YAMAHA YZF-R6 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKING:_ Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum en maximum
niveau staan. _
3. Als de koelvloeistof bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan het deksel van het
koelvloeistofreservoir door de bouten
los te halen, open de reservoirdop en
vul koelvloeistof bij tot de merkstreep
voor maximumniveau.
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveauLinkerzijde
1. Koelvloeistofreservoir
2. Bout (× 2)Inhoud koelvloeistofreservoir
(tot aan de merkstreep voor
maximumniveau):
0,25 L
1. Dop van koelvloeistofreservoir
U5SLD0.book Page 14 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 72 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
DC000080
LET OP:_
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
_
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _4. Sluit de reservoirdop en breng dan het
deksel van het koelvloeistofreservoir
aan door de bouten te monteren.OPMERKING:_
De radiatorkoelvin schakelt automa-
tisch aan of uit, afhankelijk van de
temperatuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-53 nadere instructies ver-
meld.
_
DAU04970
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de motorfiets op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder het paneel A en het stroom-
lijnpaneel A. (Zie pagina’s 6-5–6-8
voor de werkwijze bij verwijderen en
aanbrengen van het paneel en het
stroomlijnpaneel.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
U5SLD0.book Page 15 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 73 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
4. Draai de slangklemschroef terug en
maak dan het luchtaanzuigkanaal los.5. Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop.
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _
6. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem leeg te ma-
ken.
7. Draai de slangklemschroef los en
maak dan de koelvloeistofradiator-
slang los om de koelvloeistofradiator
leeg te maken.
1. Klemschroef
2. Luchtaanzuigkanaal
1. Koelvloeistofradiatorvuldop
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Klemschroef
U5SLD0.book Page 16 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 74 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
8. Verwijder het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten los te ha-
len.
9. Verwijder het stroomlijnpaneel B. (Zie
pagina 6-5 voor de werkwijze bij ver-
wijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)10. Trek de brandstofslangen omhoog om
ze uit de geleider te verwijderen.
11. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.
12. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koel-
vloeistofreservoir ondersteboven om
leeg te maken.
13. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
14. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
15. Sluit de koelvloeistofradiatorslang aan
en zet dan de schroef in de slangklem
vast.1. Koelvloeistofreservoir
2. Bout (× 2)
1. Brandstoftoevoerslang (× 2)
1. Dop van koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout (× 2)
U5SLD0.book Page 17 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 75 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
16. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.OPMERKING:_ Controleer of de onderlegring beschadigd
is en vervang indien nodig. _17. Giet de aanbevolen koelvloeistof in
het reservoir tot aan de merkstreep
voor maximumniveau en breng dan de
dop van het koelvloeistofreservoir
aan.
18. Monteer het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten aan te
brengen.
19. Steek de brandstofslangen in de gelei-
der en plaats ze in de oorspronkelijke
positie.20. Breng het stroomlijnpaneel B aan.
21. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator tot hij vol is.
DC000080
LET OP:_
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
_
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1,0 m·kgf)
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Totale hoeveelheid:
2,15 L
Inhoud koelvloeistofreservoir
(tot aan de merkstreep voor
maximumniveau):
0,25 L
U5SLD0.book Page 18 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 76 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
22. Breng de radiatorvuldop aan, start de
motor, laat een paar minuten stationair
draaien en zet hem dan uit.
23. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig zoveel
koelvloeistof bij tot het niveau bovenin
de radiator staat en breng dan de ra-
diatorvuldop aan.
24. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
25. Sluit het luchtaanzuigkanaal aan en
zet dan de slangklemschroef vast.
26. Breng het paneel en het stroomlijnpa-
neel aan.
DAU04946*
Controleren van het
luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden gecon-
troleerd volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig het luchtfiltere-
lement vaker als u in zeer stoffige of vochti-
ge gebieden rijdt.
1. Verwijder het motorrijderzadel. (Zie
pagina 3-19 voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen van het be-
stuurderszadel.)2. Verwijder de tankbevestigingsbouten
en licht dan de brandstoftank op.
1. Bout (× 2)
U5SLD0.book Page 19 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 77 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
3. Maak de tankbeluchtingsslang en de
overloopslang los van de brandstof-
tank.OPMERKING:_ Breng alvorens de tankbeluchtingsslang en
de overloopslang los te maken merktekens
op de slangen aan om te verzekeren dat
deze later in de correcte positie worden te-
ruggeplaatst. _
4. Licht de brandstoftank aan de voorzij-
de op om hem van het luchtfilterhuis
vandaan te halen en ondersteun de
tank dan zoals getoond.
DW000071
WAARSCHUWING
_
Let erop dat de brandstoftank cor-
rect wordt ondersteund.
Kantel of trek de brandstoftank niet
te veel heen en weer, anders kun-
nen de brandstofslangen los raken
en zo lekkage veroorzaken.
_
5. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
1. Schroef (× 6)
2. Luchtfilterdeksel
U5SLD0.book Page 20 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 78 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
6. Trek het luchtfilterelement los.
7. Controleer het luchtfilterelement en
vervang als dit beschadigd of extreem
stoffig is.
8. Steek het filterelement in het luchtfil-
terhuis.
DC000082*
LET OP:_
Controleer of het luchtfilterelement
correct in het luchtfilterhuis is ge-
plaatst.
Laat de motor nooit draaien zonder
dat het luchtfilterelement aanwezig
is, dat kan leiden tot overmatige
slijtage bij de zuigers en/of de cilin-
ders.
_9. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
10. Sluit de tankbeluchtingsslang en de
overloopslang aan op de brandstof-
tank.
11. Plaats de brandstoftank in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.
1. Luchtfilterelement
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
U5SLD0.book Page 21 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 79 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
DWA00071
WAARSCHUWING
_
Controleer alvorens de brandstof-
tank in zijn oorspronkelijke positie
te plaatsen de brandstofslangen op
beschadigingen. Start de motor
niet als een brandstofslang bescha-
digd is, maar vraag een Yamaha
dealer de beschadigde slangen te
vervangen om zo brandstoflekkage
te voorkomen.
Controleer of de brandstofslangen
stevig zijn aangesloten en de juiste
ligging hebben en niet worden af-
gekneld.
Vergeet niet de tankbeluchtings-
slang en de overloopslang weer in
de oorspronkelijke positie te leg-
gen.
_12. Breng het bestuurderszadel aan.
DAU01335
Luchtaanzuigkanaal Controleer of het luchtrooster in het aan-
zuigkanaal niet is verstopt. Reinig het lucht-
rooster als dat nodig is. 1. Luchtaanzuigkanaal
U5SLD0.book Page 22 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 80 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU04578
Afstellen van het stationair
toerental Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
De motor moet warm zijn om deze afstelling
te verrichten.OPMERKING:_ De motor is voldoende warm als deze snel
reageert op de gasbediening. _
Controleer het stationair toerental en stel dit
zo nodig volgens de specificatie af door de
gasklepstelschroef te verdraaien. Draai om
het stationair toerental te verhogen de
schroef richting
a. Draai om het stationair
toerental te verlagen de schroef richting
b.OPMERKING:_ Als het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren. _
DAU00635
Afstellen van de vrije slag van de
gaskabel De vrije slag van de gaskabel dient 6–8mm
te bedragen bij de gasgreep. Controleer de
vrije slag van de gaskabel regelmatig en
laat zo nodig afstellen door een Yamaha
dealer.
1. Gasklepstelschroef
Stationair motortoerental:
1.250–1.350 tpm
a. Vrije slag van de gaskabel
U5SLD0.book Page 23 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM