YAMAHA XV535 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Page 11 of 87
2-1
2
DAU00026
2-BESCHRIJVINGLinker aanzicht1. Koplamp (blz. 6-27)
2. Luchtfilter (blz. 6-10)
3. Voorzadel (blz. 3-7)
4. Gereedschapsset (blz. 6-1)
5. Achterzadel (blz. 3-7)6. Veervoorbelasting-instelring
achterschokbreker (blz. 3-9)
7. Kontaktslot-schakelaar (blz. 3-1)
8. Chokeknop (choke) “ ” (blz. 3-6)
9. Versnellingspedaal (blz. 3-4)
D_3bt_Description.fm Page 1 Friday, July 2, 1999 11:51 AM
Page 12 of 87
BESCHRIJVING
2-2
2
Rechter aanzicht10. Achterste richtingaanwijzer (blz. 6-29)
11. Reserve-brandstoftank
12. Benzinetank (blz. 3-5)13. Voorste richtingaanwijzer (blz. 6-29)
14. Achterrempedaal (blz. 3-4)
15. Accu (blz. 6-25)
D_3bt_Description.fm Page 2 Friday, July 2, 1999 11:51 AM
Page 13 of 87
BESCHRIJVING
2-3
2
Bedieningselementen/instrumenten1. Koppelingshendel (blz. 3-3)
2. Snelheidsmeter (blz. 3-2)
3. Voorremhendel (blz. 3-4)
4. Gashandvat (blz. 6-13)
5. Rechter stuurschakelaars (blz. 3-3)
6. Linker stuurschakelaars (blz. 3-2)
D_3bt_Description.fm Page 3 Friday, July 2, 1999 11:51 AM
Page 14 of 87
3
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
Kontaktslot-schakelaar ....................................................................... 3-1
Kontrolelampjes.................................................................................. 3-1
Snelheidsmeter .................................................................................. 3-2
Stuurschakelaars ............................................................................... 3-2
Koppelingshendel ............................................................................... 3-3
Versnellingspedaal ............................................................................. 3-4
Voorremhendel ................................................................................... 3-4
Achterrempedaal ................................................................................ 3-4
Benzinetankdop ................................................................................. 3-5
Benzine .............................................................................................. 3-5
Chokeknop (choke) “ ” .................................................................... 3-6
Stuurslot ............................................................................................. 3-6
Zadel .................................................................................................. 3-7
Helmhouder........................................................................................ 3-8
Afstelling van de achterschokbreker .................................................. 3-9
Zijstandaard ....................................................................................... 3-9
Kontrole van de zijstandaard/koppelings-
onderbrekingsschakelaar ............................................................... 3-10
D_3bt_FunctionsTOC.fm Page 1 Friday, July 2, 1999 11:52 AM
Page 15 of 87
3-1
3
DAU00027
3-FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
DAU00028
Kontaktslot-schakelaarDe kontaktslot-schakelaar (hoofdschake-
laar) dient voor het in- en uitschakelen van
de ontsteking en van de verlichting. Hieron-
der volgt de beschrijving van de bediening.
DAU00036
ON
De elektrische circuits worden ingescha-
keld en de motor kan nu gestart worden.
Als de kontaktslot-schakelaar in deze stand
staat, kan de sleutel niet verwijderd worden.
DAU00038
OFF
Alle elektrische circuits zijn uitgeschakeld.
Als de kontaktslot-schakelaar in deze stand
staat, kan de sleutel verwijderd worden.
DAU00055
P (Parkeerstand)
Het achterlicht en het parkeerlicht staan
aan maar verder zijn alle elektrische circuits
uitgeschakeld. Steek de sleutel in de
kontaktslot-schakelaar terwijl deze op
“OFF” staat, druk hem aan en laat weer los.
Draai de sleutel vervolgens linksom naar
“P” en verwijder deze. (Gebruik deze stand
niet al te lang, want de accu zou leeg kun-
nen raken.) Om deze “parkeerstand” uit te
schakelen, draait u de sleutel rechtsom.
DAU00056
Kontrolelampjes
DAU00063
Grootlicht-kontrolelampje “ ”
Dit kontrolelampje licht op als het grootlicht
wordt ingeschakeld.
DAU00061
Vrijstand-kontrolelampje “ ”
Dit kontrolelampje licht op als de versnelling
in zijn vrij staat.
