CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2016Pages: 296, PDF Size: 9.55 MB
Page 71 of 296

 69
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
Overschrijden van de ingestelde 
snelheidUitschakelen van de functieStoring
De ingestelde snelheid wordt gewist 
en in plaats daarvan verschijnen drie 
streepjes op het display.
raadpleeg het CItroËn-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats om het 
systeem te laten controleren.
knipperen van de snelheidsweergave
Gebruiksvoorschrift
Bij het gebruik van de snelheidsbegrenzer 
moet de bestuurder te allen tijde de 
snelheidslimiet in acht nemen en zijn 
aandacht op het verkeer blijven vestigen.
Let op uw snelheid als deze door het profiel 
van de weg of door snel accelereren kan 
worden overschreden, zodat u optimaal de 
controle over uw auto kunt bewaren.
om te voorkomen dat de werking van 
de pedalen wordt gehinderd:
-
 controleer of de mat goed op zijn 
plaats ligt en op de vloer is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven 
op elkaar.
Als het gaspedaal geleidelijk dieper 
wordt ingetrapt, wordt de snelheid niet 
verhoogd. 
Als het gaspedaal echter 
met kracht wordt ingetrapt, tot voorbij 
het zware punt, wordt de begrenzer 
tijdelijk uitgeschakeld, knippert de 
ingestelde snelheid op het display en 
klinkt een geluidssignaal.
Laat om de begrenzer weer in te 
schakelen de snelheid zakken tot 
een snelheid lager dan de ingestelde 
snelheid.
De snelheid knippert:
-
 als het gaspedaal tot voorbij het 
zware punt wordt ingetrapt,
-
 als de begrenzer door het profiel 
van de weg of bij een steile 
afdaling niet kan voorkomen dat 
de ingestelde snelheid wordt 
overschreden,
-
 tijdens snel accelereren. -
 Draai de knop in de stand 0 of zet 
het contact af om het systeem uit te 
schakelen.
De laatst ingestelde snelheid blijft in 
het geheugen opgeslagen. 
stuurkolomschakelaars
erGonoMIe en CoMFort
4  
Page 72 of 296

70
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
VENTILATIE
de zijventilatieroosters en 
middelste ventilatieroosters,
Luchtopbrengst
de beenruimte,
de voorruit en de beenruimte,
de voorruit.
De luchtverdeling kan worden 
gevarieerd door de knop in 
een tussenstand te zetten, 
aangegeven door "●".
Luchtverdeling
De bediening van de luchtverdeling 
wordt aangegeven door middel van de 
volgende pictogrammen:
naar rood, toevoer van 
warme lucht. van blauw, toevoer van koude 
lucht,
De kracht van de luchttoevoer 
via de uitstroomopeningen 
varieert van 1
 tot 4. In de stand
 
0
 is er geen luchttoevoer
 .
Zet de knop in de gewenste 
stand voor een optimaal 
comfort.
Verwarming
Handbediende airconditioning
Temperatuur
Zet de knop in de gewenste stand: 
Ventilatie  
Page 73 of 296

 71
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
Toevoer van buitenlucht
Luchtrecirculatie in het interieurAirconditioning A/C
Het lampje van de toets is uit. 
Gebruik deze stand zo veel 
mogelijk.
Druk op de toets om de 
airconditioning in te schakelen; 
het lampje gaat branden. Druk 
nogmaals op de toets om de 
airconditioning uit te schakelen; 
het lampje gaat uit.
De airconditioning werkt niet als de knop 
van de aanjager in de stand 0 staat.
De airconditioning werkt uitsluitend bij 
draaiende motor.
Het lampje van de toets 
brandt. Deze stand dient om 
de toevoer van buitenlucht 
bij stank en rookoverlast af te 
sluiten.
Als deze stand gebruikt wordt en de 
aanjager (stand 1
 t/m 4)  
is ingeschakeld, wordt de 
capaciteit van de verwarming 
(knop temperatuurregeling naar 
rood) of de airconditioning (knop 
temperatuurregeling naar blauw) 
sneller vergroot.
Gebruik de luchtrecirculatie niet 
langer dan nodig is. 
schakel zodra 
de omstandigheden dit toelaten de 
toevoer van buitenlucht weer in om 
de lucht in het interieur te verversen 
en het beslaan van de ruiten te 
voorkomen. Gebruik deze stand zo 
veel mogelijk. 
erGonoMIe en CoMFort
4 
Ventilatie  
Page 74 of 296

72
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
Gebruiksvoorschrift
Om het interieur maximaal te koelen 
of te verwarmen kan de temperatuur 
lager dan 15
 worden ingesteld, door de 
knop naar links te draaien tot Lo wordt 
weergegeven of hoger dan 27 worden 
ingesteld, door de knop naar rechts te 
draaien tot HI wordt weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij 
het instappen veel lager of hoger 
is dan de ingestelde waarde, heeft 
het geen zin om voor het gewenste 
comfort de ingestelde waarde te 
wijzigen. Het systeem compenseert 
automatisch en zo snel mogelijk het 
temperatuurverschil.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Automatische werking
Automatisch programma "comfort"
Dit is de normale gebruiksstand van de 
airconditioning. Ingestelde waarde bestuurders- of 
passagierszijde
De op het display weergegeven waarde 
heeft betrekking op een bepaald 
comfortniveau en niet op de temperatuur 
in graden Celsius of Fahrenheit.
Draai deze knop naar links of 
naar rechts om de waarde te 
verlagen of te verhogen. Voor 
een optimaal comfort wordt 
de waarde 21
 aanbevolen. niettemin is afhankelijk
 van uw 
wensen een afstelling tussen 18
 en 
24 gebruikelijk.
Zorg ervoor dat de zonnesensor 
op het dashboard niet wordt 
afgedekt.
Druk op deze toets. Het 
symbool 
AUTO verschijnt.
Afhankelijk van de gekozen 
instellingen regelt het 
systeem de luchtverdeling, de 
luchtopbrengst en de luchttoevoer om 
het comfort en de luchtcirculatie in het 
interieur optimaal te houden. 
u hoeft het
 
systeem niet meer zelf bij te regelen.
om bij koude motor de toevoer van 
koude lucht te beperken, wordt de 
luchtopbrengst geleidelijk op het 
optimale niveau gebracht.
V
oor uw comfort worden de instellingen 
tussen twee startmomenten 
opgeslagen.
De automatische stand wordt 
uitgeschakeld zodra u de instellingen 
handmatig wijzigt (A
ut
 o
 verdwijnt).
GESCHEIDEN REGELING BESTUURDER EN PASSAGIER 
Ventilatie  
Page 75 of 296

 73
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
Handmatig verstellen
Al naar gelang uw wensen kunt u 
de automatische bediening van het 
systeem handmatig aanpassen. De 
overige functies worden automatisch 
geregeld. Bij het indrukken van de 
toets AUTO zal het systeem weer 
volledig automatisch functioneren.Regeling luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde 
malen in om de luchtstroom 
te verdelen naar:
-
 de voorruit,
-
 de voorruit en de beenruimte,
-
 de beenruimte,
-
 de linker, rechter en middelste 
ventilatieroosters en de beenruimte,
-
 de linker, rechter en middelste 
ventilatieroosters. Regeling luchtopbrengst
De luchtopbrengst kan 
vergroot of verkleind worden 
door respectievelijk de toets 
"kleine propeller"
 of "grote 
propeller" in te drukken.
Het symbool van de luchtopbrengst 
op het display, de propeller, wordt 
afhankelijk van de ingestelde waarde 
geleidelijk voller.
Airconditioning AAN/UIT
Druk op deze toets: het symbool 
A/C wordt weergegeven 
en de airconditioning wordt 
geactiveerd.
Uitschakelen van het 
systeem
Druk op de toets "kleine 
propeller" van de 
luchtopbrengstregeling tot het 
symbool van de propeller van 
het display is verdwenen.
Alle functies van de airconditioning 
worden dan uitgeschakeld, 
behalve de luchtrecirculatie en de 
achterruitverwarming (volgens uitvoering).
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Bij het indrukken van deze toets 
wordt de lucht in het interieur 
gerecirculeerd. Het symbool van de 
luchtrecirculatie wordt weergegeven.
 Het is raadzaam om niet 
langdurig met uitgeschakelde 
airconditioning te rijden. Druk op 
de toets "grote propeller" of op 
de toets AUTO om het systeem 
weer met de laatst ingestelde 
waarden in te schakelen. De luchtrecirculatie dient om de toevoer 
van buitenlucht bij stank en stofoverlast 
af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie 
alleen als dit echt nodig is (om te 
voorkomen dat de ruiten beslaan en de 
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat).
Druk de toets zodra de luchtrecirculatie 
niet meer nodig is nogmaals in om de 
toevoer van buitenlucht te hervatten.
Druk nogmaals op deze toets om de 
aircondioning uit te schakelen.
De ventilatieopening in het 
dashboardkastje verspreidt koele 
lucht (als de airconditioning is 
ingeschakeld), onafhankelijk van de 
ingestelde temperatuur in het interieur 
en de buitentemperatuur.
De ingestelde waarde wordt niet meer 
geregeld en verdwijnt van het display. 
erGonoMIe en CoMFort
4 
Ventilatie  
Page 76 of 296

74
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
Tips voor het instellen van de airconditioning
Gewenste werking Luchtverdeling Temperatuur LuchtopbrengstLuchtrecirculatieA/C
Warm -
koud
Ontdooien
 
 Ontwasemen
Bij de automatische airconditioning is het raadzaam de stand AUTO te gebruiken, 
ongeacht de gewenste werking.
schakel de airconditioning uit zodra de luchtkwaliteit in de auto naar we\
ns is. 
Ventilatie  
Page 77 of 296

 75
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
Handbediening
Zet de knop van de 
temperatuurregeling in deze stand.
Zet de aanjager in de hoogste 
stand.
schakel de airconditioning in.
schakel zodra de 
omstandigheden dit toelaten de 
toevoer van buitenlucht weer in
 
om de lucht in het interieur te 
verversen (lampje uit).
Zet de schakelaar van de 
luchtverdeling in deze stand.
Achterruitverwarming en/of 
verwarming buitenspiegels
Druk bij draaiende motor 
op deze toets om de 
achterruitverwarming en/of de 
verwarming van de elektrisch 
verstelbare buitenspiegels in 
te schakelen.
Deze functie wordt uitgeschakeld:
-
 door op de toets te drukken,
-
 door de motor af te zetten,
-
 automatisch, om onnodig 
stroomverbruik te voorkomen. 
erGonoMIe en CoMFort
4 
Ventilatie  
Page 78 of 296

76
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
GEBRUIkSVOORSCHRIFTEN
Ventilatieroosters
Houd de ventilatieroosters altijd 
geopend
Voor een optimale verdeling van 
de lucht over het interieur hebt u de 
beschikking over ventilatieroosters 
in het midden en opzij, die gekanteld 
en naar links of rechts en omhoog of 
omlaag gedraaid kunnen worden. 
sluit
 
de ventilatieroosters niet, maar richt de 
luchtstroom voor een optimaal comfort 
tijdens het rijden naar de zijruiten.
uitstroomopeningen in de beenruimte en
 
bij de voorruit completeren het geheel.
Dek de uitstroomopeningen bij de 
voorruit en de openingen van de 
luchtafvoer in de bagageruimte niet af.
Stoffilter/geurfilter (actief 
koolstof)
Dit filter beperkt het binnendringen van 
stof en stank in het interieur.
Zorg ervoor dat dit filter in goede staat 
verkeert en laat de filterelementen 
regelmatig vervangen.
Zie in rubriek 7
 het gedeelte 
"Controles".
Airconditioning
Voor een doeltreffende werking van de 
airconditioning moeten de ruiten onder 
alle weersomstandigheden gesloten 
zijn. Als de auto echter langdurig in de 
zon heeft gestaan en de temperatuur 
in het interieur zeer hoog blijft, kunnen 
de ruiten wel even geopend worden 
om de ventilatie te bevorderen.
Het is raadzaam de stand A
ut
o
 
