CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2016Pages: 296, PDF Size: 9.55 MB
Page 51 of 296

49
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2016
HANDGESCHAkELDE 
VERSNELLINGSBAk
Vijf versnellingenZes versnellingen
trap om soepel te kunnen schakelen 
het koppelingspedaal altijd volledig in.
om te voorkomen dat de werking van 
het pedaal wordt gehinderd:
-
 controleer of de mat goed op zijn 
plaats ligt en correct is bevestigd 
op de vloer,
-
 gebruik nooit meer dan één mat per 
plaats.
Laat tijdens het rijden uw hand niet 
op de versnellingspook rusten. Zelfs 
een lichte belasting op de pook kan 
na verloop van tijd slijtage aan de 
onderdelen in de versnellin
gsbak 
veroorzaken.
Schakelen in de 5e of  
6e versnelling
Verplaats de versnellingshendel 
helemaal naar rechts om de versnelling 
correct in te schakelen.
Achteruitversnelling inschakelen
Zet de pook met beleid in de 
achteruitversnelling om bijgeluiden 
te beperken.
schakel de achteruit pas in als de auto 
volledig stilstaat.
STUURWIEL VERSTELLEN
ontgrendel het stuurwiel, alleen bij 
stilstaande auto, door aan de hendel te 
trekken.
Zet het stuurwiel in de gewenste stand 
en zet vervolgens de hendel weer 
goed vast.trek bij een auto met zesversnellingsbak 
de ring onder de pookknop omhoog. 
VoorDAt u GAAt rIjDen
3 
Versnellingsbak en stuurwiel  
Page 52 of 296

50
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2016
 De informatie wordt in 
de vorm van een pijl op 
het instrumentenpaneel 
weergegeven. Daarnaast kan 
de aanbevolen versnelling 
worden weergegeven.
Het systeem past het 
schakeladvies aan de 
rijomstandigheden (helling, 
belading van de auto, ...) en de rijstijl 
van de bestuurder (veel vermogen 
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
 de eerste versnelling in te 
schakelen,
-
 de achteruitversnelling in te 
schakelen.
Bij een elektronisch gestuurde 
versnellingsbak is dit systeem uitsluitend 
actief in de handgeschakelde stand.
SCHAkELINDICATOR
Afhankelijk van de rijomstandigheden 
en de uitrusting van uw auto kan het 
systeem u adviseren één of meer 
versnellingen op te schakelen. 
u kunt 
deze aanwijzingen opvolgen zonder 
de tussenliggende versnellin
gen in te 
hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen 
versnellingen ook daadwerkelijk 
in te schakelen. De keuze van de 
optimale versnelling hangt namelijk 
altijd af van de situatie op de weg, de 
verkeersdrukte en de veiligheid. De 
bestuurder blijft derhalve altijd zelf 
verantwoordelijk voor het al dan niet 
opvolgen van de aanwijzing.
De functie kan niet worden 
uitgeschakeld.
Dit systeem geeft aan welke 
versnelling moet worden ingeschakeld 
om het brandstofverbruik te reduceren. 
Versnellingsbak en stuurwiel  
Page 53 of 296

51
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2016
ELEkTRONISCH GESTUURDE 6-VERSNELLINGSBAk
- geautomatiseerde stand: 
selectiehendel in stand A.
-
 handbediende stand: 
selectiehendel in stand M
.
Voor de veiligheid:
De stand N kan alleen worden 
ingeschakeld bij ingetrapt rempedaal.
Het verplaatsen van de 
selectiehendel van stand A (rijden 
in geautomatiseerde stand) naar 
stand
 M
 (rijden in handbediende 
stand) of omgekeerd is op elk moment 
mogelijk. Controlelampje A op het 
instrumentenpaneel dooft.
Selecteren van de stand Starten van de motor
-  om de motor te kunnen starten 
moet de selectiehendel zich in 
stand N
 bevinden.
-
 
t
rap het rempedaal krachtig in.
-
 Bedien de startmotor.
-
 Plaats bij een draaiende motor de 
selectiehendel in stand R
, A of M.
-
 Laat het rempedaal los en geef 
gas.
Als de selectiehendel niet in stand  N staat 
en/of het rempedaal niet is ingetrapt, kan 
de motor niet worden gestart. Herhaal de 
hierboven beschreven procedure.
Achteruitversnelling
Inschakelen van de 
achteruitversnelling
Plaats de selectiehendel in stand R.
Schakel de achteruitversnelling pas 
in als de auto stilstaat.
Neutraalstand Inschakelen van de 
neutraalstand
Plaats de selectiehendel in stand N. 
selecteer deze stand niet als de auto 
rijdt, zelfs niet voor een moment. 
VoorDAt u GAAt rIjDen
3 
Versnellingsbak en stuurwiel  
Page 54 of 296

52
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2016
Accelereren
om optimaal te accelereren 
(bijvoorbeeld als u wilt inhalen) hoeft 
u slechts het gaspedaal voorbij de 
weerstand in te trappen.
Stilstaande auto met draaiende 
motor
Als de auto langere tijd met draaiende 
motor stilstaat, schakelt de versnellingsbak 
automatisch neutraalstand N  in.
Afzetten van de motor
Voordat u de motor afzet, moet u de 
selectiehendel in de stand N zetten:
In alle gevallen moet echter altijd de 
handrem worden bediend. Controleer 
of het controlelampje voor de handrem 
op het instrumentenpaneel brandt.
 Controleer 
alvorens 
werkzaamheden in de motorruimte 
uit te voeren of de selectiehendel 
in de neutraalstand N staat.
Schakelen
Bij een eGs-versnellingsbak 
kan bij hoge motortoerentallen 
(felle acceleraties) een hogere 
versnelling uitsluitend handmatig door 
de bestuurder worden ingeschakeld. T
rek de flipper "+" 
naar u toe om op te 
schakelen.
Trek de flipper "-" 
naar u toe om terug te 
schakelen.
-
 Bij het stoppen van de auto of bij 
lage snelheden (naderen van een 
verkeerslicht bijvoorbeeld) schakelt 
de versnellingsbak automatisch 
terug tot in de 1
e versnelling.
-
 
u
 hoeft het gaspedaal tijdens het 
schakelen niet volledig los te laten.
-
 Het schakelen is alleen mogelijk als 
het motortoerental dit toestaat.
-
 In verband met de veiligheid kan 
het terugschakelen afhankelijk van 
het motortoerental automatisch 
plaatsvinden.
Handbediende stand
Inschakelen van de 
handbediende stand
Plaats de selectiehendel in stand 
M.
Geautomatiseerde stand
Inschakelen van de 
geautomatiseerde stand
Plaats de selectiehendel in stand A.
De versnellingsbak werkt nu in de 
geautomatiseerde stand, zonder dat u 
zelf hoeft te schakelen.
De versnellingsbak selecteert zelf de 
versnelling die het best past bij de 
volgende factoren:
-
 rijstijl,
-
 wegdek,
-
 optimaal brandstofverbruik. 
Versnellingsbak en stuurwiel  
Page 55 of 296

53
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2016
STOP & START-SySTEEM
Het stop & start-systeem zet de motor 
tijdelijk af (st oP-stand) als u stopt (bij 
rood licht, opstoppingen enz.).
De motor wordt automatisch gestart 
(
stAr
t
-stand) als u weer weg wilt 
rijden.
Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het 
stop & start-systeem zorgt 
met name inde stad voor een lager 
brandstofverbruik, minder uitstoot van 
schadelijke stof
fen en een aangename 
rust in het interieur tijdens het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand van de motor
Het verklikkerlampje "ECO" op het 
instrumentenpaneel gaat branden 
en de motor wordt afgezet:
- bij een handgeschakelde 
versnellingsbak, bij snelheden 
beneden 20
 km/h, wanneer u de 
versnellin
gsbak in zijn vrij zet en u 
de koppeling loslaat,
-
 bij een elektronisch gestuurde 
6-versnellingsbak, bij snelheden 
beneden 8
 km/h, wanneer u op het 
rempedaal trapt of wanneer u de 
selectiehendel in de stand 
N zet.Als uw auto is uitgerust met een teller, 
wordt de duur van de momenten dat 
de motor in de 
st
o
P-stand staat, 
opgeteld en weergegeven. elke keer 
als u het contact opnieuw aanzet, 
wordt deze teller op 0
 gezet.
Is uw auto uitgerust met 
een elektronisch gestuurde 
versnellin
 gsbak en u parkeert 
uw auto, dan is - ten behoeve van uw 
eigen comfort - de 
st
 o
P-stand de 
eerste seconden na het uitschakelen 
van de achteruit niet beschikbaar
 .
Als de 
st
 o
P-stand geactiveerd is, 
blijv
 en alle andere componenten zoals 
de remmen en de stuurbekrachtiging 
enz. normaal functioneren.
tank nooit als de motor door het stop&start-systeem is afgezet; zet 
in dat geval altijd het contact met 
de sleutel af. Bijzonderheden: ST
 OP-stand niet 
beschikbaar
De 
st
 o
P-stand wordt niet geactiveerd 
als:
-
 de auto op een steile helling staat 
(bergopwaarts of bergafwaarts),
-
 het bestuurderportier geopend is,
-
 de veiligheidsgordel van de 
bestuurder los is,
-
 de auto sinds de laatste start met 
de sleutel niet harder dan 10 km/h 
heeft gereden,
-
 de klimaatregeling in het interieur 
dat niet toelaat,
-
 de ruitontwaseming is 
ingeschakeld,
-
 bepaalde bijzondere 
omstandigheden (laadtoestand 
accu, motortemperatuur, 
rembekrachtiging, buitentemperatuur 
enz.) dat niet toelaten.
In dit geval knippert het 
verklikkerlampje "ECO" 
enkele seconden om 
vervolgens te doven.
Dit is volkomen normaal. 
VoorDAt u GAAt rIjDen
3 
stop & start  
Page 56 of 296

