CITROEN C-ELYSÉE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C-ELYSÉE, Model: CITROEN C-ELYSÉE 2016Pages: 330, PDF Size: 21.93 MB
Page 11 of 330

9
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
be
perk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,
fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever een
dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
co
ntroleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter en
luchtfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het door de fabrikant
voorgeschreven interval.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo
voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
u
zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
.
Eco-rijden
Page 12 of 330

10
Instrumentenpaneel benzine - diesel
1. toerenteller (x 1000 t /min).
2. D isplay.
3.
s
n
elheidsmeter (km/h). A. In
formatie elektronisch gestuurde
versnellingsbak of automatische transmissie.
sc
hakelindicator.
B.
ti
jd.
C.
Ac
tieradius (km)
of
Dagteller.
D.
br
andstofmeter.
E.
o
nd
erhoudsindicator (km)
vervolgens,
kilometerteller.
D
eze twee functies worden
achtereenvolgens na het aanzetten van het
contact weergegeven.
F.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
4. I
nformatie over het onderhoud
nu lstelling van de geselecteerde functie
(dagteller of onderhoudsindicator)
t
i
jd instellen.
KlokkenDisplay
controle tijdens het rijden
Page 13 of 330

11
Verklikkerlampjes
een aantal verklikkerlampjes heeft
beide mogelijkheden. of h et constant
branden of knipperen van een
verklikkerlampje duidt op een storing,
is afhankelijk van de werkingsfase van
de auto.Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele display.
Verklikkerlampjes kunnen constant branden of
knipperen.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder
in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
1
controle tijdens het rijden
Page 14 of 330

12
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
tr
ek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen
naar achteren om de mistlampen vóór uit te
schakelen.
Mistachterlicht permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren om
het mistachterlicht uit te schakelen.
ra
adpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar het hoofdstuk "Zicht".
Controle tijdens het rijden
Page 15 of 330

13
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
De sleutel staat in de tweede stand
(contact) van het contactslot. Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30
seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot
het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
ra
adpleeg het hoofdstuk "
ri
jden" voor meer
informatie over de handrem.
Voet op het
rempedaal permanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt.
tr
ap bij de 2
tr
onic versnellingsbak het rempedaal in
om de motor te starten (selectiehendel in stand N ).
bi
j de automatische versnellingsbak moet u bij een
draaiende motor en voordat u de handrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
knippert. Als u de auto met een 2
tr
onic
versnellingsbak op een helling te
lang probeert tegen te houden door
het gaspedaal in te trappen, raakt de
koppeling oververhit. Gebruik het rempedaal en/of de handrem.
1
Controle tijdens het rijden
Page 16 of 330

14
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het display.
Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag permanent. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
u
kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje
airbags brandt). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de frontairbag
aan passagierszijde in te schakelen.
be
vestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
ESP/ASR permanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie
es
P
/A
s
r wordt
uitgeschakeld.
e
s
P
: dynamische stabiliteitscontrole.
A
s
r
:
antispinregeling.Druk op de toets om de functie
es
P
/A
s
r in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie
es
P
/A
s
r wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
na u
itschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50
km/h.
Controle tijdens het rijden
Page 17 of 330

15
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display wordt
weergegeven.
ra
adpleeg indien nodig het c
It
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje. Dit waarschuwingslampje brandt bij
een te lage motoroliedruk of bij een te
hoge koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
cIt
ro
Ën-
netwerk of met eengekwalificeerde
werkplaats.
Service tijdelijk.
er i
s een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display zoals bijvoorbeeld:
-
d
e mate van vervuiling van het roetfilter (diesel),
-
de
stuurbekrachtiging,
-
e
en kleine elektrische storing,
-
...
ra
adpleeg in andere gevallen het c
It
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.
er i
s een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
Page 18 of 330

16
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Remsysteem permanent. Het remvloeistofniveau is te laag.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een artikelnummer
van
c I tro
Ën.
A
ls het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren
door het
c
It
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
A
b
s
.
er i s een storing in de elektronische
remdrukregelaar (r eF ).Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het
cIt roËn-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent rood.De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
co
ntroleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
el
ke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
ra
adpleeg voor meer informatie de rubriek "Detectie
te lage bandenspanning"
+
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje
s
er
vice.er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.co ntroleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het cIt roËn-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
Page 19 of 330

17
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)knippert.De esP -/As r- regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit.
permanent.
storing in het esP -/As r- systeem, tenzij
deze is uitgeschakeld (toets ingedrukt
en verklikkerlampje van de toets brandt).Laat het systeem controleren door het cIt roËn-
n etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose
motor permanent.
er i
s een storing in de
emissieregeling.
Het controlelampje moet doven als de motor wordt gestart.raadpleeg het cIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert.
er i
s een storing in het
motormanagementsysteem.
kan
s op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.er i s een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.ri
jd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Motorstoring permanent oranje.
er i
s sprake van een kleine
motorstoring.
ne
em snel contact op met het c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
permanent rood.
er i
s sprake van een ernstige
motorstoring waardoor de auto zou
kunnen stilvallen.
st
op zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet de auto stil, zet het contact af en neem contact
op met het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
Page 20 of 330

18
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Motoroliedruk permanent.
er i
s een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het
cIt
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom
accu permanent.
er i
s een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
ra
adpleeg het c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Een of meer
portier e n
geopend /
Elektrisch
bedienbare
achterklep
geopend permanent, bij een
snelheid lager dan
10
km/h.
ee
n portier of de elektrisch
bedienbare achterklep is niet goed
gesloten.
sl
uit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie
met een geluidssignaal,
bij een snelheid hoger
dan 10 km/h.
Laag
brandstofniveau permanent.
Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5
liter brandstof in
de tank. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50
liter.
ri
jd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Controle tijdens het rijden