radio CITROEN C-ELYSÉE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C-ELYSÉE, Model: CITROEN C-ELYSÉE 2016Pages: 330, PDF Size: 21.93 MB
Page 273 of 330

.
Audio en telematica
11
De autoradio speelt via een CD uitsluitend
bestanden met de extensie ".mp3", ".wma",
".wav" af en via een USB-stick bestanden met
de extensie".ogg".
Het is raadzaam de bestandsnamen niet
langer te maken dan 20 karakters en geen
speciale karakters te gebruiken (bijv.: ", ?, ù)
om problemen bij het afspelen of weergeven te
voorkomen.
Selecteer voor het branden van een CD-R of
CD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of
bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan
het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één CD niet meer dan
één standaard voor het branden te gebruiken.
Stel de laagst mogelijke snelheid (maximaal 4x)
in voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie- CD is
het raadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
Informatie en tips
Gebruik uitsluitend USB-sticks met FAT32-
formaat (File Allocation Table).
Om problemen bij het gebruik van
de apparatuur te voorkomen is het
raadzaam uitsluitend gebruik te maken
van originele Apple
® USB-kabels.
Op een CD kunt u maximaal 255 MP3 -
bestanden zetten, verdeeld over maximaal
192 afspeellijsten op maximaal 8 niveaus. Wij
raden echter aan om ze over hooguit 2 niveaus
te verdelen om de duur van het lezen van de
CD beperkt te houden.
Bij het lezen van de CD wordt de menustructuur
genegeerd.
Sluit geen externe harde schijf of USB-
apparaten die niet bestemd zijn voor
audioweergave aan op de USB-poort; hierdoor
zou namelijk de audio-installatie beschadigd
kunnen raken.
Afspeellijsten op de CD, de MP3 -speler, de
iPod of de USB-stick moeten van het type
".m3u" of ".wpl" zijn.
Het maximum aantal herkende bestanden
bedraagt 5.000 verdeeld over 500 afspeellijsten
op maximaal 8 verschillende niveaus.
Page 274 of 330

Audio en telematica
12
Bluetooth ®
streaming audio
Met streaming audio kunt u muziekbestanden
op uw telefoon via de luidsprekers van de
audio-installatie in de auto beluisteren.
Maak een verbinding met de telefoon: zie de
rubriek " Te l e f o o n
".
Selecteer de telefoon die u wilt gebruiken in het
menu " Bluetooth : Audio
".
Het audiosysteem wordt automatisch
verbonden met de zojuist gekoppelde telefoon.
Via de toetsen op het bedieningspaneel van
de radio en de bediening op het stuur wiel kunt
u op de gebruikelijke wijze de muziekstukken
aansturen ** . De informatie over de muziekstukken
kan op het display worden weergegeven.
Kies Streaming-audio als geluidsbron door op
de toets SRC/TEL
te drukken * . Via de toetsen
van de radio kunt u op de gebruikelijke wijze
de muziekstukken aansturen.
Aansluiten van Apple ®
-spelers
Sluit de Apple ®
-speler met een geschikte kabel
(niet bijgeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
Het bedienen van de randapparatuur gebeurt
via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audiobooks / podcasts).
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
® -speler.
De kwaliteit van de weergave is afhankelijk van
de kwaliteit van het signaal van de telefoon.
*
In sommige gevallen moet het afspelen van
audiobestanden via het toetsenbord worden
geactiveerd.
**
Als de telefoon deze functie ondersteunt.
Page 275 of 330