54
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2016
Overgang naar de START-stand van 
de motor
Het verklikkerlampje "ECO" gaat 
uit en de motor wordt gestart:
- bij een handgeschakelde 
versnellingsbak, trapt u het 
koppelingspedaal volledig in,
-
 bij een elektronisch gestuurde 
6-versnellingsbak:
●
 met de selectiehendel in stand A
 
of M, wanneer u het rempedaal 
loslaat.
●
 of met de selectiehendel in stand 
N en het rempedaal los, wanneer 
u de selectiehendel in stand 
A of 
M zet,
●
 of wanneer u de 
achteruitversnelling inschakelt.
Als u bij een auto met een 
handgeschakelde versnellin
gsbak 
in de 
st
o
P-stand een versnellin
 g 
inschakelt maar daarbij het 
koppelingspedaal niet volledig intrapt, 
gaat er een verklikkerlampje branden 
of wordt er een melding weergegeven 
met het verzoek het koppelingspedaal 
helemaal in te trappen, omdat anders 
de motor niet gestart kan worden.
Bijzonderheden: automatisch 
activeren van de START-stand
Voor uw veiligheid of comfort wordt de stAr
t-stand automatisch geactiveerd 
als:
- u het bestuurderportier opent,
-
 de veiligheidsgordel van de 
bestuurder los wordt gemaakt, In dit geval knippert het 
lampje 
"ECO" enkele 
seconden om vervolgens te 
doven.
Dit is volkomen normaal.
Uitschakelen
In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld om 
het thermische comfort in het interieur op 
peil te houden, kan het nuttig zijn om het 
stop & start-systeem uit te schakelen.
u kunt deze functie op elk 
willekeurig moment uitschakelen 
door de schakelaar 
"ECO OFF" 
in te drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar 
gaat branden en er verschijnt een 
bericht op het display.
Als u het systeem met de motor in de 
stoP-stand uitschakelt, dan wordt de 
motor direct weer gestart.
Opnieuw inschakelen
Druk nogmaals op de schakelaar 
"ECO OFF".
Het systeem is dan opnieuw actief; het 
verklikkerlampje in de schakelaar gaat 
uit en er verschijnt een melding op het 
instrumentenpaneel.
Het systeem wordt automatisch 
opnieuw ingeschakeld zodra u het 
contact weer aanzet.
Storingen
Bij een storing in het systeem 
gaat het verklikkerlampje in 
de schakelaar "ECO OFF" 
eerst knipperen en brandt 
vervolgens permanent.
Dit systeem heeft specifieke 
kenmerken en maakt gebruik van 
een speciale accu (raadpleeg voor 
meer informatie het CI
troËn-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de 
door CI
troËn voorgeschreven accu's 
kan leiden tot storingen in het systeem. Laat het systeem door het CI
troËn-
netwerk of door een gekwalificeerde 
werkplaats controleren.
Als er in de 
st
o
P-stand een storing 
zou optreden, kan het zijn dat de 
motor niet meer wil aanslaan of direct 
afslaat. 
Alle verklikkerlampjes op het 
instrumentenpaneel gaan dan branden. 
Zet in dat geval het contact af en start 
de auto met behulp van de sleutel.
-
 de snelheid van de auto 
hoger is dan 25 km/h bij een
 