DAU00057
Richtingsaanwijzer-kontrolelampje
“”
Dit kontrolelampje knippert als de richtin-
gaanwijzer naar links of naar rechts wordt
gezet.
1. Indrukken
2. Loslaten
3. Draaien
1. Grootlicht-kontrolelampje “ ”
2. Vrijstand-kontrolelampje “ ”
3. Richtingsaanwijzer-kontrolelampje “ ”
D_3bt_Functions.fm Page 1 Friday, July 2, 1999 11:52 AM
Page 16 of 87
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-2
3
DAU00095
SnelheidsmeterDe snelheidsmeter geeft de snelheid van
de motorfiets aan. De snelheidsmeter is te-
vens uitgerust met een kilometerteller en
een dagteller. De dagteller kan op “0” terug-
gezet worden met de nulstelknop. Gebruik
deze dagteller om te kijken hoeveel kilome-
ter u met één volle tank kunt afleggen. Als u
dit enkele malen doet, zult u in de toekomst
beter kunnen plannen waar en wanneer u
moet stoppen om te tanken.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Inhaal-schakelaar “ ”
Druk op de schakelaar om het signaallicht
te bedienen.
DAU00121
Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar “ ” voor groot-
licht en naar “ ” voor dimlicht.
DAU00124
Richtingaanwijzer-schakelaar “ ”
Dit model is uitgerust met een automatisch
terugspringende richtingaanwijzer-schake-
laar. Om de rechter-richtingaanwijzer in te
schakelen, duwt u de schakelaar naar
rechts; om de linker-richtingaanwijzer in te
schakelen, duwt u de schakelaar naar links.
Als de schakelaar wordt losgelaten, keert
deze weer terug naar de middenpositie.
Om de richtingaanwijzer uit te schakelen,
duwt u de schakelaar in, nadat deze is te-
ruggekeerd naar de middenpositie. Als de
richtingaanwijzer niet handmatig wordt uit-
geschakeld, wordt deze automatisch uitge-
schakeld na circa 15 seconden of na circa
150 meter, afhankelijk van wat het eerst be-
reikt wordt. Het automatische uitschakel-
mechanisme functioneert alleen als de
motorfiets in beweging is. Zodoende zal de
richtingaanwijzer niet plotseling uitgescha-
keld worden als u op een kruispunt voor
een verkeerslicht staat te wachten.
DAU00129
Klaxon-schakelaar “ ”
Druk de schakelaar in om te klaxoneren.
1. Nulstelknop
2. Kilometerteller
3. Dagteller
1. Inhaal-schakelaar “ ”
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
3. Richtingaanwijzer-schakelaar “ ”
4. Klaxon-schakelaar “ ”
D_3bt_Functions.fm Page 2 Friday, July 2, 1999 11:52 AM
Page 17 of 87
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-3
3
DAU00138
Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig-
heids-schakelaar voor gebruik onder
noodomstandigheden, zoals wanneer de
motorfiets is omgevallen of bij problemen
met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.
DAU00134
Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
en de achterverlichting ingeschakeld wor-
den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
worden.
DAU00143
Startschakelaar “ ”
Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:@ Zie, alvorens de motor te starten, de pa-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
ten. @
DAU00149
Brandstof (reserve)-schakelaar “FUEL”
Laat deze schakelaar normaal op “ON”
staan, als u rijdt. Als u tijdens het rijden zon-
der benzine komt, draait u de schakelaar
naar “RES”. Stop bij het eerstkomende
benzinestation om bij te tanken en zet daar-
na de schakelaar weer op “ON”.OPMERKING:@ Als de hendel naar reserve “RES” wordt ge-
draaid, blijft er ongeveer 2,5 L benzine in de
tank over. @
DAU00152
KoppelingshendelDe koppelingshendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur, en het ontste-
kingsblokkeersysteem is ingebouwd in het
koppelingshendel-handvat. Om te ontkop-
pelen, trekt u de koppelingshendel in. Om
de koppeling weer te laten opkomen laat u
de koppelingshendel weer langzaam van
het stuur weg gaan. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
te laten opkomen. (Zie de paragraaf met de
aanwijzingen over het starten, voor een be-
schrijving van het circuit van het ontste-
kingsblokkeersysteem).