zo veel mogelijk
 te gebruiken: het 
systeem regelt de luchtopbrengst, de 
comforttemperatuur in het interieur, 
de luchtverdeling, de luchttoevoer of 
-recirculatie automatisch en optimaal.
Laat de airconditioning minimaal 
één keer per maand 5
 à 10 minuten 
functioneren om het systeem in 
perfecte staat te houden.
Gebruik de airconditioning niet als deze 
niet koelt en laat het systeem in dat 
geval door het CI
troËn-netwerk of een
 
gekwalificeerde werkplaats controleren.
Automatische stand: programma 
"zicht"
Voor het snel ontwasemen of ontdooien 
van de ruiten (bij vocht, veel inzittenden, 
vorst) kan het programma "comfort" 
(A
ut
o
) niet toereikend blijken.
kies dan het programma "zicht". Het 
verklikkerlampje van het programma 
"zicht" gaat branden.
Het systeem schakelt de 
airconditioning in, regelt de 
luchtopbrengst en stuurt de optimale 
luchtstroom naar de voorruit en de 
zijruiten.
De luchtrecirculatie wordt 
uitgeschakeld. Condensvorming in de airconditioning 
kan ertoe leiden dat er zich een klein 
plasje water onder de stilstaande auto 
vormt; dit is een normaal verschijnsel. 
Ventilatie  
Page 79 of 296

 77
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
Stoelen
VOORSTOELEN
LengterichtingHoogte van de zitting (bestuurdersstoel)
omhoog: trek de hendel omhoog en 
verlicht de druk op de stoel.
omlaag: trek de hendel omhoog en 
laat uw gewicht op de stoel rusten.
Rugleuning
til de beugel op en schuif de stoel naar 
voren of naar achteren tot de gewenste 
stand is bereikt.
De volgende verstellingen zijn 
mogelijk:
trek de hendel naar voren en zet 
de rugleuning in de gewenste stand 
door met uw rug tegen de leuning te 
drukken. 
erGonoMIe en CoMFort
4  
Page 80 of 296

78
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
Stoelen
rijd nooit zonder hoofdsteunen, 
deze dienen te zijn geplaatst en 
correct afgesteld.
Verstelbare armsteun
Schakelaars stoelverwarming 
vóór
elke voorstoel kan worden uitgerust 
met een schakelaar aan de zijkant van 
de zitting.
Druk op de schakelaar om de 
stoelverwarming in te schakelen.
Druk nogmaals op de schakelaar om 
de verwarming uit te schakelen.
Hoogte van de hoofdsteun
omhoog: schuif de hoofdsteun 
omhoog in verticale richting.
omlaag: druk de knop in en schuif de 
hoofdsteun omlaag in verticale richting.
De hoofdsteun is correct afgesteld als 
de bovenzijde van het hoofd en de 
bovenzijde van de hoofdsteun zich op 
dezelfde hoogte bevinden.
V
erwijderen: druk op de knop en trek 
de hoofdsteun omhoog.
terugplaatsen: steek de stangen van 
de hoofdsteunen in de desbetreffende 
openingen, onder dezelfde hoek als de 
rugleuning.
omhoogklappen van de armsteun: 
beweeg de armsteun omhoog tot deze 
wordt vergrendeld.
klap de armsteun omlaag om hem in 
de gebruiksstand te zetten.
V
 erwijderen: zet de armsteun 
in verticale positie, druk op de 
ontgrendelingsknop en verwijder de 
armsteun.terugplaatsen: klik de armsteun vast in 
verticale positie.
om de passagiersstoel neer te kunnen 
klappen in de tafelstand, moet de 
extra console of de armsteun worden 
verwijderd.