handgeschakelde versnellingsbak 
en hoger dan 11
 km/h bij
 
een elektronisch gestuurde 
6-versnellingsbak,
-
 bepaalde bijzondere omstandigheden 
(laadtoestand accu, motortemperatuur, 
rembekrachtiging, buitentemperatuur 
enz.) dit niet toelaten. 
stop & start  
Page 57 of 296

55
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2016
Het stop & start-systeem 
maakt gebruik van een speciale 
12V-accu. Laat eventuele 
werkzaamheden aan dit type 
accu uitsluitend uitvoeren door 
het CI
troËn-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Zie rubriek 8, gedeelte "Accu", voor 
meer informatie over de 12V
-accu.
Gebruiksvoorschrift: stoppen Gebruiksvoorschrift: starten
Verklikkerlampje 
voorgloeien dieselmotor
Als de motor voldoende 
op temperatuur is, gaat 
het lampje na minder dan 
1
 seconde uit en kunt u de 
motor direct starten.
W
acht bij koud weer tot dit lampje 
uitgaat en zet vervolgens de startmotor 
in werking (stand "
starten") tot de 
motor aanslaat.
Verklikkerlampje geopend portierControleer als dit lampje brandt 
of de portieren, achterdeuren, 
schuifdeuren en de motorkap 
goed zijn gesloten!
Ontzien van de motor en de 
versnellingsbak
Laat de motor voordat u het contact 
afzet enkele seconden draaien om 
het toerental van de turbocompressor 
(dieselmotor) te laten dalen.
Geef geen gas bij het afzetten van het 
contact.
Het inschakelen van alleen een 
versnelling bij het parkeren van de 
auto is niet afdoende.
STARTEN EN AFZETTEN
Stand "AAN" en "Accessoires".
Verdraai terwijl u de contactsleutel 
omdraait het stuurwiel iets (zonder 
te forceren) om het stuurslot te 
ontgrendelen. In deze stand kunnen 
verschillende accessoires functioneren.
Stand "Starten".
De startmotor wordt in werking gezet. Laat de 
sleutel los zodra de motor is aangeslagen.
Stand STOP: stuurslot.
Het contact is afgezet. Draai het 
stuurwiel tot het stuurslot wordt 
vergrendeld. Haal de sleutel uit het 
contact.
Openen van de motorkap
schakel omwille
 van uw veiligheid het 
stop & start-systeem altijd uit alvorens 
werkzaamheden onder de motorkap uit 
te voeren om verwondingen als gevolg 
van het automatisch inschakelen van 
de 
stAr
t
-stand te voorkomen.
Rijden op een overstroomde weg
schakel het stop & start-systeem uit 
wanneer u over een overstroomde weg 
moet rijden.
raadpleeg voor meer adviezen over 
met name het rijden op overstroomde 
wegen de desbetref
fende rubriek. 
VoorDAt u GAAt rIjDen
3 
stop & start  
Page 58 of 296

56
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2016
HILL START ASSIST
Deze aan de dynamische 
stabiliteitscontrole gekoppelde functie 
(ook bekend onder de naam HHC (Hill 
Holder Control)) vereenvoudigt het 
wegrijden op een helling. Het systeem 
wordt geactiveerd onder de volgende 
omstandigheden:
-
 de auto moet stilstaan met draaiende 
motor en het rempedaal ingetrapt,
-
 de helling moet steiler zijn dan 5%,
- bij het omhoog rijden op een 
helling moet de versnellin
gsbak 
in de neutraalstand staan of 
moet een andere versnelling 
dan de achteruitversnelling zijn 
ingeschakeld,
-
 bij het afdalen van een helling moet de 
achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill start Assist is een voorziening om het 
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt 
worden als elektrisch bediende handrem.
Werking
Als u het rempedaal en het 
koppelingspedaal hebt ingetrapt, 
hebt u zodra u het rempedaal loslaat 
ongeveer 2
 seconden de tijd om, 
zonder dat de auto de hellin
g af begint 
te rollen, gas te geven en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie 
automatisch gedeactiveerd door de 
remdruk geleidelijk te laten afnemen. 
Gedurende deze fase is het mogelijk 
dat de remmen hoorbaar zijn, het 
teken dat de auto in beweging komt.
Storing
De Hill start Assist wordt 
gedeactiveerd onder de volgende 
omstandigheden:
-
 als u het koppelingspedaal laat 
opkomen,
-
 als de handrem wordt 
aangetrokken,
-
 als de motor wordt afgezet,
-
 als de motor afslaat.
In het geval van een storing 
in het systeem gaat dit
 