.
Audio en telematica
13
Te l e f o o n
Een Bluetooth ®
-telefoon koppelen
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon
aan het Bluetooth-systeem van uw
autoradio mag om veiligheidsredenen
en vanwege het feit dat deze handeling
volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd
bij stilstaande auto en met aangezet
contact.
Ga naar de site van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, extra hulp…).
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon.
Druk op de toets MENU
.
De beschikbare functies zijn afhankelijk
van het netwerk, de simkaart en
de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth apparaten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw telefoon of
neem contact op met uw provider voor
meer informatie over de beschikbare
functies.
U kunt slechts één telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de telefoon wordt een
bericht weergegeven: voer dezelfde code in en
bevestig uw invoer.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt
u het, een onbeperkt aantal keren, nogmaals
proberen.
Op het scherm verschijnt een bericht ter
bevestiging van de koppeling.
U kunt ook via de telefoon de
koppeling tot stand brengen door naar
gedetecteerde Bluetooth-apparatuur te
zoeken.
Het telefoonboek en de gesprekkenlijst
zijn na de synchronisatie beschikbaar
(mits de telefoon compatibel is).
De automatische verbinding moet in
de telefoon ingesteld worden om elke
keer bij het aanzetten van het contact
automatisch verbinding te kunnen maken
met de telefoon.
Selecteer "Bluetooth"
.
Selecteer in de lijst de te koppelen
telefoon.
Op het scherm wordt een
toetsenbord weergegeven: voer een
code van minimaal 4 cijfers in.
Selecteer "Zoeken"
.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst
"Zoeken randapparaat bezig"
.
Soms verschijnt het Bluetooth-adres in plaats
van de naam van de telefoon.
Bevestig met "OK"
.
Bevestig met "OK"
.
Page 280 of 330

Audio en telematica
18
Menustructuur/menustructuren display(s)
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
4
4
4
Directory
Afrollende tekst Deutsch
Italiano Español
Português
Русский
Celsius English
Nederlands Français
Português-Brasil
Türkçe
Fahrenheit
Oproep info
Gemiste oproepen
Gekozen nummers
Ontvangen oproepen
Radio
Te l e f o o n
Bluetooth
Instelling
RDS
TXT
Invoer freq.
Media
Normaal
Alle random
TA
Bellen
Bluetooth beheer
Eenheid
Zoeken
Weergave
Ta a l
Versie
Systeem
Status telefoon
11
1
1
22
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
2
2
MENU
Random
Herhaling
TA
2
2
2
Page 281 of 330

.
Audio en telematica
19
Veelgestelde vragen
In de volgende tabellen vindt u een antwoord op veelgestelde vragen.
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
Er is een verschil in
geluidskwaliteit tussen
de verschillende
geluidsbronnen (radio,
CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een
andere geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit
hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (bassen,
hoge tonen, klankkleur, loudness) zijn afgestemd
op de verschillende geluidsbronnen. Het is
raadzaam de audio-functies (bassen, hoge
tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste
stand te zetten, de klankkleur te selecteren en
de functie Loudness in de stand "Actief " te zetten
als de CD-speler is geselecteerd en in de stand
"Inactief " te zetten als de radio is geselecteerd.
Bij het veranderen van
de bassen en hoge
tonen wordt de gekozen
klankkleur uitgeschakeld.
Bij het veranderen van
de klankkleur worden de
bassen en de hoge tonen
op 0 gezet. De klankkleur is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen. Het is
niet mogelijk dit afzonderlijk van elkaar in te stellen, behalve als u
een eigen klankkleur hebt ingesteld. Stel de bassen en hoge tonen of de klankkleur
naar eigen wens in.
Bij het veranderen
van de balans wordt
de geluidsverdeling
uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans. Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Page 282 of 330

Audio en telematica
20
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De ontvangstkwaliteit van
de beluisterde radiozender
neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen
niet worden ontvangen
(geen geluid, 87,5 Mhz
wordt weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde
radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de
auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten
controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een
wasstraat of parkeergarage). Laat de antenne controleren door het netwerk
van het merk.
Het geluid van de radio
valt 1 tot 2 seconden weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar
een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het
station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
De functie TA
(verkeersinformatie) is
ingeschakeld, maar ik krijg
geen verkeersinformatie
te horen. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het
regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden. Stem af op een zender die wel verkeersinformatie
uitzendt.
De voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geen
geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets SRC/ TEL om het
golfbereik (FM1 of FM2) te vinden waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
Page 283 of 330

.
Audio en telematica
21
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden
gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde
boven in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan
niet worden gelezen als deze te veel is
beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze
zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het
hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen
DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te
laten afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op
de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een klankkleurte selecteren.
De Bluetooth-verbinding
wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
Op het display wordt
de melding "Storing
USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet
herkend" weergegeven. De USB-stick wordt niet herkend. Gebruik uitsluitend USB-sticks met het formaat
FAT32 (Files Allocation Table 28 bits).
Een telefoon wordt
automatisch aangesloten
als een verbinding met
een andere telefoon wordt
verbroken. Automatisch verbinding maken heeft voorrang op handmatig
verbinding maken. Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
Page 284 of 330

