BMW MOTORRAD K 1200 R 2007 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2007, Model line: K 1200 R, Model: BMW MOTORRAD K 1200 R 2007Pages: 169, PDF Size: 2.85 MB
Page 121 of 169

Gloeilamp5verwijderen.
Defecte gloeilamp vervangen.
Soort verlichting voor
grootlicht
H7/12V/55W Soort verlichting voor
dimlicht
H7/12V/55W Gloeilamp
5aanbrengen. Bij
het aanbrengen erop letten dat
de nok 6naar boven wijst.
Veerbeugel 4in de vergrende-
lingen aanbrengen. Stekker
3aansluiten.
Afdekking 1(grootlicht) resp.
afdekking 2(dimlicht) door
rechtsom draaien aanbrengen.
8119zOnderhoud
Page 122 of 169

Gloeilamp stadslicht
vervangen
Bij de volgende werkzaam-
heden kan een onveilig ge-
plaatste motorfiets omvallen.
Erop letten dat de motorfiets ste-
vig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Contact uitschakelen.
Bevestigingsbouten 1aan bei-
de zijden van het lamphuis ver-
wijderen. Lamphuis naar voren trekken
en iets naar beneden klappen.
Lamphouder
2door linksom
draaien uit het koplamphuis
verwijderen. Gloeilamp
3uit de lamphouder
trekken.
Defecte gloeilamp vervangen.
Soort verlichting stads-
licht
W5W / 12 V / 5 W
8120zOnderhoud
Page 123 of 169

Gloeilamp3in lamphouder
aanbrengen.
Lamphouder door rechtsom
draaien in het koplamphuis
aanbrengen. Foutief aangebrachte be-
drading van de lampen kan
aan de besturing blijven vastha-
ken.
Elektrische bedrading met de
betreffende klemmen aan de
achterzijde van de koplamp
vastzetten.
Lamphuis in de bevestigin-
gen 4op het frame drukken. Bevestigingsbouten
1aan bei-
de zijden van het lamphuis
aanbrengen.
Gloeilamp rem- en
achterlicht vervangen
Bij de volgende werkzaam-
heden kan een onveilig ge-
plaatste motorfiets omvallen.
Erop letten dat de motorfiets ste-
vig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Contact uitschakelen.
8121zOnderhoud
Page 124 of 169

Buddyseat verwijderen. ( 68)
Draai de bout1los.
Lamphuis naar achteren uit de
houders 2trekken. Lamphouder
3door linksom
draaien uit het lamphuis verwij-
deren.
Gloeilamp 4in de houder 5
drukken en door linksom draai-
en verwijderen. Defecte gloeilamp vervangen.
Soort verlichting achter-/
remlicht
P21W / 12 V / 21 W
Gloeilamp 4in de houder 5
drukken en door rechtsom
draaien vastzetten.
8122zOnderhoud
Page 125 of 169

Lamphouder3rechtsom draai-
end in het lamphuis aanbren-
gen.
Lamphuis in steunen 2aan-
brengen. Schroef
1aanbrengen.
Buddyseat aanbrengen ( 68)
Gloeilampen
richtingaanwijzers, voor
en achter, vervangen
Bij de volgende werkzaam-
heden kan een onveilig ge-
plaatste motorfiets omvallen.
Erop letten dat de motorfiets ste-
vig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Contact uitschakelen. Draai de bout
1los.
Lampglas aan de bevestigings-
zijde uit het richtingaanwijzer-
huis trekken.
8123zOnderhoud
Page 126 of 169

Lamp2in houder 3drukken
en door linksom draaien uit-
bouwen.
Defecte gloeilamp vervangen.
Soort verlichting voor
richtingaanwijzers voorzij-
de
R10W / 12 V / 10 W
Met SU Richtingaanwijzers, wit:
RY10W / 12 V / 10 W Soort verlichting voor
richtingaanwijzers achter-
zijde
R10W / 12 V / 10 W
Met SU Richtingaanwijzers, wit: RY10W / 12 V / 10 W
Gloeilamp 2door rechtsom
draaien in de lamphouder 3
aanbrengen. Lamphuis op het richtingaan-
wijzerhuis aanbrengen.
Schroef
1aanbrengen.
8124zOnderhoud
Page 127 of 169

Starten met
hulpstartkabels
De bedrading naar de con-
tactdoos is niet berekend
op het starten van de motor
m.b.v. hulpstartkabels. Een te
hoge stroomsterkte kan tot brand
of schade aan de boordelektroni-
ca leiden.
Bij starthulp de contactdoos niet
gebruiken.
Het aanraken van onder
spanning staande delen van
het ontstekingssysteem bij draai-
ende motor kan tot elektrische
schokken leiden.
Bij draaiende motor geen onder-
delen van het ontstekingssys-
teem aanraken.
Door contact tussen de
pooltangen van de start-
kabels en de motorfiets kan kort-
sluiting ontstaan.
Alleen startkabels met volledig geïsoleerde pooltangen
gebruiken.
Starthulp met een hogere
spanning dan 12 V kan tot
schade aan de boordelektronica
leiden.
De accu van het stroomleverende
voertuig moet een spanning van
12 V hebben.
Tijdens de starthulp de accu
niet van het boordnet losma-
ken.
Het accuvakdeksel verwijderen.
( 127)
De motor van de stroomleve-
rende motorfiets of auto tijdens
de starthulp laten draaien.
De rode hulpstartkabel eerst
op de pluspool van de ontladen
accu en daarna op de pluspool
van de hulpaccu aansluiten.
De zwarte hulpstartkabel op de
minpool van de hulpaccu en
daarna op de minpool van de
ontladen accu aansluiten. De motorfiets met de ontladen
accu normaal starten. Bij het
mislukken van de startpoging,
ter bescherming van de start-
motor en de hulpaccu, pas na
enkele minuten weer een nieu-
we startpoging ondernemen.
Beide motoren enkele minuten
laten draaien, voordat de hulp-
startkabels worden losgemaakt.
Maak de hulpstartkabels eerst
los van de minpool en vervol-
gens van de pluspool.
Het accuvakdeksel aanbrengen.
( 127)
AccuOnderhoudsaanwijzingenHet vakkundig onderhouden, op-
laden en opslaan verhoogt de
levensduur van de accu en is een
voorwaarde voor eventuele ga-
rantieclaims.
8125zOnderhoud
Page 128 of 169