1. Motorstop-schakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startschakelaar “ ”
4. Brandstof (reserve)-schakelaar “FUEL”
1. Koppelingshendel
D_3bt_Functions.fm Page 3 Friday, July 2, 1999 11:52 AM
Page 18 of 87
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-4
3
DAU00157
VersnellingspedaalDeze motorfiets is uitgerust met een 5-ver-
snellingsbak met konstante aangrijping.
Het versnellingspedaal bevindt zich links
van het motorblok. Schakel nooit op of te-
rug, zonder de koppeling te gebruiken.
DAU00158
VoorremhendelDe voorremhendel is bevestigd aan het
rechterhandvat van het stuur. Trek de hen-
del in om te remmen.
DAU00162
AchterrempedaalHet achterrempedaal bevindt zich rechts
van het motorblok. Trap het pedaal in om te
remmen.
1. Versnellingspedaal
1. Voorremhendel
1. Achterrempedaal
D_3bt_Functions.fm Page 4 Friday, July 2, 1999 11:52 AM
Page 19 of 87
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-5
3
DAU00167
BenzinetankdopOpenen
Steek de sleutel in het sleutelgat en draai
deze 1/4 slag rechtsom. De dop is nu van
het slot gehaald en kan verwijderd worden.
Sluiten
Plaats de benzinetankdop weer op de juiste
plaats, met de sleutel er nog steeds inge-
stoken. Draai de sleutel linksom en verwij-
der deze.
OPMERKING:@ De benzinetankdop kan niet op de tank ge-
draaid worden als de sleutel niet in het sleu-
telgat steekt. Als de benzinetankdop niet
goed is gesloten, kan de sleutel er niet uit
verwijderd worden. @
DW000023
WAARSCHUWING
@ Kontroleer altijd of de benzinetankdop
goed op de bezinetank zit, alvorens weg
te rijden. @
DAU01183
BenzineKontroleer of er zich voldoende benzine in
de benzinetank bevindt. Vul de brandstof-
tank tot onderaan de vulhals, zoals in de af-
beelding aangegeven.
DW000130
WAARSCHUWING
@ Zorg dat de benzinetank niet al te vol is.
Let tevens op dat er geen benzine op
een heet motorblok wordt gemorst. Vul
de tank nooit verder dan tot onderaan de
vulhals, anders bestaat de kans dat de
benzinetank overloopt, als de benzine
door verwarming uitzet. @
1. Openen
1. Vulslang
2. Brandstofpeil
D_3bt_Functions.fm Page 5 Friday, July 2, 1999 11:52 AM
Page 20 of 87
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-6
3
DAU00185
LET OP:@ Als er benzine wordt gemorst, veeg deze
dan onmiddellijk weg met een droge,
zachte doek. Benzine kan geverfde op-
pervlakken en plastic afwerking aantas-
ten. @
DAU00191
OPMERKING:@ Als de motor klopt of pingelt, probeer dan
een verschillend merk benzine of benzine
met een hoger oktaangehalte. @
DAU02976
Chokeknop (choke) “ ”Het starten van een koude motor vereist
een rijker mengsel (meer benzine/minder
lucht). Een gescheiden choke-startcircuit
zorgt voor de toevoer van dit verrijkte
mengsel.
Draai in de
a richting om de choke in te
schakelen (choke).
Draai in de
b richting om de choke uit te
schakelen (choke).
DAU02934
StuurslotHet stuur op slot zetten
Draai het stuur helemaal naar rechts en
open het dekseltje van het stuurslot.
Steek de sleutel in het slot en draai deze
een 1/8 slag naar links. Druk vervolgens de
sleutel in terwijl u het stuur iets terug naar
links draait en draai de sleutel nu 1/8 slag
rechtsom.
Controleer of het stuur vergrendeld is, trek
de sleutel uit het slot en plaats het dekseltje
terug over het slot.
Het stuur van het slot halen
Steek de sleutel in het slot, druk hem in en
draai hem een 1/8 slag naar links zodat hij
omhoogkomt. Dan is het stuur ontgrendeld
en kunt u de sleutel verwijderen. Aanbevolen brandstof:
Normale, loodvrije benzine met een
oktaangehalte van 91 ron of hoger
(oktaangehalte zoals door onderzoek
bepaald).
Inhoud benzinetank:
Totaal:
13,5 L
Reserve:
2,5 L
1. Chokeknop (choke) “ ”
1. Stuurslot
D_3bt_Functions.fm Page 6 Friday, July 2, 1999 11:52 AM