stel de afstand
indien nodig af.
2. Maak het pakkingvlak schoon.
Veeg eventueel vuil van de
schroefdraad.
3. Monteer de bougie en trek deze
met het voorgeschreven koppel
aan.
a. Elektroden-afstand
OPMERKING:
Als u geen momentsleutel hebt bij het
aanbrengen van de bougie, is een
goede richtlijn voor het juiste koppel
om de bougie 1/4 tot 1/2 slag aan te
trekken nadat u deze met de hand hebt
vastgedraaid. Laat de bougie in dit
geval zo spoedig mogelijk nauwkeurig
met het juiste koppel aantrekken.
4. Installeer de bougiedoppen.
Elektrodenafstand:
0,6 ~ 0,7 mm
Aantrekkoppel:
Bougie:
12,5 Nm (1,25 m·kg)
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 40

Page 43 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-10
2. Stop de motor en kontroleer het
oliepeil door het kijkvenster,
rechtsonder in het carterdeksel.
OPMERKING:
Wacht, na het afzetten van de motor,
enkele minuten met het kontroleren
van het oliepeil.
3. Het oliepeil dient zich tussen tus-
sen de minimum- en maximum-
merktekens te bevinden. Als er
zich te weinig olie in de motor
bevindt, vul dan olie bij tot aan
het juiste peil.
1
Verversen van de motorolie en vervan-
gen van het oliefilter.
1. Start de motor en laat deze enkele
minuten warmdraaien.
2. Stop de motor, plaats een
opvangbak onder het motorblok
en verwijder de olievuldop.
1. Olievuldop
3. Verwijder de aftapbout en laat de
olie uit het motorblok lopen.
1. Motorolie-aftapplug
1
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 41

Page 44 of 88

6-11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
7. Plaats het nieuwe oliefilter, de
nieuwe pakkingring en het oliefil-
terdeksel. Draai de bouten van het
oliefilterdeksel vast met het voor-
geschreven aantrekkoppel.
OPMERKING:
Let op dat de O-ringen goed in de
groef valt.
8. Vul het motorblok met motorolie.
Plaats de olievuldop weer en draai
deze stevig aan. Aantrekkoppel:
Oliefilterdekselbout:
10 Nm (1,0 m·kg)
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
4. Verwijder de bouten van het olief-
ilterdeksel en dan het oliefilterdek-
sel zelf.
1. Oliefilterdekselbout (´3)
5. Verwijder het oliefilter en de pak-
kingring.
6. Breng de aftapplug weer aan en
draai deze vast met het voorge-
schreven aantrekkoppel.
1. Oliefilter
2. O-ring
1
2
1
Aantrekkoppel:
Aftapplug:
32 Nm (3,2 m·kg)
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 42

Page 45 of 88

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-12
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
DC000066
<>
8U mag geen chemische middelen
aan de motorolie toevoegen. De
motorolie dient tevens voor het
smeren van de koppeling en toe-
gevoegde middelen zouden de
koppeling kunnen doen slippen.
8Let op dat er geen vreemde voor-
werpen in het carter terechtko-
men.
9. Start de motor en laat deze enkele
minuten lang warmdraaien.
Kontroleer in de tussentijd het
motorblok op olielekkage. Is er
sprake van olielekkage, zet de
motor dan onmiddellijk af en pro-
beer de oorzaak van de lekkage te
achterhalen.
10. Stop de motor en kontroleer het
oliepeil. Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1.
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid:
1,7 L
Periodieke verversing:
1,4 L
Verversen van olie en vervangen
van oliefilter:
1,6 L
DAU01174*Luchtfilter
Het luchtfilter dient regelmatig schoon-
gemaakt te worden, op de voorge-
schreven tijdstippen. Als u veel op
stoffige wegen of in regenachtige
gebieden rijdt, dient u het luchtfilter
vaker schoon te maken.
1. Bout
2. Deksel van het luchtifilter
3. Luchtfilterhuis
1
3
2
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 43

Page 46 of 88

6-13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
3. Verwijder de bouten en dan het
luchtfilterdeksel.
1. Bout (´2)
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1. Verwijder de bouten en dan de
luchtfilterbehuizing.
1. Bout (´2)
2. Verwijder de slangen van het
luchtfilterhuis.
1. Slange (´2)
11
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 44

Page 47 of 88

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-14
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
4. Verwijder de vleugelmoer en het
luchtfilter.
1. Vleugelmoer
2. Luchtfilter
5. Verwijder het schuimelement uit
de behuizing en reinig het met
een oplosmiddel. Nadat u het
schuimelement heeft gereinigd,
perst u het overtollig oplosmiddel
er uit.
6. Breng de voorgeschreven olie aan
op het oppervlak van het element
en pers de overtollige olie eruit.
Het element dient nat te zijn, maar
er mag geen olie uit druipen.
1. Schuimelement
2. Houder
121
2
Aanbevolen olie:
Motorolie
7. Trek het element over de houder,
plaats de houder met het filter in
de behuizing en draai de vleugel-
moer vast.
8. Breng het luchtfilterdeksel en de
behuizing weer aan.
9. Maak de slangen weer vast en
installeer het luchtfilterhuis.
DC000082
<>
8Zorg dat het luchtfilter naar beho-
ren in de luchtfilter-behuizing zit.
8Laat de motor nooit lopen zonder
dat het luchtfilter geïnstalleerd is.
Dit kan leiden tot bijzonder snelle
slijtage van cilinders en/of zui-
gers.
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 45