Voor een lange levensduur van
de accu moeten de volgende
richtlijnen worden aangehouden:De bovenzijde van de accu
goed schoon en droog houden
De accu niet openen
Geen water bijvullen
Voor het opladen van de ac-
cu beslist de oplaadaanwijzin-
gen op de volgende pagina's in
acht nemen
De accu niet ondersteboven
houden
Een aangesloten
accu wordt door de
boordelektronica (klok enz.)
ontladen. Dit kan leiden tot een
diepte-ontlading van de accu. In
dit geval zijn garantie-aanspraken
uitgesloten.
Als langer dan vier weken niet
wordt gereden, de accu van de
motorfiets losmaken of een drup-
pellader op de accu aansluiten. BMW Motorrad heeft een
speciaal op de elektronica
van uw motorfiets afgestemde
druppellader ontwikkeld. Met dit
apparaat kunt u de lading van uw
accu ook als de motorfiets lange-
re tijd niet wordt gebruikt op peil
houden. Meer informatie is ver-
krijgbaar bij uw BMW Motorrad
dealer.
Aangesloten accu opladen
Het opladen van de aan-
gesloten accu direct via de
accupolen kan tot schade aan de
elektrische installatie leiden.
De accu losmaken voordat de
deze via de accupolen wordt
opgeladen.
De accu kan alleen met
de geschikte laadappara-
tuur via de contactdoos worden
opgeladen. Ongeschikte laad-
apparatuur kan schade aan de motorfietselektronica veroorza-
ken.
BMW -laadapparaten met de
onderdeelnummers 71 60
7 688 864 (220 V) resp.
71 60 7 688 865 (110 V)
gebruiken. Bij twijfel de
losgemaakte accu direct via de
polen opladen.
Als geen van de controle-
lampen gaat branden als
het contact is ingeschakeld, is
de accu volledig ontladen. Het
opladen van een volledig ontla-
den accu via de contactdoos kan
schade aan de elektrische instal-
latie veroorzaken.
Een volledig ontladen accu moet
altijd rechtstreeks op de polen
van de losgemaakte accu worden
opgeladen.
Aangesloten accu via de con-
tactdoos opladen.
8126zOnderhoud
Page 129 of 169

De elektronica van de
motorfiets herkent of de
accu volledig is opgeladen. In
dit geval wordt de contactdoos
uitgeschakeld.
Hierbij de handleiding van het
laadapparaat in acht nemen. Als de accu niet via de con-
tactdoos kan worden op-
geladen, dan is het gebruikte
laadapparaat mogelijk niet ge-
schikt voor de elektronica van uw
motorfiets. In dit geval de accu
direct aan de polen van de losge-
koppelde accu opladen.
Losgekoppelde accu
opladenDe accu met een geschikt
laadapparaat opladen.
Hierbij de handleiding van het
laadapparaat in acht nemen.
Na het beëindigen van het op-
laden de poolklemmen van het laadapparaat van de accupolen
losmaken.
Als gedurende langere tijd
niet wordt gereden, moet
de accu regelmatig worden bij-
geladen. Hiertoe het behande-
lingsvoorschrift voor de accu
opvolgen. Vóór het weer in ge-
bruik nemen de accu volledig
opladen.
Het accuvakdeksel
verwijderen.
Bij de volgende werkzaam-
heden kan een onveilig ge-
plaatste motorfiets omvallen.
Erop letten dat de motorfiets ste-
vig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is. Bouten
1verwijderen.
Het accuvakdeksel 2naar vo-
ren en naar boven verwijderen.
Het accuvakdeksel
aanbrengen.Accuvakdeksel 2aanbrengen.
8127zOnderhoud
Page 130 of 169

Bouten1aanbrengen.Accu uitbouwenHet accuvakdeksel verwijderen.
( 127)
Bij een onjuiste losmaak-
volgorde neemt het risico
op kortsluiting toe.
Volgorde beslist aanhouden.
Eerst de accuminkabel 1los-
maken.
Vervolgens de accupluskabel 2
losmaken. Bouten
3losdraaien en de be-
vestigingsbeugel naar achteren
trekken.
Accu naar boven verwijderen;
indien dit zwaar gaat, kantelen-
de bewegingen maken.
Accu inbouwenContact uitschakelen.
De accu in de accubak aan-
brengen, pluspool in rijrichting
rechts. De accubeugel over de accu
schuiven en bouten
3aanbren-
gen.
Bij een verkeerde inbouw-
volgorde neemt het risico
op kortsluiting toe.
8128zOnderhoud