verklikkerlampje branden 
in combinatie met een 
geluidssignaal en een 
melding ter bevestiging 
op het display. Laat het systeem 
controleren door het CI
troËn-netwerk
 
of een gekwalificeerde werkplaats. 
starten en stoppen  
Page 59 of 296

57
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2016
RIJADVIEZEN
Houd u altijd aan de verkeersregels en 
let onder alle omstandigheden goed 
op.
richt uw aandacht op het verkeer en 
houd uw handen op het stuurwiel, 
zodat u snel kunt reageren op 
onverwachte situaties.
Las tijdens een lange rit om de twee 
uur een pauze in.
rijd bij slecht weer defensief, rem 
eerder af en houd meer afstand tot uw 
voorligger
.
Rijden op een overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde 
wegen zo veel mogelijk te vermijden, 
want het water kan de motor, 
versnellingsbak en het elektrische 
systeem van uw auto ernstig 
beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd 
weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:
- kijk of het water niet meer dan 
15 cm diep is, houd daarbij 
rekening met golven die door 
andere weggebruikers kunnen 
worden veroorzaakt,
-
 schakel het stop & start-systeem 
uit,
-
 rijd zo langzaam mogelijk zonder 
de motor te laten afslaan. rijd in 
elk geval niet sneller dan 10 km/h,
-
 zet de auto niet stil en zet de motor 
niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte 
achter u hebt gelaten, rem dan, 
zodra de verkeerssituatie dat toelaat, 
meerdere keren licht af om de 
remschijven en remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat 
van uw auto, neem dan contact op 
met het CI
troËn-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
rijd nooit met aangetrokken 
handrem - kans op oververhitting 
en beschadiging van het 
remsysteem!
kans op brand!
Het uitlaatsysteem van uw auto wordt 
erg warm en blijft ook na het afzetten 
van de motor nog enige tijd warm. 
Parkeer daarom uw auto niet en zet uw 
auto niet met draaiende motor stil op 
een plaats waar brandbaar materiaal 
(gras, afgevallen blad enz.) in contact 
kan komen met het uitlaatsysteem.
Laat de auto nooit onbewaakt 
met draaiende motor achter
. Als 
u uw auto met draaiende motor 
moet verlaten, trek dan de parkeerrem 
aan en zet de versnellingsbak in 
de neutraalstand of in de stand 
N of P, afhankelijk van het type 
versnellingsbak.
Belangrijk! 
VoorDAt u GAAt rIjDen
3 
starten en stoppen  
Page 60 of 296

58
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2016
RICHTINGAANWIJZERS
Functie "snelweg"
Duw de schakelaar één keer omhoog 
of omlaag om de richtingaanwijzer aan 
de desbetreffende zijde driemaal te 
laten knipperen.
VERLICHTING
Links: omlaag duwen tot 
voorbij het zware punt.
Rechts: omhoog duwen tot 
voorbij het zware punt.
Verlichting vóór en achter
Lichten uit
Automatische verlichting
ParkeerlichtenDimlicht (groen)
Overschakelen van dim- naar 
grootlicht
trek de hendel helemaal naar u toe.
Vergeten verlichting
W
anneer u het contact afzet en 
de follow me home-verlichting is 
ingeschakeld, doven alle lichten 
behalve de dimlichten.
Zie in rubriek 3
 het gedeelte 
"Cockpit" voor meer informatie 
over de verklikkerlampjes.
knipperlichten
Draai deze ring om de 
verlichting in te schakelen. Grootlicht (blauw)
u bedient de verlichting 
door deze ring in de stand 
"
0" (verlichting uit) te 
zetten en vervolgens in de 
stand van uw keuze.
Als de verlichting aanstaat en er een 
voorportier wordt geopend, klinkt er 
een geluidssignaal. 
stuurkolomschakelaars