Audio en telematica
22
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De iPod wordt bij het
aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend. De iPod is niet compatibel met de USB-aansluiting.
De harde schijf of andere
randapparatuur wordt bij
het aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend. Sommige schijven en randapparatuur hebben meer stroom nodig
dan de voeding die de radio levert. Sluit de randapparatuur op het 230 V-
stopcontact, de 12 V-aansluiting of een externe
voedingsbron aan.
Let op:
controleer of de randapparatuur zelf
geen signaal van meer dan 5 V afgeeft (kans op
schade).
Tijdens streaming audio
wordt het geluid tijdelijk
onderbroken. Sommige telefoons geven voorrang aan de handsfree-
signaalverbinding. Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Bij het afspelen tijdens
"Alles random" worden
sommige nummers
overgeslagen. De functie "Alles random" kan maximaal 999 nummers lezen.
Na het afzetten
van de motor wordt
de radio na enkele
minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de
laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt. Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is
over verhit" verschijnt op
het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de
CD-speler uitschakelt. Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om
het systeem te laten afkoelen.
Page 285 of 330

3
5
Rijden
Parkeerhulp achter
Deze functie is een hulpsysteem: de
bestuurder dient altijd alert te blijven.
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra een aanhanger
wordt aangekoppeld of een
fietsendrager wordt gemonteerd (auto's
voorzien van een door het netwerk
aanbevolen trekhaak of fietsendrager).
Controleer bij slecht weer of in winterse
omstandigheden of de sensoren
soms bedekt zijn met modder, ijs
of sneeuw. Bij het inschakelen van
de achteruitversnelling geeft een
geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat
de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen
geven als reactie op bepaalde
omgevingsgeluiden (motoren,
vrachtwagens, drilboren, enz.).
Deze functie signaleert met behulp van
sensoren in de bumper obstakels in de
nabijheid van de auto (personen, auto's,
bomen, slagbomen, enz.) die binnen het
detectiebereik vallen.
Bepaalde obstakels (paaltjes, pionnen, enz.)
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd,
worden door dode hoeken in het detectiebereik
mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich
vlak bij de auto bevinden.
De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbij
klinkt een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken
geluidssignaal gewaarschuwd bij het
naderen van obstakels. De frequentie van het
geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het
obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via
de luidspreker (rechts of links) is te herkennen
aan welke zijde van de auto het obstakel zich
bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter,
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Storing
Als er een storing optreedt,
gaat bij het inschakelen van de
achteruitversnelling dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel branden
in combinatie met een geluidssignaal
(korte pieptoon).
Raadpleeg het netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onderstaande informatie heeft betrekking op de aanwezigheid van de autoradio / Bluetooth
®
met geïntegreerd scherm in de auto.
Page 292 of 330

3
5
Rijden
Parkeerhulp achter
Deze functie is een hulpsysteem: de
bestuurder dient altijd alert te blijven.
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra een aanhanger
wordt aangekoppeld of een
fietsendrager wordt gemonteerd (auto's
voorzien van een door het netwerk
aanbevolen trekhaak of fietsendrager).
Controleer bij slecht weer of in winterse
omstandigheden of de sensoren
soms bedekt zijn met modder, ijs
of sneeuw. Bij het inschakelen van
de achteruitversnelling geeft een
geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat
de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen
geven als reactie op bepaalde
omgevingsgeluiden (motoren,
vrachtwagens, drilboren, enz.).
Deze functie signaleert met behulp van
sensoren in de bumper obstakels in de
nabijheid van de auto (personen, auto's,
bomen, slagbomen, enz.) die binnen het
detectiebereik vallen.
Bepaalde obstakels (paaltjes, pionnen, enz.)
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd,
worden door dode hoeken in het detectiebereik
mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich
vlak bij de auto bevinden.
De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbij
klinkt een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken
geluidssignaal gewaarschuwd bij het
naderen van obstakels. De frequentie van het
geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het
obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via
de luidspreker (rechts of links) is te herkennen
aan welke zijde van de auto het obstakel zich
bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter,
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Storing
Als er een storing optreedt,
gaat bij het inschakelen van de
achteruitversnelling dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel branden
in combinatie met een geluidssignaal
(korte pieptoon).
Raadpleeg het netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onderstaande informatie heeft betrekking op de aanwezigheid van de autoradio / Bluetooth
®
met geïntegreerd scherm in de auto.