Page 48 of 88

6-15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2. Stel het stationair toerental nu op
het voorgeschreven toerental af,
door de gasklepstelschroef te ver-
draaien. Draai de schroef in rich-
ting aom het toerental te verho-
gen en in richting bom het
toerental te verlagen.
OPMERKING:
Als u het toerental niet op de voorge-
schreven waarde krijgt, raadpleeg dan
een Yamaha dealer.
1. Gasstopschroef
1
a
b
Standaard stationair toerental:
1.300 ~ 1.400 tpm
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
DAU00629Afstelling van de carburateur
De carburateur is een bijzonder
belangrijk onderdeel van de motor. De
afstelling ervan dient bijzonder nauw-
keurig te geschieden. Het verdient aan-
beveling om deze afstelling over te
laten aan uw Yamaha dealer die de
nodige kennis van zaken heeft en over
ruime ervaring beschikt. Het hieronder
beschreven routine-onderhoudswerk
kunt u echter zelf uitvoeren.
DC000094
<>
De carburateur is na vele tests in de
Yamaha fabrieken afgesteld.
Veranderen van de afstellingen kan lei-
den tot slecht lopen van de motor en
zelfs tot beschadiging hiervan.
DAU01168Afstelling stationair toerental
OPMERKING:
Voor deze procedure dient u een diag-
nose-toerenteller te gebruiken.
1. Sluit de toerenteller aan. Start de
motor en laat deze enkele minuten
lang warmdraaien met een toe-
rental van 1.000 à 2.000 tpm. Laat
de motor af en toe met een wat
hoger toerental lopen 4.000 à
5.000 tpm. De motor is warm als
deze snel op de beweging van de
gasgreep reageert.
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 46

Page 49 of 88

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-16
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
DAU00634Afstelling van de gaskabel
OPMERKING:
Alvorens de speling van de gaskabel af
te stellen, dient u het stationair-toeren-
tal af te stellen.
De gaskabel-speling kunt u afstellen
door de afstelmoer te verdraaien totdat
de juiste speling van de gashendel is
verkregen.
1. Afstelmoer
2. Borgmoer
c. Speling
1. Draai de borgmoer los.
2. Draai de afstelmoer in de richting
avoor meer speling, of in de
richting bom de speling te ver-
minderen.
3. Draai de borgmoer weer aan.
12ab
c
Speling:
3 ~ 5 mmDAU00637Afstellen van de klepspeling
De juiste klepspeling verandert tijdens
het gebruik van de motorfiets, met als
gevolg een onjuiste invoer van het
benzine-/luchtmengsel of meer lawaai.
Om dit te vermijden, dienen de klep-
pen regelmatig afgesteld te worden.
Laat deze afstelling echter aan een
Yamaha dealer over.
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 47

Page 50 of 88

6-17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DW000083
X@
Een juiste verdeling van het gewicht is
van groot belang voor een goede weg-
ligging, juist reageren op het remmen,
balans en veiligheid in het algemeen.
Zorg ervoor dat bagage die u vervoert,
goed vast zit zodat deze niet kan gaan
schuiven. Plaats de zwaarste voorwer-
pen in het midden van de motorfiets
en verdeel het gewicht gelijkmatig
over rechter- en linkerzijde. Stel de
voorbelasting van de schokbrekers in
aan de hand van het totale gewicht en
breng de bandenspanning ook op de
juiste waarde. OVERLAAD UW
MOTORFIETS NOOIT. Overschrijdt
nooit het totaal toegestane gewicht
van bagage, bestuurder, medepassa-
gier, overige accessoires (stroomlijn-
kappen, zadeltassen, enz. - monteer
nooit accessoires die niet zijn goedge-
keurd voor deze motorfiets). Een te
zwaar beladen motorfiets kan leiden
tot beschadiging van de banden, een
ongeluk en ernstige verwondingen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
DAU00647Banden
Neem de volgende punten in acht om
een optimale prestatie, lange levens-
duur en veilig gebruik van de banden
te waarborgen:
Bandenspanning
Kontroleer de bandenspanning en stel
deze af voordat u gaat rijden.
DW000082
X@
De bandenspanning dient gemeten te
worden als de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omgevings-
temperatuur. De bandenspanning is
afhankelijk van het totale gewicht van
de bagage, de bestuurder, de mede-
passagier, overige accessoires
(stroomlijnkappen, zadeltassen, enz. -
monteer nooit accessoires
die niet zijn goedgekeurd voor deze
motorfiets) en de snelheid van de
motorfiets.
* Belasting is het totale gewicht van bagage,
bestuurder, mede-passagier en accessoires.
Maximale belasting*183 kg
Bandenspanning bij Voor Achterkoude banden
175 kPa 200 kPa
Belasting tot 90 kg (1,75 kg/cm2, (2,0 kg/cm2,1,75 bar) 2,00 bar)
90 kg ~200 kPa 225 kPa
Maximale belasting*(2,0 kg/cm2, (2,25 kg/cm2,
2,00 bar) 2,25 bar)
5AJ-9-D3 6~9 (XV125S) 4/7/0 11:04 AM Page 48

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 90 next >